direct naar inhoud van 5.6 Externe veiligheid
Plan: De Wierden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP1N03-vg01

5.6 Externe veiligheid

Externe veiligheid gaat over het beheersen van de risico's die burgers lopen vanwege gebruik, opslag en transport (weg, water, spoor en buisleidingen) van gevaarlijke stoffen zoals vuurwerk, LPG en benzine. De term 'externe' veiligheid wordt gehanteerd omdat het risico van derden (de omgeving) hierin centraal staat. Zij nemen geen deel aan de activiteit die het risico met zich meebrengt. Het gaat dus om mensen die extern zijn ten opzichte van die activiteit.

Om individuele burgers tegen de risico's van het gebruik en het transport van gevaarlijke stoffen te beschermen geldt er een wettelijk basisbeschermingsniveau. Deze is vervat in het plaatsgebonden risico (PR), waarbij als grenswaarde geldt dat de kans dat iemand op een bepaalde plek overlijdt door een ongeval met een gevaarlijke stof niet groter mag zijn dan één op de miljoen per jaar.

Naast de bescherming van het individu geldt er een ook verantwoordingsplicht voor activiteiten met gevaarlijke stoffen waarbij een groep mensen kan overlijden; het groepsrisico (GR). Deze verantwoordingsplicht houdt in, dat de wijziging van het groepsrisico ten gevolge van een ruimtelijk plan moet worden onderbouwd én verantwoord. Hierbij is de oriëntatiewaarde een soort ijkpunt voor de omvang van het groepsrisico.

Inventarisatie van risicobronnen:

Inrichtingen:

In het plangebied (of in de omgeving) zijn geen risicovolle inrichtingen aanwezig. Het bestemmingsplan De Wierden maakt de vestiging van nieuwe risicovolle inrichtingen - of overige inrichtingen waarvoor veiligheidsafstanden gelden - niet mogelijk. Ook worden in het bestemmingsplan geen beperkt- en kwetsbare objecten binnen het invloedsgebied van risicovolle inrichtingen en/of binnen de veiligheidsafstand van overige inrichtingen geprojecteerd.

Met een risicovolle inrichting wordt gedoeld op een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen (Besluit van 27 mei 2004, Staatsblad 2004, nr. 250, laatstelijk gewijzigd bij Besluit van 11 februari 2011, Staatsblad 2011, nr. 104) een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand, moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.

De veiligheidsafstand is de afstand die in verband met externe veiligheid ten minste moet worden aangehouden tot (geprojecteerde) kwetsbare objecten.

Onder kwetsbare objecten vallen zaken zoals woningen, scholen, kinderdagverblijven, bejaardenhuizen, ziekenhuizen, verpleeghuizen en kantoren met een bruto vloeroppervlakte van meer dan 1.500m2 bvo (artikel 1, eerste lid, aanhef en onder b, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi)).

Onder beperkt kwetsbare objecten vallen zaken zoals bedrijfsgebouwen, kantoren met een bruto vloeroppervlakte van minder dan 1.500 m2, (kleine) winkels, sporthallen, zwembaden, speeltuinen (artikel 1, eerste lid, aanhef en onder l, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi))

Onder het begrip ínvloedsgebied wordt verstaan het gebied waarin, volgens de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi), personen worden meegeteld voor de berekening van het groepsrisico (artikel 1, eerste lid, aanhef en onder k, van het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi)). Het invloedsgebied begint bij de risicobron en eindigt als uitgangspunt bij de 1% letaliteitsgrens (uitgezonderd LPG tankstations). In de praktijk wordt voor transportroutes 200 m en voor LPG tankstations 150 m gehanteerd. Het 200 m criterium komt uit de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (verder circulaire RNVGS): ''Er hoeven in principe geen beperkingen aan het ruimtegebruik te worden gesteld in een gebied dat op meer dan 200 m van een route of tracé ligt".

afbeelding "i_NL.IMRO.0034.BP1N03-vg01_0013.jpg"

Figuur: De Wierden ligging risicobron (bron: Provinciale risicokaart)

Transport:

Vervoer over het water

Net buiten het plangebied ligt het Gooimeer. Deze binnenvaarweg wordt gebruikt voor het vervoer van gevaarlijke stoffen en maakt deel uit van het Basisnet water (zie afbeelding). Er liggen geen wacht- en ketelligplaatsen langs deze corridor.

De vaarroute door het Gooimeer is niet opgenomen in bijlage 3 van de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (RNVGS). Dit betekent volgens paragraaf 3.3 van deze circulaire, dat het plaatsgebonden risico op het water kleiner is dan 10-6 per jaar. En dat het groepsrisico niet beoordeeld en verantwoord hoeft te worden, omdat de hoeveelheden gevaarlijke stoffen die over deze vaarweg wordt vervoerd niet of nauwelijks van invloed zijn op het groepsrisico.

afbeelding "i_NL.IMRO.0034.BP1N03-vg01_0014.jpg"

Figuur: Kaart Basisnet water. De route door het Gooimeer (groen) is een binnenvaartcorridor zonder toetsafstand [bron: definitief ontwerp Basisnet water].

Vervoer over het spoor

Buiten het plangebied op een afstand van ca. 2,7 km ligt de Flevolijn.

Over de Flevolijn zal in de toekomst (naar verwachting vanaf 2015) transport van gevaarlijke stoffen gaan plaatsvinden. Conform het (concept) Besluit transportroutes externe veiligheid (verder Btev) en de circulaire RNVGS, geldt het volgende: Indien het plangebied waarop het ruimtelijk besluit betrekking heeft in zijn geheel op meer dan 200 m van de transportroute ligt, hoeft het groepsrisico niet te worden verantwoord, vanwege de verwaarloosbare invloed van een dergelijke ruimtelijke ontwikkeling aan de hoogte van het groepsrisico.

