direct naar inhoud van Regels
Plan: Almere Poort Buitendijks
Status: concept
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP4L03-cc01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

Link naar de toelichting op de Inleidende regels

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan

het bestemmingsplan Almere Poort Buitendijks met identificatienummer NL.IMRO.0034.BP4L03-cc01 van de gemeente Almere;

1.2 bestemmingsplan

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.3 aan-huis-verbonden beroep

het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te stellen gebied, dan wel het uitoefenen van een beroep op medisch, paramedisch of therapeutisch gebied, welke door hun beperkte omvang in een gedeelte van een woning en de daarbij behorende bebouwing worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft en dat een ruimtelijke uitstraling of uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;

1.4 aanduiding

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 aanduidingsgrens

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.6 afhaalpunt

een locatie waar de consument uitsluitend via internet bestelde goederen kan afhalen of retourneren en waar uitsluitend logistiek en opslag van bestelde goederen gedurende een korte periode plaatsvindt en waarbij geen sprake is van uitstalling ten verkoop of overige activiteiten;

1.7 ambachtelijk bedrijf

bedrijf waarbij het accent ligt op het in handwerk vervaardigen, bewerken of herstellen en het installeren van goederen, alsmede het verkopen of leveren van goederen, die verband houden met het ambacht als niet zelfstandig onderdeel van de onderneming;

1.8 archeologisch waardevol terrein

terrein met behoudenswaardige oudheidkundige resten van (inter)nationaal belang;

1.9 archeologische waarde

de aan een gebied toegekende waarde in verband met de voorkomende overblijfselen uit oude tijden;

1.10 bebouwing

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.11 bebouwingspercentage

een in dit plan genoemd percentage dat aangeeft hoeveel van het (bouwvlak van het) desbetreffende bestemmingsvlak ten hoogste mag worden bebouwd;

of

een in dit plan genoemd percentage dat het gedeelte van het bouwperceel aangeeft dat ten hoogste mag worden bebouwd;

1.12 bed & breakfast

een aan de woonfunctie ondergeschikte toeristisch-recreatieve voorziening gericht op het bieden van de mogelijkheid tot overnachting en het serveren van ontbijt;

1.13 bedrijf

een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren repareren en verhandelen van goederen. Onder bedrijf wordt ook verstaan: bezorgservice, webwinkel, afhaalpunt en andere vergelijkbare bedrijven;

1.14 bedrijfsmatige activiteiten aan huis

het op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten met een kleinschalig karakter, die in een gedeelte van een woning of bijbehorende bouwwerken worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft en dat een ruimtelijke uitstraling of uitwerking heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;

1.15 bedrijfsvloeroppervlak (bvo)

de totale vloeroppervlakte van bedrijven, kantoren, winkels en gebouwen die wordt gebruikt voor bedrijfsactiviteiten;

1.16 bedrijfswoning

een woning in of bij een gebouw dat kennelijk bestemd is voor een ingevolge de bestemming toegelaten hoofdfunctie, niet zijnde wonen, die bewoond wordt door tenminste één persoon die werkzaam is voor de hoofdfunctie;

1.17 beperkt kwetsbaar object

een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;

1.18 bestaande situatie
  • a. bij bouwwerken: bouwwerken die op het tijdstip van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig zijn, dan wel gebouwd kunnen worden krachtens een omgevingsvergunning voor bouwen;
  • b. bij gebruik: het gebruik van gronden en bouwwerken zoals aanwezig op het moment van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
1.19 bestemmingsgrens

de grens van een bestemmingsvlak;

1.20 bestemmingsvlak

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming;

1.21 bijbehorend bouwwerk

uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd gebouw, of ander bouwwerk, met een dak;

1.22 bosgebied

een begroeiing die voornamelijk uit bomen in een dominante boomlaag bestaat met daarbij een ondergroei van kruiden en struiken;

danwel

volgens de Boswet indien het bos buiten de bebouwde kom als bedoeld in deze wet is gelegen: 10 are (1000 vierkante meter) bomen, of bij een rijbeplanting (één of meer rijen) van ten minste 21 bomen;

1.23 bouwen

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk;

1.24 bouwgrens

de grens van een bouwvlak;

1.25 bouwlaag

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;

1.26 bouwmarkt

een al dan niet geheel overdekt detailhandelsbedrijf, waarop een volledig of nagenoeg volledig assortiment aan bouw- en doe-het-zelfproducten uit voorraad wordt aangeboden en de ondergeschikte verkoop van tuin gerelateerde artikelen;

1.27 bouwperceel

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.28 bouwperceelgrens

een grens van een bouwperceel;

1.29 bouwvlak

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;

1.30 bouwwerk

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.31 cafetaria/snackbar/afhaalrestaurant

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het snel verstrekken van etenswaren, al dan niet voor de consumptie ter plaatse en al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholvrije en alcoholhoudende dranken;

1.32 café

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van (alcoholhoudende) dranken voor de consumptie ter plaatse, al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren;

1.33 CROW-kencijfer

de parkeerkencijfers zoals gepubliceerd in de CROW-publicatie 'Kencijfers en verkeersgeneratie' 317, oktober 2012, danwel een hernieuwde uitgave van deze publicatie;

1.34 cultuur en ontspanning

diverse gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen gericht op ontspanning en vrijetijdsbesteding waaronder ontspanningsvoorzieningen zoals een evenemententerrein of bowlingcentrum en culturele voorzieningen zoals een dansschool, muziekschool, filmhuis en bioscoop, één en ander met uitzondering van seksinrichtingen en detailhandelsbedrijven;

1.35 cultuurhistorische waarde

de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en gaafheid, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis heeft gemaakt bij dat bouwwerk of gebied;

1.36 dagrecreatie

recreatie gedurende de dag, zonder overnachting,

1.37 dansschool

een inrichting waar één of meer voorzieningen aanwezig zijn voor het in besloten ruimte dansen en het geven van dansonderricht, zonder verhuur van zalen of regulier gebruik ten behoeve van het geven van feesten en niet bij het dansonderricht behorende muziek- en dansevenementen;

1.38 detailhandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die goederen kopen of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waaronder grootschalige detailhandel, perifere detailhandel, internetwinkel en supermarkt;

1.39 detailhandel als ondergeschikte bedrijfsactiviteit

detailhandel vanuit een bedrijf dat als hoofdfunctie productie of vervaardiging van goederen heeft, waarvan de detailhandelsfunctie gelieerd is aan de hoofdfunctie, een en ander tot maximaal 20% van het totale bedrijfsvloeroppervlak van de vestiging met een maximum van 100 m² verkoopvloeroppervlak;

1.40 dienstverlening

het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij het publiek rechtstreeks al dan niet via een baliefunctie te woord wordt gestaan en geholpen;

1.41 dierenweide

een perceel grond dat in de recreatieve sfeer wordt gebruikt voor het houden van dieren en toegankelijk is voor publiek;

1.42 discotheek of bar-dancing

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van dranken voor consumptie ter plaatse in combinatie met het doen beluisteren van overwegend mechanische muziek en het gelegenheid geven tot dansen;

1.43 dove gevel
  • a. een bouwkundige constructie waarin geen te openen delen aanwezig zijn en met een in NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidwering die ten minste gelijk is aan het verschil tussen de geluidbelasting van die constructie en 33 dB onderscheidenlijk 35 dB(A), alsmede;
  • b. een bouwkundige constructie waarin alleen bij uitzondering te openen delen aanwezig zijn, mits de delen niet direct grenzen aan een geluidgevoelige ruimte;
1.44 ecologische waarde

waarde betreffende de natuurlijke samenhang tussen organismen en hun milieu;

1.45 eigen terrein

een aaneengesloten stuk grond waarover door de gebruiker kan worden beschikt en waarbij het kan gaan om meerdere kadastrale percelen;

1.46 erf

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw en voor zover een bestemmingsplan van toepassing is de bestemming deze inrichting niet verbiedt;

1.47 erker

een ondergeschikt op de begane grond gelegen uitbouw van één bouwlaag aan de voorgevel van het hoofdgebouw;

1.48 evenementen
  • 1. elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van:
    • a. bioscoopvoorstellingen;
    • b. markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet;
    • c. kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen;
    • d. het in een inrichting in de zin van de Drank- en Horecawet gelegenheid geven tot dansen;
    • e. betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties;
    • f. muziek en vermakelijkheden als bedoeld in artikel 2:5 Algemene plaatselijke verordening gemeente Almere 2011 en een snuffelmarkt;
    • g. reguliere voorstellingen in theateraccommodaties;
    • h. reguliere sportactiviteiten in en op sportaccommodaties;
    • i. betaald voetbalwedstrijden;
  • 2. onder een evenement wordt in ieder geval verstaan voor het publiek toegankelijke verrichtingen van vermaak op het gebied van kunst, ontwikkeling, ontspanning, sport of vermaak alsmede herdenkingsplechtigheden, tentoonstellingen, optochten, kermissen, circussen, filmopnamen, feesten, braderieën, etcetera;
1.49 expeditiehof

een gebied dat is bestemd voor laad- en losvoorzieningen ten behoeve van het op de aangrenzende gronden toegelaten gebruik;

1.50 functiegebonden detailhandel

met leisure, recreatie of maatschappelijke voorzieningen samenhangende detailhandel in goederen, waarbij de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de leisure-, recreatie-, of maatschappelijke functie.

1.51 fundering

dat deel van een bouwwerk dat ervoor zorgt dat het eigen gewicht ervan en de daarop uitgeoefende krachten worden overgedragen aan de draagkrachtige ondergrond;

1.52 garagebox

gebouw ten behoeve van de stalling van vervoermiddelen en de opslag of berging van goederen;

1.53 gebied met mogelijk archeologische waarde

gebied waar naar verwachting terreinen met behoudenswaardige oudheidkundige resten van (inter)nationaal belang voorkomen, maar waar deze nog niet zijn vastgesteld;

1.54 gebouw

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.55 geluiddragende evenementen

een evenement waarbij de geluidproductie van het gehele evenement hoger is dan 120 dB(A) bronvermogen en waarbij deze geluidproductie langer duurt dan 4 uur of geheel of gedeeltelijk plaatsvindt in de avond (19:00 - 23:00 uur) of nacht (23:00 - 7:00 uur). Een bronvermogen hoger dan 120 dB(A) wil zeggen dat het geluidsdrukniveau (LAr,LT) van de muziekinstallatie gemeten op 10 meter afstand van het front van de luidsprekers meer mag bedragen dan 90 dB(A).

1.56 geluidsgevoelige objecten

geluidsgevoelige objecten als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder, te weten:

  • a. woningen;
  • b. andere geluidsgevoelige gebouwen:
    • 1. onderwijsgebouwen;
    • 2. ziekenhuizen;
    • 3. verpleeghuizen;
    • 4. verzorgingstehuizen;
    • 5. psychiatrische inrichtingen;
    • 6. kinderdagverblijven;

de aanwijzing als 'ander geluidsgevoelig gebouw' geldt niet voor de delen van een gebouw die een andere bestemming hebben dan verblijfsruimte;

  • c. geluidsgevoelige terreinen:
    • 1. een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten;
    • 2. een ligplaats in het water, bestemd om door een woonschip te worden ingenomen;
1.57 gevel

bouwkundige constructie die een ruimte in een woning of gebouw scheidt van de buitenlucht, daaronder begrepen het dak;

1.58 gevellijn
  • a. de op de verbeelding aangeduide lijn die geldt als begrenzing van de gebouwen van de aan de weg gekeerde zijde van een bouwperceel, of;
  • b. ingeval van een bestemmingsvlak, de denkbeeldige doorgetrokken lijn van de voorgevel van een gebouw;
1.59 groothandel

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren of leveren van goederen aan bedrijven, wederverkopers en aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit;

1.60 grootschalige detailhandel

een vestiging van detailhandel, met een minimum verkoopvloeroppervlak van 1.000 m2 per vestiging, waarvan uitgezonderd de branches food en warenhuizen en perifere detailhandel;

1.61 hogere waarde

een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten, die hoger is dan de voorkeursgrenswaarde en die in een concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder;

1.62 hoofdgebouw

gebouw, of gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is;

1.63 horeca

het bedrijfsmatig verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken en het bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie of het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf;

1.64 hotel

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden of dranken voor consumptie ter plaatse waaronder tevens worden begrepen een pension, bed & breakfast, herberg e.d.;

1.65 internetwinkel

een bedrijfsactiviteit waarbij de consument niet alleen via internet bestelde goederen kan afhalen of retourneren, maar waar ook sprake is van uitstalling ten verkoop of overige activiteiten;

1.66 kampeermiddel
  • a. een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan;
  • b. enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan;

die worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf en waarvan de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben;

1.67 kantoor

het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen;

1.68 kantoor- en praktijkruimte

een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, juridisch, kunstzinnig, medisch, paramedisch, therapeutisch of daarmee naar aard gelijk te stellen gebied;

1.69 kelder

een bijzondere bouwlaag waarvan de bovenkant onder het peil is gelegen;

1.70 kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen

voorzieningen ten behoeve van activiteiten zoals wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie in de vorm van bijvoorbeeld aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken;

1.71 Kleinschalige c.q. ambachtelijke jachthavengebonden bedrijven

jachthavengebonden bedrijfsactiviteiten die zodanig weinig milieubelastend voor hun omgeving zijn, dat deze aanpandig of beneden aan woningen (van derden) kunnen worden uitgeoefend, met dien verstande dat:

  • Het gaat om kleinschalige, meestal ambachtelijke bedrijvigheid;
  • de productie en/of laad en loswerkzaamheden voornamelijk in de dagperiode plaatsvindt;
  • De activiteiten (inclusief opslag) hoofdzakelijk inpandig geschieden.
1.72 kleinschalige verblijfsrecreatie

verblijfsrecreatie door middel van kampeermiddelen bij wijze van minicamping of met gebruikmaking van pensions of kampeerboerderijen;

1.73 kringloopwinkel

een vestiging welke bedrijfsmatige activiteiten en detailhandelsactiviteiten verricht, bestaande uit de inzameling "om niet" van een breed assortiment van tweedehands goederen van overwegend particulieren, de eventuele reparatie daarvan en verkoop van deze goederen (waaronder volumineuze) aan hoofdzakelijk particulieren;

