direct naar inhoud van 4.3 Gemeente
Plan: De Wierden
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP1N03-vg01

4.3 Gemeente

4.3.1 Duurzaamheid

Almere wil in 2030 de meest duurzame stad van Nederland zijn. In 2007 zijn op basis van de "Cradle to cradle" uitgangspunten zeven Almere Principles ontwikkeld. De principes dienen als leidraad bij de verdere ontwikkeling van de stad.

Almere kent een goede uitgangspositie om de schaalsprong vanuit duurzaamheidsprincipes te benaderen. De keuze is ook niet los te zien van de historie van de stad. Almere is vanaf het begin bedacht en opgebouwd vanuit duurzaamheid. Dat bewijzen de blauwgroene structuur, het meerkernige stadsconcept, het gescheiden verkeerssysteem en de doordachte afvalstructuur. Omdat Almere daarnaast een jonge stad is, is de basiskwaliteit van gebouwen en omgeving hoog. Almere stelt duurzaamheideisen aan zowel de bestaande stad als aan de nieuw te bouwen stadsdelen. Het gaat niet alleen om de gebouwde omgeving, maar ook om de openbare ruimte, om beheer en om duurzame sociale en economische processen.

In bestemmingsplannen is duurzaamheid geen apart benoemd thema. Ruimtelijke oplossingen voor structurerende duurzaamheidsthema's zoals water, ecologie en verkeer worden in de betreffende delen uitgewerkt. Omdat een bestemmingsplan niet het meest geëigende middel is, worden niet tot weinig ruimtelijke thema's als energiebesparing, materiaalkeuze en gezondheidsaspecten hier niet in uitgewerkt. Deze aspecten krijgen in andere stadia van projectontwikkeling voldoende aandacht.

4.3.2 Ruimtelijke ontwikkeling

Structuurplan Almere 2010 (vastgesteld door de raad op 25 september 2003)

Met dit structuurplan zijn de hoofdlijnen van de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van Almere tot 2010 weergegeven. Tevens wordt een doorkijk geboden tot 2030.

Centraal staat de afronding van de oorspronkelijke opgave van Almere als een volwaardige en evenwichtige stad met 250.000 inwoners (met nieuwe stadsdelen zoals Almere Poort, Almere Hout en Almere Pampus (binnendijks, inclusief kustzone). De kwaliteitsimpuls voor de oorspronkelijke opgave leidt tot vier extra opgaven die betrekking hebben op de verbetering van het raamwerk van groen en water, en van infrastructuur. Dit zijn:

  • 1. kwaliteitsverbetering groenstructuur;
  • 2. betere benutting water;
  • 3. inhaalslag externe bereikbaarheid;
  • 4. verbetering interne bereikbaarheid;

Verder zijn er de vijf extra opgaven die de verschillende stedelijke milieus betreffen:

  • 5. verdere uitbreiding en verdieping voorzieningenaanbod;
  • 6. meer verscheidenheid in woningen en woonmilieus;
  • 7. actief beheer bestaand stedelijk gebied;
  • 8. kwalitatieve werkgelegenheidsimpuls;
  • 9. ruimte voor startende en groeiende ondernemingen.

Voor het plangebied betekent dit dat het voornamelijk een bijdrage levert aan de 6e en 7e opgave van het Structuurplan, namelijk 'meer verscheidenheid in woningen en woonmilieus' en 'actief beheer bestaand stedelijk gebied'.

Concept structuurvisie Almere 2.0 (vastgesteld door de raad op 18 februari 2010)

De Concept Structuurvisie Almere 2.0 is vastgesteld als richtinggevend integraal beleidskader (ecologie, sociaal, economie, ruimtelijk) voor de uitwerking van het Integraal Afspraken Kader (IAK), waarbij de belangrijkste richtinggevende inhoudelijke kaders betreffen:

  • 1. Almere benut en versterkt de oorspronkelijke suburbane meerkernige opzet van Almere
  • 2. De groenblauwe structuur is de drager van de huidige stad en de toekomstige ontwikkelingen
  • 3. Almere verkleurt van gezinsstad naar een diverse samenleving
  • 4. Almere ontwikkelt een sterke en gedifferentieerde economie
  • 5. De primaire westelijke groei van Almere versterkt de Noordelijke Randstad met de IJmeerlijn als nieuwe drager van de metropoolvorming
  • 6. De grootschalige gebiedsontwikkelingen vinden plaats langs de schaalsprongas met dicht stedelijke ontwikkelingen aan de westzijde (Almere Pampus, eventueel Almere IJland), een nieuwe centrumontwikkeling (Almere Centrum Weerwater) en ruimte voor organische groei aan de oostkant (Almere Oosterwold)
  • 7. Almere loopt voorop bij innovaties op het gebied van duurzame gebiedsontwikkeling

Het structuurplan `Almere 2010´ wordt vooralsnog gehandhaafd als ruimtelijke ordeningskader.

Het bestemmingsplan voorziet in regels, die de verbetering en uitbreiding van bestaande woningen en de nieuwbouw van woningen op een aantal ontwikkellocaties mogelijk maakt. Hiermee draagt het plan bij aan de versterking van de bestaande stad.

