direct naar inhoud van 4.3 Gemeente
Plan: Grote Markt, Almere Stad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP2A06-vg01

4.3 Gemeente

Structuurplan Almere 2010 (2003)

Met dit structuurplan zijn de hoofdlijnen van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van Almere tot 2010 weergegeven. Tevens wordt een doorkijk geboden tot 2030.

Centraal staat de afronding van de oorspronkelijke opgave van Almere als een volwaardige en evenwichtige stad met 250.000 inwoners (met nieuwe stadsdelen zoals Almere Poort, Almere Hout en Almere Pampus (binnendijks, inclusief kustzone). De kwaliteitsimpuls voor de oorspronkelijke opgave leidt tot vier extra opgaven die betrekking hebben op de verbetering van het raamwerk van groen en water, en van infrastructuur. Dit zijn:

  • 1. kwaliteitsverbetering groenstructuur;
  • 2. betere benutting water;
  • 3. inhaalslag externe bereikbaarheid;
  • 4. verbetering interne bereikbaarheid;

Verder zijn er de vijf extra opgaven die de verschillende stedelijke milieus betreffen:

  • 5. verdere uitbreiding en verdieping voorzieningenaanbod;
  • 6. meer verscheidenheid in woningen en woonmilieus;
  • 7. actief beheer bestaand stedelijk gebied;
  • 8. kwalitatieve werkgelegenheidsimpuls;
  • 9. ruimte voor startende en groeiende ondernemingen.

Het structuurplan gaat uit van een westelijke oriëntatie voor Almere. Opgenomen is dat er wordt gewerkt aan de ontwikkeling van Almere Poort en aan het planvormingsproces voor het binnendijkse deel van Almere Pampus (inclusief kustzone). Tevens wordt er gewerkt aan Overgooi. Voor Almere Hout is er in het structuurplan in de periode tot 2010 een rol weggelegd in het kader van de kwaliteitsverbetering van de stad als geheel. De ontwikkeling van het westelijke deel van Almere Hout is opgevoerd in het kader van de extra opgaven om in Almere meer verscheidenheid in woon- en werkmilieus te bewerkstelligen. Hier komen, naast suburbane wijken, zogenaamde woon- werklandschappen.

Het Structuurplan Almere 2010 vervangt het structuurplan uit 1983 en de recenter vastgestelde structuurplannen voor Overgooi (juli 1999), Almere Poort (december 1999) en Almere Hout (mei 2001). De ruimtelijke hoofdstructuur die in deze structuurplannen voor deelgebieden is vastgelegd, is in het structuurplan overgenomen.

Nota Woonbeleid "Almere gemaakt om in te wonen" (2002)

Het beleid ten aanzien van wonen is geformuleerd in de nota 'Almere, gemaakt om in te wonen' (2002). Deze nota is tot stand gekomen naar aanleiding van het verschijnen van de Nota Wonen en de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening van het Rijk. De nota heeft een drietal doelstellingen:

  • Het bieden van keuzevrijheid voor mensen met lage inkomens en het bouwen voor kwetsbare doelgroepen zoals, ouderen, jongeren, allochtonen en gehandicapten. Almere wil de woonconsument een ruime keuze aan woonmilieus bieden. Het aanbieden van woonmilieus met karakter kan zorgen voor een grotere betrokkenheid van de bewoners bij hun woonomgeving. Het bieden van een ruime keuze is noodzakelijk om tegemoet te komen aan de diverse vraag naar woningen en woonmilieus.
  • Het bevorderen van productontwikkeling op het terrein van flexibel bouwen en waar mogelijk het bevorderen van keuzevrijheid en particulier opdrachtgeverschap.
  • Herstructurering en herpositionering van de bestaande stad: stedelijke vernieuwing.

Kaderplan Bestaande Stad (2004)

De gemeente geeft met dit plan haar visie op de gewenste ontwikkeling van de bestaande stad. De eerste wijken zijn al weer 30 jaar oud en vragen om meer aandacht dan alleen het onderhoud. Woonwijken, groengebieden en werkgebieden vragen om aanpassing aan de eisen van de tijd maar ook neemt de bestaande stad nog steeds in omvang toe.

Dit Kaderplan is een integraal plan en geeft de prioriteiten voor beheer en vernieuwing tot 2015 en beschrijft daarin de bijdrage van de gemeente in samenwerking met andere partijen. Het Kaderplan is daarbij geen blauwdruk maar een leidraad. De doelstellingen uit het Structuurplan (september 2003) en de Sociale Structuurschets (jan. 2004) worden hierin uitgewerkt.

Met het vaststellen van het kaderplan wordt aangegeven:

Voor de verbindende koers:

  • De kwaliteitspijlers als leidend uitgangspunt te kiezen voor alle kleinere en grotere ingrepen in de bestaande stad (diversiteit waarborgen en bevorderen, vergroten (beeld-)kwaliteit, en meer ruimte voor eigen initiatief, creativiteit en eigen verantwoordelijkheid).
  • Bewoners en instellingen meer de ruimte te willen geven, en tegelijkertijd meer te willen  aanspreken op de eigen verantwoordelijkheid; daar andere vormen van verantwoording afleggen en samenwerking voor te gaan zoeken.

Voor de differentiatie van woonmilieus:

  • De komende periode concreet vorm te geven aan gedifferentieerde woonmilieus in de stad.
  • Een strategie met daarbij een actieve sturing met name in de centrumranden en gericht op meer woonfunctie in het stadscentrum.
  • Meerwaarde diversiteit door zorg te dragen voor het behouden en vernieuwen van ontmoetingsplekken.
  • Wat huisvesting betreft vooral de doelgroepen jongeren en ouderen c.q. één- en tweepersoonshuishoudens meer te bedienen in de bestaande stad, door omvorming en nieuwbouw. Vooral in het centrum, de centrumranden, en de stadsdeelcentra.
  • Een aantal gebieden de komende periode kleinschalig te vernieuwen, herstructureren of transformeren.
  • Ruimte geven om te variëren met de omvang van sociale woningvoorraad in de bestaande stad in relatie tot de nieuwe stad.

