direct naar inhoud van Artikel 17 Wonen-1
Plan: Film-, Park-, Dans-, Verzetswijk en Lumièrepark
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP2FHKNRS01-oh01

Artikel 17 Wonen-1

17.1 Bestemmingsomschrijving

De gronden op de plankaart aangewezen voor Wonen-1 zijn bestemd voor:

  • a. wonen, al dan niet in combinatie met ruimte voor de uitoefening van aan-huis-verbonden beroepen en bedrijfsmatige activiteiten aan huis;
  • b. ter plaatse van de aanduiding "gemengd" tevens voor dienstverlening, maatschappelijke voorzieningen en bedrijven tot ten hoogste categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten of naar aard en invloed op de omgeving hiermee gelijk te stellen bedrijven, alsmede horeca I en detailhandel, uitsluitend op de begane grond;
  • c. ter plaatse van de aanduiding "maatschappelijk" tevens voor maatschappelijke voorzieningen, uitsluitend op de begane grond;
  • d. ter plaatse van de aanduiding "horeca" tevens voor horeca 1, uitsluitend op de begane grond;
  • e. ter plaatse van de aanduiding "garage" uitsluitend voor bij het wonen behorende garages en/of bergingen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding "onderdoorgang" tevens voor Verkeer-Verblijfsgebied;

met de daarbij behorende:

  • g. erven;
  • h. groenvoorzieningen en water;
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. toegangspaden, in- en uitritten;
  • k. overige functioneel met het wonen verbonden voorzieningen;

17.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de aanduidingen op de plankaart en de volgende regels:

Ten aanzien van gebouwen (hoofdgebouwen en erfbebouwing):

  • a. Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd:
    • 1. hoofdgebouwen;
    • 2. aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
    • 3. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • b. ter plaatse van de aanduiding "onderdoorgang" is uitsluitend bebouwing toegestaan in de vorm van een overbouwing;

Ten aanzien van hoofdgebouwen:

  • c. hoofdgebouwen mogen uitsluitend binnen het op de plankaart aangegeven bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat de op het moment van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan bestaande en het gehele bouwblok kenmerkende voorgevelritme (waaronder teruggelegen bouwdelen, nissen en overkapte bouwdelen) wordt gehandhaafd;
  • d. de op het moment van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan bestaande bouwhoogten, nok- en/of goothoogten, voorzover deze de architectonische hoofdvorm bepalen, dienen te worden gehandhaafd, met dien verstande dat:
    • 1. dakkapellen aan de voorkant (straatzijde) conform de Welstandsnota zijn toegestaan;
    • 2. overige dakkapellen voor zover vergunningvrij zijn toegestaan;
  • e. Het bouwvlak mag worden overschreden door tot het hoofdgebouw behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, erkers, serres, entreeportalen, veranda's, overstekken en afdaken en andere ondergeschikte delen van gebouwen, een en ander tot maximaal 1,5 meter, gemeten vanuit de voor-, zij- of achtergevel (voorzover erfbebouwing niet is toegestaan), zoals deze is vergund bij eerste oplevering van het betreffende hoofdgebouw.

Ten aanzien van erfbebouwing:

  • f. per bouwperceel - exclusief de gronden met de bestemming "Tuin" en de gronden gelegen binnen het bouwvlak - mag ten hoogste 50 % van het oppervlak worden bebouwd met erfbebouwing, tot een maximum van 60 m2, met dien verstande dat:
    • 1. in ieder geval 20 m2 is toegestaan;
    • 2. als bedoelde gronden meer dan 600 m2 bedragen, een maximum geldt van 10%;
    • 3. erfbebouwing op grotere afstand dan 4 m vanaf de oorspronkelijke achtergevel of zijgevel (bij hoeksituaties) van het hoofdgebouw ook functioneel ondergeschikt is aan het hoofdgebouw;
  • g. de afstand van erfbebouwing tot de voorgevelrooilijn bedraagt minimaal 1 m;
  • h. de bouwhoogte van erfbebouwing tot 4 meter vanaf de oorspronkelijke achtergevel of zijgevel (bij hoeksituaties) van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 0,30 m boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, kelders en onderbouwen daaronder niet begrepen, een en ander tot een maximum hoogte van 4 m;
  • i. de bouwhoogte van erfbebouwing op grotere afstand dan 4 vanaf de oorspronkelijke achtergevel of zijgevel (bij hoeksituaties) van het hoofdgebouw mag niet meer bedragen dan 3 m;