Woonvisie Almere 2.0 op weg naar 2030 (vastgesteld door de raad op 5 november 2009)

Deze visie geeft het beleid van de gemeente ten aanzien van het wonen weer. De Woonvisie zet in op vijf ambities:

  • 1. Almere wordt de proeftuin van "cradle-to-cradle" bouwen: duurzaamheid wordt (nog meer dan voorheen) een leidend principe bij de ontwikkeling en het beheer van de bestaande en de nieuwe stad. Het blauwgroene casco blijft een sturend element.
  • 2. Almere wordt een gedifferentieerde stad: door toe- en invoeging van nieuwe woon- en werkmilieus wordt Almere een complete stad en wordt aantrekkelijk voor 'nieuwe' doelgroepen (bijvoorbeeld studenten, creatievelingen en startende ondernemers). Hierbij denken we onder meer aan woonmilieus 'centrum-stedelijk', 'centrumrand', 'villawijk' en 'landelijk'. Het woningbouwprogramma is gedifferentieerd naar prijs, type en eigendomsverhoudingen. Bovenstaande geldt voor de nieuwe en bestaande stadsdelen. Differentiatie in bestaande stadsdelen heeft tot doel het doorbreken van de eenzijdigheid, het versterken van de concurrentiekracht en het faciliteren van wooncarrières.
  • 3. Wonen is betaalbaar en toegankelijk voor iedereen: Almere blijft functioneren als een emancipatiemachine en biedt dus voldoende betaalbare woningen (koop en huur) aan, goed verspreid over de verschillende stadsdelen. Uitgangspunt is een kernvoorraad van 30% sociale woningbouw per stadsdeel. Van alle nieuwbouw is 35% sociaal, waarvan 25% huur en 10% koop. Deze sociale woningbouw moet ook duurzaam sociaal blijven (bijvoorbeeld door middel van erfpacht). Dit thema wordt nog nader uitgewerkt. Daarnaast is het nieuwe beleid dat elke wijk voor tenminste 35% uit sociale woningbouw moet bestaan. Hoe we hierbij een wijk moeten definiëren is nog niet helemaal duidelijk. Daarnaast moet elke wijk bestaan uit tenminste 30% huurwoningen.
  • 4. Almere is een zorgzame en leefbare stad: mensen de mogelijkheid bieden om zo lang mogelijk zelfstandig te wonen (voldoende rolstoelgeschikte, aanpasbare en gelijkvloerse woningen). Als dat niet meer lukt, zorgen voor voldoende, op de behoefte toegesneden woonzorgvoorzieningen.
  • 5. De eindgebruiker staat centraal: mensen moeten directe zeggenschap krijgen over de bouw van hun eigen woning. Doelstelling is 30% van de woningbouw in de vorm van particulier opdrachtgeverschap. Daarnaast moeten bewoners meer te zeggen krijgen over de woonomgeving. De gemeente Almere wil corporaties en beleggers nog meer bij de stad betrekken (zowel fysiek, sociaal-maatschappelijk als economisch).

De woningvoorraad in De Wierden bestaat voor ruim 70% uit sociale huurwoningen. De wijk kampt met een concentratie van sociale problemen en de leefbaarheid staat onder druk. Er zijn in De Wierden weinig tot geen mogelijkheden om wooncarrière te maken. Het gevolg is dat sociale stijgers De Wierden verlaten en dat kwetsbare bewoners de wijk instromen. Naast sociale maatregelen worden ruimtelijke maatregelen getroffen om deze vicieuze cirkel te doorbreken. Door renovatie (en deels verkoop) van bestaande woningen en nieuwbouw wordt ingezet op doorstroming van huidige bewoners naar passende(re) woningen binnen de eigen wijk en op het trekken van nieuwe doelgroepen naar de wijk. Doel is een evenwichtige en gedifferentieerde woningvoorraad met betaalbare woningen voor diverse doelgroepen. Hiermee sluiten de ontwikkelingen in De Wierden aan bij de Woonvisie,.

Kaderplan Bestaande Stad (vastgesteld door de raad op 26 februari 2004)

De gemeente geeft met dit plan haar visie op de gewenste ontwikkeling van de bestaande stad. De eerste wijken zijn al weer 30 jaar oud en vragen om meer aandacht dan alleen het onderhoud. Woonwijken, groengebieden en werkgebieden vragen om aanpassing aan de eisen van de tijd maar ook neemt de bestaande stad nog steeds in omvang toe. Dit kaderplan is een integraal plan en geeft de prioriteiten voor beheer en vernieuwing tot 2015 en beschrijft daarin de bijdrage van de gemeente in samenwerking met andere partijen. Het kaderplan is daarbij geen blauwdruk maar een leidraad.

Met het vaststellen van het kaderplan geeft de gemeente haar visie weer onder andere voor een verbindende koers, voor de differentiatie van woonmilieus, voor de verlevendiging van een aantal wijken, voor de ruimtelijke doorontwikkeling en voor de slag van ambities naar uitvoering.

Voor het plangebied betekent dit dat met name een bijdrage wordt geleverd aan de differentiatie van woonmilieus en de ruimtelijke doorontwikkeling. In de stadsdeelvisie en vervolgens het programmaplan van Haven is een concretisering van de doelen in het Kaderplan gemaakt. In de stadsdeelvisie voor Haven wordt de verbetering van de leefbaarheid van aandachtswijken, zoals De Wierden genoemd

Programmaplan Almere Haven (vastgesteld door de raad op 29 maart 2007)

In 2004 heeft de raad het kaderplan Bestaande Stad en de stadsdeelvisies voor Almere Haven, Buiten en Almere-Stad vastgesteld. De gemeente Almere heeft deze stadsdeelvisies vertaald naar gebiedsgerichte programmaplannen. Met de externe partners en gemeentelijke diensten zijn hoofddoelen en opgaven voor de stadsdelen mede op basis van sociale- economische en ruimtelijke analyses geformuleerd en uitgewerkt in projecten en acties. Daarbij heeft een integratie plaatsgevonden van de werkplannen van de partners en gemeentelijke diensten.

  • 1. Benutten kansen water
    Focus: waterrecreatie
  • 2. Op peil houden commercieel & maatschappelijk voorzieningenniveau
    Focus: centrum
  • 3. Verbeteren leefbaarheid aandachtswijken
    Focus: De Wierden en De Werven
  • 4. Versterken concurrentiekracht werk & woonmilieu
    Focus: wooncarrière in Haven

Voor het plangebied betekent dit dat een bijdrage wordt geleverd aan de programmadoelen, zoals het versterken van de concurrentiekracht van woonmilieus en de verbetering van de leefbaarheid in aandachtswijken. Het gaat dan om het vergroten van mogelijkheden voor wooncarrière, vergroten recreatieve mogelijkheden en differentiatie groen in en rondom de wijken en beter benutten van landschappelijke context voor woonmilieus.