Voor de verlevendiging van een aantal wijken:

  • Voorkeur geven aan sociaal levendige wijken, met voorrang aan 'kwetsbare' buurten.
  • Ervoor zorgen dat de kleine (startende) ondernemer een geschikte bedrijfsruimte kan vinden in de bestaande stad.

Voor de ruimtelijke door ontwikkeling:

  • Actief te zoeken naar meer ontwikkelingsruimte voor voorzieningen, wonen en werken in de stad.
  • De bereikbaarheid van het stadscentrum op korte termijn te onderzoeken en de capaciteit van de dreven te onderzoeken. Tevens de effecten van spoorverdubbeling en mogelijke oplossingen in beeld te brengen.

Voor de slag van ambities naar uitvoering:

  • De stadsdeelvisies van Almere Haven, Almere Buiten Almere Stad Oost en West te hanteren als kader voor de uitvoeringsprogramma's van de stadsdelen. In de stadsdeelvisies is een concretisering naar gebieden en wijken uitgewerkt.

Programmaplan Almere Stad (2007)

In vervolg op het Kaderplan Bestaande Stad heeft de raad de stadsdeelvisie voor Almere Stad vastgesteld. De gemeente Almere heeft deze stadsdeelvisie vertaald naar een gebiedsgerichte programmaplan. Met de externe partners en gemeentelijke diensten zijn hoofddoelen en opgaven voor het stadsdeel mede op basis van sociale- economische en ruimtelijke analyses geformuleerd en uitgewerkt in projecten en acties. Daarbij heeft een integratie plaatsgevonden van de werkplannen van de partners en gemeentelijke diensten.

  • Een populair en bruisend stadscentrum

Focus: voorzieningen, functionaliteit en veiligheid

  • Vergroten stedelijke dynamiek van Almere Stad

Focus: samenhang en identiteit

  • Verbeteren leefbaarheid aandachtswijk: Stedenwijk

Focus: Integrale wijkaanpak 2006 – 2009

  • Potentie van groen en blauw benutten

Focus: Weerwater en stadsparken

  • Versterken vitaliteit woonwijken en bedrijfsterreinen

Focus: leefbaarheid en voorzieningenstructuur

In 2009 heeft de raad het Programmaplan "Almere centrum: Stadscentrum van nu, morgen en de toekomst". Hierin zijn een drietal ambities neergelegd:

  • comfortabel, compleet en sfeervol stadscentrum voor haar inwoners

focus: goede bereikbaarheid, ruimte voor ondernemerschap, schoon en veilig, een aantrekkelijk en gevarieerd programma op het gebied van cultuur, evenementen, shopping en uitgaan, aantrekkelijke pleinen, een goede openbare ruimte, diversiteit in voorzieningen en voldoende aanbod horeca, een eigen karakter en charme verschillende locaties in het centrum, aantrekkelijk woonmilieu.

  • Stadcentrum is een sterke eigenzinnige speler in regionaal netwerk.

Focus: een beter en gevarieerder aanbod van grootstedelijke voorzieningen met een regionale uitstraling door ontwikkeling van breed hoger onderwijs, ontwikkeling breed aanbod cultuur, versterking grootstedelijke publieke functies, ontwikkeling zakencentrum, ruimte voor inovatieve retailconcepten, synergie tussen voorzieningen, aantrekken meer bezoekers en een betere aansluiting van het cenytrum op landelijk en regionaal netwerk (infrastructuur)

  • Stadscentrum van nu, morgen en de toekomst.

focus: Stadscentrum = waterhart (Weerwater), stadscentrum is vestigingsplaats voor (kennis)instituten voor architectuur, New Town en duurzaamheid, innovatieve architectuur en stedenbouw is visitekaartje voor centrum.

Welstandsnota Almere (2007)

De Woningwet (art. 12a) bepaalt dat het gemeentelijk welstandsbeleid moet worden vastgelegd in een welstandsnota die door de gemeenteraad moet worden vastgesteld. In de welstandsnota zijn criteria opgenomen waaraan bouwplannen worden getoetst. Deze bouwplannen dienen te voldoen aan de 'redelijke eisen van welstand'. Door middel van de Welstandsnota krijgen planindieners, burgers, ondernemers, professionele opdrachtgevers en ontwerpers per gebied vooraf inzicht in de welstandscriteria waarop het plan getoetst wordt.

In de Welstandsnota worden voor de verschillende gebieden in Almere vier welstandsniveaus onderscheiden:

  • Welstandsvrij;
  • Basistoets, in Almere is dit geldend voor 80% van het gemeentelijk grondgebied. Uitgangspunt is een basiskwaliteit van bebouwing, openbare ruimte en buitengebieden;
  • Basis plus toets: specifieke toets met extra criteria vanwege bijzondere ruimtelijke kenmerken, kwaliteit of ambitie.
  • Uitgebreide welstandstoets, geldend voor de meeste openbare delen van de stad waar een hoog kwaliteits- en ambitieniveau geldt.

Tevens zijn vier typen welstandscriteria opgesteld in het kader van de welstandsbeoordeling:

  • Loketcriteria: bouwwerken vallend onder de lichte bouwvergunningsprocedure. De loketcriteria worden, namens B&W, door een ambtenaar getoetst;
  • Genrecriteria: Toets door de welstandscommissie aan de hand van een onderverdeling in genres: soorten of typen woon- en werkgebouwen;
  • Gebiedsspecifieke criteria: Toets door de welstandscommissie en alleen van toepassing op een specifiek gebied;
  • Algemene criteria: gericht op architectonisch ontwerp. Toets door welstandscommissie indien bouwplan niet aan loketcriteria voldoet en bij reguliere bouwvergunningsplichtige bouwplannen.

