direct naar inhoud van Artikel 10 Woongebied
Plan: De Laren
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0034.BP1ELMN01-vg02

Artikel 10 Woongebied

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen, al dan niet in combinatie met de uitoefening van aan huis verbonden beroepen en bedrijfsmatige activiteiten aan huis;
  • b. woonzorgvoorzieningen;
  • c. maximaal 9 zelfstandige bedrijfsruimten, waarvoor de gebruiksvoorwaarden genoemd in 10.3 Specifieke gebruiksregels gelden;
  • d. verkeer en verblijfsgebied;
  • e. nutsvooorzieningen en voorzieningen ten behoeve van (ondergrondse) afvalinzameling;

met de daarbij behorende:

  • f. tuinen en erven;
  • g. groenvoorzieningen en water;
  • h. kunstwerken;
  • i. kunstobjecten;
  • j. (ondergrondse) parkeervoorzieningen, gebouwd en ongebouwd;
  • k. speelvoorzieningen;
  • l. straatmeubilair;

met dien verstande dat:

  • m. ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van groen-houtwal 1" dient minimaal 1.500 m2 van het totale grondoppervlak van het bestemmingsvlak voor groenvoorzieningen in de vorm van een houtwal beschikbaar te blijven;
  • n. er plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van groen-houtwal 2" dient minimaal 1.150 m2 van het totale grondoppervlak van het bestemmingsvlak voor groenvoorzieningen in de vorm van een houtwal beschikbaar te blijven.
10.2 Bouwregels

Op de in lid 10.1 bedoelde gronden mogen ten behoeve van de bestemmingsomschrijving bouwwerken worden gebouw.

Ten aanzien van gebouwen (hoofdgebouwen en erfbebouwing) geldt dat:

  • a. aaneengebouwde-, twee-aaneengebouwde- en vrijstaande woningen en woonzorgvoorzieningen zijn toegestaan;
  • b. de bedrijfsruimten vrijstaand worden gebouwd;
  • c. in afwijking van het in 10.2 onder a. bepaalde ook gestapelde woningen en woonzorgvoorzieningen zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding "gestapeld";
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' de voorgeschreven maximale bouwhoogte in acht dient te worden genomen;
  • e. er een maximaal bebouwingspercentage van 60% per bouwperceel in acht dient te worden genomen voor de niet gestapelde woningen;
  • f. ter plaatse van de aanduiding "maximaal bebouwingspercentage" het maximaal voorgeschreven bebouwingspercentage van het bestemmingsvlak voor gestapelde woningen, in acht dient te worden genomen;
  • g. ter plaatse van de aanduiding "gevellijn" deze lijn naar de wegzijde toe niet mag worden overschreden door geluidgevoelige functies van woongebouwen;
  • h. de geluidsbelasting vanwege het wegverkeer van gebouwen met geluidgevoelige functies niet hoger mag zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of de verleende hogere (grens)waarde;
  • i. de afstand van erfbebouwing tot de voorgevel(lijn) van het hoofdgebouw minimaal 1 m bedraagt;
  • j. de diepte van aan de achtergevel van het hoofdgebouw gebouwde erfbebouwing niet meer mag bedragen dan 4 meter;
  • k. de bouwhoogte van aan het hoofdgebouw gebouwde erfbebouwing is maximaal 0,30 meter boven de vloer van de tweede bouwlaag van het hoofdgebouw, kelders en onderbouwen niet daaronder begrepen, een en ander tot een maximale hoogte van 4 meter;
  • l. in afwijking van de in10.2onder m. bepaalde maximale bouwhoogte, zijn dakterrassen toegestaan op aan het hoofdgebouw gebouwde erfbebouwing, met dien verstande dat deze terrassen aan weerszijden (voor zover deze zijde(n) zich op minder dan twee meter van de grenslijn van het erf (de zijdelingse perceelsgrens) bevindt (bevinden)) worden afgeschermd met ondoorzichtig materiaal met een hoogte van minimaal 1.50 en maximaal 1.80 meter (dit geldt niet als de eigenaar van het naburige erf toestemming heeft gegeven om een doorzichtige of géén afscherming te plaatsen);
  • m. in afwijking van de in10.2onder m. bepaalde maximale bouwhoogte, zijn kappen toegestaan op aan het hoofdgebouw gebouwde erfbebouwing tot de maximale bouwhoogte van het hoofdgebouw;
  • n. de goothoogte van vrijstaande erfbebouwing niet meer mag bedragen dan 3 m;

Ten aanzien van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat:

  • o. erf- en terreinafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan: bouwhoogte maximaal 1 meter;
  • p. overige erf- en terreinafscheidingen: bouwhoogte maximaal 2 meter;
  • q. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde: bouwhoogte maximaal 3 meter.

10.3 Specifieke gebruiksregels

Het gebruik van ruimten in het hoofdgebouw en erfbebouwing van woningenten behoeve van aan-huis-verbonden beroepen of bedrijfsmatige activiteiten aan huis, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a. tot 50% van het gezamenlijke vloeroppervlakte van het hoofdgebouw en erfbebouwing mag voor een aan-huis-verbonden beroep en/ of bedrijfsmatige activiteiten aan huis worden gebruikt;
  • b. het gebruik leidt niet tot ernstige hinder voor het woonmilieu c.q. geen doet afbreuk aan het woonkarakter van de wijk of buurt;
  • c. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • d. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid;
  • e. er wordt geen horeca uitgeoefend met uitzondering van ruimten voor bed & breakfast;
  • f. detailhandel is toegestaan tot een maximum van 25m2 winkelvloeroppervlakte, met dien verstande dat deze oppervlakte deel uitmaakt van de onder a. bedoelde 50%;
  • g. het beroep of de activiteit wordt door de bewoner uitgeoefend; er is maximaal één extra fte in dienstverband toegestaan;
  • h. kinderdagverblijf, catering, seksinrichting en munitie -en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.

Het gebruik van ruimten in het hoofdgebouw en erfbebouwing van de zelfstandige bedrijfsruimtenwordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • i. het gebruik is overeenkomstig de aan-huis-verbonden beroepen en de bedrijfsmatige activiteiten aan huis, aan te merken;
  • j. het gebruik leidt niet tot ernstige hinder voor het woonmilieu c.q. doet geen afbreuk aan het woonkarakter van de buurt;
  • k. het gebruik heeft geen nadelige invloed op de normale afwikkeling van het verkeer;
  • l. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
  • m. er wordt geen horeca uitgeoefend;
  • n. er wordt geen detailhandel wordt uitgeoefend met uitzondering van ondergeschikte detailhandel;
  • o. kinderdagverblijf, catering, seksinrichting en munitie -en vuurwerkopslag zijn niet toegestaan.