Ten aanzien van bouwwerken geen gebouwen zijnde:

  • j. voor bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, geldt dat zijn toegestaan:
    • 1. erf- en terreinafscheidingen, waarvan de hoogte maximaal 2 m mag bedragen;
    • 2. erf- en terreinafscheidingen, welke integraal onderdeel uitmaken van een oorspronkelijk architectonische ontwerp van een project, waarvan de hoogte maximaal 3 m mag bedragen;
    • 3. tuinmeubilair, waarvan de hoogte maximaal 3 m mag bedragen;
    • 4. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waarvan de hoogte maximaal 3 m mag bedragen.

17.3 Afwijken van de bouwregels
  • a. Afwijken voor uitbreiding hoofdgebouw

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 2 sub c en d, ten behoeve van uitbreidingen van het hoofdgebouw (inclusief aan - en uitbouwen) binnen het bouwvlak, mits:

  • 1. de uitbreiding geen onevenredige afbreuk doet aan de bestaande stedenbouwkundige karakteristiek;
  • 2. de uitbreiding de aanwezige privacy van aangrenzende percelen voldoende waarborgt;
  • 3. de uitbreiding geen onevenredige toename van schaduwwerking voor aansluitende of tegenover gelegen percelen oplevert;
  • 4. met de uitbreiding de ten tijde van de inwerkingtreding van dit bestemmingsplan bestaande bouwhoogte, nok- en/of goothoogte voor ieder deel van het hoofdgebouw met niet meer dan 3 meter wordt verhoogd;
  • 5. de op de plankaart voor het betreffende bouwvlak (of deel daarvan) aangegeven maximale bouwhoogte niet wordt overschreden;
  • 6. de geluidsbelasting op de gevel als gevolg van weg- en railverkeer niet meer bedraagt dan de geldende voorkeursgrenswaarden voor geluidsgevoelige objecten volgens de Wet geluidhinder dan wel een conform deze wet reeds op basis van het voorgaande bestemmingsplan verleende hogere grenswaarde,

met dien verstande dat deze afwijkingsbevoegdheid ook in combinatie met de afwijkingsbevoegdheid onder c mag worden toegepast.

  • b. Afwijken van maximale bouwhoogte op de plankaart

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 2 sub c en d, ten behoeve van uitbreidingen van het hoofdgebouw (inclusief aan - en uitbouwen) binnen het bouwvlak, waarbij de op de plankaart aangegeven maximale bouwhoogte wordt overschreden, mits:

  • 1. de uitbreiding geen onevenredige afbreuk doet aan de bestaande stedenbouwkundige karakteristiek;
  • 2. de uitbreiding de aanwezige privacy van aangrenzende percelen voldoende waarborgt;
  • 3. de uitbreiding geen onevenredige toename van schaduwwerking voor aansluitende of tegenover gelegen percelen oplevert;
  • 4. met de uitbreiding de ten tijde van die inwerkingtreding bestaande bouwhoogte, nok- en/of goothoogte voor ieder deel van het hoofdgebouw met niet meer dan 3 meter wordt verhoogd;
  • 5. de geluidsbelasting op de gevel als gevolg van weg- en railverkeer niet meer bedraagt dan de geldende voorkeursgrenswaarden voor geluidsgevoelige objecten volgens de Wet geluidhinder dan wel een conform deze wet reeds op basis van het voorgaande bestemmingsplan verleende hogere grenswaarde,

met dien verstande dat deze afwijkingsbevoegdheid ook in combinatie met de afwijkingsbevoegdheid onder c mag worden toegepast.

