direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Enumatil woningbouwlocatie West B
Status: vastgesteld
Plantype: wijzigingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0022.WZEN17westB-VA01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Het voorliggend plan betreft een wijzigingsplan ex artikel 3.6 Wet ruimtelijke ordening van het bestemmingsplan 'Enumatil/Oostwold', zoals vastgesteld door de raad van de gemeente Leek op 16 maart 2011.

Met dit wijzigingsplan wordt medewerking verleend aan het verzoek van de initiatiefnemer om de agrarische bestemming van het perceel aan de Dorpsstraat te wijzigen in een bestemming 'Groen', 'Water' en 'Wonen - 1' en gebruik te maken van de wijzigingsbevoegdheid die opgenomen is in het bestemmingsplan 'Enumatil/Oostwold'.

1.2 Beschrijving van de situatie

Het perceel aan de Dorpsstraat is gelegen in Enumatil, ten westen van het bestaande dorp. Momenteel zijn de gronden nog in agrarisch gebruik, maar dit zal op termijn worden beëindigd. De aanwezige situatie is in figuur 1 weergegeven. De agrarische bestemming wordt omgezet in de bestemming 'Groen', 'Water' en 'Wonen - 1' zodat het perceel in gebruik kan worden genomen voor woningbouw.

afbeelding "i_NL.IMRO.0022.WZEN17westB-VA01_0001.jpg"

Figuur 1: Huidige situatie Dorpsstraat (Luchtfoto 2014)

1.3 Planologisch juridisch kader

Het perceel aan de Dorpsstraat ligt in het bestemmingsplan 'Enumatil/Oostwold'. In dit bestemmingsplan heeft het perceel de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur' zonder bouwmogelijkheden gekregen. Naast de agrarische bestemming zijn de aanduidingen 'wro-zone - wijzigingsgebied 3' en 'wro-zone - wijzigingsgebied 4' opgenomen. Met deze aanduidingen is het mogelijk om de agrarische bestemming te wijzigen naar 'Wonen - 1', 'Groen' en/of 'Water'. In het noordelijk deel mogen maximaal vier woningen worden gebouwd. Met de bouw van de woningen wordt de dorpsentree versterkt. In het zuidelijk deel mogen maximaal twee woningen worden gebouwd. Deze woningen vormen de afronding van het dorp. Naast de wijziging naar 'Wonen - 1' mogen de gronden ook worden gewijzigd in 'Groen' en 'Water'.

Figuur 2 geeft een uitsnede weer van het vigerende bestemmingsplan.

afbeelding "i_NL.IMRO.0022.WZEN17westB-VA01_0002.jpg"

Figuur 2: Uitsnede vigerende bestemmingsplan Enumatil/Oostwold (www.ruimtelijkeplannen.nl)

Op dit moment mag het perceel alleen worden gebruikt voor een agrarisch grondgebruik. In het bestemmingsplan 'Enumatil/Oostwold' is in artikel 27 lid a een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor het college om de gronden die zijn voorzien van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 3' en '4' te wijzigen in een bestemming 'Wonen - 1', 'Groen' en 'Water'.

Hieraan is een aantal voorwaarden verbonden. In hoofdstuk 3 wordt aangegeven hoe aan deze voorwaarden van de wijzigingsbevoegdheid wordt voldaan.

Hoofdstuk 2 Beleidskader

2.1 Provinciaal beleid

Omgevingsvisie provincie Groningen 2016-2020

Het provinciaal ruimtelijk beleid is verwoord in de Omgevingsvisie provincie Groningen 2016-2020. De Omgevingsvisie bevat de integrale lange termijnvisie van de provincie op de fysieke leefomgeving. Uit deze Omgevingsvisie vloeien richtlijnen en voorschriften voort, die zijn vastgelegd in de provinciale Omgevingsverordening. Hiermee werkt het omgevingsbeleid (ruimtelijke ordening, water, mobiliteit en milieu) door in plannen van gemeenten en waterschappen.

De provincie wil stedelijke ontwikkelingen zo veel mogelijk laten plaatsvinden binnen bestaand stedelijk gebied, omdat de provincie het grote contrast tussen het stedelijk gebied en het buitengebied, dat zo bepalend is voor de identiteit van de provincie, wil behouden en versterken. Dit in lijn met de 'ladder voor duurzame verstedelijking'.

Er wordt gericht beleid gevoerd op de leefbaarheid: van de kleine dorpen tot de stedelijke kernen. Met een aantrekkelijke leefomgeving, snel internet en goede bereikbaarheid moeten zowel de stedelijke kernen als de dorpen leefbaar blijven. Veel aandacht wordt gegeven aan dorpen en de bereikbaarheid van voorzieningen. De provincie ondersteunt en biedt veel ruimte aan ontwikkelingen van onderop om de leefbaarheid en sociale cohesie in de provincie te versterken. Deze complexe vraagstukken, in de dorpen en de steden, vragen om maatwerk: een gezamenlijke aanpak van gemeenten, woningbouwcorporaties, diverse andere organisaties en burgers. Bij de stedelijke kernen richt de provincie zich op het in stand houden en versterken van de sterke regionale functie van deze kernen.