Meerjarenplan Startershuisvesting (2004)

Het is de uitdrukkelijke wens van de gemeenteraad om kleine, zelfstandige en goedkope woningen voor jongeren te bouwen. De aanpak hiervan is beschreven in het meerjarenplan startershuisvesting. In 2004 zijn de eerste 200 (tijdelijke) starterswoningen in Almere Buiten, Stad en Haven opgeleverd. Met het meerjarenplan wil het college ervoor zorgen dat ook in de komende jaren starterswoningen worden gebouwd.

Prostitutiebeleid Almere (2000)

In deze nota wordt het beleid ten aanzien van seksinrichtingen, escortbureaus en sekswinkels vastgelegd in beleidsregels. Prostitutie wordt uitgesloten in woonwijken. In centrumgebieden en op bedrijventerreinen wordt prostitutie onder bepaalde voorwaarden mogelijk gemaakt. Deze voorwaarden staan vermeld in deze nota. In 2004 is een Parapluplan prostitutiebeleid opgesteld voor alle bestemmingsplannen.

Voor de aanwezige sexwinkel geldt, dat deze aan te merken is als detailhandel en derhalve niet gebonden is aan dit beleid. Het gaat namelijk om detailhandel bij sexinrichtingen (dus samen met privé-cabines of dergelijke).

Beleidsregel vestiging koffieshops Almere (2005)

De Beleidsregel vestiging koffieshops Almere 2005 bevat de uitgangspunten en criteria die worden gehanteerd bij de behandeling van de (aanvragen voor) vestiging van koffieshops in Almere. Uitgangspunt van het koffieshopbeleid is het bevorderen van de scheiding van markten van soft- en harddrugs op grond van een evenwichtig (volksgezondheidsmotief) en beheersbaar aantal (openbare orde motief) gecontroleerde verkooppunten. Op basis van dit uitgangspunt zijn onder andere de volgende criteria van toepassing:

  • In de gemeente Almere geldt een maximum van vier koffieshops;
  • In de stadskern Almere Stad kunnen er maximaal twee komen en in de stadkernen Almere Haven en Almere Buiten ieder één;
  • Een koffieshop dient te zijn gelegen in of nabij het centrum van de desbetreffende stadskern.

Cafe de Lounge is aangemerkt als koffieshop en is overeenkomstig het beleid gevestigd.

Beleidsplan verkeersveiligheid 1998-2003 (1997)

Het beleid inzake verkeersveiligheid is opgenomen in het Verkeersveiligheidsplan Gemeente Almere, Technische rapportage en in het Beleidsplan Verkeersveiligheid 1998-2003. In het beleidsplan wordt aangegeven vanuit welke visie en met welke doeleinden aan de verbetering van de verkeersveiligheid gewerkt gaat worden. De technische rapportage geldt als basis voor het Beleidsplan. Het bevat een inventarisatie van doel- en taakstellingen op zowel landelijk als provinciaal niveau en een inventarisatie en analyse van ongevalgegevens. Verder is er een toetsing van de huidige wegenstructuur opgenomen aan de uitgangspunten van het Duurzaam Veilig beleid. Tot slot worden maatregelen en activiteiten voor het terugdringen van de verkeersonveiligheid aangegeven op het gebied van infrastructuur, educatie, voorlichting, handhaving en organisatie.

De hoofdlijnen van beleid bestaan uit:

  • het continueren van de gescheiden verkeersstelsels, scheiding van langzaam en autoverkeer en het vrije busbaanstelstel met zijn eigen beveiliging;
  • aanwijzen van de woon-/verblijfsgebieden tot 30 km/u-zones;
  • de snelheidslimiet op de lokale dreven vasthouden op 50 km/u;
  • uitvoeren van een pakket aan maatregelen m.n. op de dreven, busbaankruisingen en fietsroutes teneinde de veiligheid te verbeteren;
  • intensiveren van verkeerseducatie, -voorlichting en -handhaving.

Het plangebied valt in zijn geheel binnen een 30 km/u zone.

Parkeernormen voor woningen (2001)

De geldende parkeernormen in Almere zijn in 2001 opnieuw tegen het licht gehouden. De in het verleden vastgestelde parkeernorm van 1,25 parkeerplaats per woning leek niet meer te voldoen. De nieuwe parkeernorm is vastgesteld op gemiddeld 1,5 parkeerplaats per nieuw te bouwen eengezinswoning. In dit geval gaat het al om bestaand stedelijk gebied. De nieuwe parkeernorm wordt hier niet gebruikt.

Fietsbeleidsplan 2000 "Pak de fiets" (2000)

Het fietsbeleidsplan Almere geeft aan welk (brom)fietsbeleid de gemeente Almere nastreeft. Naar aanleiding van een analyse van het fietsgebruik in Almere zijn de volgende doelstellingen voor het Almeerse fietsbeleid geformuleerd:

  • Fietsvoorzieningen op peil brengen en houden;
  • Minimalisering van de verplaatsingsafstand door wonen, werken, winkelen, naar school gaan en recreëren zo dicht mogelijk bij elkaar te situeren;
  • De reistijdverhouding auto-fiets zo gunstig mogelijk voor de fiets te laten zijn;
  • Kostenverhouding autogebruik-fietsgebruik zo gunstig mogelijk laten zijn;
  • Verbeteren van de combinatie fiets-openbaar vervoer, waardoor het openbaar vervoer op de langere afstand een beter alternatief voor de auto wordt;
  • Verbetering van de kwaliteit van het fietspadennetwerk, onder meer door de meest intensief bereden routes te onderscheiden en deze een extra kwaliteitsimpuls te geven;
  • De verbindingen tussen de stadsdelen verbeteren, door onder meer de fietsroutes sociaal veiliger te maken;
  • Goede, tegen diefstal beveiligde, fietsenstallingen bij de winkelcentra, de recreatievoorzieningen en de knooppunten van openbaar vervoer;
  • Door communicatie het fietsen een beter imago te geven.