Kadernota Grondbeleid (vastgesteld door de raad op 14 mei 2009)

Voor de periode 2009-2030 formuleert de gemeente Almere specifieke doelen van het grondbeleid. Dit gaat onder andere om:

  • 1. Het faciliteren van het programma voor de bestaande stad. Het gaat hierbij om het leveren van een bijdrage aan een gebiedsgerichte aanpak, gericht op een duurzame samenleving.
  • 2. Het veiligstellen van de betaalbaarheid van sociale woningen en maatschappelijk vastgoed. Een essentiële component van de stedelijke dynamiek is dat substantiële delen van de huur- en de koopwoningvoorraad betaalbaar en financieel bereikbaar zijn en blijven voor huishoudens met een bescheiden inkomen. De betaalbaarheid van sociale huur- en koopwoningen en maatschappelijk vastgoed is een punt van aandacht, niet alleen in de investeringsfase maar ook in de beheersfase. Dit heeft ingrijpende gevolgen voor het functionele grondprijsbeleid en gronduitgiftebeleid.
  • 3. Het faciliteren van particulier opdrachtgeverschap. Uit het vorige punt vloeit vooral dat het grondbeleid in een deel van de stedelijke ontwikkeling en herstructurering gunstige condities schept voor individueel en collectief particulier opdrachtgeverschap en mede-opdrachtgeverschap.

Naast deze en andere doelen heeft de gemeenteraad ingestemd met een repertoire aan beleidsinstrumenten, bestaande uit verwervingsbeleid, kostenverhaal, kostenverevening en grondprijs- uitgiftebeleid.

Voor het plangebied betekent dit dat de doelen uit het Grondbeleid worden toegepast in de planontwikkeling van De Wierden.

Welstandsnota Almere (vastgesteld door de raad op 28 juni 2007)

De Woningwet (art. 12A) bepaalt dat het gemeentelijk welstandsbeleid moet worden vastgelegd in een welstandsnota welke door de gemeenteraad moet worden vastgesteld. In de welstandsnota zijn criteria opgenomen waaraan bouwplannen worden getoetst. Deze bouwplannen dienen te voldoen aan de 'redelijke eisen van welstand'. Door middel van de Welstandsnota krijgen planindieners, burgers, ondernemers, professionele opdrachtgevers en ontwerpers per gebied vooraf inzicht in de welstandscriteria waarop het plan getoetst wordt.

In de Welstandsnota worden voor de verschillende gebieden in Almere vier welstandsniveaus onderscheiden:

  • 1. Welstandsvrij;
  • 2. Basistoets, in Almere is dit geldend voor 80% van het gemeentelijk grondgebied. Uitgangspunt is een basiskwaliteit van bebouwing, openbare ruimte en buitengebieden;
  • 3. Basis plus toets: specifieke toets met extra criteria vanwege bijzondere ruimtelijke kenmerken, kwaliteit of ambitie;
  • 4. Uitgebreide welstandstoets, geldend voor de meeste openbare delen van de stad waar een hoog kwaliteits- en ambitieniveau geldt.

Volgens deze nota valt het plangebied van De Wierden onder de basistoets. Hier worden plannen getoetst aan de voor Almere kenmerkende basiskwaliteit van bebouwing, openbare ruimte en buitengebied.

Nota kleine bouw 2008 (vastgesteld door college van B&W op 21 april 2009, partiële herziening vastgesteld op 31 augustus 2010)

In deze nota worden kaders benoemd voor de uitbreiding van woningen, het gebruik van woningen voor beroepen en bedrijven aan huis, bouwwerken nabij woningen en bedrijven, de oprichting van antennemasten e.d. Als een bouwplan aan de voorwaarden uit de nota voldoet, dan wordt medewerking verleend aan een bouwaanvraag, ook als deze niet past in het bestemmingsplan. Voor nieuwe bestemmingsplannen is het uitgangspunt dat de regeling uit de Nota hierin wordt overgenomen. Deze kaders scheppen duidelijkheid voor inwoners en bedrijven.

Samengevat regelt de nota de volgende bouw- en gebruiksmogelijkheden:

  • a. uitbreiding van of een bijgebouw bij woongebouwen;
  • b. uitbreiding van of een bijgebouw bij niet-woongebouwen (bijvoorbeeld winkels, scholen, bedrijfsgebouwen);
  • c. realiseren van gebouwen voor openbaar nut, openbaar vervoer of wegverkeer;
  • d. oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde (bijvoorbeeld schuttingen, kunstobjecten, overkappingen);
  • e. realiseren van een kas of bedrijfsgebouw van lichte constructie;
  • f. regeling met betrekking tot aan-huis-gebonden beroepen of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten in huis;
  • g. oprichten van antenne-installaties.

Voor dit plangebied betekent dit dat de uitgangspunten van de nota zijn verwerkt in de regels en verbeelding.

Masten en antennes t.b.v. het mobiele telefoonnet (vastgesteld door college van B&W op 2 maart1999)

Naast het nationale en provinciale antennebeleid heeft de gemeente ook een eigen 'antennebeleid'. Masten dienen zo dicht mogelijk bij hoofdinfrastructuur te worden gesitueerd. Plaatsing van masten is niet mogelijk in (toekomstige) woonwijken. Plaatsing van masten gebeurd zo min mogelijk in natuurgebieden, in parken en aan de rand van woongebieden. Bij de plaatsing van antennes dienen de aanvragers zoveel mogelijk gebruik te maken van elkaars opstelpunten, tenzij dit technisch niet mogelijk is. Plaatsing van antennes gebeurd bij voorkeur op bestaande verticale elementen: gebouwen, torens, bestaande masten en hoogspanningsmasten.