De opgave Groei en krimp richt zich op verschillende sporen, waaronder het herstructureren en samen met diverse organisaties doen van ruimtelijke ingrepen om de toegankelijkheid van de voorzieningen te vergroten en het ondersteunen van leefbaarheidsinitiatieven in de hele provincie.

Omgevingsverordening provincie Groningen 2016

Ter uitvoering van het beleid uit het POP hebben Provinciale Staten op 1 juni 2016 de provinciale Omgevingsverordening vastgesteld. De verordening bevat onder meer algemene regels omtrent de inhoud van bestemmingsplannen en de daarbij behorende toelichting. Deze regels moeten bewerkstelligen dat provinciale ruimtelijke belangen doorwerken op het lokale niveau. Dat betekent dat gemeenten zich bij het opstellen van (nieuwe) bestemmingsplannen moeten houden aan de bij de provinciale verordening gestelde regels.

Op grond van het rijksbeleid, neergelegd in het besluit Algemene regels ruimtelijke ordening (AmvB Ruimte), hebben provincies de taak om in een provinciale verordening het zogenaamde 'bestaand bebouwd gebied' aan te wijzen. Bij wijze van uitvoeringsbesluit van de Omgevingsverordening is daarop door Gedeputeerde Staten het 'besluit begrenzing buitengebied' opgesteld (artikel 4.20. van de Omgevingsverordening). Dit besluit is op 20 april 2010 door Gedeputeerde Staten vastgesteld. Het plangebied valt buiten de aanduiding 'bestaand bebouwd gebied'. In het plangebied, dat buiten de aanduiding 'bestaand bebouwd gebied' ligt, kunnen geen nieuwe woningen worden gebouwd , tenzij de begrenzing door Gedeputeerde Staten wordt gewijzigd.

Uit de Verordening blijkt dat Gedeputeerde Staten de grens kunnen wijzigen ten behoeve van een aanvaardbaar te achten stedelijke ontwikkeling die aansluit bij het bestaand stedelijk gebied (i.c. dorpsgebied) en daarin past. Daarmee kunnen Gedeputeerde Staten op grond van artikel 1.2. van de verordening nieuwe functies buiten het bestaand stedelijk gebied mogelijk maken. De grensaanpassing door Gedeputeerde Staten moet vóór de vaststelling van het wijzigingsplan plaatsvinden. De provincie hanteert als randvoorwaarde, voor nieuwe functies in het buitengebied, dat binnen het bestaande stedelijk of dorpsgebied geen geschikte ruimte aanwezig is of na intensivering, revitalisering door herstructurering kan worden verkregen.

Gedeputeerde Staten hebben een besluit genomen om de grens 'bestaand bebouwd gebied' aan te passen. Het besluit is bij brief van 11 mei 2016 aan de gemeente meegedeeld.

Met het voorgenomen woningbouwproject gaat het om een niet-functioneel aan het buitengebied gebonden functie. Waar het gaat om de bepaling van de behoefte is eerder in het bestemmingsplan 'Enumatil/Oostwold' beschreven, dat er vanuit de locale marktvraag wordt voorzien in een beperkte uitbreiding van tien woningen. De woningen zijn verdeeld over drie locaties die in het bestemmingsplan niet bij recht zijn opgenomen, maar zijn opgenomen in een wijzigingsbevoegdheid. Per locatie is in het bestemmingsplan van 2011 met een wijzigingsbevoegdheid aangegeven hoeveel woningen er gebouwd kunnen worden.

Ook nu, bij toepassing van de wijzigingsbevoegdheid wordt lokaal maatwerk toegepast. Dit sluit goed aan bij de regionale woonvisie Westerkwartier. Dit zegt dat binnen het principe van lokaal maatwerk met name mogelijkheden binnen Enumatil moeten worden geboden.

In het bestemmingsplan 'Enumatil/Oostwold' is bij de vaststelling in 2011 eerder afgewogen dat binnen het bestaand stedelijk gebied geen ruimte beschikbaar is, dan wel kan worden verkregen voor het beoogde kleinschalige project. Voor de volledigheid is thans, gelet op het actuele rijks- en provinciale beleid, nogmaals gekeken naar mogelijkheden binnen het bestaand bebouwd gebied, eventuele combinaties met herstructurering en/of functieverandering, dan wel mogelijkheden voor intensivering/inbreiding. Geconstateerd moet worden dat binnen het bestaande dorpsgebied geen geschikte ruimte beschikbaar is voor nieuwbouw van woningen op de schaal zoals die met dit plan uitvoerbaar wordt geacht. Hieronder wordt op de hiervoor genoemde aspecten ingegaan.