Doel van de gemeente is om het huidige gebruik van de fiets ten opzichte van andere middelen van vervoer, gelijk te houden. Bij de herinrichting van het plein wordt ook gekeken naar een nette parkeeroplossing voor fietsers. De dichtsbijzijnde stalling is 250 meter verwijderd.

Economisch Actieplan Almere (Groei in goede banen) (2007)

In het Economisch Actieplan zijn vier pijlers van het economisch beleid geformuleerd:

  • Ontwikkeling kansrijke marktsegmenten: actiever de markt benaderen gericht op bedrijven die de structuur van Almere versterken;
  • Beter benutten bestaande bedrijvigheid: actief relatiemanagement gericht op branches en belangrijke individuele bedrijven en gericht op een ondernemersvriendelijk vestigingsklimaat;
  • Kwaliteit van dienstverlening: doelgericht omgaan met bepalingen bij nieuwe gebiedsontwikkeling en bij herziening van bestemmingsplannen en in ondernemerscontacten transparant en facilitair zijn.
  • Verbeteren van het vestigingsklimaat: voldoende aanbod van aantrekkelijke vestigingslocaties voor de verschillende doelgroepen van bedrijvigheid in voorraad hebben. Hiertoe zal een ruimtelijke structuurvisie en een ontwikkelingsperspectief worden opgesteld voor bedrijfslocaties in Almere tot 2020/2030.

In het Actieplan wordt nader omschreven wat en op welke wijze er in dit kader zal worden uitgevoerd. Om tot selectie van kansrijke marktsegmenten te komen en de marktbenadering hiervan worden marktsegmentplannen opgesteld, als eerste voor de segmenten Zorg, Onderwijs, Vrijetijdssector, Starters en doorstarters, Retail/funshoppen, Fashion & Design, Zakelijk Dienstverlening, Back office kantoren, Callcenters, ICT en Logistiek.

Bij ontwikkeling en herziening van bestemmingsplannen wordt nagestreefd nieuwe ontwikkelingen te faciliteren, waar mogelijk regels minder gedetailleerd op te nemen en terughoudend te zijn bij het bepalen van bouwhoogtes, dakhellingen, functiemenging, rooilijnen en beperkingen in gebruik.

Het verbeteren van het vestigingsklimaat is in eerste instantie gericht op het ontwikkelen van voldoende uitgeefbaar aanbod van bedrijventerreinen en kantorenlocaties. Ook het versterken van het emotionele vestigingsklimaat krijgt aandacht via een actieve marketingbenadering op basis van de marktsegmentplannen. Verder blijven flankerende beleidsvelden van belang, zoals het woonklimaat, voorzieningen, infrastructuur, arbeidsmarkt en startersbeleid.

Kantoren en ander dienstverleners kunnen zich blijven vestigen aan de Grote Markt. Dit past binnen het consoliderend karakter van het plein.

Kantorenmarktstrategie (2004)

In de Kantorenmarktstrategie wordt in beeld gebracht welke typen kantorenlocaties waar in Almere voor welke marktsegmenten dienen te worden gerealiseerd om de werkgelegenheid te optimaliseren voor de periode tot 2010 en met een doorkijk tot 2030. De nota bevat een analyse van de ontwikkelingen van de kantorenmarkt in Almere en een prognose van de kwantitatieve en kwalitatieve vraag. Verder is een beschrijving van de verschillende typen van kantoormilieus opgenomen, tevens vertaald naar kantorenlocaties in Almere. Op basis hiervan wordt de kantorenvisie en –strategie van Almere beschreven. Opgenomen is welke locaties in welke omvang in de periode tot 2010, 2010-2020 en 2020-2030 zullen worden ontwikkeld en als uitgeefbaar aanbod op de markt worden gebracht.

De belangrijkste conclusies zijn dat voor de korte (2015) en de lange termijn (2030) in principe voldoende harde en zachte plancapaciteit in Almere voorhanden is, ook in geval van een schaalsprong tot 400.000 inwoners. Bovendien is de groei van de Almeerse kantorenmarkt vooralsnog overwegend bevolkingsgerelateerd. Een regionale rol van betekenis zal pas in de loop der jaren bereikt worden. Verder zijn de mogelijkheden van de gemeente om de kantorenmarkt te sturen beperkt maar desondanks kan de Almeerse kantorenmarkt actief gestimuleerd worden door een gerichte en gedoseerde aanbodstrategie. Over vraag en aanbod van kantorenplannen vindt in regionaal verband afstemming plaats.

De Grote Markt is niet een hoofdspeler in de kantorenmarkt, maar neemt daarin wel een bijzondere positie in vanwegede de locatie. Het gebied ten noorden van het centraal station is aangewezen als vestigingslocatie voor kantoren.