1.74 kunsthandel

het in- en verkopen, waaronder de uitstalling ten verkoop, van goederen met een overwegend artistieke waarde;

1.75 kunstobject

een bouwwerk, geen gebouw zijnde, of onderdelen van bouwwerken die worden aangemerkt als uitingen van één der beeldende kunsten;

1.76 kunstwerk

bouwwerk, geen gebouw zijnde ten behoeve ten behoeve van civieltechnische of infrastructurele doeleinden, zoals een brug, een dam, een duiker, een tunnel, een via- of aquaduct, een sluis, dan wel een daarmee gelijk te stellen voorziening;

1.77 kwetsbaar object

een object waarvoor ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risico-afstand tot een risicovolle inrichting is bepaald, die in acht genomen moet worden;

1.78 landschappelijke waarde

de aan een gebied toegekende waarde, wat betreft het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke waarde wordt bepaald door de herkenbaarheid en identiteit van de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet-levende en levende natuur;

1.79 leisure

voorzieningen die zijn gericht op ontspanning, amusement, vrijetijdsbesteding, recreatie, vermaak, cultuur, actieve en passieve sportbeoefening, evenementen met de daarmee samenhangende en ondergeschikte detailhandels- en horecavoorzieningen en dienstverlening;

1.80 maatschappelijke voorzieningen

(overheids)voorzieningen inzake welzijn, volksgezondheid, religie, onderwijs en daarmee gelijk te stellen sectoren;

1.81 manege

een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden aan derden en daarvoor paarden houdt, zulks in combinatie met een of meer van de volgende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden, het houden van wedstrijden of andere evenementen en horeca (kantine), mits ondergeschikt;

1.82 natuur(lijke) waarde

de aan een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door geologische, geomorfologische, bodemkundige en biologische elementen zowel afzonderlijk als in onderling verband;

1.83 niet-permanente standplaats

het gedeelte van een kampeerterrein dat bestemd is voor het plaatsen van een kampeermiddel gedurende het zomerseizoen;

1.84 niet-permanente verblijfsrecreatie

verblijfsrecreatie door middel van kampeermiddelen, waarvan het ruimtegebruik van voorbijgaande aard is, waaronder wordt verstaan het innemen van een standplaats op hetzelfde terrein voor niet langer dan een zomerseizoen;

1.85 nutsvoorzieningen

voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, apparatuur voor telecommunicatie, voorzieningen voor stadsverwarming, electrische oplaadpunten, zonnecollectoren, zonnepanelen;

1.86 onderbouw

een gedeelte van een gebouw dat wordt afgedekt door een vloer, waarvan de bovenkant minder dan 1.20 m boven peil is gelegen;

1.87 ondergeschikte detailhandel

detailhandel vanuit een vestiging of voorziening dat een andere hoofdfunctie heeft en waarvan de detailhandelsfunctie gelieerd is aan de hoofdfunctie, een en ander tot maximaal 20% van het totale bedrijfsvloeroppervlak van de vestiging, een en ander met een maximum van 100 m² verkoopvloeroppervlak;

1.88 ondergeschikte horeca

een horecavoorziening binnen een andere hoofdbestemming of functie dan horeca, ten behoeve van en ondergeschikt aan die andere bestemming of functie voor de consumptie van dranken en etenswaren, een en ander tot maximaal 20% van het totale bedrijfsvloeroppervlak van de vestiging;

1.89 ondergeschikte workshops

een bijeenkomst of cursus die gegeven wordt in een vestiging/voorziening die een andere hoofdbestemming of functie dan 'cultuur en ontspanning', 'sport' of 'maatschappelijk' heeft en waaraan de bijeenkomst of cursus aantoonbaar gelieerd is aan de hoofdfunctie, en de verkeersaantrekkende werking niet die van de hoofdbestemming of functie overstijgt;

1.90 onderheide bebouwing

een bouwwerk waarbij de fundering op heipalen rust;

1.91 overkapping

een bouwwerk, geen gebouw zijnde met maximaal één wand (waaronder ook de gevel van een woning), primair bedoeld als overkapping ten behoeve van een woning;

1.92 peil
  • a. voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang direct aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter hoogte van de hoofdingang;
  • b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitend afgewerkte maaiveld;
1.93 pension

een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies voor langere tijd met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden of dranken aan de logerende gasten;

1.94 pensionstalling

een bedrijf dat gericht is op het bieden van gelegenheid aan derden om hun paarden in pension te stallen en te laten weiden;

1.95 perifere detailhandel

een detailhandelsbedrijf te onderscheiden in de volgende categorieën:

  • a. detailhandel in volumineuze goederen, zoals auto's, boten, motoren, caravans, landbouwwerktuigen, grove bouwmaterialen, keukens, sanitair/badkamers en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen, zoals accessoires, onderdelen en onderhoudsmiddelen;
  • b. meubelbedrijven, woninginrichting en -stoffering;
  • c. tuincentra;
  • d. bouwmarkten;
1.96 permanente bewoning

bewoning van een ruimte als hoofdverblijf;

1.97 permanente standplaats

het gedeelte van een kampeerterrein dat bestemd is voor het plaatsen van een kampeermiddel, dat gedurende het gehele jaar aanwezig mag zijn en als nachtverblijf uitsluitend mag worden gebruikt door personen, die hun hoofdverblijf elders hebben;

1.98 permanente verblijfsrecreatie

verblijfsrecreatie door middel van kampeermiddelen, waarvan het ruimtegebruik een bestendig karakter draagt, waaronder wordt verstaan het innemen van een standplaats op hetzelfde terrein voor langer dan een zomerseizoen;

1.99 platte afdekking

een (min of meer) horizontaal vlak ter afdekking van een gebouw dat meer dan tweederde van het grondvlak van het gebouw beslaat;

1.100 pleziervaartuig

elk vaartuig dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt voor enige vorm van pleziervaart, waterrecreatie of watersport met uitzondering van een zeilplank;

1.101 prostitutie

het zich, tegen vergoeding, beschikbaar stellen voor seksuele handelingen;

1.102 reclameobjecten

bouwwerken, geen gebouwen zijnde, of onderdelen van bouwwerken ten behoeve van reclamedoeleinden, zoals aankondigingborden, mupi's (reclameborden), billboards, reclame aan lichtmasten, gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen, tweevlaksborden;

1.103 recreatief medegebruik

een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan;

1.104 recreatieve voorzieningen

gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen gericht op ontspanning en vrijetijdsbesteding, met uitzondering van seksinrichtingen, detailhandelsbedrijven en horecabedrijven;

1.105 recreatiewoning

een permanent ter plaatse aanwezig gebouw of stacaravan, dat of die bedoeld is om uitsluitend door een huishouden of daarmee gelijk te stellen groep van personen, dat het hoofdverblijf elders heeft, gedurende een gedeelte van het jaar te worden gebruikt, niet zijnde een woonkeet, caravan of andere constructie op wielen;

1.106 restaurant

een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van (alcoholische) dranken;

1.107 risicovolle inrichting

een inrichting als bedoeld in het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, zoals dat geldt ten tijde van ter inzage legging van het ontwerpbestemmingsplan;

1.108 seksinrichting

een voor het publiek toegankelijke al dan niet besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, dan wel in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub, seksclub, privé-huis, erotische massagesalon, raambordeel, of een combinatie daarvan;

1.109 seksshop

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, verkopen of leveren van goederen van erotische dan wel pornografische aard;

1.110 showroom

uitstallingsruimte voor goederen ten behoeve van de detail- of groothandel, waarbij de goederen niet direct kunnen worden geleverd;

1.111 sportvoorzieningen

gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen, gericht op sport, zoals een fitnesscentrum of sportveld, niet zijnde recreatieve voorzieningen;

1.112 snuffelmarkt

een markt in een voor het publiek toegankelijk gebouw waar hoofdzakelijk tweedehands en incourante goederen worden verhandeld of diensten worden aangeboden vanaf een standplaats; onder een snuffelmarkt wordt niet verstaan:

  • a. een markt of jaarmarkt als bedoeld in artikel 160, eerste lid, aanhef en onder h, van de Gemeentewet;
  • b. een evenement als bedoeld in lid 1.48;
1.113 Staat van Bedrijfsactiviteiten

de Staat van Bedrijfsactiviteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt;

1.114 Staat van Horeca-activiteiten

de Staat van Horeca-activiteiten die van deze regels onderdeel uitmaakt;

1.115 stacaravan

een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst;

1.116 straatmeubilair

kleinschalige bouwwerken ten behoeve van openbare (nuts)voorzieningen, zoals verkeergeleiders, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, zitbanken, bloembakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, prullenbakken, speeltoestellen en reclameobjecten, alsmede telefooncellen en abri's;

1.117 supermarkt

detailhandel met tenminste 500 m² verkoopvloeroppervlak en een grote verscheidenheid aan artikelen, merendeels levens- en genotmiddelen, waarbij sprake is van zelfbediening door klanten;

1.118 toeristische standplaats

het gedeelte van een kampeerterrein dat bestemd is voor het plaatsen van een kampeermiddel gedurende een beperkte periode;

1.119 tuinmeubilair

bouwwerken, geplaatst in de tuin of erf behorend bij een woning, zoals erfafscheidingen, pergola's, zonnewijzers, zandbakken, vlaggenmasten, barbecues e.d. en speeltoestellen zoals wipkippen, glijbanen en schommels;

1.120 verblijfsrecreatie

verblijfsrecreatie met nachtverblijf in kampeermiddelen, zoals bijvoorbeeld tenten, caravans, stacaravans, recreatiewoningen en was- en toiletgebouwen en gebouwen ten behoeve van receptie, kantine en andere groepsruimten.

1.121 verblijfsruimte

een verblijfsruimte als bedoeld in het Besluit geluidhinder, te weten:

  • leslokalen en theorielokalen van onderwijsgebouwen;
  • onderzoeks- en behandelingsruimten van ziekenhuizen en verpleeghuizen;
  • onderzoeks-, behandelings-, recreatie-, en conversatieruimten, alsmede woon- en slaapruimten van verzorgingshuizen, psychiatrische inrichtingen en kinderdagverblijven;
  • theorievaklokalen van onderwijsgebouwen;
  • ruimten voor patiëntenhuisvesting, alsmede recreatie- en conversatieruimten van ziekenhuizen en verpleeghuizen;
1.122 verkoopvloeroppervlak

de voor winkelend publiek toegankelijke verkoopruimte van een detailhandelsbedrijf, inclusief de etalages en de ruimte achter de toonbank en kassa's;

1.123 voetgangersgebied

een openbaar toegankelijk gebied dat permanent of gedurende bepaalde periode(n) exclusief toegankelijk is voor voetgangers en waar de aanwezigheid van (brom)fiets- en autoverkeer gedurende deze periode(n) ontbreekt of waar dit verkeer het gebied via een afgebakende rijloper met aangepaste snelheid mag passeren;

1.124 voorgevel

de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die door de ligging, de situatie ter plaatse of de indeling van het gebouw als voorgevel moet worden aangemerkt;

1.125 voorkeursgrenswaarde

de maximale waarde voor de geluidsbelasting, zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder;

1.126 watersportcentrum

centrum gericht op watersport, waterrrecreatie, toerisme of informatie, met inbegrip van daarmee verband houdende reparatie, verhuur, in- en verkoop (waaronder de uitstalling) van goederen en horecavoorzieningen;

1.127 webwinkel

een bedrijfsactiviteit waarbij er geen sprake is van fysiek klantcontact en verzending van goederen uitsluitend digitaal en per post geschiedt;

1.128 windmolen

een bouwwerk ter opwekking van energie door benutting van windkracht, met uitzondering van bemalingsinstallaties ten behoeve van de waterhuishouding;

1.129 winkel

een gebouw, dat een ruimte omvat welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor detailhandel;

1.130 winkelondersteunende horeca

een bedrijf, dat ondersteunend is aan en qua openingstijden in het algemeen vergelijkbaar is met detailhandelsvestigingen en in hoofdzaak bestaat uit het verstrekken c.q. snel serveren van kleine maaltijden, broodjes, hapjes, ijs, gebak, koffie, thee, frisdranken en zwak alcoholische dranken;

1.131 woning

een (gedeelte van een) gebouw, geschikt en bestemd voor de huisvesting van één huishouden, dan wel voor een met een huishouden gelijk te stellen minder traditionele woonvorm;

1.132 woonschip

elk vaartuig of drijvend voorwerp, niet zijnde een pleziervaartuig, dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt als woning of recreatieverblijf;

1.133 woonwerkeenheid

een gebouw met woon- en werkfunctie, waarbij er een functionele relatie is tussen woon- en werkgedeelte.

1.134 zeer kwetsbaar object

objecten waar groepen personen verblijven met een beperkte zelfredzaamheid, zoals minderjarigen, ouderen, zieken of gehandicapten, bijvoorbeeld ziekenhuizen en andere zorginstellingen, gebouwen voor onderwijs voor minderjarigen of buitenschoolse opvang, peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, justitiële inrichtingen en asielzoekerscentra.

1.135 zendmast

bouwwerk, geen gebouw zijnde, die zelfstandig dan wel in onderlinge samenhang met bijbehorende bouwwerken, bedoeld is voor het dragen en laten functioneren van zend- of ontvangstantennes;

1.136 zolder

de bovenste verdieping van een gebouw die is afgedekt met hellende daken;

1.137 zomerseizoen

de periode van 15 maart tot en met 31 oktober.

Artikel 2 Wijze van meten

Link naar de toelichting op de Inleidende regels

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 de dakhelling

langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.

2.2 de goothoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.

2.3 de inhoud van een bouwwerk

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

2.4 de bouwhoogte van een bouwwerk

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.5 de oppervlakte van een bouwwerk

tussen de buitenwerkse gevelvlakken of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.6 de hoogte van een windturbine

vanaf het peil tot en met de (wieken)as van de windturbine.