Het bestemmingsplan voorziet niet in de mogelijkheid om een zendmast, zoals hiervoor wordt bedoeld, te kunnen plaatsen.

Prostitutiebeleid Almere (vastgesteld door de raad op 14 februari 2000)

Het beleid is gericht op concentratie van bepaalde vormen van seksinrichtingen (in het uitgaanscentrum met bepaalde dominante functies zoals horeca en uitgaan, waar ruime mogelijkheden zijn m.b.t. sluitingstijden). In de nota wordt vestiging van een bedrijf in een woonwijk ontoelaatbaar geacht.

Voor het plangebied betekent dit dat er geen seksinrichtingen zijn toegestaan.

Coffeeshopbeleid gemeente Almere 2010 (vastgesteld door de burgemeester op 11 mei 2010)

Het Coffeeshopbeleid gemeente Almere 2010 bevat de uitgangspunten en criteria die worden gehanteerd bij de behandeling van de (aanvragen voor) vestiging van coffeeshops in Almere. Binnen de gemeente Almere worden maximaal vier gedoogbeschikkingen afgegeven voor het exploiteren van een coffeeshop. Voor de stadskern Almere Stad maximaal twee, voor de stadskern Almere Haven maximaal één en voor de stadskern Almere Buiten maximaal één. Als dit maximum van vier is bereikt worden verdere aanvragen op grond daarvan afgewezen. Een coffeeshop kan slechts gevestigd worden op een locatie met een horecabestemming. Een coffeeshop valt onder Categorie I “ lichte horeca”. In het beleid zijn vestigingscriteria opgenomen ten aanzien van de locatie, zoals dat vestiging van coffeeshops in woonwijken niet is toegestaan.

Voor het plangebied betekent dit dat er geen coffeeshop gevestigd mag worden.

4.3.3 Bereikbaarheid en mobiliteit

Nota mobiliteit Almere (vastgesteld door de raad op 8 maart 2012)

Keuzes op het gebied van verkeer en vervoer zijn in belangrijke mate voorwaardenscheppend voor stedelijke ontwikkelingen. Ze werken ook door in het dagelijks leven op straat. Het gaat dan met name om een goede bereikbaarheid, maar óók om de wijze waarop verkeer en vervoer wordt ingebed in het stedelijk weefsel. De volgende 8 hoofdkeuzes zijn gemaakt:

  • Stimuleren economische ontwikkeling door verbeteren regionale bereikbaarheid, handhaven goede interne bereikbaarheid en versterken van wijkeconomie met introductie stadsstraten;
  • Betere inpassing infrastructuur in stedelijk weefsel en aanwenden infrastructuur ter ondersteuning van organische groei;
  • Handhaven van een gezond, verkeersveilig en duurzaam verkeerssysteem met aandacht voor initiatieven uit de markt;
  • Vasthouden kwalitatief hoogwaardig openbaar vervoer waarbij de sociale veiligheid en de inpassing in het stedelijk weefsel verbeteren;
  • Realiseren hoger fietsgebruik door het aanbieden van een kwalitatief hoogwaardig, sociaal veilig en kostenefficiënt hoofdfietsnetwerk;
  • Aanbieden van veilige en prettige looproutes in woonwijken en winkelcentra en openbaar vervoer voorzieningen;
  • Vasthouden van de goede interne bereikbaarheid per auto met aandacht voor inpassing, beleving en oriëntatie;
  • Parkeeroplossingen op maat voor bewoners, bezoekers en werknemers.

Doelstellingen met ruimtelijke betekenis zijn:

  • Meer functiemenging;
  • Maken van stadsstraten: straten of lanen die een meer stedelijke uitstraling hebben door het verkeer niet meer strikt van de omgeving te scheiden; ook ter versterking van de wijkeconomie;
  • Concentratie van voorzieningen rondom knooppunten (m.n. stations);
  • Verbetering sociale veiligheid op fietsroutes (onder andere bundeling met auto-infrastructuur cq langs (woon)bebouwing), looproutes en openbaar vervoer. Tenminste één sociaal veilige fietsroute tussen stadsdelen;
  • In nieuwe gebieden met de gebruikelijke Almeerse dichtheid en hoger wordt het systeem van verkeersscheiding grotendeels doorgezet (eventueel eigen rijstrook, in plaats van aparte infrastructuur). In nieuwe gebieden met lagere dichtheden kan in principe van dit systeem worden afgestapt. In bestaand gebied geen grote ingrepen;
  • Openbaar vervoer en fiets krijgen prioriteit boven de auto;
  • Hoofdfietsnetwerk met ongelijkvloerse kruising van de dreven;
  • Doorgaand autoverkeer weren uit woongebieden;
  • Aandacht voor verkeersveilige schoolomgeving;
  • Capaciteitsvergroting regionale vervoersverbindingen (ov en auto);
  • Op langere termijn een IJmeerverbinding als voorwaarde voor gezonde groei Almere;
  • Bij interne bereikbaarheid krijgen economisch belangrijke gebieden (zoals het Stadscentrum en het centrum van Almere Buiten inclusief Doemere) prioriteit.

Het verkeerssysteem van De Wierden voldoet aan de uitgangspunten uit deze nota.

4.3.4 Werk in de stad

Detailhandelsvisie Almere 2012 (vastgesteld door de raad op 15 maart 2012)

De Detailhandelsvisie Almere 2012 geeft in hoofdlijnen antwoord op de vraag hoe Almere in de komende jaren met detailhandel in de stad wil omgaan.