Detailhandel in Almere, ruimte en diversiteit in winkelgebieden 2005-2010 (2004)

De Nota Detailhandel in Almere bevat het beleid over de detailhandelsstructuur in Almere en de ontwikkeling van de winkelgebieden tot 2010. De detailhandelstructuur van Almere bestaat uit een sterk stadshart, gericht op recreatief winkelen en vrije tijdsbesteding, sterke stadsdeelcentra in Almere Haven, Almere Buiten en een nieuw te ontwikkelen stadsdeelcentrum in Almere Poort (ontwikkeling in Almere Hout vindt plaats na 2010). Verder bevat de detailhandelstructuur enkele locaties voor perifere en grootschalig-thematische detailhandel (PDV-GDV). In de wijken zijn er wijk- en buurtwinkelcentra en is er beperkt verspreide detailhandel mogelijk. Ook is vestigingbeleid voor de ambulante handel, warenmarkten, themamarkten, vaste standplaatsen, vliegende winkels e.d. geformuleerd. Tenslotte is er beleid opgenomen voor detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit op bedrijfsterreinen en voor traffic-aanbod mogelijk op drukbezochte locaties, gericht op passanten, zoals bij NS-stations, tankstations en dergelijke.

Belangrijke uitgangspunten van beleid zijn een evenwichtige structuur, balans in vraag en aanbod, en vestiging van detailhandel in of aansluitend aan de winkelgebieden (of in harde plannen voor uitbreiding van winkelgebieden). Als vestiging in of aansluitend aan deze winkelgebieden niet mogelijk blijkt, kunnen locaties elders in het verstedelijkte gebied in aanmerking komen. Per geval zal nadere besluitvorming plaatsvinden.

Voor zowel PDV en GDV is vestigingsbeleid bepaald, onder andere het bevorderen van concentratie en clustering. Daarbij zijn locaties aangewezen waar vestiging van PDV en GDV mogelijk is buiten de reguliere winkelgebieden.

De stadsdeelcentra hebben een stadsdeelverzorgende functie. Het winkelaanbod betreft er een compleet aanbod van dagelijkse artikelen en winkelvoorzieningen gericht op frequent niet-dagelijkse aankopen. In de stadsdeelcentra is onder gestelde randvoorwaarden vestiging van een grootschalige supermarkt mogelijk.

Voor vestiging van nieuwe winkelvoorzieningen, die wel gewenst zijn maar niet passen binnen een geldend bestemmingsplan, kan een ontheffingsprocedure worden toegepast. Voor grotere vestigingen en winkelplannen is er ten behoeve van de ruimtelijke onderbouwing een toetsingskader opgesteld om inzicht te verkrijgen in de toegevoegde waarde aan de detailhandelstructuur, de ruimtelijke inpassingsmogelijkheden en de gevolgen voor de bestaande detailhandel.

De Grote Markt is ook voor de detailhandel een vestigingslocatie. Voor de afwisseling van het plein draagt detailhandel bij aan een gevarieerd functiegebruik.

Horecanota Almere (2000)

De horeca heeft als branche te maken met vele regelingen en beleidsmaatregelen die de gemeente Almere behartigt. Omwille van een eenduidig overzicht en toegankelijk beleid is een nota opgesteld die dit in een meer integraal kader plaatst.

De horecanota bevat in hoofdzaak een 'foto' van het bestaande gemeentelijke horecabeleid anno 2000. Deze 'foto' is in overleg met diverse in- en externe betrokkenen gemaakt. De horeca heeft als branche te maken met vele regelingen en beleidsmaatregelen die de gemeente Almere behartigt.

Wat betreft ruimtelijk beleid is aangegeven dat ten behoeve van de bestemmingsplannen een uniforme omschrijving van drie gedefinieerde typen horeca (licht-, middel- en zware horeca) zal worden gehanteerd. Deze is opgesteld en wordt als Staat van Horeca-activiteiten opgenomen in de bestemmingsplannen.

Verder is er een indeling gemaakt van gebieden waar horeca kan worden toegevoegd of verminderd:

  • 1. Consolidatiegebied: geen uitbreiding van horeca mogelijk;
  • 2. Ontwikkelingsgebied: nieuwe horeca is mogelijk;
  • 3. Concentratiegebied: sterke concentratie van horeca is mogelijk;
  • 4. Deconcentratiegebied: horeca zal worden verminderd.

Deze indeling van gebieden is vertaald naar woongebieden, centra, Poort, Hout, bedrijventerreinen en kantoorgebieden en buitengebied, stadscorridors en parken.

I. Woongebieden

  • Woongebied: lichte horeca toegestaan in bedrijfsruimten, specifieke locaties in bestemmingsplan opnemen. Solitaire horeca in beginsel niet, tenzij op geschikte locaties lichte horeca.
  • Buurtsteunpunt en wijkcentra: lichte en middelzware horeca mogelijk; bestaande gebieden zijn consolidatiegebied; nieuwe buurt- en wijkcentra zijn beperkt ontwikkelingsgebied.

II. Centra

  • Concentratie van horeca in de stads(deel)centra; lichte, middelzware en zware horeca mogelijk.

III. Bedrijventerreinen en kantoorlocaties:

  • Uitgangspunt voor vestiging van horeca is het draagvlak van de betreffende werklocatie; derhalve geen horeca op binnenstedelijke bedrijfsterreinen;
  • Regionale bedrijfsterreinen en kantoorlocaties: lichte en middelzware horeca mogelijk, over het algemeen gericht op de aldaar gevestigde bedrijven (uitzondering: weggebonden horeca).
  • Buitengebied, stadscorridors en parken: actief beleid voeren gericht op vestiging van horeca, o.a. via Parkennota.

Voor het plangebied betekent dit dat de Grote Markt is aangewezen is als concentratiegebied, waarbij sprake is van alle catergorieen.

Nota Hotelmarkt Almere, hotelvestigingsbeleid Almere (2002)

Met de Nota Hotelmarkt is beoogd een beleidsstrategie te ontwikkelen gericht op het verkrijgen van een adequaat hotelproduct in Almere, dat voldoet aan de toekomstige vraag vanuit toeristische, zakelijke, beurs/congres en vergadersector. De vraag en aanbod zijn daarbij afgestemd op elkaar. De nota bevat een overzicht van de marktverhoudingen in Almere en omgeving (in 2002), toekomstige marktpotenties, randvoorwaarden in verband met vestiging en een ontwikkelingsstrategie (onder meer locatieonderzoek geschikte locaties, en planning/fasering vestiging). In de nota is beschreven waar in Almere bepaalde typen hotels met welke omvang kunnen worden gevestigd. Momenteel zijn er op de Grote Markt twee hotels gevestigd.