2.7 de rotordiameter van een kleinschalige windmolen

Voor kleine horizontale as windturbines (HAT) en verticale as windturbines (VAT) is in onderstaande figuur weergegeven hoe de rotordiameter moet worden gemeten.

afbeelding "i_NL.IMRO.0034.BP4L03-cc01_0001.png"

HAT VAT

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Recreatie - 1

Meerstrand

Link naar de toelichting op de bestemming 'Recreatie 1'

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. stranden en strandaanwinning;
  • b. water;
  • c. dagrecreatie, waaronder mede begrepen strandrecreatie;
  • d. maximaal 450 ligplaatsen voor trailerbare catamarans;
  • e. horeca behorende tot categorie 1, 3 en 4 van de bij deze regels behorende Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten met een totaal oppervlak van ten hoogste 500 m2 bedrijfsvloeroppervlak (bvo), met dien verstande dat het oppervlak per horecabedrijf ten hoogste 250 m2 bedrijfsvloeroppervlak (bvo) mag bedragen;
  • f. een bij het huidige catamaranstrand behorende zeilschool;
  • g. voorzieningen ten behoeve van recreatie medegebruik waaronder een uitkijktoren;
  • h. voorzieningen ten behoeve van het beheer en onderhoud van de voor Recreatie - 1 bestemde gronden;

met de daarbij behorende:

  • i. parkeervoorzieningen, toegangswegen en -paden, in- en uitritten;
  • j. groenvoorzieningen;
  • k. nutsvoorzieningen;
  • l. kunstobjecten en reclameobjecten;
  • m. overige functioneel met de bestemming 'Recreatie - 1' verbonden voorzieningen.

onder voorwaarde dat:

  • n. wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in de Bijlage 3 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

  • o. de in lid m. bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats tenminste 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen.

3.2 Bouwregels

Op de in lid 3.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

ten aanzien van gebouwen geldt dat:

  • a. de maximale bouwhoogte 6 meter bedraagt, met uitzondering van een uitkijktoren waarvan de maximale bouwhoogte 15 meter mag bedragen;
  • b. het bebouwingspercentage 5% van het totale bestemmingsvlak bedraagt.

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt:

  • c. erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte maximaal 3 m;
  • d. terrasafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte maximaal 1,5 m;
  • e. overige terrasafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 m;
  • f. lichtmasten: bouwhoogte maximaal 10 m;
  • g. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 m;
  • h. kunstobjecten: bouwhoogte maximaal 6 m, oppervlakte maximaal 10 m2;
  • i. vlaggenmasten: bouwhoogte maximaal 10 m;
  • j. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
  • k. vrijstaande reclameobjecten: maximale bouwhoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte voor gebouwen;
  • l. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte maximaal 3 m.

3.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.2:

  • a. onder a. voor het toestaan van een uitkijktoren tot een hoogte van maximaal 25 meter;
  • b. onder g. voor het toestaan voor antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie tot een hoogte van maximaal 40 meter, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

3.4 Specifieke gebruiksregels

Het gebruik ten behoeve van ligplaatsen voor trailerbare catamarans als bedoeld 3.1 onder d. dient te worden beëindigd bij ingebruikname van een nieuw gerealiseerd catamaranstrand als bedoeld in artikel 6.3 Wijzigingsbevoegdheid - wijzigingsgebied 1

3.5 Afwijken van de gebruiksregels
  • a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 3.1 onder m:
    • 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
    • 2. voor functies die niet voorkomen in bijlage 3 Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
  • b. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 3.1 onder n. ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.

Artikel 4 Recreatie - 2

Jachthaven

Link naar de toelichting op de bestemming 'Recreatie 2'

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. jachthaven met maximaal 950 ligplaatsen;
  • b. water, strand en dagrecreatie;
  • c. scheepsreparatie-, botenopslag en aanverwante jachthaven gebonden bedrijven behorende tot ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten VNG 2009, inclusief detailhandel als ondergeschikte bedrijfsactiviteit, ondergeschikte horeca en ondergeschikte workshops;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijven tot en met categorie 3.2' scheepsreparatie-, botenopslag en aanverwante jachthaven gebonden bedrijven, waaronder een brandstofvoorziening voor boten, behorende tot ten hoogste categorie 3.2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten VNG 2009, inclusief detailhandel als ondergeschikte bedrijfsactiviteit, ondergeschikte horeca en ondergeschikte workshops;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijven tot en met categorie 3.1' scheepsreparatie-, botenopslag en aanverwante jachthaven gebonden bedrijven behorende tot ten hoogste categorie 3.1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten VNG 2009, inclusief detailhandel als ondergeschikte bedrijfsactiviteit, ondergeschikte horeca en ondergeschikte workshops;
  • f. kleinschalige c.q. ambachtelijke jachthaven gebonden bedrijven, zoals bedoeld in 1.71;
  • g. aan de functie jachthaven gebonden dienstverlening zoals verkoopbemiddeling en zeilschool, inclusief detailhandel als ondergeschikte bedrijfsactiviteit, ondergeschikte horeca en ondergeschikte workshops;
  • h. functiegebonden detailhandel, met een totaal verkoopvloeroppervlak van maximaal 500 m2, met inbegrip van een aan de jachthaven gelieerde winkel in dagelijkse artikelen;
  • i. aan de functie jachthaven gebonden perifere detailhandel zoals verkoop van boten en de daarbij behorende accessoires;
  • j. horeca behorende tot categorie 3 en 4 van de bij deze regels behorende Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten met een maximaal totaal bedrijfsvloeroppervlak (bvo) van 2.000 m2;
  • k. verblijfsrecreatie in de vorm van mobiele kampeermiddelen zoals campers, tenten en boothutten;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verblijfsrecreatie' tevens verblijfsrecreatie in de vorm van recreatiewoningen, waarbij de oppervlakte van de recreatiewoningen in totaal maximaal 800 m2 mag bedragen;
  • m. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' tevens een bedrijfswoning, al dan niet in combinatie met de uitoefening van aan huis verbonden beroepen en bedrijfsmatige activiteiten aan huis;
  • n. maximaal 1 nieuwe bedrijfswoning, al dan niet in combinatie met de uitoefening van aan huis verbonden beroepen en bedrijfsmatige activiteiten aan huis;
  • o. aan de functie jachthaven gebonden evenementen, met inachtneming van het bepaalde in 4.4 onder c.;
  • p. parkeren t.b.v. horeca strandbad Duin;

met daarbij behorende

  • q. parkeervoorzieningen, toegangswegen en -paden, in- en uitritten;
  • r. groenvoorzieningen, verblijfsgebieden en terrassen;
  • s. waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
  • t. kunstwerken en aanlegsteigers;
  • u. kunstobjecten, straatmeubilair en reclameobjecten;
  • v. overige functioneel met de bestemming Recreatie - 2 verbonden voorzieniningen;

met dien verstande dat

  • w. opslag, herverpakking en verkoop van vuurwerk niet is toegestaan, met uitzondering van noodvuurwerk voor boten, welke laatstgenoemde categorie toelaatbaar is tot maximaal 10 ton;
  • x. ter plaatse van de aanduidingen 'milieuzone - zones wet milieubeheer 1' en 'milieuzone - zones wet milieubeheer 2' zijn geen nieuwe (bedrijfs)woningen en geen verblijfsrecreatie toegestaan;
  • y. woningen ter plaatse van de aanduiding 'wonen' zijn slechts toegestaan indien tot verblijfsrecreatie, zoals genoemd onder k. en l. alsmede tot de opslag en onderhoud van boten tenminste een afstand van 30 m wordt aangehouden;
  • z. woningen ter plaatse van de aanduiding 'wonen' mogen uit oogpunt van waterveiligheid slechts worden gebouwd indien:
    • 1. de begane grondvloer wordt gebouwd op een hoogte van minimaal 1.20 m +NAP dan wel vanaf de eerste bouwlaag boven andere toegestane functies op de begane grond;
    • 2. danwel een hiermee vergelijkbare bescherming tegen overstroming wordt bewerkstelligd;
    • 3. dan wel wanneer schadebeperkende maatregelen worden getroffen waarmee negatieve effecten van overstroming worden voorkomen. Daarbij dienen de volgende schade beperkende maatregelen in ieder geval te worden getroffen:
      • het waterkerend maken van de gevels van woningen tot een hoogte van ten minste 1.20 meter +NAP
      • het plaatsen van electra-, gas- en telecomaansluitingen op minimaal 1.20 meter +NAP.

onder voorwaarde dat:

  • aa. op eigen terrein wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in de Bijlage 3 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

  • ab. de in lid r. bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen.

4.2 Bouwregels

Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

ten aanzien van gebouwen geldt dat:

  • a. de maximale bouwhoogte 15 m bedraagt;
  • b. het bebouwingspercentage maximaal 8 % bedraagt;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt:

  • c. erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte maximaal 3 m;
  • d. terrasafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte maximaal 1,5 m;
  • e. overige terrasafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 m;
  • f. lichtmasten: bouwhoogte maximaal 10 m;
  • g. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 m;
  • h. kunstobjecten: bouwhoogte maximaal 6 m, oppervlakte maximaal 10 m2;
  • i. vlaggenmasten: bouwhoogte maximaal 10 m;
  • j. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
  • k. vrijstaande reclameobjecten: maximale bouwhoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte voor gebouwen;
  • l. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte maximaal 3 m.

4.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 4.2 onder g. voor het toestaan voor antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie tot een hoogte van maximaal 40 meter, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

4.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het gebruik van ruimten in het hoofdgebouw van (bedrijfs)woningen en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten dan wel detailhandel aan huis wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. tot 33 % van het gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
    • 2. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m2 wvo, met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de onder 1. bedoelde 33 %-regeling;
    • 3. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen overeenkomstig de parkeerregeling in artikel 4.1 onder aa. en ab.;
    • 4. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van ruimten voor bed & breakfast;
    • 5. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
    • 6. een kinderdgverblijf, catering, seksinrichtingen en munitie -en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.

  • b. Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:
    • 1. het gebruik van onder 4.1 onder k. en l. genoemde verblijfsrecreatieve voorzieningen voor permanente bewoning;
    • 2. het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen.

  • c. Het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken voor

evenementen als bedoeld onder 4.1 onder o. wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarde:

Uitsluitend kleinschalige evenementen zoals genoemd in de eerste kolom in de tabel onder 5.4 zijn toegestaan.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. lid 4.1 onder aa.:
    • 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
    • 2. voor functies die niet voorkomen in Bijlage 3 Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
  • b. lid 4.1 onder ab. ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden;
  • c. lid 4.4 onder a. 1 voor het toestaan tot maximaal 50% van het gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis te kunnen gebruiken, mits
    • 1. het gebruik leidt niet tot ernstige hinder voor het woonmilieu c.q. doet afbreuk aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
    • 2. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer.

4.6 Wijzigingsbevoegdheid - wijzigingsgebied 2

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 1' te wijzigen teneinde maximaal 60 gestapelde woningen toe te staan met op de begane grond:

  • a. kleinschalige c.q. ambachtelijke jachthavengebonden bedrijven, zoals bedoeld in 1.71 en jachthavengebonden dienstverlening tot ten hoogste B van de Staat van Bedrijfsactiviteiten - functiemenging VNG 2009;
  • b. horeca behorende tot categorie 1 en 3 van de bij deze regels behorende Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten;
  • c. jachthaven gebonden perifere en functiegebonden detailhandel, met dien verstande dat het maximaal toegestane bvo horeca van 2.000 m2 en functiegebonden detailhandel van 500 m2 binnen deze bestemming niet wordt overschreden;

een en ander onder de volgende voorwaarden:

  • a. na realisatie van de woningbouw moet een afstand van 30 m worden aangehouden tot het gebruik van aangrenzende gronden als botenstalling en -onderhoud alsmede tot het gebruik als verblijfsrecreatie.
  • b. het parkeren ten behoeve van de nieuwe (woon)functies dient ter plaatse of in ieder geval binnen het eigen terrein van de jachthaven te worden opgelost;
  • c. kostenverhaal dient te zijn verzekerd;
  • d. het bepaalde in artikel 17.1 Vrijwaringszone - dijk dient in acht te worden genomen;
  • e. het realiseren van de woonbebouwing dient plaats te vinden conform de eisen die uit oogpunt van waterveiligheid worden gesteld, waarbij in ieder geval geldt:
    • 1. de begane grondvloer wordt gebouwd op een hoogte van minimaal 1.20 m +NAP dan wel vanaf de eerste bouwlaag boven andere toegestane functies op de begane grond;
    • 2. danwel een hiermee vergelijkbare bescherming tegen overstroming wordt bewerkstelligd;
    • 3. dan wel wanneer schadebeperkende maatregelen worden getroffen waarmee negatieve effecten van overstroming worden voorkomen, zoals in ieder geval het waterkerend maken van de gevels van woningen tot een hoogte van ten minste 1.20 meter +NAP en het plaatsen van electra-, gas- en telecomaansluitingen op minimaal 1.20 meter +NAP. ;
    • 4. de maximale bouwhoogte bouwhoogte mag ten hoogste 25 meter bedragen.


Artikel 5 Recreatie - 3

Almeerderstrand

Link naar de toelichting op de bestemming 'Recreatie 3'

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - 3' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. stranden en strandaanwinning;
  • b. water;
  • c. dagrecreatie, waaronder strandrecreatie;
  • d. evenementen;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'évenemententerrein' geluiddragende evenementen;
  • f. horeca behorende tot categorie 1, 3 en 4 van de bij deze regels behorende Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten met een maximaal totaal bedrijfsvloeroppervlak (bvo) van 1800 m2, met dien verstande dat het oppervlak per horecabedrijf ten hoogste 600m2 bedrijfsvloeroppervlak (bvo) mag bedragen;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' ten behoeve van één bedrijfswoning, al dan niet in combinatie met de uitoefening van aan huis verbonden beroepen en bedrijfsmatige activiteiten aan huis;
  • h. voorzieningen ten behoeve van recreatief medegebruik waaronder een uitkijktoren;
  • i. voorzieningen ten behoeve van beheer en onderhoud van de voor Recreatie - 3 bestemde gronden;

met de daarbij behorende:

  • j. parkeervoorzieningen, toegangspaden, in- en uitritten;
  • k. water- en groenvoorzieningen;
  • l. speelvoorzieningen;
  • m. nutsvoorzieningen;
  • n. kunstobjecten en reclameobjecten;
  • o. overige functioneel met de bestemming 'Recreatie - 3' verbonden voorzieningen.

onder voorwaarde dat:

  • p. wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid volgens de parkeernormen, als bedoeld in de Bijlage 3 Lijst van parkeernormen èn in voldoende laad- en losruimte;

waarbij:

  • q. de in lid p. bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen.

waarbij:

  • r. de (gevel)belasting van geluidsgevoelige bestemmingen zoals gedefinieerd volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder), niet meer mag bedragen dan de desbetreffende geldende voorkeursgrenswaarde volgens de Wet geluidhinder (inclusief het Besluit geluidhinder) danwel de vastgestelde hogere waarde d.d. PM en de daaraan gekoppelde voorwaarden zoals genoemd in de bij deze regels behorende Bijlage PM....nog te bepalen voor bedrijfswoning na onderzoek!