Functieverandering

Mogelijkheden voor functieverandering die enige ruimte kunnen bieden, zouden kunnen liggen in vrijkomende bedrijfsmatige of maatschappelijke functies. In Enumatil is een aantal jaren terug de basisschool 't Klimop vrijgekomen. De basisschool heeft een nieuwe woonfunctie gekregen. In het dorp zijn verder geen functieveranderingen actueel.

 

Herstructurering

In het kader van het woonbeleid wordt in zijn algemeenheid voorzien in herstructurering van verouderde woonbuurten. In Enumatil is dit niet aan de orde. De woningen in Enumatil zijn van goede kwaliteit.

Bestaand dorpsgebied: intensivering

Enumatil is een typisch voorbeeld van een dorp dat is ontstaan op de kruising van een waterweg en een landweg, een zogenaamd kruisdorp. Vanuit het kruispunt van deze waterweg met een landweg, kwam de kern van het dorp tot ontwikkeling. Hierdoor ontstond een duidelijke hiërarchie in wegen, jaagpaden langs één of twee kanten van het water, die in de kom tot woonstraten zijn verbreed en verhard, de kruisende hoofdweg en de kleinere zijstraten met woonbebouwing.

kenmerken zijn:

  • de vrijstaande bebouwing staat dicht op elkaar;
  • deze en andere bebouwing staat direct aan de wegverharding;
  • de lange zijde is veelal naar de straat gekeerd;
  • er is sprake van een gesloten straatwand;
  • de nokrichting loopt evenwijdig aan de straten;
  • de daken zijn voornamelijk schild- en wolfsdaken;
  • de woningen zijn niet diep;
  • ook de achtererven zijn ondiep.

Intensivering of verdichting van het aanwezige bebouwingspatroon is op zichzelf een logische gedachtegang om elders extra ruimtebeslag te voorkomen. Echter, binnen het als 'bestaand dorpsgebied' aangegeven gebied ontbreken tussenruimtes van voldoende omvang om het gewenste project te realiseren, terwijl dit juist binnen het daarop aansluitende deel aan de Dorpsstraat en de Klap wel op een goede wijze kan plaatsvinden. Bovendien sluit deze ontwikkeling aan bij de meest recente gerealiseerde woningbouw aan de westkant van het dorp.

Het gemeentelijk verzoek tot grenswijziging richt zich dan ook op een aanpassing van de begrenzing, zodanig dat het perceel er binnen valt. In ruimtelijke zin wordt aangesloten bij een bestaande woonbestemming op de percelen Dorpsstraat 39 en de Klap 16 en 18.

Overigens worden, conform recente jurisprudentie van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, vier nieuwe woningen niet gezien als stedelijke ontwikkeling waarop de ladder voor duurzame verstedelijking van toepassing is.

2.2 Gemeentelijk beleid

Woonvisie Westerkwartier

De gemeenteraad van Leek heeft op 24 juni 2015 de nieuwe Woonvisie Westerkwartier 2015-2020 vastgesteld. Deze vervangt de Woonvisie Leek 2010-2015. Ook door de andere gemeenteraden in het Westerkwartier is tot vaststelling overgegaan zodat er een gemeenschappelijk regionaal woonbeleid voor het Westerkwartier ligt.

In de regionale woonvisie ligt niet alleen besloten dat het Westerkwartier fysiek ruimte biedt, maar ook de mogelijkheid om woonwensen waar te maken en ruimte voor bewoners om initiatief te nemen. Om dit te kunnen bieden zijn vier speerpunten opgesteld:

  • de woning op de juiste plek;
  • wonen betaalbaar houden ;
  • ook met een zorgvraag veilig en comfortabel wonen, en
  • bewoners nemen initiatief.

In de Woonvisie is een raming voor de woningbehoefte opgesteld, zowel voor de kortere termijn (2015-2020) als voor de langere termijn (2021-2025). Voor de beoogde woningbouw wordt gewerkt met zogenaamde 'bandbreedtes', dit om te kunnen inspelen op zich voldoende woningmarktontwikkelingen en onderling ook wisselingen te kunnen aanbrengen.

Voor Enumatil is dit niet uitgedrukt in een exact aantal, maar wordt rekening gehouden met maatwerk aangaande de woningbouw. Als maatwerk wordt aangegeven dat er vijf tot tien woningen mogelijk zijn. Bovendien is in het bestemmingsplan 'Enumatil/Oostwold' hier al rekening mee gehouden. Daarmee is duidelijk dat het moet gaan om bij de schaal van het dorp passende woningbouw, met andere woorden een kleinschalige ontwikkeling.

Welstandnota

Door de gemeenteraad van Leek is in januari 2004 de Welstandsnota vastgesteld. De welstandscriteria voor het gebied waarin deze locatie zich bevindt staan omschreven in hoofdstuk 5.3a (Enumatil). Als beleid geldt dat Enumatil is ingedeeld onder de kruisdorpen met de vermelding dat het als beschemingswaardig dorpsgezicht is opgenomen. Ruimtelijke maatregelen dienen zoveel mogelijk plaats de vinden in overeenstemming met de hoofdkenmerken van het dorpstype. De woningen kunnen vrijstaand gesitueerd worden waarbij de hoofdvorm tot één laag met een kap hierbij geen probleem is.