Werken in de wijk (2005)

Het gemeentelijke beleid leidt primair tot meer flexibiliteit ten aanzien van het hebben van een bedrijf aan huis. Hierdoor worden gewenste en inpasbare initiatieven met betrekking tot de uitoefening van een bedrijf aan huis zo goed mogelijk geaccommodeerd.

Het uitgangspunt is dat het percentage bedrijfsruimte van aan huis gebonden beroepen voor heel Almere verhoogd is tot 50% van het oppervlak van een woning ('toegelaten bebouwing') onder meer onder de voorwaarde dat de woning bewoond wordt door diegene die er werkt.

Bij de planontwikkeling voor nieuwe uitleggebieden (bouwfronten) dient te worden uitgegaan van een indicatieve norm van 1 kleinschalige zelfstandige bedrijfsruimte op 50 woningen. In de uitleggebieden kunnen bepaalde straten die zich daarvoor lenen (stedenbouwkundig, functioneel en verkeerskundig), de plinten voor 100% omgezet worden van een woon- in een werkfunctie en vice versa. Daarnaast kan in de uitleggebieden, door bijvoorbeeld reserveruimten (maximaal 1 ha groot) op te nemen en/of bestemmingsplannen flexibeler te maken, bij een aantrekkende vraag adequaat ingesprongen worden met aanbod van extra bedrijfsruimte.

Bij herontwikkelingsgebieden kunnen 'kansenzones' worden aangewezen. In de zgn. 'kansenzones' kunnen in voorkomende gevallen woningen volledig omgezet worden tot bedrijfsruimten.

Waterplan Almere (2005)

Het Waterplan geeft aan welke rol het binnendijks water binnen de stad speelt en wat er nodig is om die rol te vervullen. Bij herstructurering van de bestaande stad of nieuwbouw, geeft de watervisie richting aan de omgang met water. Een belangrijk onderdeel van de watervisie is de waterfunctiekaart waarop drie functies zijn weergegeven: een natuurlijke, recreatieve of stedelijke functie. De functie bepaalt hoe het water moet worden ingericht, beheerd en onderhouden.

Gemeente en Waterschap dragen de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het water in de stad. Het Waterplan biedt een kader voor deze samenwerking. Het Waterplan is opgesteld om zowel de huidige knelpunten in het watersysteem op te lossen als te anticiperen op toekomstige veranderingen en kansen.

Waterstad Almere. Toeristisch recreatief beleidsplan (1996)

Het doel van het toeristisch recreatief beleidsplan is het verder in gang zetten van de toeristisch recreatieve ontwikkeling van Almere. Het aanbod van toeristisch recreatieve voorzieningen dient minimaal evenredig te zijn aan het aantal inwoners van Almere.

Er wordt uitgegaan van een ruimtelijke concentratie van voorzieningen en investeringen. De interne en externe bereikbaarheid van gebieden en voorzieningen dient gewaarborgd te zijn. Op plekken waar de stadscorridors overige vormen van verkeer (autowegen, vaarwegen, openbaar vervoer) kruisen, ontstaan knooppunten. Deze knooppunten zijn de aantrekkelijkste vestigingsplaatsen voor toeristisch recreatieve voorzieningen. Zo ontstaat een ruimtelijk spreidingspatroon die op een kaart is weergegeven in het beleidsplan.

Ecologisch Masterplan (2005)

In het Ecologisch Masterplan is het beleid gericht op de natuur in Almere. In het Masterplan zijn de volgende uitgangspunten benoemd:

  • 1. De aan water en moeras gebonden natuur wordt in oppervlak vergroot en in kwaliteit versterkt;
  • 2. De kwaliteit van het bestaande blauw en groen wordt beter afgestemd op de ontwikkelingen van de stad en de wensen van haar bewoners. Voor toekomstige uitbreidingsgebieden wordt de blauwgroene ontwikkeling tijdig en gelijkwaardig aan nieuwe rode ontwikkelingen gekoppeld;
  • 3. Het groen-blauwe casco wordt aangevuld met de drie ontbrekende schakels (ecologische slagaders);
  • 4. De brongebieden voor de natuur in de stad worden kwalitatief versterkt en planologisch veilig gesteld. Een brongebied is een gebied van waaruit soorten naast gelegen gebieden bevolken; bijvoorbeeld. de Lepelaarplassen zijn brongebied van vele rietvogels voor de grachten en parken van de stad);
  • 5. Op het niveau van de stadsdelen wordt een raamwerk aan leefgebieden gerealiseerd;
  • 6. Door in te zetten op het omvormen van regulier beheer naar gedifferentieerd beheer wordt de natuurkwaliteit van het openbaar groen vergroot;
  • 7. Initiatieven van bewoners om mee te doen aan het beheer van de directe woonomgeving, worden gefaciliteerd en gestimuleerd;
  • 8. De betrokkenheid van alle leeftijdsgroepen bij de natuur van Almere wordt bevorderd.

Het beleid van het Ecologisch Masterplan wordt op integrale wijze benaderd, d.w.z. met oog voor landschappelijke, recreatieve en ruimtelijke ontwikkelingen. Het masterplan betreft de 2e fase in het beleidsproces om te komen tot een sectorale visie op de natuur van Almere. Met het plan zijn de uitgangspunten door de raad vastgesteld die vervolgens richtinggevend zouden worden voor het op te stellen kaderplan. De uitvoering van deze derde fase heeft niet plaatsgevonden.