5.2 Bouwregels

Op de in lid 5.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouwd, met dien verstande dat:

ten aanzien van gebouwen geldt dat:

  • a. de maximale bouwhoogte 9 meter bedraagt, met uitzondering van een uitkijktoren waarvan de maximale bouwhoogte 15 meter mag bedragen;
  • b. het bebouwingspercentage 5% van het totale bestemmingsvlak bedraagt.

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt:

  • c. erf- en perceelafscheidingen: bouwhoogte maximaal 3 m;
  • d. terrasafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte maximaal 1,5 m;
  • e. overige terrasafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 m;
  • f. lichtmasten: bouwhoogte maximaal 10 m;
  • g. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 m;
  • h. kunstobjecten: bouwhoogte maximaal 6 m, oppervlakte maximaal 10 m2;
  • i. vlaggenmasten: bouwhoogte maximaal 10 m;
  • j. gevel- en lichtreclames en gebouwaanduidingen zijn toegestaan aan en binnen de gevel van het hoofdgebouw;
  • k. vrijstaande reclameobjecten: maximale bouwhoogte is gelijk aan de maximale bouwhoogte voor gebouwen;
  • l. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte maximaal 3 m.

5.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 5.2:

  • a. onder a. voor het toestaan van een uitkijktoren tot een hoogte van maximaal 25 meter;
  • b. onder g. voor het toestaan voor antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie tot een hoogte van maximaal 40 meter, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

5.4 Specifieke gebruiksregels
  • a. Het gebruik van gronden en de daarop voorkomende bouwwerken voor evenementen en geluiddragende evenementen als bedoeld in 5.1 onder d. en e. wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

Soort evenement  
Kleinschalig evenement waarbij geluid /muziek slechts ondersteunend is aan het geheel (vaak geen podium, bijvoorbeeld sportevenement)   Niet geluiddragend evenement (bronvermogen totale evenement is lager dan 120 dB(A), waarbij muziek wel belangrijk kan zijn voor het evenement   Geluiddragend evenement
(o.a. mainstage en veel publiek)  
Overal op het gehele strand (en watersport op aangrenzend water) toegestaan tussen 07.00 en 23.00 uur.   In de dagperiode (07.00-19.00 uur) regelmatig mogelijk op 1 locatie (gelijktijdig) op het gehele strand echter niet vaker dan 1 keer per week gedurende 1 dag.
 
Maximaal vier geluidsdragende evenementen per jaar.  
Geluidbelasting bij woningen mag niet hoger bedragen dan 45 dB(A) en 60 dB(C).
 
In de avondperiode (19.00-23.00 uur op zondag tot en met donderdag, 19.00-24.00 uur op vrijdag en zaterdag) regelmatig mogelijk op 1 locatie (gelijktijdig) op het gehele strand echter niet vaker dan 12 keer per jaar gedurende 1 dag.   Het totaal aantal geluidsdagen voor geluidsdragende evenementen mag niet meer bedragen dan vier per jaar.  
Muziek is bijzaak.   Met uitzondering (2x per jaar) is incidenteel een meerdaags evenement mogelijk.
 
Maximaal eenmaal per jaar is een tweedaags geluiddragend evenement toegestaan.  
Maximaal 2000 bezoekers per dag toegestaan.   Tussen 2 “niet geluiddragende” evenementen mag minimaal een periode van 2 weken geen “niet geluiddragend” of “geluiddragend” evenement plaatsvinden.   Niet eerder beginnen dan 11.00 uur en niet later dan 23.00 uur op zondag tot en met donderdag en niet later dan 24.00 uur op vrijdag en zaterdag.  
Geen meerdaagse evenementen toegestaan.   In de nachtperiode niet toegestaan (na openingstijden beleid).   Tussen 2 “geluiddragende” evenementen mag minimaal een periode van 2 weken geen “niet geluiddragende” of “geluiddragend” evenement plaatsvinden.  
  Tot 5.000 bezoekers per dag overal toegestaan op het Almeerderstrand bij voorkeur spreiding van deze evenementen over het gehele Almeerderstrand.   Na in gebruik name van de geplande nieuwbouw woningen (zuidwesten van de Muiderzandweg) mogen geluiddragende evenementen uitsluitend plaatsvinden ter plaatse van de aanduiding 'evenementenstrand'.
 
  5000 tot maximaal 30.000 bezoekers per dag uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'evenementenstrand' na ingebruikname hiervan.   Maximaal 30.000 bezoekers per dag toegestaan.  

  • b. Het gebruik van ruimten in het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten dan wel detailhandel als bedoeld in 4.1 onder f. en g. wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
    • 1. tot 33 % van het gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
    • 2. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m2 wvo, met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de onder 1. bedoelde 33 %-regeling;
    • 3. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen overeenkomstig de parkeerregeling in artikel 5.1 onder p en q;
    • 4. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van ruimten voor bed & breakfast;
    • 5. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
    • 6. een kinderdagverblijf, catering, seksinrichting en munitie -en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.

5.5 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken

  • a. van het bepaalde in lid 5.1 onder p.:
    • 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
    • 2. voor functies die niet voorkomen in bijlage 3 Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
  • b. van het bepaalde in 5.1 onder q. ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden.
  • c. lid 5.4 onder c sub 1 voor het toestaan tot maximaal 50% van het gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis te kunnen gebruiken, mits
    • 1. het gebruik leidt niet tot ernstige hinder voor het woonmilieu c.q. doet afbreuk aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
    • 2. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer.

Artikel 6 Water

Link naar de toelichting op de bestemming 'Water'

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water;
  • b. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de aanwezige natuurlijke waarden;
  • c. het scheepvaartverkeer, de recreatievaart, wateraan- en afvoer, voorzieningen t.b.v. waterbeheer en waterberging;
  • d. recreatief medegebruik;
  • e. vooroevers en strand;

met de daarbij behorende:

  • f. kunstwerken zoals: bruggen, sluizen, keermuren, golfbrekers, gemalen, duikers en (strek)dammen, welke mede ten dienste mogen zijn van de aangrenzende bestemming;
  • g. oevers, taluds en aanlegsteigers, welke mede ten dienste mogen zijn van de aangrenzende bestemming;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. overige functioneel met de bestemming Water verbonden voorzieningen;

6.2 Bouwregels

Op de in lid 6.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd, met dien verstande dat de volgende maximale maten gelden:

  • a. bouwwerken ten behoeve van nutsvoorzieningen: bouwhoogte 5 m, oppervlakte 50 m2;
  • b. aanlegsteigers: bouwhoogte 1 m, oppervlakte 15 m²;
  • c. aanmeerpalen: bouwhoogte 9 m;
  • d. keermuren, oeverbeschoeiingen: bouwhoogte 3 m;
  • e. overige kunstwerken: bouwhoogte 15 m;
  • f. kunstobjecten: bouwhoogte 6 m, oppervlakte 10 m2;
  • g. vlaggen- en lichtmasten: bouwhoogte 10 m;
  • h. overig straatmeubilair: bouwhoogte 6 m;
  • i. erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte 3 m;
  • j. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte maximaal 4 m.

6.3 Wijzigingsbevoegdheid - wijzigingsgebied 1

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan ter plaatse van de aanduiding 'wetgevingszone - wijzigingsgebied 2' de bestemming Water te wijzigen in de bestemming Recreatie - 2 voor:

  • a. landaanwinning voor de aanleg van een catamaranstrand voor maximaal 450 ligplaatsen ten behoeve van trailerbare catamarans en vergelijkbare kleine zeilboten;
  • b. landaanwinning voor de opslag en onderhoud van boten, voor horeca behorende tot categorie 1 en 3 van de bij deze regels behorende Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten, alsmede voor verblijfsrecreatie in de vorm van mobiele kampeermiddelen zoals campers, tenten en boothutten en recreatiewoningen, met dien verstande dat het totale oppervlak (bvo) van 800 m2 voor recreatiewoningen binnen de bestemming Recreatie - 2 niet wordt overschreden;
  • c. landaanwinning ten behoeve van water- en strandrecreatie met bijbehorende voorzieningen;
  • d. aan de functie jachthaven en catamaranstrand gebonden evenementen, met inachtneming van het bepaalde in 4.4 onder c.;
  • e. parkeervoorzieningen, toegangswegen en -paden, in- en uitritten;
  • f. groenvoorzieningen, verblijfsgebie den en terrassen;
  • g. waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
  • h. kunstwerken en aanlegsteigers;
  • i. kunstobjecten, straatmeubilair en reclameobjecten;
  • j. overige functioneel met de bestemming Recreatie - 2 verbonden voorzieniningen;

een en ander onder de voorwaarde dat:

  • a. het maximale bebouwingspercentage binnen wijzigingsgebied 2 ten hoogste 3% bedraagt en de maximale bouwhoogte voor gebouwen niet meer dan 7 meter;
  • b. benodigde Mitegerende maatregelen ter bescherming vna het Natura 2000 gebied Markermeer en IJmeer, zoals omschreven in de bij dit bestemmingsplan opgenomen Milieueffect rapport en Passende beoordeling, inclusief aanvulling hierop, onderdeel uit zullen maken van de vergunningaanvraag ter uitvoering van de in 6.3 omschreven landaanwinning.

Artikel 7 Woongebied

Appartementengebouwen Muiderburght

Link naar de toelichting op de bestemming 'Woongebied'

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van aan huis verbonden beroepen en bedrijfsmatige activiteiten dan wel detailhandel aan huis;

met daarbij behorende

  • b. tuinen en erven;
  • c. stranden, strandaanwinning;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. water, waterbeheer;
  • f. waterhuishoudings- en nutsvoorzieningen;
  • g. ontsluitingswegen en toegangswegen naar parkeergarages;
  • h. gebouwde en ongebouwde parkeervoorzieningen en aanlegsteigers;
  • i. kunstwerken;
  • j. kunstobjecten;

met dien verstande dat:

  • k. opslag, herverpakking en verkoop van vuurwerk niet is toegestaan;

onder de voorwaarde dat:

waarbij:

  • m. de in lid l. bedoelde parkeergelegenheid voor het parkeren van auto's afmetingen moet hebben, die zijn afgestemd op gangbare personenauto's. Aan deze eis wordt geacht te zijn voldaan, indien de afmetingen bij langsparkeren tenminste 2 m breed bij 5,5 m lang (waarbij de eerste en laatste parkeerplaats 6 m lang zijn) en bij andere parkeervormen (b.v. haaksparkeren) tenminste 2,5 m breed en 5 m lang bedragen.

7.2 Bouwregels
  • a. Op de in lid 7.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:

ten aanzien van gebouwen geldt dat:

  • a. de woningen uitsluitend gestapeld mogen worden gebouwd
  • b. als maximale bouwhoogte de op de verbeelding aangeven bouwhoogtes gelden;
  • c. het maximale bebouwingspercentage 30% van het totale bestemmingsvlak bedraagt, ondergrondse parkeerkelders niet meegerekend;
  • d. gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen een hoogte hebben van maximaal 3,5 m en een oppervlakte van maximaal 25m2;

ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt:

  • e. erf- en terreinafscheidingen maximaal 3 m;
  • f. lichtmasten: bouwhoogte maximaal 9 m;
  • g. antennes en masten ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast: bouwhoogte maximaal 15 m;
  • h. kunstobjecten: bouwhoogte maximaal 6 m,
  • i. vlaggenmasten: bouwhoogte maximaal 10 m;
  • j. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte maximaal 3 m.

7.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in 7.2 onder d.. voor nutsgebouwen met een maximum bouwhoogte van 5 m en een maximale oppervlakte van 50m2 mits de gebouwen uit stedenbouwkundig, landschappelijk en verkeerskundig oogpunt en uit het oogpunt van het woongenot in de directe omgeving aanvaardbaar zijn.

7.4 Specifieke gebruiksregels

Het gebruik van ruimten in het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten dan wel detailhandel als bedoeld in 7.1 onder a. wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. tot 33 % van het gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
  • b. detailhandel mag worden uitgeoefend tot een maximum van 25 m2 wvo, met dien verstande dat dit oppervlak deel uitmaakt van de onder 1. bedoelde 33 %-regeling;
  • c. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid en ruimte voor laden en lossen overeenkomstig de parkeerregeling in artikel 7.1 onder m en n;
  • d. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van ruimten voor bed & breakfast;
  • e. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
  • f. een kinderdagverblijf, catering, seksinrichtingen en munitie -en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.

7.5 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken:

  • a. van het bepaalde in lid 7.1 onder k:
    • 1. mits uit een parkeerbalans blijkt dat er voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte in het openbaar gebied of anderszins aanwezig is;
    • 2. voor functies die niet voorkomen in Bijlage 3 Lijst van parkeernormen, indien is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losruimte.
  • b. van het bepaalde in onder l ten aanzien van de afmetingen van parkeerplaatsen, mits wordt aangetoond dat met andere afmetingen volstaan kan worden;
  • c. van het bepaalde in lid 7.4 onder a. voor het toestaan tot maximaal 50% van het gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken voor een aan-huis-verbonden beroep of bedrijfsmatige activiteiten aan huis te kunnen gebruiken, mits
    • 1. het gebruik leidt niet tot ernstige hinder voor het woonmilieu c.q. doet afbreuk aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
    • 2. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer.