De belangrijkste uitgangspunten voor de detailhandelsstructuur zijn de fijnmazigheid van winkelvoorzieningen en de positie van het centrum van Almere Stad als hét centrale (winkel)centrum van Almere. Dit vindt zijn uitwerking in:

  • 1. Concentratie dagelijkse detailhandel in of aan buurt-, wijk- en stadsdeelcentra, stadscentrum en een aantal solitaire buurtsupermarkten;
  • 2. Concentratie niet-dagelijkse detailhandel in of aan stadsdeelcentra;
  • 3. Perifere detailhandelsvoorzieningen (PDV) ook op binnenstedelijke en modern gemengde bedrijventerreinen;
  • 4. Clustering van specifieke PDV en grootschalige detailhandelsvestigingen (GDV) in 'themacentra': Doemere, Olympiakwartier in Almere Poorten het A6-Park in Almere Hout (initiatieven toetsen aan 'SER-ladder' en 'provinciale beleidsregel locatiebeleid stedelijk gebied 2011');
  • 5. Verruimen mogelijkheden kleinschalige detailhandel buiten de winkelgebieden: tot 25 m2 wvo in elke woning mogelijk. Op Markerkant kunnen 10 vestigingen van maximaal 100 m2 wvo per vestiging in twee bedrijfsverzamelpanden in deelgebied 12, worden toegevoegd. Realisatie van kleinschalige bedrijfsruimten in woonwijken, oa voor detailhandel, blijft mogelijk (richtlijn minimaal 1op 100 woningen);
  • 6. Vergroten verzorgingsfunctie en complementariteit warenmarkten. Gestreefd wordt naar uiteindelijk een warenmarkt per stadsdeel;
  • 7. Programmering richten op kwaliteit. Zeer terughoudend in het initiëren van nieuwe ontwikkelingen. Nieuwe grootschalige detailhandelslocaties (zoals het A6-park), worden vooralsnog niet in ontwikkeling genomen. Op de langere termijn zijn dergelijke ontwikkelingen uitsluitend mogelijk, als deze kwaliteit toevoegen aan het bestaande detailhandelsaanbod en de detailhandelsstructuur versterken. Op strategische locaties zoals het A6-park wordt vooral gestreefd naar voorzieningen met een bovenlokale functie;
  • 8. De detailhandelsvisie zo snel mogelijk vertalen in geactualiseerde bestemmingsplannen.

Voor De Wierden is het eerste punt 'Concentratie dagelijkse detailhandel in of aan buurt-, wijk- en stadsdeelcentra' van belang. Hierover is het volgende opgenomen in de nota:

Dagelijkse detailhandel is uitsluitend toegestaan in of aan buurt-, wijk- en stadsdeelcentra, in het stadscentrumen in een aantal solitaire supermarkten. Voor supermarkten in wijk- en stadsdeelcentra streven we naar een verscheidenheid aan formules. Per wijk- of stadsdeelcentrum willen we, indien daarvoor fysieke ruimte is, meerdere formules toelaten. In een buurtcentrum zal over het algemeen slechts ruimte voor één supermarktformulez ijn.

Om te voorkomen dat buurt- en wijksupermarkten een buurtoverschrijdende verzorgingsfunctie krijgen, waarmee supermarkten in aangrenzende gebieden onder druk zouden komen te staan en het fijnmazige karakter van de winkelvoorzieningen wordt bedreigd, hanteren we voor supermarkten in deze centra een maximale omvangsnorm.

In de afgelopen jaren was deze norm gesteld op 1.200 m2 wvo (winkelvloeroppervlak) in buurtcentra en 1.500 m2 wvo in wijkcentra. Al jaren is er een trend in de supermarktbranche naar schaalvergroting en vooral meerproduct differentiatie. De afgelopen jaren hebben met name de nieuwe buurtsupermarkten in Almere een grote groei gekend. Was eind jaren negentig de gemiddelde grootte van een buurtsuper in Almere nog 800 tot 1.000 m2, nu is dat al 1.200 m2, terwijl bij de supermarktondernemers de wens naar nog groter duidelijk aanwezig is.Om de buurtsupermarkten voldoende trekkracht te bieden is de gemeente bereid, onder voorwaarden, beperktruimte te bieden voor uitbreiding. Het bestaande onderscheid tussen buurt- en wijkcentra wordt opgeheven en voor beide centra wordt de norm gesteld op 1.500 m2 wvo (winkelvloeroppervlak).

Voor supermarkten in of aansluitend aan het stadscentrum en de stadsdeelcentra gelden geenomvangbeperkingen.

Om de bestaande detailhandelsstructuur in Almere Haven die, als gevolg van het feit dat de buurten in Haven kleiner zijn, nog fijnmaziger van karakter is dan in de andere kernen in Almere, te kunnen handhaven, geldt in Almere Haven een omvangsnorm van 1.200 m2 wvo.

De bestaande supermarkt die nu aan de Oldewierde is gevestigd zal worden vervangen door een grotere supermarkt in de nieuwe woonwijk De Laren, die centraal in Almere Haven West komt te liggen. Deze krijgt een omvang van 1.200 m2 winkelvloeroppervlak.

Horecanota Almere (vastgesteld door de raad op 09 maart 2000)

De horeca heeft als branche te maken met vele regelingen en beleidsmaatregelen die de gemeente Almere behartigt. Omwille van een eenduidig overzicht en toegankelijk beleid is een nota opgesteld die dit in een meer integraal kader plaatst.

De horecanota bevat in hoofdzaak een 'foto' van het bestaande gemeentelijke horecabeleid anno 2000. Deze 'foto' is in overleg met diverse in- en externe betrokkenen gemaakt.

Wat betreft ruimtelijk beleid is aangegeven dat ten behoeve van de bestemmingsplannen een uniforme omschrijving van drie gedefinieerde typen horeca (licht-, middel- en zware horeca) zal worden gehanteerd. Deze is opgesteld en wordt als Staat van Horeca-activiteiten opgenomen in de bestemmingsplannen.

Verder is er een indeling gemaakt van gebieden waar horeca kan worden toegevoegd of verminderd:

  • Consolidatiegebied: geen uitbreiding van horeca mogelijk;
  • Ontwikkelingsgebied: nieuwe horeca is mogelijk;
  • Concentratiegebied: sterke concentratie van horeca is mogelijk;
  • Deconcentratiegebied: horeca zal worden verminderd.