  • c. Afwijken voor uitbreiding zijgevel hoofdgebouw

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 2 sub c, ten behoeve van het uitbreiden van het hoofdgebouw buiten het bouwvlak in zijwaartse richting, mits:

  • 1. de uitbreiding geen onevenredige afbreuk doet aan de bestaande stedenbouwkundige karakteristiek;
  • 2. de uitbreiding de aanwezige privacy van aangrenzende percelen voldoende waarborgt;
  • 3. de uitbreiding geen onevenredige toename van schaduwwerking voor aansluitende of tegenover gelegen percelen oplevert;
  • 4. de op de plankaart voor het betreffende bouwvlak (of deel daarvan) aangegeven bouwhoogte niet wordt overschreden, met dien verstande dat deze ontheffingsbevoegdheid ook in combinatie met de ontheffingsbevoegdheid onder b mag worden toegepast;
  • 5. de uitbreiding voorts uitsluitend is toegestaan:
    • a. op tenminste 1 meter achter het verlengde van de bestaande voorgevel;
    • b. tot maximaal 4 m gemeten vanuit de oorspronkelijke zijgevel;
    • c. tot aan het verlengde van de achtergevel;
  • 6. geluidsbelasting op de gevel als gevolg van weg- en railverkeer niet meer bedraagt dan de geldende voorkeursgrenswaarden voor geluidsgevoelige objecten volgens de Wet geluidhinder dan wel een conform deze wet reeds op basis van het voorgaande bestemmingsplan verleende hogere grenswaarde.

  • d. Afwijken voor realisering dakterras

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 2 sub h, ten behoeve van realisering van een dakterras op aan het hoofdgebouw gebouwde erfbebouwing, mits:

  • 1. de realisering van het dakterras de aanwezige privacy van aangrenzende of tegenover gelegen percelen voldoende waarborgt;
  • 2. realisering van het dakterras geen onevenredige toename van schaduwwerking voor aangrenzende of tegenover gelegen percelen oplevert;
  • 3. een afschermende constructie van het dakterras in ieder geval niet hoger mag zijn dan 1.80 m, gemeten vanaf het dak van de erfbebouwing.

  • e. Afwijken voor bouwhoogte erfbebouwing

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 2 ten aanzien van de maximale bouwhoogte van erfbebouwing, mits:

  • 1. de maximale bouwhoogte niet meer dan 5,5 m mag bedragen en tevens niet hoger mag zijn dan de bouwhoogte van het hoofdgebouw;
  • 2. bij afwijking van lid 2 sub i de goothoogte niet meer mag bedragen dan 3 m;
  • 3. de afwijking de aanwezige privacy van aangrenzende percelen voldoende waarborgt;
  • 4. de afwijking geen onevenredige toename van schaduwwerking voor aansluitende of tegenover gelegen percelen oplevert;
  • 5. de afwijking geen onevenredige afbreuk doet aan de bestaande stedenbouwkundige karakteristiek.

17.4 Ontheffing Staat van bedrijfsactiviteiten

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 1 teneinde bedrijven toe te laten die voorkomen in één categorie hoger dan algemeen toelaatbaar, indien en voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan worden te behoren tot de algemeen toelaatbare categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten.

17.5 Specifieke gebruiksregels

Het gebruik van ruimten in het hoofdgebouw en erfbebouwing ten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. tot 50% van het gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en erfbebouwing mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
  • b. het gebruik leidt niet tot ernstige hinder voor het woonmilieu c.q. doet afbreuk aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
  • c. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • d. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • e. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van ruimten voor bed&breakfast;
  • f. er wordt geen detailhandel uitgeoefend met uitzondering van ondergeschikte detailhandel;
  • g. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
  • h. een kinderdagverblijf, catering, seksinrichting en munitie -en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.

17.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd deze bestemming, voor zover aangeduid als Wro-wijzigingsgebied 1, te wijzigen in de bestemming Gemengd-1, mits kan worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. ten behoeve van het bedrijf of de voorziening kan worden gezorgd voor voldoende parkeergelegenheid;
  • b. de bestemmingswijziging heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • c. per wijk-/buurtcentrum mogen maximaal 10 percelen, gelegen binnen de betreffende wijzigingszones, worden gewijzigd;
  • d. de oppervlakte per bedrijfsvestiging of voorziening mag niet meer bedragen dan 150 m2 b.v.o.