Artikel 8 Leiding - Hoogspanning

Link naar de toelichting op de bestemming 'Leiding - Hoogspanning'

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Leiding - Hoogspanning aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het transport van elektriciteit door een ondergrondse hoogspanningsleiding van 150kV (kilovolt) met bijbehorende belemmeringenstrook en overige functioneel met de bestemming Leiding - Hoogspanning verbonden voorzieningen.

8.2 Bouwregels

Op de als 'Leiding - Hoogspanning' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen, zijnde ten dienste van de dubbelbestemming Leiding - Hoogspanning worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter.

8.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 8.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en):

  • a. mits de veiligheid met betrekking tot de leidingen niet wordt geschaad;
  • b. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leidingen;
  • c. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken beheerder(s) van de leidingen.

8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning op of in de gronden met de bestemming Leiding - Hoogspanningde volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (doen) voeren:
    • 1. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
    • 2. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
    • 3. het aanbrengen en/of het vellen/rooien van diepwortelende beplantingen en bomen;
    • 4. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
    • 5. het aanleggen en/of het dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen;
  • b. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, kan worden verleend:
    • 1. mits de veiligheid met betrekking tot de leidingen niet wordt geschaad;
    • 2. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de leidingen;
    • 3. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken beheerder(s) van de leidingen.
  • c. Het in lid8.4 onder a vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden:
    • 1. die reeds in uitvoering zijn op het moment van het van kracht worden van het plan;
    • 2. die het normale onderhoud ten aanzien van de hoogspanningsleiding en de belemmeringenstrook of ten aanzien van de functies van de andere daar voorkomende bestemming(en) betreffen;
    • 3. die graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten vormen.

8.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanning' uit het plan wordt verwijderd, indien het leidingtransport voor hoogspanning ter plaatse is beëindigd.

Artikel 9 Leiding - Hoogspanningsverbinding

Link naar de toelichting op de bestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding'

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Leiding - Hoogspanningsverbinding aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het transport van elektriciteit door een bovengrondse hoogspanningsverbinding van 220 kV (kilovolt) of meer met bijbehorende belemmeringenstrook.

9.2 Bouwregels

Op de als 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' bestemde gronden mogen uitsluitend ten behoeve van de doeleinden in lid 9.1 gebouwen en bouwwerken worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 m, waarbij de hoogte van de hoogspanningsmasten niet meer dan 50 m mag bedragen.

9.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de hoogspanningsverbinding en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken beheerder van de hoogspanningsverbinding.

9.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Hoogspanningsverbinding zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (doen) voeren:
    • 1. het aanleggen van oppervlakteverhardingen;
    • 2. het aanleggen van watergangen en -partijen;
    • 3. het wijzigen van het maaiveldniveau;
    • 4. het aanbrengen van hoogopgaande beplanting;
    • 5. het leggen van kabels en leidingen;
    • 6. het plaatsen van onroerende objecten, geen bebouwing zijnde, zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair.
  • b. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, kan worden verleend mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het doelmatig functioneren van de hoogspanningsverbinding en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken beheerder van de hoogspanningsverbinding.
  • c. Het in lid 9.4 onder a vervatte verbod is niet van toepassing op werken of werkzaamheden:
    • 1. die reeds in uitvoering zijn op het moment van het van kracht worden van het plan;
    • 2. die het normale onderhoud ten aanzien van de hoogspanningsverbinding en de belemmeringenstrook of ten aanzien van de functies van de andere daar voorkomende bestemming(en) betreffen;
    • 3. die graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten vormen.

9.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het plan te wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming Leiding - Hoogspanning uit het plan wordt verwijderd, indien het leidingtransport voor hoogspanning ter plaatse is beëindigd.

Artikel 10 Leiding

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. een ondergrondse leiding voor het transport van warm water ten behoeve van stadsverwarming;
  • b. de daarbij behorende belemmeringenstrook;
  • c. overige functioneel met de dubbelbestemming 'Leiding' verbonden voorzieningen.

10.2 Bouwregels

Op de als 'Leiding' bestemde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de dubbelbestemming 'Leiding' worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter.

10.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 10.2 voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming(en), indien de veiligheid met betrekking tot de leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder(s). Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.

10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning op of in de gronden met de bestemming 'Leiding' de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te (doen) voeren:
    • 1. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
    • 2. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
    • 3. het aanbrengen of het vellen/rooien van diepwortelende bomen en beplantingen;
    • 4. het indrijven van voorwerpen in de bodem;
    • 5. het aanleggen of het dempen van watergangen, sloten en andere waterpartijen.
  • b. Het onder a. vervatte verbod is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden die:
    • 1. reeds in uitvoering zijn op het moment van het van kracht worden van het plan;
    • 2. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer;
    • 3. graafwerkzaamheden als bedoeld in de Wet informatie-uitwisseling ondergrondse netten zijn.
  • c. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden kan worden verleend mits de veiligheid met betrekking tot de leiding(en) niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder(s).

10.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden voor de (permanente) opslag van goederen.

10.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de dubbelbestemming 'Leiding' uit het plan wordt verwijderd, indien de leidingen ter plaatse zijn verwijderd.

Artikel 11 Waarde - Archeologie 6

Link naar de toelichting op de bestemming 'Waarde - Archeologie 6'

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 6' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor de bescherming en veiligstelling van de ter plaatse te verwachten archeologische waarden.

11.2 Bouwregels
  • a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 6' bouwwerken te bouwen.
  • b. Het in lid a bedoelde verbod is niet van toepassing op:
    • 1. die delen van de gronden die reeds bebouwd of anderszins verstoord zijn of zijn geweest;
    • 2. bouwwerken ten behoeve van de samenvallende bestemmingen met een oppervlakte kleiner dan 25.000 m².

11.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het in lid 11.2 bedoelde verbod voor bouwwerken ten behoeve van de samenvallende bestemmingen met een oppervlakte groter dan 25.000 m².
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a zal alleen worden verleend, indien op basis van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, is vastgesteld dat:
    • 1. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
    • 2. er geen archeologische waarden aanwezig zijn;
    • 3. de archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad.
  • c. Aan de omgevingsvergunning als bedoeld onder a kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg;
    • 4. de voorwaarden als bedoeld onder 1, 2 en 3 dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door het bevoegd gezag bij de afwijking te stellen kwalificaties en eisen;
  • d. Een uitzondering op het verbod zoals genoemd in lid 11.2 sub b onder 2, is niet van toepassing, als gedurende de periode van 36 maanden voor verstrekking van de omgevingsvergunning een uitzondering op het verbod in lid 11.2 sub b onder 2 van toepassing is geweest op bouw- en aanlegactiviteiten, zoals bedoeld in lid 11.4 sub a, in terreinen op een afstand van minder dan 50 m van het onderhavige terrein, voor zover de voorgenomen activiteiten in het onderhavige terrein een oppervlakte hebben van meer dan 100 m2.

11.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 6', zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. Het verlagen van de bodem, het uitvoeren van grondwerkzaamheden of het afgraven van gronden waarvoor geen ontgrondingsvergunning nodig is;
    • 2. het ophogen van de bodem met meer dan 50 cm;
    • 3. Het aanleggen van bos of boomgaard bestaande uit meer dan 10 bomen;
    • 4. het verlagen van het waterpeil;
    • 5. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverharding;
    • 6. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie-, telecommunicatie- of andere leidingen en daarmee verband houdende constructies;
    • 7. het graven, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren;
    • 8. alle overige werkzaamheden die de archeologische waarden kunnen aantasten en die niet aan te merken zijn als het normale gebruik van het terrein.
  • b. Het verbod als bedoeld in lid 11.4 onder a is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
    • 1. het normale onderhoud van de gronden betreffen;
    • 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan;
    • 3. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende omgevingsvergunning voor het bouwen of voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden;
    • 4. betrekking hebben op een oppervlakte kleiner dan 500 m²;
    • 5. worden uitgevoerd in het kader van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie.
  • c. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden zal alleen worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, is vastgesteld dat:
    • 1. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
    • 2. er geen archeologische waarden aanwezig zijn;
    • 3. de archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad.
  • d. Aan de omgevingsvergunning kunnen de volgende voorwaarden worden gekoppeld:
    • 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 3. de verplichting de uitvoering van het werk c.q. de werkzaamheid te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
    • 4. de voorwaarden als bedoeld onder 1, 2 en 3 dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door het bevoegd gezag bij de afwijking te stellen kwalificaties en eisen.

11.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat:

  • a. de bestemming 'Waarde - Archeologie 6' wordt verwijderd, indien er op basis van archeologisch onderzoek, dat voldoet aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie geen archeologische waarden zijn vastgesteld;
  • b. de bestemming 'Waarde - Archeologie 6' wordt veranderd in de bestemming 'Waarde - Archeologie' voor gronden waar door middel van archeologisch onderzoek dat voldoet aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie een of meer archeologisch waardevolle terreinen zijn vastgesteld.

Artikel 12 Waarde - Ecologie

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Waarde - Ecologie aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), primair bestemd voor de bescherming en instandhouding van de natuurlijke waarden van het Natura 2000 gebied.

12.2 Bouwregels

Op en in de gronden als bedoeld in artikel 12.1 mogen, in afwijking van het bepaalde ten aanzien van andere daar geldende bestemmingen, uitsluitend worden gebouwd bouwwerken ten behoeve van de ecologische waarden, zoals rust- en fourageerplekken voor vogels, strekdammen, faunapassages, bruggen en duikers tot een bouwhoogte van maximaal 5 m.

12.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 12.2 voor het bouwen ten behoeve van de andere bestemmingen van deze gronden;
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld in lid 12.3 onder a mag alleen worden verleend indien hierdoor geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bescherming en de instandhouding van de waarden van het Natura 2000 gebied als bedoeld in lid 12.1 dan wel door het stellen van voorwaarden hieraan voldoende tegemoet kan worden gekomen.

12.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het aanbrengen en/of veroorzaken van veranderingen in de ecologische waarden van het gebied als gevolg van het gebruik van de gronden;

12.5 Afwijken van de gebruiksregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het in lid 12.4 bedoelde strijdig gebruik ten behoeve van het realiseren van de recreatieve bestemming voor deze gronden, indien hierdoor geen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de bescherming en de instandhouding van de waarden van het Natura 2000 gebied als bedoeld in lid 12.1 dan wel door het stellen van voorwaarden hieraan voldoende tegemoet kan worden gekomen.

12.6 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde , of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Waarde - Ecologie, zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. het ontgronden, afgraven (waaronder het graven van watergangen en waterpartijen), egaliseren en ophogen van gronden;
    • 2. het uitvoeren van overige grondbewerkingen;
    • 3. het verlagen van het waterpeil;
    • 4. het aanleggen van ondergrondse energie-, transport- en of communicatieleidingen;
    • 5. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
    • 6. het planten of verwijderen van opgaande beplanting.
  • b. Het bepaalde in lid 12.6 onder a is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:
    • 1. het normale onderhoud en beheer betreffen;
    • 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
    • 3. werken en werkzaamheden welke noodzakelijk zijn voor het aansluiten van bouwwerken op het net van openbare nutsvoorzieningen;
    • 4. werken en werkzaamheden welke noodzakelijk zijn voor het realiseren van de bestemming.
  • c. De in lid 12.6 onder a genoemde vergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ecologische waarden van het gebied.


Artikel 13 Waterstaat - Waterkering

Link naar de toelichting op de bestemming 'Waterstaat - Waterkering'

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waterstaat - Waterkering' aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor:

  • a. bescherming van de waterkering;
  • b. dijken;
  • c. kaden;
  • d. dijksloten;
  • e. overige functioneel met de bestemming Waterstaat - Waterkering verbonden voorzieningen;

met dien verstande dat:

op en nabij deze gronden de Keur van het Waterschap van toepassing is.

13.2 Bouwregels

Op de in lid 13.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten dienste van de bestemming Waterstaat - Waterkering worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 meter.

13.3 Afwijken van de bouwregels

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 13.2 voor bebouwing ten behoeve van de samenvallende bestemmingen, mits:

  • a. het belang van de waterkering hierdoor niet onevenredig wordt geschaadt, en;
  • b. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de beheerder van de waterkering over de vraag of de belangen van de waterkering onevenredig worden geschaad alsmede over eventuele voorwaarden die in de omgevingsvergunning moeten worden opgenomen.
13.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Het is verboden zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de navolgende andere werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren of te doen uitvoeren:
  • 1. het ontgronden, afgraven, egaliseren en ophogen van dijken en aarden wallen;
  • 2. het planten en verwijderen van bomen en struiken;
  • 3. het dempen en graven van waterlopen;
  • 4. het verwijderen en aanbrengen van verhardingen, waaronder wegen en paden.
  • b. Het bepaalde in 15.4 onder a is niet van toepassing op werken en werkzaamheden, die:
  • 1. het normale onderhoud betreffen;
  • 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 14 Anti-dubbeltelregel

Link naar de toelichting op de Algemene regels

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 15 Algemene bouwregels

Link naar de toelichting op de Algemene regels

15.1 Overschrijding bestemmingsgrenzen / bouwgrenzen

De bestemmingsgrenzen en bouwgrenzen mogen uitsluitend worden overschreden door tot gebouwen
behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, serres, entreeportalen, veranda's, overstekken, luifels en afdaken en andere ondergeschikte onderdelen van
gebouwen, mits de overschrijding niet meer dan 3 meter bedraagt, met dien verstande dat:

  • a. voor stoepen, stoeptreden, galerijen, hellingbanen, funderingen, luifels, afdaken en overstekken
    overschrijding over de volledige gevelbreedte is toegestaan;
  • b. voor overige overschrijdingen geldt een maximum van 50% van de gevelbreedte.

15.2 Ondergeschikte bouwonderdelen op daken van gebouwen

Bouwwerken op het dak van een gebouw, zoals installatiecontainers, centrale verwarmings- en luchtbehandelinginstallaties, liftschachten, hekwerken en soortgelijke bouwwerken om installaties uit het zicht te houden worden niet meegerekend bij de bepaling van de hoogte van het gebouw, als zijnde ondergeschikt, mits:

  • a. de hoogte van de bouwwerken vanaf het dak gemeten maximaal 3,5 meter bedraagt, en
  • b. de oppervlakte van deze bouwwerken maximaal 1/3 bedraagt van het grondoppervlak van het gebouw.