Veiligheid gebouwde omgeving (checklist veiligheid in ruimtelijke planvormingsproces) (2003)

In de Kadernota Integraal Veiligheidsbeleid 2002-2005 worden alle facetten van sociale, fysieke en externe veiligheid onderscheiden. Eén van de thema's is de gebouwde omgeving en veiligheid. In de kadernota is gesteld dat de start van veiligheid begint bij de ontwikkeling van de stad, waarbij aangegeven is dat het noodzakelijk is het aspect van veiligheid in de fase van planontwikkeling structureel aan de orde te laten komen. Hoewel veiligheid in het ruimtelijk planvormingsproces van Almere (structuurplan, ontwikkelingsplan, bestemmingsplan, verkavelingsplan, inrichtingsplan) altijd al een aandachtspunt is geweest (direct of indirect), ontbrak een duidelijke checklist die alle aspecten van veiligheid (gericht op de omgeving) omvatte. Een veiligheidschecklist voorkomt dat in het ruimtelijk planvormingsproces bepaalde veiligheidsaspecten over het hoofd worden gezien en maakt eenduidige behandeling van het aspect veiligheid mogelijk.

De checklist omvat voor de aspecten sociale veiligheid, fysieke veiligheid en externe veiligheid een overzicht van aandachtspunten waarmee in het ruimtelijk planvormingsproces van Almere rekening gehouden moet worden. Bij de aandachtspunten wordt aangegeven op welke planfase het veiligheidspunt van toepassing is. Hierbij is een onderverdeling gemaakt in structuurplan, ontwikkelingsplan/bestemmingsplan, en verkavelingsplan/inrichtingsplan. De op ontwikkelingsplannen en bestemmingsplannen gerichte veiligheidspunten zijn ook van toepassing op ontheffingen van bestemmingsplannen en kunnen tevens gehanteerd worden voor herontwikkelingsplannen.

De veiligheidspunten zijn van toepassing op het openbare en semi-openbaar gebied. Veiligheidspunten die betrekking hebben op het ontwerp van gebouwen vallen buiten de kaders van deze veiligheidschecklist (hiervoor geldt het Bouwbesluit).

Vuurwerknota 2005, Ruimtelijke implementatie Vuurwerkbesluit (2005)

In maart 2002 is het Vuurwerkbesluit in werking getreden, waarin nieuwe regels zijn opgenomen met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk.

De regels hebben betrekking op vervoer, opslag, verkoop en gebruik van vuurwerk. De meeste regels zijn technisch van aard en komen in het vergunningverlenings- of meldingstraject tot uitvoering. Er worden ook regels gegeven die een ruimtelijke betekenis hebben. De ruimtelijke regels van het Vuurwerkbesluit dienen te worden vastgelegd c.q. in acht genomen in nieuwe bestemmingsplannen, herzieningen, wijzigingen en vrijstellingen.

Almere is niet aangewezen als opslaggebied voor professioneel vuurwerk. Het beleid geeft aan dat vuurwerkopslag en -verkoop kan plaats vinden in winkelcentra en op bedrijventerreinen. Verkoop en opslag geschiedt niet in woongebieden en kleine winkelcentra met woningen erboven.

Sociale Structuurschets, 'Almere mensenwerk' (2004)

De kern van de Sociale Structuurschets vormen de begrippen sociale dynamiek,  sociale diversiteit en sociale samenhang. Centraal staat in de ambitie de ontwikkeling naar meer stedelijkheid en het bieden van ruimte aan sociale diversiteit en sociale dynamiek. Dat betekent een trendbreuk met de eenzijdige suburbane ontwikkeling, die tot op heden plaatsvond. Almere wil ruimte bieden aan en aantrekkelijk zijn voor mensen met verschillende leefstijlen en leeftijden, inkomens van hoog tot laag en voor mensen vanuit verschillende herkomstlanden. Sociale binding van de huidige en inwoners aan de stad is cruciaal voor een duurzame, evenwichtige ontwikkeling van de toekomstige stad. Op basis van de sociale analyse van Almere zijn de volgende zes sociale ambities geformuleerd:

  • meer jongeren in het straatbeeld;
  • oog voor ouderen;
  • meer stedelijkheid;
  • kleur in de stad;
  • aanpak “onvermijdelijke” stadsproblemen;
  • groeimarkt vrije tijd voor stad en regio.

Samenhangend jeugdbeleid "Jonge stad, stad voor jongeren en jeugd" (2005)

De notitie “Jonge stad, stad voor jeugd en jongeren” geeft in de vorm van 2 programma's, “jeugdvoorzieningen” en “zorg voor jeugd”, aan wat de doelstellingen zijn voor het samenhangend jeugdbeleid op het gebied van de maatschappelijke voorzieningen in de periode 2005-2009. Een van de ruimtelijk relevante doelstellingen is het voldoende en tijdig opleveren van onderwijshuisvesting in multifunctionele accommodaties. Kern van de gedachte is dat een samenhangend voorzieningenniveau op buurtniveau rond de school moet worden georganiseerd. Sociaal cultureel werk, peuteropvang, buitenschoolse opvang kunnen in een gebouw of samengestelde complexen verzorgd worden. Verder moet in de ruimtelijke planontwikkeling rekening gehouden worden met voldoende ruimte voor kinderopvang.

Cultuurnota Almere 2002-2005 (2002)

De Cultuurnota 2002-2005 is de tweede integrale cultuurnota van Almere waarin het gehele beleidsterrein van kunst, cultuur en cultureel erfgoed is opgenomen.

