direct naar inhoud van 1.1 Aanleiding en doel
Plan: Hippisch Recreatiepark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0037.BP0902-vs01

1.1 Aanleiding en doel

De gemeente Stadskanaal heeft het voornemen om medewerking te verlenen aan de vestiging van een “hippisch recreatiepark” ten noorden van de Kettingwijk in het buitengebied direct ten oosten van het Veendam-Musselkanaal en de N366. De vestiging van het hippisch recreatiepark vormt samen met de aanleg van een waterplas en de ontwikkeling van dagrecreatieve voorzieningen één initiatief. De gezamenlijke oppervlakte is 63,5 hectare.

Het hippisch recreatiepark is een nieuw concept waarin de paardensport centraal staat. Het biedt huishoudens die paarden bezitten en andere paardenliefhebbers de mogelijkheid de vakantie samen met hun paard(en) door te brengen. De recreatiewoningen zijn ruim van opzet. In de directe nabijheid van de recreatiewoningen zijn stallen beschikbaar voor de paarden. Het eigen paard kan worden meegenomen. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om een paard te huren.

Het park heeft na afronding (de aanleg geschiedt in fasen) een oppervlakte van circa 27,5 ha. Het biedt dan ruimte aan maximaal 150 recreatiewoningen en verschillende hippische voorzieningen.

Het begin van de aanleg is gepland in 2010. Voor dit initiatief diende eerst te worden bepaald of het m.e.r.-plichtig is en of er een milieueffectrapport voor zou moeten worden opgesteld. Het initiatief komt niet voor in lijst C van het “Besluit milieueffectrapportage 1994” (nadien enkele malen gewijzigd). Eén en ander impliceert dat het initiatief niet direct m.e.r.-plichtig is op basis van de wet. Het initiatief valt echter vanwege zijn omvang wel onder de m.e.r-beoordelingsplicht.

Ten behoeve van het creëren van de in het plangebied geprojecteerde waterplas zal een zandwinning plaatsvinden van circa 20,5 hectare. Het initiatief valt in categorieën D.10.1 (de aanleg, wijziging of uitbreiding van één of meer recreatieve of toeristische voorzieningen) en D.16.1. (de ontginning dan wel wijziging of uitbreiding van de ontginning van steengroeven of dagbouwmijnen) van de D-lijst van het Besluit milieueffectrapportage 1994, hetgeen betekent dat de gemeente Stadskanaal moest beoordelen of voor dit plan een milieueffectrapport moest worden opgesteld.

Op basis van de uitgevoerde m.e.r.-beoordeling is geconcludeerd dat het initiatief zowel ruimtelijk als milieuhygiënisch verantwoord kan worden ingepast en dat het geen belemmering vormt voor de reeds aanwezige functies. Er zijn geen bijzondere omstandigheden aanwezig die een milieueffectrapport noodzakelijk maken. Extra onderzoek zal niet leiden tot nieuwe inzichten over de wijze waarop het recreatiepark in de omgeving dient te worden ingepast en beheerd. In Bijlage 1 is de m.e.r.-beoordeling toegevoegd.

Aan de westzijde van deze locatie bevinden zich de tracés van een hoogspanningsverbinding en een gasleiding. Dit deel van het plangebied is niet geschikt voor een verblijfsrecreatieve functie. Daarom worden deze gronden bestemd voor dagrecreatie. De oppervlakte hiervan bedraagt van 13 ha.
Een deel van de Kettingwijk (circa 3 ha) maakt onderdeel uit van dit bestemmingsplan in verband met de herinrichting van deze weg. Deze herinrichting is noodzakelijk vanwege de wijziging van het profiel van deze weg en ten behoeve van een adequate ontsluiting van het recreatiepark.

afbeelding "i_NL.IMRO.0037.BP0902-vs01_0001.png" Figuur 1: Ligging Plangebied