Artikel 16 Algemene gebruiksregels

Link naar de toelichting op de Algemene regels

16.1 Laserstraalvrij gebied
  • a. Op de gronden gelegen binnen dit gebied is een bestemming voor of een gebruik door een laserstraal die de vliegveiligheid kan verstoren niet toegestaan.
  • b. Het bepaalde onder a geldt niet voor zover de bestemming of het gebruik rechtmatig was op de dag vóór het tijdstip van inwerkingtreding van het Luchthavenbesluit Lelystad.

Artikel 17 Algemene aanduidingsregels

Link naar de toelichting op de Algemene regels

17.1 Vrijwaringszone - dijk
17.1.1 Vrijwaringszone - dijk 1
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk 1' zijn de gronden mede bestemd voor de binnenbeschermingszone rondom een primaire waterkering.
  • b. Op of in deze gronden mogen, ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere daar voorkomende bestemmingen, geen bouwwerken worden gebouwd. Deze regel is niet van toepassing op bestaande bouwwerken.
  • c. Met een omgevingsvergunning worden afgeweken van het bepaalde in 17.1.1 onder b voor het bouwen overeenkomstig de andere daar voorkomende bestemming, indien:
    • 1. het belang van de waterkering hierdoor niet onevenredig wordt geschaad en
    • 2. vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de beheerder van de waterkering over de vraag of de belangen van de waterkering onevenredig worden geschaad en over eventuele voorwaarden die in de omgevingsvergunning moeten worden opgenomen.

17.1.2 Vrijwaringszone - dijk 2

Ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - dijk 2' zijn de gronden mede bestemd voor de buitenbeschermingszone rondom een primaire waterkering.

17.1.3 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de aanduiding 'Vrijwaringszone – dijk 1' en 'Vrijwaringszone – dijk 2' in 17.1.1 en 17.1.2 worden gewijzigd, indien de wijziging van de Keur Waterschap Zuiderzeeland en de bijbehorende Legger van het Waterschap Zuiderzeeland daartoe aanleiding toe geeft.

17.2 Veiligheidszone vervoer gevaarlijke stoffen
17.2.1 Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 2

Link naar de toelichting op de aanduiding 'Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 2'

  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 2' zijn de gronden mede bestemd als aandachtsgebied voor een plasbrand vanwege het vervoer van gevaarlijke stoffen over spoorwegen.
  • b. Tot een gebruik in strijd met de bestemming als genoemd in lid 17.2.1 onder a wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 2' als kwetsbaar object of beperkt kwetsbaar object, met uitzondering van het gebruik als kwetsbaar object of beperkt kwetsbaar object in de bestaande situatie.
  • c. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 17.2.1 onder b in die zin dat de vestiging van een kwetsbaar object of een beperkt kwetsbaar object wordt toegestaan, mits:
    • 1. er geen sprak is van een zeer kwetsbaar object hiervan kan worden afgeweken als maatregelen worden getroffen, of aan de bronkant, of aan de ontvangende kant, waardoor de kans op een ongewoon voorval of op het overlijden van een persoon in een zeer kwetsbaar object als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval verwaarloosbaar klein is;
    • 2. de redenen worden vermeld die er toe hebben geleid om binnen de bestemming nieuwe kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten toe te laten, gelet op de mogelijke gevolgen van een ongeval met brandbare vloeistoffen;
    • 3. de invloed op groepsrisico, hulpverlening en plasbrandaandachtsgebied voldoende is gemotiveerd conform de motiveringseisen van de artikelen 7, 8 en 9 van het Besluit externe veiligheid transportroutes.

17.2.2 Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 3
  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 3' zijn de gronden mede bestemd als explosieaandachtsgebied vanwege het vervoer van gevaarlijke stoffen over spoorwegen.
  • b. Tot een gebruik in strijd met de bestemming als genoemd in lid 17.2.2 onder a. wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 3' als kwetsbaar object of beperkt kwetsbaar object, met uitzondering van het gebruik als kwetsbaar object of beperkt kwetsbaar object in de bestaande situatie.
  • c. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 17.2.2 onder b. in die zin dat de vestiging van een kwetsbaar object of een beperkt kwetsbaar object wordt toegestaan, mits:
    • 1. er geen sprake is van een zeer kwetsbaar object; hiervan kan worden afgeweken als maatregelen worden getroffen, of aan de bronkant, of aan de ontvangende kant, waardoor de kans op een ongewoon voorval of op het overlijden van een persoon in een zeer kwetsbaar object als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval verwaarloosbaar klein is;
    • 2. geen sprake is van een kwetsbaar object met veel personen dus hoge personendichtheid (> 100 personen per object);
    • 3. de redenen worden vermeld die er toe hebben geleid om binnen de bestemming nieuwe kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten toe te laten, gelet op de mogelijke gevolgen van een ongeval met brandbare gassen;
    • 4. de invloed op groepsrisico en hulpverlening voldoende is gemotiveerd conform de motiveringseisen van de artikelen 7, 8 en 9 van het Besluit externe veiligheid transportroutes;
    • 5. maatregelen worden uitgevoerd in de gebouwen of de omgeving om de effecten als gevolg van een ongeval met brandbare gassen terug te dringen.

17.2.3 Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 4

Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het aspect externe veiligheid, ter verhoging van de veiligheid en zelfredzaamheid van personen in gebouwen en ter verhoging van de bestrijdbaarheid, aan nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten nadere eisen te stellen ten aanzien van:

  • 1. de situering van gebouwen;
  • 2. de inrichting van terreinen;
  • 3. het ontwerp van gebouwplattegronden of de indeling van gebouwen;
  • 4. de plaats, de afmeting en de inrichting van vluchtroutes en nooduitgangen.

Hierbij wordt advies ingewonnen van de Brandweer Flevoland en de brandpreventiemedewerkers van de gemeente Almere.

17.2.4 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artkel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigen in die zin dat de aanduidingen 'Veiligheidszone - vervoer gevaarlijke stoffen 2, 3 en 4 (subleden 17.2.1, 17.2.2 en 17.2.3) worden gewijzigd of uit het plan worden verwijderd, indien nieuwe technische inzichten, de verandering van wetgeving of nieuwe rekenmodellen daar aanleiding toe geven.

17.3 Veiligheidszone hoogspanningsleiding
17.3.1 Veiligheidszone - leiding

Link naar de toelichting op de aanduiding 'veiligheidszone leiding'

  • a. Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - leiding' zijn de gronden mede bestemd voor een veiligheidszone vanwege de indicatieve magneetveldzone van de bovengrondse Leiding - Hoogspanningsverbinding en de ondergrondse Leiding - Hoogspanning.
  • b. Tot een gebruik in strijd met de bestemming als genoemd in lid 17.3.1 onder a wordt in ieder geval gerekend het gebruik van bouwwerken voor langdurig verblijf van kinderen jonger dan 16 jaar, zoals woningen, clubhuizen, scholen, crèches en kinderopvang.

17.3.2 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, met inachtneming van het bepaalde in artkel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, het bestemmingsplan te wijzigen in die zin dat de aanduiding 'veiligheidszone - leiding' wordt gewijzigd of uit het plan wordt verwijderd, indien nieuwe technische inzichten, de verandering van wetgeving of nieuwe rekenmodellen daar aanleiding toe geven.

Artikel 18 Algemene afwijkingsregels

Link naar de toelichting op de Algemene regels

18.1 Afwijking

Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de bepalingen van het plan - tenzij op grond van hoofdstuk 2 terzake reeds kan worden afgeweken - voor:

  • a. afwijkingen van maten (waaronder percentages) met ten hoogste 10%;
  • b. overschrijding van bouwgrenzen niet zijnde bestemmingsgrenzen, voor zover zulks van belang is voor een technisch betere realisering van bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein; de overschrijdingen mogen echter niet meer dan 3.00 m bedragen en het bouwvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot;
  • c. het oprichten van ondergrondse pompgemalen ten behoeve van riooltransportleidingen;
  • d. het bouwen van gebouwen voor nutsvoorzieningen met een lagere bouwhoogte of een lager bebouwingspercentage dan op grond van de bepalingen van het plan minimaal is voorgeschreven;
  • e. kleinschalige windmolens op of aan een hoofdgebouw, mits:
    • 1. de toegestane bouwhoogte voor hoofdgebouw met maximaal 3 meter wordt overschreden;
    • 2. de rotordiameter maximaal 2 m bedraagt.

18.2 Voorwaarden voor de afwijking

Er wordt niet afgeweken van de bepalingen van het plan, indien daardoor onevenredig afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken.

Artikel 19 Algemene wijzigingsregels

Link naar de toelichting op de Algemene regels

19.1 Algemeen

Burgemeester en wethouders zijn, met inachtneming van het bepaalde in artkel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening, bevoegd om de in het bestemmingsplan opgenomen bestemmingen te wijzigen, voorzover zulks van belang is voor een bouwkundige danwel stedenbouwkundige betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover zulks noodzakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het terrein waarbij het bestemmingsvlak met niet meer dan 10% mag worden vergroot.

19.2 Lijst van parkeernormen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om de Lijst van parkeernormen te wijzigen, in die zin dat:

  • a. functies met de daarbij behorende parkeernormen kunnen worden gewijzigd, indien nieuwe ontwikkelingen of wet- en regelgeving daartoe aanleiding geven.
  • b. nieuwe functies met de daarbij behorende parkeernorm kunnen worden toegevoegd.

19.3 Staat van Horeca-activiteiten

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de Staat van Horeca-activiteiten te wijzigen in die zin dat de categorie-indeling van horeca kan worden gewijzigd, indien en voor zover een wijziging van de omgevingsbelasting van de desbetreffende typen van horecafuncties daartoe aanleiding geeft.

Artikel 20 Overige regels

Link naar de toelichting op de Algemene regels

20.1 Overige regelingen en verordeningen

Indien in deze regels wordt verwezen naar wettelijke regelingen of verordeningen, dienen deze te worden gelezen zoals deze luiden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan, tenzij anders bepaald.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Link naar de toelichting op de Overgangs- en slotregels

Artikel 21 Overgangsrecht

21.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
21.2 Afwijking overgangsrecht bouwwerken

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van lid 21.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.

21.3 Uitzondering overgangsrecht bouwwerken

Lid 21.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

21.4 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

21.5 Ander strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in lid 21.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

21.6 Onderbreken gebruik onder overgangsrecht

Indien het gebruik, bedoeld in lid 21.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

21.7 Uitzondering overgangsrecht gebruik

Lid 21.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 22 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Almere Poort Buitendijks.

 

Bijlagen

Bijlage 1 Staat van Bedrijfsactiviteiten VNG 2009

(VNG-brochure Bedrijven en Milieuzonering 2009; lijst gespecificeerd voor bedrijventerreinen (max cat. 4))

SBI-1993   SBI-2008       OMSCHRIJVING           
    nr.     grootste afstand   cat.  
15   10, 11   -   VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN          
151   101, 102   0   Slachterijen en overige vleesverwerking:          
151   101, 102   1   - slachterijen en pluimveeslachterijen   100   3.2  
151   101   3   - bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval   300   4.2  
151   101   4   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m²   100   3.2  
151   101   5   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1000 m²   50   3.1  
151   101   6   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m²   50   3.1  
151   101, 102   7   - loonslachterijen   50   3.1  
151   108   8   - vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m²   50   3.1  
152   102   0   Visverwerkingsbedrijven:          
152   102   2   - conserveren   200   4.1  
152   102   3   - roken   300   4.2  
152   102   4   - verwerken anderszins: p.o.> 1000 m²   300   4.2  
152   102   5   - verwerken anderszins: p.o. <= 1000 m²   100   3.2  
152   102   6   - verwerken anderszins: p.o. <= 300 m²   50   3.1  
1531   1031   0   Aardappelprodukten fabrieken:          
1531   1031   1   - vervaardiging van aardappelproducten   300   4.2  
1531   1031   2   - vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m²   50   3.1  
1532, 1533   1032, 1039   0   Groente- en fruitconservenfabrieken:          
1532, 1533   1032, 1039   1   - jam   100   3.2  
1532, 1533   1032, 1039   2   - groente algemeen   100   3.2  
1532, 1533   1032, 1039   3   - met koolsoorten   100   3.2  
1532, 1533   1032, 1039   4   - met drogerijen   300   4.2  
1532, 1533   1032, 1039   5   - met uienconservering (zoutinleggerij)   300   4.2  
1541   104101   0   Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten:          
1541   104101   1   - p.c. < 250.000 t/j   200   4.1  
1541   104101   2   - p.c. >= 250.000 t/j   300   4.2  
1542   104102   0   Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten:          
1542   104102   1   - p.c. < 250.000 t/j   200   4.1  
1542   104102   2   - p.c. >= 250.000 t/j   300   4.2  
1543   1042   0   Margarinefabrieken:          
1543   1042   1   - p.c. < 250.000 t/j   200   4.1  
1543   1042   2   - p.c. >= 250.000 t/j   300   4.2  
1551   1052   0   Zuivelprodukten fabrieken:          
1551   1051   3   - melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j   100   3.2  
1551   1051   4   - melkprodukten fabrieken v.c. >= 55.000 t/j   300   4.2  
1551   1051   5   - overige zuivelprodukten fabrieken   300   4.2  
1552   1052   1   Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m²   100   3.2  
1552   1052   2   - consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m²   30   2  
1561   1061   0   Meelfabrieken:          
1561   1061   1   - p.c. >= 500 t/u   300   4.2  
1561   1061   2   - p.c. < 500 t/u   200   4.1  
1561   1061       Grutterswarenfabrieken   200   4.1  
1562   1062   0   Zetmeelfabrieken:          
1562   1062   1   - p.c. < 10 t/u   200   4.1  
1562   1062   2   - p.c. >= 10 t/u   300   4.2  
1571   1091   0   Veevoerfabrieken:          
1571   1091   3   - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. < 10 t/u water   300   4.2  
1571   1091   5   - mengvoeder, p.c. < 100 t/u   200   4.1  
1571   1091   6   - mengvoeder, p.c. >= 100 t/u   300   4.2  
1572   1092       Vervaardiging van voer voor huisdieren   200   4.1  
1581   1071   0   Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:          
1581   1071   1   - v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens   30   2  
1581   1071   2   - v.c. >= 7500 kg meel/week   100   3.2  
1582   1072       Banket, biscuit- en koekfabrieken   100   3.2  
1583   1081   0   Suikerfabrieken:          
1584   10821   0   Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:          
1584   10821   2   - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m²   100   3.2  
1584   10821   4   - Suikerwerkfabrieken met suiker branden   300   4.2  
1584   10821   5   - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m²   100   3.2  
1585   1073       Deegwarenfabrieken   50   3.1  
1586   1083   0   Koffiebranderijen en theepakkerijen:          
1586   1083   2   - theepakkerijen   100   3.2  
1587   108401       Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden   200   4.1  
1589   1089       Vervaardiging van overige voedingsmiddelen   200   4.1  
1589.1   1089       Bakkerijgrondstoffenfabrieken   200   4.1  
1589.2   1089   0   Soep- en soeparomafabrieken:          
1589.2   1089   1   - zonder poederdrogen   100   3.2  
1589.2   1089   2   - met poederdrogen   300   4.2  
1589.2   1089       Bakmeel- en puddingpoederfabrieken   200   4.1  
1591   110101       Destilleerderijen en likeurstokerijen   300   4.2  
1592   110102   0   Vervaardiging van ethylalcohol door gisting:          
1592   110102   1   - p.c. < 5.000 t/j   200   4.1  
1592   110102   2   - p.c. >= 5.000 t/j   300   4.2  
1596   1105       Bierbrouwerijen   300   4.2  
1597   1106       Mouterijen   300   4.2  
1598   1107       Mineraalwater- en frisdrankfabrieken   100   3.2  
           