Hoofdstuk 3 Toetsing aan voorwaarden wijzigingsbevoegdheid

Er worden twee wijzigingsplannen gemaakt die inhoudelijk op elkaar zijn afgestemd. Het ene wijzigingsplan is van toepassing op het noordelijk deel van het plangebied en het andere wijzigingsplan is van toepassing op het zuidelijk deel van het plangebied.

In onderstaande afbeelding wordt onderscheid gemaakt in Gebied A (gelegen aan de Dorpsstraat) en Gebied B (als afronding van de Klap)

afbeelding "i_NL.IMRO.0022.WZEN17westB-VA01_0003.jpg"

Figuur 3: Gebied A (Dorpsstraat) en Gebied B (de Klap)

3.1 Gebied A

De wijzigingsbevoegdheid (wro-zone - wijzigingsgebied 3) om de bestemming 'Agrarische met waarden - Natuur' om te zetten naar de bestemming 'Wonen - 1' is opgenomen in artikel 27 van de regels van het vigerende bestemmingsplan. Hieronder zijn de voorwaarden opgesomd en wordt aangegeven hoe aan de voorwaarde wordt voldaan.

deze wijzigingsbevoegdheid wordt uitsluitend toegepast ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 3'   Dit gebied wordt gewijzigd in 'Wonen - 1'  
het aantal woningen zal ten hoogste 4 bedragen   Binnen het wijzigingsgebied worden twee woningen gerealiseerd aan de Dorpsstraat.  
de woningen worden aansluitend op de bestaande bebouwing gebouwd   De bebouwing aan de Dorpsstraat wordt in westelijke richting aangevuld met twee woningen. Het lint wordt doorgezet.  
de nokrichting van de woningen haaks op de weg staat   De woningen die worden gerealiseerd krijgen een nokrichting haaks op de weg (Dorpsstraat)  
parkeren op eigen erf plaatsvindt   Op het erf is voldoende ruimte om meerdere parkeerplaatsen te realiseren.  
een goede ruimtelijke en stedenbouwkundige inpassing wordt gerealiseerd, waarbij wordt aangesloten op de ruimtelijke structuur en de kwaliteiten van de omgeving en met inachtneming van het gesteld in paragraaf 3.5 van de toelichting bij dit bestemmingsplan   De dorpsuitbreiding langs de Dorpsstraat is een voortzetting van het bestaande lint. De dorpstoegang wordt met het bouwen van de woningen tegenover de boerderij (nummer 28) geaccentueerd. In het verlengde van de nummers 35-39 worden de nieuwe woningen in een gestaffelde opzet geplaatst en is sprake van een doorzetting van de bestaande woningen aan de Dorpsstraat. De woningen worden vrijstaand gebouwd nagenoeg haaks op de Dorpsstraat. Naast nummer 39 wordt een doorgang gecreëerd om een dorpsommetje mogelijk te maken naar de Klap.  
er wordt voldaan aan de bij of krachtens de Wet geurhinder en veehouderij geldende normen   Op grond van de Wet geurhinder en veehouderij is een minimale afstand van 100 meter opgenomen voor geurgevoelige objecten binnen de bebouwde kom. De nieuw te bouwen woningen liggen binnen deze afstand. In de Wet is een mogelijkheid opgenomen om in een gemeentelijke verordening vast te leggen dat deze afstand verkleind kan worden. In de 'Verordening lokaal geurbeleid landelijk gebied Leek 2012' is vastgelegd dat de afstand tussen een veehouderij waar vaste afstandsdieren worden gehouden, en een geurgevoelig object binnen de bebouwde kom ten minste 50 zal bedragen. De nieuwe woningen worden op 65 meter vanaf de veehouderij aan de Dorpsstraat 28 gebouwd. Daarnaast bevindt zich ten westen van het agrarisch bedrijf een mestplaat. De opslag van agrarische meststoffen moet volgens het Activiteitenbesluit liggen op minstens 100 meter van een geurgevoelig object dat binnen de bebouwde kom ligt. Uitgaande dat de mestplaat de maatgevende afstand is, moeten de nieuwe woningen op minimaal 100 meter vanaf de mestplaat komen te liggen. In het stedenbouwkundige plan (zie figuur 4) is hier rekening mee gehouden dat de nieuwe woningen op voldoende afstand worden gebouwd. Hiermee wordt voldaan aan de minimale afstandseis uit de verordening en het Activiteitenbesluit.  
er zal voorafgaand aan de ontwikkeling van het gebied in vroegtijdig stadium overleg worden gepleegd met het waterschap   In het wettelijke kader zal vooroverleg plaatsvinden met het Waterschap Noorderzijlvest. Daarnaast wordt de digitale watertoets doorlopen. De uitkomsten van het vooroverleg en de uitkomsten van de watertoets worden verwerkt in het wijzigingsplan.  
de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten zal niet hoger zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde   Wettelijk gezien heeft een 30 km weg geen geluidszone. De rooilijn van de woningen komt op circa 10 meter van de Dorpsstraat te liggen. De Dorpsstraat is ingericht als 30 km gebied.
Daarnaast is akoestisch onderzoek gedaan naar het verkeer van en naar het agrarisch bedrijf aan de Dorpsstraat 28. Uit dat onderzoek blijkt dat voldaan wordt aan de grenswaarde. (zie bijlage 2)  
na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 18 van overeenkomstige toepassing zijn   Doordat de bestemming 'Wonen - 1' wordt opgenomen, zijn de regels van artikel 18 uit het bestemmingsplan 'Enumatil/Oostwold' van overeenkomstige toepassing.  