Deze indeling van gebieden is vertaald naar woongebieden, centra, Poort, Hout, bedrijventerreinen en kantoorgebieden en buitengebied, stadscorridors en parken.

Woongebieden

  • Woongebied: lichte horeca toegestaan in bedrijfsruimten, specifieke locaties in bestemmingsplan opnemen. Solitaire horeca in beginsel niet, tenzij op geschikte locaties lichte horeca.
  • Buurtsteunpunt en wijkcentra: lichte en middelzware horeca mogelijk; bestaande gebieden zijn consolidatiegebied; nieuwe buurt- en wijkcentra zijn beperkt ontwikkelingsgebied.

Centra

  • Concentratie van horeca in de stads(deel)centra; lichte, middelzware en zware horeca mogelijk.

Poort

  • Wijk- en buurcentra: ontwikkelingsgebied, lichte en middelzware horeca;
  • Sport- en Leisurecentrum en Kustzone: concentratiegebied met lichte en middelzware horeca; sport- en leisurecentrum ook zware horeca.

Hout

  • beleid gevoerd in de andere kernen wordt ook in Hout voorgezet;

Bedrijventerreinen en kantoorlocaties

  • Uitgangspunt voor vestiging van horeca is het draagvlak van de betreffende werklocatie; derhalve geen horeca op binnenstedelijke bedrijfsterreinen;
  • Regionale bedrijfsterreinen en kantoorlocaties: lichte en middelzware horeca mogelijk, over het algemeen gericht op de aldaar gevestigde bedrijven (uitzondering: weggebonden horeca).

Buitengebied, stadscorridors en parken

  • actief beleid voeren gericht op vestiging van horeca, o.a. via Parkennota.

Bij het onderhavige plangebied gaat het om een woongebied. Hier is alleen lichte horeca op aangewezen locaties toegestaan. Middelzware horeca is niet toegestaan omdat hier geen sprake is van een wijkcentrum. De in het 'nieuwe hart' voorziene functies fungeren als een klein buurtsteunpunt. Echter, gezien de nabijheid van woningen is middelzware horeca niet wenselijk en daarom niet toegestaan. Zware horeca is niet toegestaan.

Werken in de wijk (vastgesteld door het college van B&W op 8 februari 2005)

Het gemeentelijke beleid leidt primair tot meer flexibiliteit ten aanzien van het hebben van een bedrijf aan huis. Hierdoor worden gewenste en inpasbare initiatieven met betrekking tot de uitoefening van een bedrijf aan huis zo goed mogelijk geaccommodeerd.

Het uitgangspunt is dat het percentage bedrijfsruimte van aan huis gebonden beroepen voor heel Almere verhoogd is tot 50% van het oppervlak van een woning ('toegelaten bebouwing') onder meer onder de voorwaarde dat de woning bewoond wordt door diegene die er werkt.

Bij de planontwikkeling voor nieuwe uitleggebieden (bouwfronten) dient te worden uitgegaan van een indicatieve norm van 1 kleinschalige zelfstandige bedrijfsruimte op 50 woningen. In de uitleggebieden kunnen bepaalde straten die zich daarvoor lenen (stedenbouwkundig, functioneel en verkeerskundig), de plinten voor 100% omgezet worden van een woon- in een werkfunctie en vice versa. Daarnaast kan in de uitleggebieden, door bijvoorbeeld reserveruimten (maximaal 1 ha groot) op te nemen en/of bestemmingsplannen flexibeler te maken, bij een aantrekkende vraag adequaat ingesprongen worden met aanbod van extra bedrijfsruimte.

Bij herontwikkelingsgebieden kunnen 'kansenzones' worden aangewezen. In de zgn. 'kansenzones' kunnen in voorkomende gevallen woningen volledig omgezet worden tot bedrijfsruimten.

Voor het plangebied betekent dit dat 50% van het oppervlak van een woning gebruikt mag worden voor aan huis gebonden beroepen. Op grond van de Detailhandelsvisie Almere 2012 mag binnen deze 50%, 25m2 worden gebruikt voor detailhandel.

De bedrijfsruimten worden in eerste instantie gefaciliteerd in het 'Hart van De Wierden'. Ook is het mogelijk om naast de bestaande bedrijfsruimten nieuwe ruimten te vestigen, tot een totaal van 10 bedrijfsruimten voor de gehele wijk De Wierden.

4.3.5 Groene stad

Parkennota 'Almere Parkstad' (vastgesteld door de raad op 15 mei 2003)

De Nota Almere Parkstad geeft een streefbeeld aan ten aanzien van de parken in Almere, dat een nadere invulling kan krijgen. De inzet is om de groengebieden in de periferie en de stadsparken van Almere ruimtelijk en programmatisch zo veel mogelijk van elkaar te laten verschillen. De stadsparken onderscheiden zich door hun intensieve en bijzondere programma. In de buurt- en wijkparken wordt een veel extensiever programma nagestreefd.

De Wierden is niet opgenomen in deze nota.

Waterplan Almere (vastgesteld door de raad op 15 september 2005)

Het Waterplan geeft aan welke rol het binnendijks water binnen de stad speelt en wat er nodig is om die rol te vervullen. Bij herstructurering van de bestaande stad of nieuwbouw, geeft de watervisie richting aan de omgang met water. Een belangrijk onderdeel van de watervisie is de waterfunctiekaart waarop drie functies zijn weergegeven: een natuurlijke, recreatieve of stedelijke functie. De functie bepaalt hoe het water moet worden ingericht, beheerd en onderhouden.

Gemeente en Waterschap dragen de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het water in de stad. Het waterplan biedt een kader voor deze samenwerking. Het waterplan is opgesteld om zowel de huidige knelpunten in het watersysteem op te lossen als te anticiperen op toekomstige veranderingen en kansen.

