direct naar inhoud van 3.6 Cultuurhistorische waarden
Plan: Film-, Park-, Dans-, Verzetswijk en Lumièrepark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP2FHKNRS01-oh01

3.6 Cultuurhistorische waarden

Stedenbouwkundige waarden

In het plangebied is een aantal 'bijzondere' gebieden en/of complexen waar te nemen, die anders dan de reguliere gebieden, in de toekomst een waardevolle rol kunnen spelen als elementen in de bebouwde omgeving. Te denken valt dan aan het gebied van de NWR Bouw RAI 1992 in Filmwijk en het Zorgcentrum Polderburen in Parkwijk.

De NWR Bouw RAI 1992 is het begin geweest van de ontwikkeling van Stad Oost en is op een bijzondere manier tot stand gekomen. Het resultaat is niet alleen een gebied met een 'hoogstaand' architectuurgehalte maar ook een gebied waar bewoners met meer dan gemiddeld Almeerse tevredenheid wonen en zeer gehecht zijn aan hun wijk.

De buitenexpositie van de NWR Bouw RAI 1990 in Muziekwijk was een doorslaand succes, hetgeen tot een vervolg leidde in 1992 in de Filmwijk. Het bijzondere aan de wijk is dat opdrachtgevers en architecten aan de slag gingen zonder een stedenbouwkundige setting te kennen. Pas nadat de ontwerpen van de woningen, met als thema 'grensverleggend bouwen', bekend waren, zijn ze in het stedenbouwkundige plan ingepast. Dat stedenbouwkundige plan bestaat uit de (bekende) halve cirkel die enerzijds symbool staat voor de oude vestingstad en anderzijds voor de nieuwe openbaar vervoerstad: de bolle buitenrand, waar de hogere bebouwing is gelegen, verwijst naar de vestingmuur en het middelpunt, waar bushalte en gezondheidscentrum verwijzen naar het collectieve centrum, waar waag, kerk en kroeg stonden in de oude vestingstad. Door deze strenge geometrische vorm van het stedenbouwkundige plan wordt de grote diversiteit aan gebouwen tot een samenhangend geheel gesmeed. In de ontwikkeling van Almere kan dit gebied daarom als een historische stap gezien worden.

Het Zorgcentrum Polderburen is een interessant project in de ontwikkeling van de zorg in Almere. Een omvangrijk project, midden in het woongebied, nabij een buurtcentrum, met een eigen architectuur en plattegrond, waarin een grote gemeenschappelijke patio centraal in het complex is opgenomen. Aan de buitenzijde zijn rondom het gebouw de privé buitenruimtes geprojecteerd. En dit alles in een aansprekende architectuur.

Geografische waarden

Andere elementen van cultuurhistorische waarde zijn aan de randen net buiten het plan gelegen: het Weerwater en de Hoge Vaart. Het Weerwater is als zandwinput gegraven ten behoeve van de eerste zandopspuitingen van Almere Stad en is door zijn centrale ligging in Almere een beeldbepalende factor in het stedelijke gebied. De Hoge Vaart is bij de ontginning van Zuidelijk Flevoland gegraven ter ontwatering van het zuidelijk deel van die polder en is in het huidige stadsbeeld een ruimtelijke drager van de landschappelijke hoofdstructuur van het stedelijke gebied.

Archeologische waarden

In het plangebied zijn nog geen archeologische waarden bekend, omdat de ondergrond nog nooit is onderzocht op deze waarden. Archeologische waarden worden echter wel verwacht op grond van de aanwezigheid van hogere (bewoonbare) delen van het Pleistocene dekzandgebied. De verwachte archeologische waarden zijn aangegeven op de Archeologische Beleidskaart Almere (zie hieronder). In de Archeologie-verordening worden regels gegeven die het bestuur hanteert in de omgang met bekende en verwachte archeologische waarden die zijn aangegeven op de Archeologische Beleidskaart.

In het gehele grondgebied van Almere zijn tot april 2008 in totaal 155 steentijdvindplaatsen aangetroffen, waarvan er zeker 29 als behoudenswaardig aangemerkt zijn. Deze vindplaatsen dateren van ca. 10.500 voor Christus tot ca. 3.500 voor Christus.

Binnen de gemeente Almere bevinden zich 15 beschermde archeologische rijksmonumenten. Dit betreft vier vindplaatsen uit de Steentijd en elf scheepswrakken, de laatsten daterend van de vroege vijftiende eeuw tot eind 19e eeuw. De overige zes scheepswrakken zijn of worden planologisch beschermd. In het plangebied Stad Oost zijn geen bekende, (beschermde) vindplaatsen van scheepswrakken bekend. Net buiten het plangebied, ten zuidoosten van de Danswijk is de aanwezigheid van een wettelijk beschermd scheepswrak bekend (monumentnummer 12406; wrak 69, locatie Rijksweg A6/ Hoge Vaart).

Een lastig aspect van de archeologie is dat de meeste archeologische vindplaatsen nog niet ontdekt zijn, maar ergens in de ondergrond verborgen liggen. Om vast te stellen waar vindplaatsen zijn en of deze al dan niet behoudenswaardig zijn, is inventariserend archeologisch vooronderzoek nodig. Dit inventariserende onderzoek bestaat uit bureauonderzoek en veldwerk. Als regel geldt dat inventariserend archeologisch vooronderzoek in de Selectiegebieden, die zijn aangeduid op de Archeologische Kaart Almere (ABA) verplicht is waar plannen met bodemingrepen worden voorgenomen. Dus daar waar bijvoorbeeld gebouwd, geheid, gegraven, opgehoogd, geplaveid of ontwaterd gaat worden. Vooronderzoek is daarentegen niet verplicht buiten de Selectiegebieden en in delen van een plangebied waar de bestaande inrichting ongewijzigd gehandhaafd wordt, bijvoorbeeld een groenstrook die in de nieuwe inrichting behouden blijft. Inventariserend vooronderzoek is verder niet nodig als:

  • het projecten betreft met een oppervlakte kleiner dan 100 m2 in selectiegebieden;
  • het bodemingrepen betreft die niet dieper gaan dan 50 cm beneden het maaiveld;
  • het gaat om situaties waarvoor het college van burgemeester en wethouders nadere regels inzake (mogelijke) archeologische waarden heeft vastgesteld.