3.2 Gebied B

De wijzigingsbevoegdheid (wro-zone - wijzigingsgebied 4) om de bestemming 'Agrarische met waarden - Natuur' om te zetten naar de bestemming 'Wonen - 1', 'Groen' en/of 'Water' is opgenomen in artikel 27 van de regels van het vigerende bestemmingsplan. Hieronder zijn de voorwaarden opgesomd en wordt aangegeven hoe aan de voorwaarde wordt voldaan.

deze wijzigingsbevoegdheid wordt uitsluitend toegepast ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 4'   Dit gebied wordt gewijzigd in 'Wonen - 1', 'Groen' en 'Water'.  
deze wijzigingsbevoegdheid wordt slechts toegepast wanneer de wijzigingsbevoegdheid voor gebied A is vastgesteld.   Het wijzigingsplan Enumatil woningbouwlocatie A moet door het college zijn vastgesteld voordat het wijzigingsplan Enumatil woningbouwlocatie B wordt vastgesteld.  
het aantal woningen zal ten hoogste 2 bedragen   Binnen het wijzigingsgebied worden twee woningen gerealiseerd.  
de woningen worden aansluitend op de bestaande bebouwing gebouwd   De dorpsuitbreiding ten westen van de Klap is een afronding van de meest recente uitbreiding van Enumatil.  
de nokrichting van de woningen haaks op de weg staat   De woningen die worden gerealiseerd krijgen alle twee een nokrichting haaks op de weg (De Klap)  
parkeren op eigen erf plaatsvindt   Op het erf is voldoende ruimte om meerdere parkeerplaatsen te realiseren.  
er wordt een goede ruimtelijke en stedenbouwkundige inpassing gerealiseerd, waarbij wordt aangesloten op de ruimtelijke structuur en de kwaliteiten van de omgeving en met inachtneming van het gestelde in paragraaf 3.5 van de toelichting bij dit bestemmingsplan   De bebouwing aan de Klap wordt in westelijke richting aangevuld met 2 woningen. De woningen vormen de afronding van de meest recente dorpsuitbreiding en worden naast de bestaande bebouwing gesitueerd. De woningen worden in lijn met de aanwezige bebouwing gebouwd. Naast Dorpsstraat 39 en de Klap 18 wordt een doorgang gecreëerd om een dorpsommetje mogelijk te maken. Het oorspronkelijke plan zoals beschreven in het bestemmingsplan 'Enumatil/Oostwold' is op enkele punten aangepast. Het voldoet aan de ruimtelijke functionele visie zoals beschreven in paragraaf 3.5 van de toelichting bestemmingsplan 'Enumatil/Oostwold'.  
er zal voorafgaand aan de ontwikkeling van het gebied in vroegtijdig stadium overleg worden gepleegd met het waterschap   In het wettelijke kader zal vooroverleg plaatsvinden met het Waterschap Noorderzijlvest. Daarnaast wordt de digitale watertoets doorlopen. De uitkomsten van het vooroverleg en de uitkomsten van de watertoets worden verwerkt in het wijzigingsplan.  
de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten zal niet hoger zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde   Wettelijk gezien heeft een 30 km weg geen geluidszone. Binnen de bebouwde kom van Enumatil geldt een 30 kilometer zone waarbij de Klap is ingericht als 30 km gebied.  
na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de regels van artikel 7, 17 en/of 18 van overeenkomstige toepassing zijn   Doordat de bestemming 'Groen', 'Water' en 'Wonen - 1' wordt opgenomen, zijn de regels van artikel 7, 17 en 18 uit het bestemmingsplan 'Enumatil/Oostwold' van overeenkomstige toepassing.  

Hoofdstuk 4 Ruimtelijke- en milieuaspecten

4.1 Woonprogramma

Algemeen 

In het bestemmingsplan 'Enumatil/Oostwold' is opgenomen dat vanuit de marktvraag in een beperkte uitbreiding van tien woningen wordt voorzien. Concrete plannen waren in dat bestemmingsplan nog niet aan de orde. Er is in dit bestemmingsplan voor drie mogelijke locaties een stedenbouwkundige visie opgesteld hoe de woningen in Enumatil kunnen worden ingepast. Om in de toekomst de woningbouw mogelijk te maken is er voor gekozen om voor de drie locaties een wijzigingsbevoegdheid op te nemen om de bestemming te kunnen wijzigen.