16   12   -   VERWERKING VAN TABAK          
160   120       Tabakverwerkende industrie   200   4.1  
           
17   13   -   VERVAARDIGING VAN TEXTIEL          
171   131       Bewerken en spinnen van textielvezels   100   3.2  
172   132   0   Weven van textiel:          
172   132   1   - aantal weefgetouwen < 50   100   3.2  
172   132   2   - aantal weefgetouwen >= 50   300   4.2  
173   133       Textielveredelingsbedrijven   50   3.1  
174, 175   139       Vervaardiging van textielwaren   50   3.1  
1751   1393       Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken   200   4.1  
176, 177   139, 143       Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen   50   3.1  
           
18   14   -   VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT          
181   141       Vervaardiging kleding van leer   50   3.1  
183   142, 151       Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont   50   3.1  
           
19   15   -   VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING)          
191   151, 152       Lederfabrieken   300   4.2  
192   151       Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel)   50   3.1  
193   152       Schoenenfabrieken   50   3.1  
           
20   16   -   HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.          
2010.1   16101       Houtzagerijen   100   3.2  
2010.2   16102   0   Houtconserveringsbedrijven:          
2010.2   16102   1   - met creosootolie   200   4.1  
2010.2   16102   2   - met zoutoplossingen   50   3.1  
202   1621       Fineer- en plaatmaterialenfabrieken   100   3.2  
203, 204, 205   162   0   Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout   100   3.2  
203, 204, 205   162   1   Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2   50   3.1  
           
21   17   -   VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN          
2111   1711       Vervaardiging van pulp   200   4.1  
2112   1712   0   Papier- en kartonfabrieken:          
2112   1712   1   - p.c. < 3 t/u   50   3.1  
2112   1712   2   - p.c. 3 - 15 t/u   200   4.1  
2112   1712   3   - p.c. >= 15 t/u   300   4.2  
212   172       Papier- en kartonwarenfabrieken   100   3.2  
2121.2   17212   0   Golfkartonfabrieken:          
2121.2   17212   1   - p.c. < 3 t/u   100   3.2  
2121.2   17212   2   - p.c. >= 3 t/u   200   4.1  
           
22   58   -   UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA          
2221   1811       Drukkerijen van dagbladen   100   3.2  
2222   1812       Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen)   100   3.2  
           
23   19   -   AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.          
2320.2   19202   A   Smeeroliën- en vettenfabrieken   100   3.2  
2320.2   19202   B   Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie   300   4.2  
2320.2   19202   C   Aardolieproduktenfabrieken n.e.g.   300   4.2  
           
24   20   -   VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN          
2411   2011   0   Vervaardiging van industriële gassen:          
2412   2012       Kleur- en verfstoffenfabrieken   200   4.1  
2413   2012   0   Anorg. chemische grondstoffenfabrieken:          
2413   2012   1   - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn"   300   4.2  
2414.1   20141   A0   Organ. chemische grondstoffenfabrieken:          
2414.1   20141   A1   - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn"   300   4.2  
2414.1   20141   B0   Methanolfabrieken:          
2414.1   20141   B1   - p.c. < 100.000 t/j   200   4.1  
2414.1   20141   B2   - p.c. >= 100.000 t/j   300   4.2  
2414.2   20149   0   Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synth.):          
2414.2   20149   1   - p.c. < 50.000 t/j   300   4.2  
242   202   0   Landbouwchemicaliënfabrieken:          
243   203       Verf, lak en vernisfabrieken   300   4.2  
2441   2120   0   Farmaceutische grondstoffenfabrieken:          
2441   2110   1   - p.c. < 1.000 t/j   300   4.2  
2442   2120   0   Farmaceutische produktenfabrieken:          
2442   2120   1   - formulering en afvullen geneesmiddelen   50   3.1  
2451   2041       Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken   300   4.2  
2452   2042       Parfumerie- en cosmeticafabrieken   300   4.2  
2462   2052   0   Lijm- en plakmiddelenfabrieken:          
2462   2052   1   - zonder dierlijke grondstoffen   100   3.2  
2464   205902       Fotochemische produktenfabrieken   100   3.2  
2466   205903   A   Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken   50   3.1  
2466   205903   B   Overige chemische produktenfabrieken n.e.g.   200   4.1  
247   2060       Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken   300   4.2  
           
25   22   -   VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF          
2511   221101       Rubberbandenfabrieken   300   4.2  
2512   221102   0   Loopvlakvernieuwingsbedrijven:          
2512   221102   1   - vloeropp. < 100 m2   50   3.1  
2512   221102   2   - vloeropp. >= 100 m2   200   4.1  
2513   2219       Rubber-artikelenfabrieken   100   3.2  
252   222   0   Kunststofverwerkende bedrijven:          
252   222   1   - zonder fenolharsen   200   4.1  
252   222   2   - met fenolharsen   300   4.2  
252   222   3   - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen   50   3.1  
           
26   23   -   VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN          
261   231   0   Glasfabrieken:          
261   231   1   - glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j   100   3.2  
261   231   2   - glas en glasprodukten, p.c. >= 5.000 t/j   300   4.2  
261   231   3   - glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 t/j   300   4.2  
2615   231       Glasbewerkingsbedrijven   50   3.1  
262, 263   232, 234   0   Aardewerkfabrieken:          
262, 263   232, 234   2   - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW   100   3.2  
264   233   A   Baksteen en baksteenelementenfabrieken   200   4.1  
264   233   B   Dakpannenfabrieken   200   4.1  
2651   2351   0   Cementfabrieken:          
2652   235201   0   Kalkfabrieken:          
2652   235201   1   - p.c. < 100.000 t/j   200   4.1  
2653   235202   0   Gipsfabrieken:          
2653   235202   1   - p.c. < 100.000 t/j   200   4.1  
2661.1   23611   0   Betonwarenfabrieken:          
2661.1   23611   1   - zonder persen, triltafels en bekistingtrille   200   4.1  
2661.1   23611   2   - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 t/d   300   4.2  
2661.2   23612   0   Kalkzandsteenfabrieken:          
2661.2   23612   1   - p.c. < 100.000 t/j   100   3.2  
2661.2   23612   2   - p.c. >= 100.000 t/j   300   4.2  
2662   2362       Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken   100   3.2  
2663, 2664   2363, 2364   0   Betonmortelcentrales:          
2663, 2664   2363, 2364   1   - p.c. < 100 t/u   100   3.2  
2663, 2664   2363, 2364   2   - p.c. >= 100 t/u   300   4.2  
2665, 2666   2365, 2369   0   Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips:          
2665, 2666   2365, 2369   1   - p.c. < 100 t/d   100   3.2  
2665, 2666   2365, 2369   2   - p.c. >= 100 t/d   300   4.2  
267   237   0   Natuursteenbewerkingsbedrijven:          
267   237   1   - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m²   100   3.2  
267   237   2   - zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m²   50   3.1  
267   237   3   - met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 t/j   300   4.2  
2681   2391       Slijp- en polijstmiddelen fabrieken   50   3.1  
2682   2399   A0   Bitumineuze materialenfabrieken:          
2682   2399   A1   - p.c. < 100 t/u   300   4.2  
2682   2399   B0   Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol):          
2682   2399   B1   - steenwol, p.c. >= 5.000 t/j   300   4.2  
2682   2399   B2   - overige isolatiematerialen   200   4.1  
2682   2399   C   Minerale produktenfabrieken n.e.g.   100   3.2  
2682   2399   D0   Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur   200   4.1  
2682   2399   D1   - asfaltcentrales, p.c. >= 100 ton/uur   300   4.2  
           
27   24   -   VERVAARDIGING VAN METALEN          
273   243   0   Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen:          
273   243   1   - p.o. < 2.000 m2   300   4.2  
274   244   A0   Non-ferro-metaalfabrieken:          
274   244   A1   - p.c. < 1.000 t/j   300   4.2  
2751, 2752   2451, 2452   0   IJzer- en staalgieterijen/ -smelterijen:          
2751, 2752   2451, 2452   1   - p.c. < 4.000 t/j   300   4.2  
2753, 2754   2453, 2454   0   Non-ferro-metaalgieterijen/ -smelterijen:          
2753, 2754   2453, 2454   1   - p.c. < 4.000 t/j   300   4.2  
           
28   25, 31   -   VERVAARD. EN REPARATIE VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.)          
281   251, 331   0   Constructiewerkplaatsen:          
281   251, 331   1   - gesloten gebouw   100   3.2  
281   251, 331   1a   - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2   50   3.1  
281   251, 331   2   - in open lucht, p.o. < 2.000 m2   200   4.1  
281   251, 331   3   - in open lucht, p.o. >= 2.000 m2   300   4.2  
2821   2529, 3311   0   Tank- en reservoirbouwbedrijven:          
2821   2529, 3311   1   - p.o. < 2.000 m2   300   4.2  
2822, 2830   2521, 2530, 3311       Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels   200   4.1  
284   255, 331   A   Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven   200   4.1  
284   255, 331   B   Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d.   100   3.2  
284   255, 331   B1   Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2   50   3.1  
2851   2561, 3311   0   Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:          
2851   2561, 3311   1   - algemeen   100   3.2  
2851   2561, 3311   10   - stralen   200   4.1  
2851   2561, 3311   11   - metaalharden   100   3.2  
2851   2561, 3311   12   - lakspuiten en moffelen   100   3.2  
2851   2561, 3311   2   - scoperen (opspuiten van zink)   100   3.2  
2851   2561, 3311   3   - thermisch verzinken   100   3.2  
2851   2561, 3311   4   - thermisch vertinnen   100   3.2  
2851   2561, 3311   5   - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten)   100   3.2  
2851   2561,3311   6   - anodiseren, eloxeren   100   3.2  
2851   2561, 3311   7   - chemische oppervlaktebehandeling   100   3.2  
2851   2561, 3311   8   - emailleren   100   3.2  
2851   2561, 3311   9   - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed)   100   3.2  
2852   2562, 3311   1   Overige metaalbewerkende industrie   100   3.2  
2852   2562, 3311   2   Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2   50   3.1  
287   259, 331   A0   Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:          
287   259, 331   A1   - p.o. < 2.000 m2   200   4.1  
287   259, 331   B   Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.   100   3.2  
287   259, 331   B   Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2   50   3.1  
           
29   27, 28, 33   -   VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN          
29   27, 28, 33   0   Machine- en apparatenfabrieken incl. reparatie:          
29   27, 28, 33   1   - p.o. < 2.000 m2   100   3.2  
29   27, 28, 33   2   - p.o. >= 2.000 m2   200   4.1  
29   28, 33   3   - met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW   300   4.2  
           
30   26, 28, 33   -   VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS          
30   26, 28, 33   A   Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie   30   2  
           
31   26, 27, 33   -   VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.          
311   271, 331       Elektromotoren- en generatorenfabrieken incl. reparatie   200   4.1  
312   271, 273       Schakel- en installatiemateriaalfabrieken   200   4.1  
313   273       Elektrische draad- en kabelfabrieken   200   4.1  
314   272       Accumulatoren- en batterijenfabrieken   100   3.2  
315   274       Lampenfabrieken   300   4.2  
           
32   26, 33   -   VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH.          
321 t/m 323   261, 263, 264, 331       Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d.   50   3.1  
3210   2612       Fabrieken voor gedrukte bedrading   50   3.1  
           
33   26, 32, 33   -   VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN          
33   26, 32, 33   A   Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl. reparatie   30   2  
           
34   29       VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS          
341   291   0   Autofabrieken en assemblagebedrijven          
341   291   1   - p.o. < 10.000 m2   200   4.1  
341   291   2   - p.o. >= 10.000 m2   300   4.2  
3420.1   29201       Carrosseriefabrieken   200   4.1  
3420.2   29202       Aanhangwagen- en opleggerfabrieken   200   4.1  
343   293       Auto-onderdelenfabrieken   100   3.2  
           
35   30   -   VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS)          
351   301, 3315   0   Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:          
351   301, 3315   1   - houten schepen   50   3.1  
351   301, 3315   2   - kunststof schepen   100   3.2  
351   301, 3315   3   - metalen schepen < 25 m   200   4.1  
352   302, 317   0   Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:          
352   302, 317   1   - algemeen   100   3.2  
352   302, 317   2   - met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW   300   4.2  
353   303,3316   0   Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:          
353   303, 3316   1   - zonder proefdraaien motoren   200   4.1  
354   309       Rijwiel- en motorrijwielfabrieken   100   3.2  
355   3099       Transportmiddelenindustrie n.e.g.   100   3.2  
           
