direct naar inhoud van 5.9 Veiligheid
Plan: Almere Hout Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP5ACPZ01-vg01

5.9 Veiligheid

Veiligheid is een belangrijk aandachtspunt voor een sociaal duurzame wijk. Er wordt onderscheid gemaakt in sociale, fysieke en externe veiligheid.

Sociale en fysieke veiligheid

Voor een veilige omgeving zijn een aantal ingrepen nodig bij de uitwerking van de plannen:

  • Mixen van functies: zorgen voor overlap in ruimte en tijd leiden tot levendigheid.
  • Passief toezicht: ogen op de straat, gevels met interactie tussen binnen en buiten.
  • Verlichting: op de juiste plekken en tijdstippen.
  • Langzaam verkeer: fijnmazig en veilig netwerk van routes.
  • Openbare ruimte: afscherming, bescherming en speelplekken in het zicht.

Bij de inrichting van een gebied zijn de veiligheidseisen van het Politiekeurmerk Veilig Wonen en het Keurmerk Veilig Ondernemen (bedrijventerrein Twentsekant) uitgangspunt. Gelet op het specifieke karakter van Nobelhorst (Mensen maken de stad) kan hiervan gemotiveerd worden afgeweken, indien de veiligheid in voldoende mate wordt gewaarborgd.

Tevens wordt bij de inrichting van de openbare ruimtegebruik gemaakt van de Checklist Veiligheid Ruimtelijke Plannen.

Sociale veiligheid kan relatief gemakkelijk worden beïnvloed door ontwerp, bouw, inrichting en beheer.

Externe veiligheid en waterkeringen

Inrichtingen

Risicovolle inrichtingen:

Op Twentsekant en de binnenstedelijke bedrijventerreinen, is vestiging van nieuwe risicovolle bedrijven (d.w.z. bedrijven die in principe onder Bevi vallen) niet gewenst. De ligging van deze terreinen ten opzichte van het woongebied, de toegestane milieucategorieën (op bedrijventerrein Twentsekant maximale 3.2 van de Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten VNG 2009 en op de binnenstedelijke bedrijventerreinen categorie A,B,C van de Bijlage 2 Staat van Bedrijfactiviteiten - Functiemenging - 1), de hoge kantoorhoudendheid (maximaal 50%), de menging met (bedrijfs)woningen, voorzieningen en detailhandel leent zich hier niet voor. Vandaar dat in de voorschriften risicovolle inrichtingen worden uitgesloten.

Vuurwerkbedrijven:

Conform het vuurwerkbeleid, worden vuurwerk opslag en verkoopplaatsen geconcentreerd in winkelcentra en bedrijventerreinen en uitgesloten in woongebieden en kleine winkelcentra met woningen erboven. Onder winkelcentra wordt verstaan, gebieden met als hoofdbestemming: centrumdoeleinden. Onder bedrijventerreinen wordt bedoeld gebieden met als hoofdbestemming: bedrijfsmatige activiteiten. Onder kleine winkelcentra wordt verstaan: gecombineerde hoofdbestemming wonen en bedrijfsmatige activiteiten.

Dit betekent concreet voor dit plangebied, dat op Twentsekant en het binnenstedelijke bedrijventerrein ten noorden van Vitens, de vestiging van vuurwerkbedrijven (> 10.000 kg) wordt toegelaten. Vestiging van vuurwerkbedrijven is niet mogelijk op de andere binnenstedelijke bedrijventerreinen indien er een menging met wonen wordt gerealiseerd.

Een concreet vestigingsinitiatief ter zake, zal worden getoetst aan de geldende afstandseisen uit het Vuurwerkbesluit. Deze veiligheidsafstanden gelden via de planregels, waarbij de vereiste veiligheidsafstanden te allen tijde op eigen terrein dienen te worden opgelost.

Transport van gevaarlijke stoffen over de weg:

De conclusie uit Bijlage 4 Berekening groepsrisico wegtransport is, dat door de planontwikkeling van Hout-Noord het groepsrisico toeneemt, maar ruimschoots onder de oriëntatiewaarde blijft.

Verantwoordingsplicht GR (VGR):

Conform de circulaire RNVGS, dient over elke overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico of toename van het groepsrisico verantwoording te worden afgelegd. Deze verantwoording houdt in, dat naast de rekenkundige hoogte van het groepsrisico, tevens rekening dient te worden gehouden met een aantal kwalitatieve aspecten. Verder dient veiligheidsregio of de regionale brandweer in de gelegenheid te worden gesteld advies uit te brengen over het groepsrisico, de zelfredzaamheid en de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval.

Aspecten die normaal gesproken hierbij betrokken dienen te worden zijn:

  • het aantal personen in het invloedsgebied,
  • het groepsrisico,
  • de maatregelen ter beperking van het groepsrisico,
  • alternatieve ruimtelijke ontwikkelingen met een lager groepsrisico,
  • de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval,
  • de mogelijkheden om de zelfredzaamheid te vergroten.

Het is aan het bevoegd gezag om hiermee verstandig om te gaan. De zwaarte van de verantwoordingsplicht dient evenredig te zijn aan de mogelijke gevolgen van het voorgenomen besluit voor de externe veiligheid.

In dit geval neemt het groepsrisico door de voorgenomen planontwikkeling van Almere-Hout weliswaar toe, maar blijft een factor 16 onder de oriëntatiewaarde. Een volledige verantwoording van het GR wordt daarom niet noodzakelijk geacht. De verantwoording van het groepsrisico (eerste vier aandachtspunten zoals eerder genoemd) kan achterwege blijven.

De verantwoording beperkt zich in dit specifieke geval, tot de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval en de mogelijkheden om de zelfredzaamheid te vergroten.

Hierover is advies gevraagd aan de veiligheidsregio/regionale brandweer op basis van het voorontwerp van dit bestemmingsplan.

De brandweer heeft het voorontwerp bestemmingsplan beoordeeld en kan instemmen met het plan. Tevens is het bestemmingsplan beoordeeld op het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Bevi) artikel 12, lid 3.

Waterkeringen

Er zijn geen waterkeringen aanwezig in het gebied.