Er geldt wel verantwoording over de gevolgen van het voorgenomen besluit voor de mogelijkheden voor de rampenbestrijding en de zelfredzaamheid van mensen, conform Btev en circulaire RNVGS, indien het plangebied binnen het invloedsgebied van de transportroute ligt.

Over de Flevolijn worden volgens de 'Marktverwachting vervoer gevaarlijke stoffen per spoor', van ProRail uit 2007 de onderstaande stoffen vervoerd (met bijbehorende 1%-letaliteitsafstanden volgens het 'Rekenprotocol Vervoer Gevaarlijke Stoffen per Spoor'):

Stofcategorie   Voorbeeldstof   Invloedsgebied (1% letaliteit)  
A, brandbare gassen   LPG, propaan   ca. 300 m  
B2, giftige gassen   Ammoniak   ca. 1.500 m  
C3, zeer brandbare vloeistoffen   Benzine   ca. 30 m  
D3, giftige vloeistoffen   Acrylnitril   ca. 250 m  
D4, zeer giftige vloeistoffen   Fluorwaterstof   ca. 3.000 m  

Het plangebied De Wierden ligt voor een klein deel alleen binnen het invloedsgebied van het scenario van het vrijkomen een zeer giftige vloeistof.

Afweging bevoegd gezag ten aanzien van vervoer gevaarlijk stoffen over het spoor:

De beperkte ruimtelijke ontwikkelingen in het overwegend bestaande al ingevulde stadsdeel Almere-Haven deelgebied De Wierden en de grote afstand tot het spoor (ongeveer 2,7 km) leiden naar verwachting tot een verwaarloosbare invloed:

  • op de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval op het spoor;
  • op de mogelijkheden om zich in veiligheid te brengen indien zich een ongeval voordoet op het spoor.

Conclusie ten aanzien van vervoer gevaarlijke stoffen over het spoor:

Er worden geen ruimtelijke maatregelen in dit bestemmingsplan getroffen om de zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid te verhogen voor het scenario van het vrijkomen van zeer giftige vloeistoffen.

Het bestuur van de veiligheidsregio zal in de gelegenheid gesteld worden om hierover advies uit te brengen.

Vervoer over de weg

Buiten het plangebied op een afstand van ca. 880 m ligt de A6. Het plangebied ligt binnen het invloedsgebied (zie onderstaande tabel) van deze transportas, maar buiten de 200 m van deze transportroute. Evenmin ligt het plangebied binnen het invloedsgebied van overige wegen waarover significant transport van gevaarlijke stoffen plaatsvindt.

Gelijk aan vervoer over het spoor, hoeft het groepsrisico niet te worden verantwoord. Wel geldt de verantwoording over de gevolgen van het voorgenomen besluit voor de mogelijkheden voor de rampenbestrijding en de zelfredzaamheid van mensen.

Over het hier relevante wegvak van de A6 vindt transport van onderstaande stoffen* plaats:

Weg   DVS code   Scenario   LF1   LF2   LT1   LT2   GF2   GF3  
A6   F41   2006/2007   1358   1949   17   36   0   805  

*Bron: De Dienst Verkeer en Scheepvaart (DVS) van Rijkswaterstaat heeft op basis van uitgevoerde tellingen in 2006 en 2007, de voor risicoberekeningen benodigde jaarintensiteiten bepaald.

met bijbehorende 1% letaliteitsafstanden**:

Stofcategorie   1% letaliteitafstand [m]   Stofcategorie   1% letaliteitafstand [m]  
LF1   50   GF1   50  
LF2   50   GF2   250  
LT1   750   GF3   350  
LT2   900   GT2   200  
LT3   Enkele km *)   GT3   550  
LT4   Enkele km *)   GT4   Enkele km *)  
    GT5   Enkele km *)  

** Bron: De Dienst Verkeer en Scheepvaart (DVS) van Rijkswaterstaat 'Programma van eisen voor een nieuwe externe veiligheid risicoanalyse op de weg', 2009.

Het plangebied De Wierden ligt dus alleen binnen het invloedsgebied van het scenario van het vrijkomen van de stofcategorieën LT1 en LT2 : giftige vloeistoffen.

Afweging bevoegd gezag ten aanzien van vervoer gevaarlijk stoffen over de weg:

De beperkte ruimtelijke ontwikkelingen in het overwegend bestaande al ingevulde stadsdeel Almere-Haven deelgebied De Wierden en de grote afstand tot de snelweg A6 (> 880 m) leiden naar verwachting tot een verwaarloosbare invloed:

  • op de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval op de weg;
  • op de mogelijkheden om zich in veiligheid te brengen indien zich een ongeval voordoet op de weg.

Conclusie ten aanzien van vervoer gevaarlijke stoffen over de weg.

Er worden geen ruimtelijke maatregelen in dit bestemmingsplan getroffen om de zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid te verhogen voor het scenario het vrijkomen van giftige vloeistoffen.

Het bestuur van de veiligheidsregio zal in de gelegenheid gesteld worden om hierover advies uit te brengen.

Buisleidingen:

Buiten het plangebied op een afstand van ca. 850 m ligt een buisleiding N-533-19-KR-015. Uit eerder uitgevoerde berekeningen met het rekenpakket CAROLA is gebleken, dat deze leiding geen plaatsgebonden risicocontour (PR) van 10-6/jaar heeft. En dat het invloedgebied circa. 190 m bedraagt. Het besluit externe veiligheid buisleidingen is niet van toepassing.