36   31   -   VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.          
361   310   1   Meubelfabrieken   100   3.2  
361   9524   2   Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2   10   1  
362   321       Fabricage van munten, sieraden e.d.   30   2  
363   322       Muziekinstrumentenfabrieken   30   2  
364   323       Sportartikelenfabrieken   50   3.1  
365   324       Speelgoedartikelenfabrieken   50   3.1  
3663.1   32991       Sociale werkvoorziening   30   2  
3663.2   32999       Vervaardiging van overige goederen n.e.g.   50   3.1  
           
37   38   -   VOORBEREIDING TOT RECYCLING          
372   383202   A0   Puinbrekerijen en -malerijen:          
372   383202   A1   - v.c. < 100.000 t/j   300   4.2  
372   383202   B   Rubberregeneratiebedrijven   300   4.2  
372   383202   C   Afvalscheidingsinstallaties   300   4.2  
           
40   35   -   PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER          
40   35   B0   bio-energieinstallaties electrisch vermogen < 50 MWe:          
40   35   B1   - covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen voedingsindustrie   100   3.2  
40   35   B2   - vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa   100   3.2  
40   35   C0   Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:          
40   35   C1   - < 10 MVA   30   2  
40   35   C2   - 10 - 100 MVA   50   3.1  
40   35   C3   - 100 - 200 MVA   100   3.2  
40   35   C4   - 200 - 1000 MVA   300   4.2  
40   35   D0   Gasdistributiebedrijven:          
40   35   D1   - gascompressorstations vermogen < 100 MW   300   4.2  
40   35   D5   - gasontvang- en -verdeelstations, cat. D   50   3.1  
40   35   E0   Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:          
40   35   E1   - stadsverwarming   100   3.2  
           
41   36   -   WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER          
41   36   A0   Waterwinning-/ bereiding- bedrijven:          
41   36   A2   - bereiding met chloorbleekloog e.d. of straling   50   3.1  
41   36   B0   Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:          
41   36   B1   - < 1 MW   30   2  
41   36   B2   - 1 - 15 MW   100   3.2  
41   36   B3   - >= 15 MW   300   4.2  
           
45   41, 42, 43   -   BOUWNIJVERHEID          
45   41, 42, 43   0   Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m²   100   3.2  
45   41, 42, 43   1   - bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m²   50   3.1  
45   41, 42, 43   2   Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m²   50   3.1  
45   41, 42, 43   3   - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m²   30   2  
           
50   45, 47   -   HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATIONS          
501   451       Groothandel in vrachtauto's (incl. import)   100   3.2  
5020.4   45204   A   Autoplaatwerkerijen   100   3.2  
5020.4   45204   C   Autospuitinrichtingen   50   3.1  
           
51   46   -   GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING          
5121   4621   0   Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders   50   3.1  
5121   4621   1   Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur of meer   300   4.2  
5122   4622       Grth in bloemen en planten   30   2  
5123   4623       Grth in levende dieren   100   3.2  
5124   4624       Grth in huiden, vellen en leder   50   3.1  
5125, 5131   46217, 4631       Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen   50   3.1  
5132, 5133   4632, 4633       Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën   50   3.1  
5134   4634       Grth in dranken   30   2  
5135   4635       Grth in tabaksprodukten   30   2  
5136   4636       Grth in suiker, chocolade en suikerwerk   30   2  
5137   4637       Grth in koffie, thee, cacao en specerijen   30   2  
5138, 5139   4638, 4639       Grth in overige voedings- en genotmiddelen   30   2  
514   464, 46733       Grth in overige consumentenartikelen   30   2  
5148.7   46499   0   Grth in vuurwerk en munitie:          
5148.7   46499   1   - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton   30   2  
5148.7   46499   2   - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton   50   3.1  
5148.7   46499   5   - munitie   30   2  
5151.1   46711   0   Grth in vaste brandstoffen:          
5151.1   46711   1   - klein, lokaal verzorgingsgebied   50   3.1  
5151.2   46712   0   Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen:          
5151.2   46712   1   - vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3   200   4.1  
5151.2   46712   3   - tot vloeistof verdichte gassen   300   4.2  
5151.3   46713       Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen)   100   3.2  
5152.1   46721   0   Grth in metaalertsen:          
5152.1   46721   1   - opslag opp. < 2.000 m2   300   4.2  
5152.2 /.3   46722, 46723       Grth in metalen en -halffabrikaten   100   3.2  
5153   4673   0   Grth in hout en bouwmaterialen:          
5153   4673   1   - algemeen: b.o. > 2000 m²   50   3.1  
5153   4673   2   - algemeen: b.o. <= 2000 m²   30   2  
5153.4   46735   4   zand en grind:          
5153.4   46735   5   - algemeen: b.o. > 200 m²   100   3.2  
5153.4   46735   6   - algemeen: b.o. <= 200 m²   30   2  
5154   4674   0   Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:          
5154   4674   1   - algemeen: b.o. > 2.000 m²   50   3.1  
5154   4674   2   - algemeen: b.o. < = 2.000 m²   30   2  
5155.1   46751       Grth in chemische produkten   100   3.2  
5155.2   46752       Grth in kunstmeststoffen   30   2  
5156   4676       Grth in overige intermediaire goederen   30   2  
5157   4677   0   Autosloperijen: b.o. > 1000 m²   100   3.2  
5157   4677   1   - autosloperijen: b.o. <= 1000 m²   50   3.1  
5157.2/3   4677   0   Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1000 m²   100   3.2  
5157.2/3   4677   1   - overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1000 m²   50   3.1  
518   466   0   Grth in machines en apparaten:          
518   466   1   - machines voor de bouwnijverheid   100   3.2  
518   466   2   - overige   50   3.1  
519   466, 469       Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.   30   2  
           
60   49   -   VERVOER OVER LAND          
6021.1   493       Bus-, tram- en metrostations en -remises   100   3.2  
6023   493       Touringcarbedrijven   100   3.2  
6024   494   0   Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m²   100   3.2  
6024   494   1   - Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m²   50   3.1  
603   495       Pomp- en compressorstations van pijpleidingen   30   2  
           
63   52   -   DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER          
6311.1   52241   0   Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. zeeschepen:          
6311.1   52241   2   - stukgoederen   300   4.2  
6311.1   52241   7   - tankercleaning   300   4.2  
6311.2   52242   0   Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart:          
6311.2   52241   1   - containers   300   4.2  
6311.2   52242   10   - tankercleaning   300   4.2  
6311.2   52242   2   - stukgoederen   100   3.2  
6311.2   52242   3   - ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. < 2.000 m²   300   4.2  
6311.2   52242   5   - granen of meelsoorten , v.c. < 500 t/u   300   4.2  
6311.2   52242   7   - steenkool, opslagopp. < 2.000 m2   300   4.2  
6312   52102, 52109   A   Distributiecentra, koelhuizen   50   3.1  
6312   52109   B   Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte)   30   2  
6321   5221   2   Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties)   100   3.2  
           
64   53   -   POST EN TELECOMMUNICATIE          
641   531, 532       Post- en koeriersdiensten   30   2  
642   61   A   Telecommunicatiebedrijven   10   1  
           
71   77   -   VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN          
712   7712, 7739       Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's)   50   3.1  
713   773       Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen   50   3.1  
714   772       Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g.   30   2  
           
72   62   -   COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE          
72   58, 63   B   Datacentra   30   2  
           
74   63, 69tm71, 73,74,77,78, 80tm82   -   OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING          
747   812       Reinigingsbedrijven voor gebouwen   50   3.1  
7481.3   74203       Foto- en filmontwikkelcentrales   30   2  
7484.3   82991       Veilingen voor landbouw- en visserijprodukten   200   4.1  
           
90   37, 38, 39   -   MILIEUDIENSTVERLENING          
9001   3700   A0   RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks:          
9001   3700   A1   - < 100.000 i.e.   200   4.1  
9001   3700   A2   - 100.000 - 300.000 i.e.   300   4.2  
9001   3700   B   rioolgemalen   30   2  
9002.1   381   A   Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d.   50   3.1  
9002.1   381   B   Gemeentewerven (afval-inzameldepots)   50   3.1  
9002.1   381   C   Vuiloverslagstations   300   4.2  
9002.2   382   A0   Afvalverwerkingsbedrijven:          
9002.2   382   A2   - kabelbranderijen   100   3.2  
9002.2   382   A4   - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen)   50   3.1  
9002.2   382   A5   - oplosmiddelterugwinning   100   3.2  
9002.2   382   A6   - afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW   300   4.2  
9002.2   382   A7   - verwerking fotochemisch en galvano-afval   30   2  
9002.2   382   B   Vuilstortplaatsen   300   4.2  
9002.2   382   C0   Composteerbedrijven:          
9002.2   382   C3   - belucht v.c. < 20.000 ton/jr   100   3.2  
9002.2   382   C4   - belucht v.c. > 20.000 ton/jr   200   4.1  
9002.2   382   C5   - GFT in gesloten gebouw   200   4.1  
           
93   96   -   OVERIGE DIENSTVERLENING          
9301.1   96011   A   Wasserijen en strijkinrichtingen   50   3.1  
9301.1   96011   B   Tapijtreinigingsbedrijven   50   3.1  
9301.2   96012       Chemische wasserijen en ververijen   30   2  
9301.3   96013   A   Wasverzendinrichtingen   30   2  

Verklaring van gebruikte afkortingen:

< kleiner dan d dag

> groter dan w week

= gelijk aan j jaar

cat. categorie B bodemverontreiniging

e.d. en dergelijke C continue

kl. klasse D divers

n.e.g. niet elders genoemd L luchtverontreiniging

o.c. opslagcapaciteit R risico (Besluit externe veiligheid inrichtingen mogeljk van toepassing )

p.c. productiecapaciteit V vuurwerkbesluit van toepassing

p.o. productieoppervlak G goederenvervoer

v.c. verwerkingscapaciteit P personenvervoer

u uur

Bijlage 2 Staat van Horeca-activiteiten

Staat van Horeca-activiteiten

Deze Staat van Horeca-activiteiten is van toepassing op alle gebieden in Almere, met uitzondering van de gebieden waar voor horeca de Staat van Bedrijfsactiviteiten- Functiemenging wordt toegepast.

  • Categorie 1 (ondergeschikte horeca)

een inrichting die gericht is op het verstrekken van dranken of etenswaren en die fungeert als aan een hoofdfunctie ondergeschikte nevenactiviteit, waarbij het vloeroppervlak niet meer dan 20% bedraagt van de hoofdfunctie.

  • Categorie 2 (logies of zaalaccommodatie)

een inrichting die geheel of in overwegende mate is gericht op het verstrekken van logies of zaalaccommodatie, al dan niet met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden of dranken voor gebruik ter plaatse, zoals een hotel, een pension, een bed & breakfast of vergader- en congresfaciliteiten.

  • Categorie 3 (lichte horeca)

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse worden genuttigd, zoals een restaurant, cafetaria/snackbar/afhaalrestaurant, lunchroom of koffie- of theehuis.

  • Categorie 4 (middelzware horeca)

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van (alcoholische) dranken voor consumptie ter plaatse, alsmede het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse worden genuttigd, zoals een café of eetcafé.

  • Categorie 5 (zware horeca)

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het bieden van vermaak en ontspanning door het bedrijfsmatig ten gehore brengen van muziek, het gelegenheid geven tot dansbeoefening en het verstrekken van dranken voor de consumptie ter plaatse, al dan niet met de verstrekking van etenswaren, zoals, een discotheek/bar-dancing/danscafé of een partycentrum.

Bijlage 4 Waarde - Archeologie 5

x.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 5' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor de bescherming van de aanwezige archeologische waarden in het gebied.


x.2 Bouwregels

Op de in lid 4.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de in dat lid genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd die voor aanvullend definitief
archeologisch onderzoek noodzakelijk zijn. Ten behoeve van samenvallende bestemmingen mogen geen bouwwerken worden gebouwd.


x.3 Afwijken van de bouwregels

  • a. Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het in lid 4.2 bedoelde verbod voor
    bouwwerken ten behoeve van de samenvallende bestemmingen.
  • b. Een omgevingsvergunning als bedoeld onder a zal alleen worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, is vastgesteld dat:
    • 1. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
    • 2. de archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad.
  • c. Aan de omgevingsvergunning als bedoeld onder a kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:
    • 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 3. de verplichting de oprichting van het bouwwerk te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
    • 4. de voorwaarden als bedoeld onder 1., 2. en 3. dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties en eisen.


x.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van
werkzaamheden

  • a. Het is verboden op of in de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 5', zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
    • 1. Het verlagen van de bodem, het uitvoeren van grondwerkzaamheden of het afgraven van gronden waarvoor geen ontgrondingsvergunning nodig is;
    • 2. het ophogen van de bodem met meer dan 50 cm;
    • 3. Het aanleggen van bos of boomgaard bestaande uit meer dan 10 bomen;
    • 4. het verlagen van het waterpeil;
    • 5. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverharding;
    • 6. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatie- of andere leidingen en daarmee verband houdende constructies;
    • 7. het graven, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren.
    • 8. Alle overige werkzaamheden die de archeologische waarden kunnen aantasten en die niet aan te merken zijn als het normale gebruik van het terrein
  • b. Het verbod als bedoeld in lid 4.4 onder a. is niet van toepassing op werken of werkzaamheden in het kader van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie.
  • c. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden zal alleen worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek, zoals gesteld in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie, is vastgesteld dat:
    • 1. de archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld;
    • 2. de archeologische waarden hierdoor niet worden geschaad.
  • d. Aan de vergunning kunnen de volgende voorwaarden worden gekoppeld:
    • 1. de verplichting tot het doen van opgravingen;
    • 2. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor de archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden;
    • 3. de verplichting de uitvoering van het werk c.q. de werkzaamheid te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
  • e. De voorwaarden als bedoeld onder 1., 2. en 3. dienen te voldoen aan de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie en aan door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties en eisen.


x.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat de bestemming 'Waarde - Archeologie 5' wordt verwijderd, indien het archeologisch waardevol terrein conform de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie voldoende is onderzocht door middel van een archeologische opgraving of begeleiding en de eventuele bodemvondsten elders zijn ondergebracht.