Het gaat om de volgende locaties:

  • A. Dorpsuitbreiding aan de Dorpsstraat. De uitbreiding vindt plaats in aansluiting op de westelijke dorpsrand.
  • B. Een afronding van de aan de Klap gelegen meest recente dorpsuitbreiding.
  • C. Dorpsuitbreiding ten zuiden van de Westerdijk in aansluiting op de oostelijke dorpsrand.

De opgave is om ruimte te zoeken voor de eventuele bouw van maximaal tien woningen. Elke locatie voor zich is te klein om deze capaciteit te kunnen realiseren. Besloten is daarom om de tien woningen te verdelen over de genoemde locaties. Voordeel hiervan is bovendien dat op deze wijze de dorpsuitbreiding kleinschalig blijft.

De twee voorliggende wijzigingsplannen 'Enumatil woningbouwlocatie West A en B maakt de bouw van woningen mogelijk voor de locaties A en B.
Onderstaand worden de twee locaties beschreven.

Gebied A (wro-zone - wijzigingsgebied 3)

Binnen het plangebied waarvoor wijziginsbevoegdheid 3 wordt toegepast wordt voorzien in de bouw van twee vrijstaande woningen gesitueerd aan de Dorpsstraat. Het gaat om koopwoningen. De beschikbare kavels zijn circa 1.120 m² en circa 2.300 m² groot. Deze uitbreiding sluit aan op het huidige bebouwingslint.

Gebied B (wro-zone - wijzigingsgebied 4)

Binnen het plangebied waarvoor wijzigingsbevoegdheid 4 wordt toegepast wordt voorzien in de bouw van twee vrijstaande woningen, gelegen ten westen van de Klap. Het gaat om koopwoningen. De beschikbare kavels zijn circa 1.250 m² en circa 2.030 m² groot. Deze uitbreiding sluit aan op de meest recente uitbreiding uit de jaren 90 en geldt als afronding van de Klap.

Naast de woningbouw wordt ruimte gereserveerd om een dorpsommetje mogelijk te maken.

Conclusie

In het vigerende bestemmingsplan 'Enumatil /Oostwold' is rekening gehouden met de uitbreiding van Enumatil. Dit is opgenomen vanuit de wens van het dorp. Het gaat om beperkte nieuwbouw. Met de nieuwbouw wordt voorkomen dat het dorp op slot wordt gezet. Dit is opgenomen ten tijde van het bestemmingsplan 'Enumatil/Oostwold'.

Herbestemmen van bestaande vrijkomende locaties is niet aan de orde.

In de woonvisie 2015-2020 is voor Enumatil 'maatwerk' aangegeven voor wat betreft aantallen. Voor maatwerk is aangegeven dat er maximaal tien woningen kunnen worden gebouwd. Van de oorspronkelijke tien woningen die zijn opgenomen met wijzigingsbevoegdheden in het bestemmingsplan 'Enumatil/Oostwold' worden er met deze wijzigingsplannen vier gerealiseerd. Dit waren voor locatie A en B in eerste instantie zes woningen. Locatie C is nu niet aan de orde.

In totaal worden in deze twee gebieden vier woningen gebouwd. Deze woningen worden op de planningslijst Leek ten laste gebracht van de capaciteit die voor Enumatil is gesteld (drie en één van de reservepost. Deze planningslijst die in regionaal verband (regio Groningen - Assen) is afgestemd, wordt gehanteerd bij de uitvoering van het woonprogramma Leek. De woningbouwcapaciteit in dit wijzigingsplan valt binnen deze regionale woningbouwafspraken.

4.2 Locatie en ruimtelijke opzet

Het terrein aan de Dorpsstraat en de Klap is gelegen aan de westkant van het dorp Enumatil. Het wijzigingsplan is opgedeeld in twee gebieden, te weten: gebied A, het gebied gelegen direct aan de Dorpsstraat en gebied B het gebied ter afronding van de Klap. In onderstaande figuur is de stedenbouwkundige opzet van de gebieden weergegeven.

afbeelding "i_NL.IMRO.0022.WZEN17westB-VA01_0004.jpg"

Figuur 4: Verkavelingsplan Gebied A: noordzijde, Gebied B: Zuidzijde (Gemeente Leek / Bouwbedrijf Zetstra, november 2016)

Gebied A

Deze uitbreiding is onderdeel van het lintvormige bebouwingspatroon langs de Dorpsstraat en sluit aan op de bestaande woningen. Met de bouw van deze woningen wordt entree het dorp aan de westzijde versterkt. Daarbij wordt de overgang van het dorp naar het buitengebied nog scherper aangegeven door de aanplant van een grote beuk. Als voortzetting van de bestaande boomstructuur langs de Dorpsstraat wordt ook ter plaatse van de nieuwe woningen de boomstructuur doorgezet. Aan de westzijde van het plangebied wordt met knotwilgen de begrenzing van het dorp aangegeven.