Voor het plangebied De Wierden betekent dit dat in overleg met het Waterschap een watertoets wordt uitgevoerd.

Toetsingskader Bouwen in het Groen (vastgesteld door de raad op 19 maart 2009)

Voor toekomstige initiatieven in het groen heeft de gemeenteraad besloten deze te beoordelen aan de hand van de volgende leidraad:

  • a. Het blauwgroene karakter van Almere heeft een grote meerwaarde voor de stad: het bepaalt in hoge mate de kwaliteit van de leefomgeving, de attractiviteit van Almere als vestigingsplaats voor bedrijven, voorzieningen en hun werknemers en biedt ruimte aan maatschappelijke en culturele activiteiten;
  • b. Er zijn vijf typen groengebieden met elk een "eigen regime" met betrekking tot initiatieven in groen
    • 1. In ecologische gebieden vinden geen 'rode' initiatieven plaats anders dan in bijzondere omstandigheden en uitsluitend ten behoeve van de functie 'natuur'.
      • In alle overige groengebieden geldt voor het 'bouwen in groen' dat maatwerk moet plaatsvinden en dat varieert per type groengebied.
      • Het groene raamwerk in en om de stadsdelen. In het Structuurplan Almere uit 1983 zijn in het groene raamwerk zogenaamde 'landschapsontwikkelingszones' opgenomen. Deze zones binnen de kernen zijn altijd bedoeld voor o.a. de "aanleg van later deels tot woon - en/of recreatieve gebied te bestemmen bosgebieden" en "realisering van woongebieden met op het karakter van de zones (water + verbindingen naar het buitengebied) afgestemde bebouwing". Totdat de nieuwe structuurvisie gereed is zal terughoudend worden omgegaan met nieuwe initiatieven en zal in voorkomende situaties zorgvuldig worden afgestemd op het structuurvisietraject. Bestaande of in voorbereiding zijnde initiatieven zoals genoemd in de Stadskaart Almere 2007 zullen conform uitgevoerd worden.Ook in de toekomst hebben de verbindingsstructuren in de stad een groen karakter.
      • Stadsparken. In stadsparken worden in principe geen 'rode' initiatieven gerealiseerd, anders dan voor punctuele voorzieningen (bijv. cultuur en vrije tijd) die het gebruik als stadspark ondersteunen. In parken vindt geen woningbouw plaats. De stadsparken zijn genoemd in de nota Almere Parkstad.
      • Sportparken. Sportparken brengen sport dichtbij mensen. In sportparken mogen voorzieningen worden gerealiseerd die de sportfunctie van het park versterken. Voor een aantal sportparken zijn in de Stadskaart Almere 2007 reeds (voorgenomen) projecten opgenomen. Deze projecten zullen conform uitgevoerd worden.
      • Groen in de wijk. Hierin kunnen 'rode' initiatieven een plaats krijgen, mits de meerwaarde daarvan voor de wijk, het stadsdeel of de stad kan worden onderbouwd. Op bovenwijks niveau gaat het om voorzieningen. De beoordeling van ontwikkelingen vindt plaats door de raad aan de hand van de volgende (onder c.) genoemde criteria.
  • c. Ingrepen in het groen moeten altijd een reden hebben en behoeven dan ook altijd een specifieke onderbouwing. Besluitvorming omtrent bebouwing in groen is daarmee maatwerk op basis van criteria. Onder deze criteria vallen in ieder geval:
    • 1. de toegevoegde waarde van een programma;
    • 2. de passendheid van een programma op een locatie en de relatie met de wijk;
    • 3. het belang van een voorziening voor het stadsdeel of de stad als geheel;
    • 4. de wijze waarop het verdienend vermogen van de locatie mede ten goede komt aan de kwaliteit van het openbaar gebied;
    • 5. de noodzaak van bereikbaarheid en (aanpassing van) infrastructuur;
    • 6. de beschikbaarheid van alternatieve locaties (alternatieven afwegen).

Het bestemmingsplan voorziet in drie ontwikkellocaties met 'rode' initiatieven (woningbouw) in het groen. Het gaat om locaties die vallen in de categorie 'Groen in de wijk'. Bij het opstellen van de Ruimtelijke Visie De Wierden aan het Meer is zorgvuldig omgegaan met de onder c genoemde toetsingscriteria. Op de ontwikkelingen in De Wierden zijn de criteria 1, 2 en 6 van toepassing. In het kader van de integrale wijkaanpak ter verbetering van de sociale en ruimtelijke kwaliteiten van het plangebied, zijn de ontwikkellocaties een waardevolle aanvulling op de bestaande woningvoorraad. De nieuwbouw is voor een belangrijk deel bedoeld voor (en zal met voorrang worden verhuurd aan) huidige bewoners. Door verhuisbewegingen in de wijk kunnen vrijkomende bestaande woningen worden gerenoveerd en uitgebreid, zodat de wijk aantrekkelijker en gevarieerder wordt. De nieuwbouw is tevens bedoeld om nieuwe doelgroepen naar de wijk te trekken. In combinatie met investeringen in een kwaliteitsverbetering van de openbare ruimte en de voorzieningen draagt de nieuwbouw bij aan de verbetering van het toekomstperspectief voor individuele bewoners en De Wierden als geheel. Een uitgebreide toelichting op de toegevoegde waarde en de passendheid van het programma is opgenomen in paragraaf 2.2 Nieuwe ontwikkelingen.

Er is een nieuwe nota "Kleur aan Groen" in voorbereiding. Als deze nota door de raad wordt vastgesteld worden de nota's Parkennota 'Almere Parkstad' en 'Toetsingskader Bouwen in het Groen' ingetrokken.