De uitgangspunten en daarbij behorende beleidsdoelstellingen:

  • Het culturele aanbod moet groeien in kwantiteit en kwaliteit, en beter worden afgestemd op de verschillende bevolkingsgroepen.
  • Het culturele leven reflecteert de multiculturele pluriformiteit en bevordert de sociale cohesie.
  • De stad bouwt aan een eigen culturele identiteit. De lokale cultuur levert daarvoor bouwstenen. Maar Almere positioneert zich ook landelijk en internationaal.

Doelstellingen daarbij zijn:

  • 1. Dat het culturele aanbod niet alleen meegroeit in kwantiteit maar ook blijft passen bij de veranderende behoeftes in een meer pluriforme samenleving;
  • 2. Dat aanvullende voorzieningen die nog ontbreken worden gerealiseerd, met name op het gebied van popmuziek, beeldende kunst en amateurkunst;
  • 3. Dat meer initiatiefnemers in de stad plannen en activiteiten ontwikkelen.
  • 4. Naast concentratie van voorzieningen in het stadscentrum is ook een beperkte spreiding van voorzieningen over de centra van de stadsdelen steeds uitgangspunt geweest. Verdere spreiding van voorzieningen naar wijkniveau is voor bepaalde voorzieningen wenselijk (bijvoorbeeld een brede school).

De cultuurnota 2002-2005 is de tweede integrale cultuurnota van Almere waarin het gehele beleidsterrein van kunst, cultuur en cultureel erfgoed is opgenomen.

De uitgangspunten en daarbij behorende beleidsdoelstellingen:

  • 5. Het culturele aanbod moet groeien in kwantiteit en kwaliteit, en beter worden afgestemd op de verschillende bevolkingsgroepen.
  • 6. Het culturele leven reflecteert de multiculturele pluriformiteit en bevordert de sociale cohesie.
  • 7. De stad bouwt aan een eigen culturele identiteit. De lokale cultuur levert daarvoor bouwstenen. Maar Almere positioneert zich ook landelijk en internationaal.

Gemeentelijke archeologieverordening (vastgesteld door de raad op 18 juni 2009)

In de Archeologieverordening is vastgelegd hoe het college omgaat met archeologisch waardevolle terreinen en voor welke terreinen een onderzoeksverplichting dan wel een vrijstelling hiervan geldt.


Archeologisch waardevolle terreinen zijn gebieden waarbinnen behoudenswaardige archeologische vindplaatsen vastgesteld zijn. Op het terrein waarin zich de kern van een archeologische vindplaats bevindt is geen andere inrichting toegestaan dan die het behoud, beheer onderzoek en beleefbaarheid ten dienste staat. Middels een aanlegvergunningenstelsel kan hiervan - onder strike voorwaarden - worden afgeweken. Als het onvermijdelijk is dat ingrepen zullen worden gedaan, dan dient de vindplaats te worden opgegraven voordat de aanlegvergunning kan worden verstrekt. Om de kern ligt een zogenaamde bufferzone. Hiervoor geldt dat er, in bepaalde gevallen, wel ingrepen kunnen worden toegestaan. Dit mag als het gebied waarvoor de aanlegvergunning wordt verleend niet meer oppervlakte beslaat dan 10% van de totale bufferzone. Daarnaast geldt er nog een aantal voorwaarden.


De onderzoeksverplichting geldt voor gebieden waarbinnen behoudenswaardige archeologische waarden verwacht worden. Dit zijn de zogenaamde selectiegebieden uit de eerdergenoemde Nota Archeologische Monumentenzorg. Genoemde gebieden zijn aangeduid op de Archeologische Beleidskaart Almere. Binnen de genoemde gebieden zijn met enkele uitzonderingen, alle werkzaamheden / projecten dus aanlegvergunningplichtig.


De vergunning kan (al dan niet tijdelijk en/of onder voorwaarden) worden verleend. De vergunning moet geweigerd worden indien het project/ de werkzaamheden de archeologische waarden aantast of risico's daarop kan opleveren. Het beleid heeft tot doel aangetroffen vindplaatsen en scheepswrakken van voldoende kwaliteit in situ te behouden.

In de Archeologieverordening is dwingend opgenomen dat de waardevolle terreinen en selectiegebieden (als vermeld op de Archeologische Beleidskaart Almere) integraal in alle toekomstige ruimtelijke plannen en juridisch-planologische kaders moet worden overgenomen, met een met de verordening overeenkomende bescherming.

Toekomstvisie vrije tijd “De (vrije) tijd van je leven!" (2008)

De Toekomstvisie Vrije tijd Almere geeft richting aan de ontwikkeling van een integraal vrijetijdsbeleid tot 2020, met doorkijkjes naar 2030. De twee elkaar versterkende hoofddoelen van de voorliggende visie zijn:

- het creëren van een hechte, leefbare samenleving;

- het versterken van de identiteit van de stad.

De gekozen koers laat zich vertalen in drie speerpunten:

  • 1. Het huis uit, de wijk in;
  • 2. Verbinden en versterken;
  • 3. Volwaardige stad in de regio.

Om een hechte samenleving te bereiken, dient te worden gekozen voor het niveau van de wijk en woonomgeving. Het bevorderen van contact en ontmoeting zal in Almere de belangrijkste opgave zijn. Het verfraaien, verbeteren en verlevendigen van die omgeving is daarvoor een middel. Als het gaat om de identiteit van de stad zijn de sleutelwoorden 'versterken' en 'verbinden'. Dit houdt in het aantrekkelijker maken van bestaande voorzieningen, stadsparken en natuurgebieden en het realiseren van een netwerk voor wandelen, fietsen, skeeleren en varen. Daarnaast is op enkele punten een versterking van de stedelijke infrastructuur gewenst. Daarbij kunnen de kwaliteiten die de stad heeft verder worden uitgebouwd en benut. Vanuit een aantal thema's wordt een bovenregionale profilering voorgesteld die Almere op de kaart kan zetten.