Door tegenover de boerderij (Dorpsstraat 28) te bouwen worden de dorpsentree vanuit het westen geaccentueerd. In het verkavelingsplan is voor deze locatie de bouw van twee woningen voorzien. De woningen worden vrijstaand gebouwd op relatief grote kavels. De plaatsing is een gestaffelde opzet en is een doorzetting van de bestaande woningen nummer 35-39. De meest westelijk gelegen woning is iets teruggerooid om de opeenvolging en duiding van de entree van het dorp duidelijk te maken. Ook dit is een maatregel die de dorpsgrens versterkt.

Tussen woning nummer 39 en de dorpsuitbreiding wordt ruimte gereserveerd voor een pad. Dit pad accentueert 'de krimpnaad' tussen oud en nieuw en is onderdeel van een aantrekkelijke rondwandelmogelijkheid (dorpsommetje).

Gebied B

De op deze uitbreidingslocatie geplande woningen vormen de afronding van de meest recente dorpsuitbreiding uit de jaren 90. Deze uitbreiding onttrekt zich echter aan het dorpsbeeld door de afzijdige ligging en het afwijkende bebouwingspatroon. Dit is een voortzetting van de structuur van woningen aan de Klap.

Om te voorkomen dat het gebied in aansluiting op de twee woningen verder wordt volgebouwd, wordt de overgang naar het buitengebied fysiek als een belemmering vorm te geven. Dit wordt gerealiseerd door het opnemen van een waterpartij en het gebied fysiek te begrenzen met knotwilgen. Tussen de woningen aan de Klap en de nieuwbouw wordt ruimte gereserveerd voor een pad. Dit pad accentueert 'de krimpnaad' tussen oud en nieuw en is onderdeel van een aantrekkelijke rondwandelmogelijkheid (dorpsommetje).

4.3 Milieusituatie

Aan de Dorpsstraat zijn enkele woningen, agrarische bedrijven en maatschappelijke voorzieningen gelegen.

Aan de overzijde van de Dorpsstraat (nummer 28) is een agrarisch bedrijf gelegen. Dit agrarisch bedrijf is een veehouderij met een grondgebonden bedrijfsvoering. Het agrarisch bedrijf heeft de bestemming Agrarisch - Agrarisch bedrijf 2 in het bestemmingsplan 'Buitengebied Leek'. Op grond van de VNG publicatie 'Bedrijven en Milieuzonering' geldt voor dit agrarisch bedrijf uit milieucategorie 3.2 een richtafstand van 100 meter. Deze afstand geldt voor geurhinder. In afwijking van deze richtafstand heeft de gemeente Leek een geurverordening vastgesteld. In de gemeentelijke verordening 'Lokaal geurbeleid landelijk gebied Leek 2012' is vastgelegd dat de afstand tussen een veehouderij (de stal) en een geurgevoelig object minimaal 50 meter moet bedragen. De afstand tot de woningen bedraagt circa 65 meter. Het agrarisch bedrijf valt onder het Activiteitenbesluit Wet milieubeheer.

Daarnaast bevindt zich aan de westzijde van het agrarisch bedrijf een mestplaat. Voor het opslaan van vast mest gelden voorschriften in het Activiteitenbesluit Wet milieubeheer. Het agrarisch bedrijf aan de Dorpsstraat 28 is een type B bedrijf. Een opslag van agrarische bedrijfsstoffen moet volgens artikel 3.46 lid 1 Activiteitenbesluit Wet milieubeheer, liggen op minstens:

  • 100 meter van een geurgevoelig object dat binnen de bebouwde kom ligt;
  • 50 meter van een geurgevoelig object dat buiten de bebouwde kom ligt.

De mestplaat ter plaatse van het perceel Dorpsstraat 28 valt binnen de bebouwde kom. De afstand tot de nieuw te bouwen woningen dient op minimaal 100 meter vanaf de mestplaat te komen liggen. In het verkavelingsplan (figuur 4) is rekening gehouden met deze afstand.

Ten zuiden van het plangebied is aan de Lettelberterdijk 16 een agrarische bedrijf gevestigd. Dit agrarische bedrijf (veehouderij met een grondgebonden bedrijfsvoering) ligt op een afstand van circa 240 meter van de nieuwe woningen. Deze afstand valt ruim buiten de afstand van een agrarisch bedrijf tot een geurgevoelig object. (richtafstand van minimaal 50 meter).

Ten noord-oosten van de locatie Dorpsstraat in een voormalig agrarisch bedrijf gelegen (nummer 26). Dit bedrijf is niet meer als zodanig in gebruik. Op dit perceel in een handelsonderneming gevestigd. De handelsonderneming wordt niet genoemd in de VNG publicatie. Bovendien vinden de activiteiten elders plaats.