4.3.6 Veiligheid

Veiligheid gebouwde omgeving (checklist veiligheid in ruimtelijke planvormingsproces) (vastgesteld door het college van B&W op 16 december 2003)

In de Kader Integraal Veiligheidsbeleid 2002-2005 worden alle facetten van sociale, fysieke en externe veiligheid onderscheiden. Eén van de thema's is de gebouwde omgeving en veiligheid. In de kadernota is gesteld dat de start van veiligheid begint bij de ontwikkeling van de stad, waarbij aangegeven is dat het noodzakelijk is het aspect van veiligheid in de fase van planontwikkeling structureel aan de orde te laten komen. Hoewel veiligheid in het ruimtelijk planvormingsproces van Almere (structuurplan, ontwikkelingsplan, bestemmingsplan, verkavelingsplan, inrichtingsplan) altijd al een aandachtspunt is geweest (direct of indirect), ontbrak een duidelijke checklist die alle aspecten van veiligheid (gericht op de omgeving) omvatte. Een veiligheidschecklist voorkomt dat in het ruimtelijk planvormingsproces bepaalde veiligheidsaspecten over het hoofd worden gezien en maakt eenduidige behandeling van het aspect veiligheid mogelijk.

De checklist omvat voor de aspecten sociale veiligheid, fysieke veiligheid en externe veiligheid een overzicht van aandachtspunten waarmee in het ruimtelijk planvormingsproces van Almere rekening gehouden moet worden. Bij de aandachtspunten wordt aangegeven op welke planfase het veiligheidspunt van toepassing is. Hierbij is een onderverdeling gemaakt in structuurplan, ontwikkelingsplan/bestemmingsplan, en verkavelingsplan/inrichtingsplan. De op ontwikkelingsplannen en bestemmingsplannen gerichte veiligheidspunten zijn ook van toepassing op ontheffingen van bestemmingsplannen en kunnen tevens gehanteerd worden voor herontwikkelingsplannen. De input voor de checklist is geleverd door de verschillende gemeentelijke diensten en Politie Flevoland.

De veiligheidspunten zijn van toepassing op het openbare en semi-openbaar gebied. Veiligheidspunten die betrekking hebben op het ontwerp van gebouwen vallen buiten de kaders van deze veiligheidschecklist (hiervoor geldt het Bouwbesluit).

Voor het plangebied betekent dit dat rekening is gehouden met de veiligheidschecklist.

Vuurwerknota 2005, Ruimtelijke implementatie Vuurwerkbesluit (vastgesteld door het college van B en W op 6december 2005)

Op 1 maart 2002 is het Vuurwerkbesluit in werking getreden, houdende nieuwe regels met betrekking tot consumenten- en professioneel vuurwerk. Almere is niet aangewezen als opslaggebied voor professioneel vuurwerk. Het beleid geeft aan dat vuurwerkopslag en -verkoop kan plaats vinden in winkelcentra en op bedrijventerreinen. Verkoop en opslag geschiedt niet in woongebieden en kleine winkelcentra met woningen erboven.

Voor het plangebied betekent dit dat verkoop en opslag van vuurwerk niet is toegestaan.

4.3.7 Sociale structuur, onderwijs en cultuur

Gemeentelijke archeologiebeleid

De hoofdlijnen van het archeologiebeleid van de gemeente Almere zijn beschreven inDe schatkamer vanAlmereen deBeleidsnota Archeologische Monumentenzorg Gemeente Almere 2001-2005(vastgesteld in september 2001). Het archeologiebeleid is verder uitgewerkt in een de Nota Archeologische Monumentenzorg 2009, een Archeologieverordening en de Archeologische Beleidskaart Almere. Van deze laatste beleidsstukken is een nieuwe versie in voorbereiding, maar deze zijn nog niet van kracht.

Nota Archeologische Monumentenzorg 2009

De Nota Archeologische Monumentenzorg 2009 is het vervolg op de nota De Schatkamer van Almere. Beleidsnota Archeologische Monumentenzorg Gemeente Almere 2001-2005 (vastgesteld in 2001).

De Nota Archeologische Monumentenzorg 2009 bestaat uit twee delen: deel 1 over het Selectiebeleid archeologie 2008-2012 en deel 2 over het Programma Publiekbereik Archeologie. Bij de nota hoort de Archeologische Beleidskaart Almere 2009. Samenvattend is de strekking van de nota dat in de periode 2009-2012 het selectiebeleid zich zal richten op minder archeologische behoudenswaardige vindplaatsen en het verrichten van minder onderzoek, maar wel van betere kwaliteit.

De selectiegebieden staan aangegeven op de Archeologische Beleidskaart Almere. In De Wierden bevinden zich geen selectiegebieden.

Archeologieverordening

In de Archeologieverordening is vastgelegd hoe het college omgaat met archeologisch waardevolle terreinen en voor welke terreinen een onderzoeksverplichting dan wel een vrijstelling hiervan geldt. Archeologisch waardevolle terreinen zijn gebieden waarbinnen behoudenswaardige archeologische vindplaatsen vastgesteld zijn. De onderzoeksverplichting geldt voor gebieden waarbinnen behoudenswaardige archeologische waarden verwacht worden. Deze terreinen worden Selectiegebieden genoemd.

Beide typen terreinen zijn aangeduid op de digitaal te raadplegen Archeologische Beleidskaart Almere. Binnen de genoemde gebieden zijn met enkele uitzonderingen, alle werkzaamheden / projecten archeologievergunningplichtig. De vergunning kan (al dan niet tijdelijk en/of onder voorwaarden) verleend worden. De vergunning moet geweigerd worden indien het project/ de werkzaamheden de archeologische waarden aantasten of risico's daarop kan opleveren. Het beleid heeft tot doel aangetroffen Steentijdvindplaatsen en scheepswrakken van voldoende kwaliteit te behouden in situ.

In de Archeologieverordening is dwingend opgenomen dat de waardevolle terreinen en Selectiegebieden (zoals vermeld op de Archeologische Beleidskaart Almere) integraal in alle toekomstige ruimtelijke plannen en juridisch-planologische kaders moet worden overgenomen, met een met de verordening overeenkomende bescherming.

In De Wierden bevinden zich geen selectiegebieden.