Verder in het dorp staan een kerkgebouw en een school. De school is niet meer in gebruik. Het schoolgebouw is verkocht en is in gebruik als maatschappelijke voorziening met zorgwonen. De kerk heeft volgens de VNG publicatie een richtafstand van 30 meter. De kerk is op circa 110 meter van de locatie waar woningbouw wordt gerealiseerd.

Voor deze locatie aan de Dorpsstraat en de Klap betekent dit dat er vanuit de milieuzonering aan de afstandsnormen worden voldaan en de woningen op deze locatie, vanuit het oogpunt van milieu, inpasbaar zijn.

4.4 Overige omgevingsaspecten

Verkeerssituatie

De bestaande functie maakt agrarisch grondgebruik mogelijk. In de nieuwe situatie worden totaal vier woningen voorzien. Twee woningen worden gerealiseerd aan de Dorpsstraat en twee als afronding van de Klap. Met de bouw van deze vier woningen zal de verkeersintensiteit gering toenemen. De ontsluiting vindt voor twee woningen direct plaats op de Dorpsstraat en voor de twee woningen via de Klap naar de Dorpsstraat. De parkeerbehoefte neemt met de bouw van de woningen iets toe.

De woningen beschikken over een eigen inrit en er wordt voldoende parkeerruimte op het terrein gerealiseerd.

Water

Via de Digitale Watertoets is het Waterschap Noorderzijlvest geïnformeerd over dit wijzigingsplan. Uit de watertoets blijkt dat het plan invloed heeft op de waterhuishouding en/of de afvalwaterketen. Het Waterschap geeft in het advies aan dat er watercompensatie moet plaatsvinden. 10% van de toename aan verhard oppervlak moet worden gecompenseerd met water. Voor dit plan betekent dit, met de toename van het verharde oppervlak met circa 1.200 m², 120 m² aan water moet worden gecompenseerd. Ten zuidwesten van het plangebied wordt een waterpartij gegraven. De oppervlakte van de waterpartij is circa 650 m². Deze is in het wijzigingsplan overeenkomstig bestemd. Deze waterpartij compenseert de toename aan verhard oppervlak. De resultaten van de Digitale Watertoets zijn opgenomen in bijlage 1.

Bodem

Met het oog op een goede ruimtelijke ordening dient in geval van ruimtelijke ontwikkelingen te worden aangetoond dat de bodem geschikt is voor het beoogde functiegebruik. Ter plaatse van locaties die verdacht worden van bodemverontreiniging, moet ten minste verkennend bodemonderzoek worden uitgevoerd.

Verdachte plekken met betrekking tot de kwaliteit van de bodem dienen in het kader van de Wet bodembescherming bij ruimtelijke plannen en projecten te worden gesignaleerd vanuit een goede ruimtelijke ordening. Ten aanzien van het plangebied is geen sprake van een verdachte locatie.

In 2000 is verkennend bodemonderzoek (rapport: 00270.R01, 14 juni 2000) uitgevoerd op dit perceel. Uit dit onderzoek wordt geconcludeerd dat de bodemgesteldheid voor de geplande ontwikkeling naar wonen geen belemmering vormt.

Doordat dit onderzoek in 2000 heeft plaatsgevonden, is het onderzoek niet meer actueel. De initiatiefnemer zal opnieuw een verkennend bodemonderzoek moeten laten uitvoeren om de milieuhygiënische kwaliteit van de bodem in beeld te brengen.

In het kader van een omgevingsvergunning dient te worden aangetoond dat de milieuhygiënische gesteldheid van de bodem geschikt is voor het toekomstig gebruik.

Geluid

Op grond van de Wet geluidhinder geldt rond wegen met een maximumsnelheid hoger dan 30 km/uur, spoorwegen en inrichtingen die 'in belangrijke mate geluidhinder veroorzaken', een geluidzone. Bij ontwikkeling van nieuwe geluidsgevoelige objecten binnen deze geluidzones moet akoestisch onderzoek worden uitgevoerd om aan te tonen dat de ontwikkeling voldoet aan de voorkeursgrenswaarden die in de wet zijn vastgelegd.

Indien niet aan de voorkeursgrenswaarde kan worden voldaan, kan het bevoegd gezag - in de meeste gevallen de gemeente - hogere grenswaarden vaststellen. Hiervoor geldt een bepaald maximum, de uiterste grenswaarde genoemd. Bij de vaststelling van hogere grenswaarden moet worden afgewogen of bronmaatregelen of maatregelen in de overdrachtssfeer kunnen worden getroffen.

Wegverkeer

Met dit wijzigingsplan worden nieuwe geluidsgevoelige functies mogelijk gemaakt met de bouw van vier woningen. De Dorpsstraat en de Klap waaraan de woningen worden gebouwd vallen alle vier de woningen binnen de 30 km zone. Gelet daarop kan van een zonering op grond van de Wet geluidhinder worden afgezien. In het kader van dit wijzigingsplan is een akoestisch onderzoek naar wegverkeerslawaai daarom niet noodzakelijk.

Op het perceel Dorpsstraat 28 is een agrarisch bedrijf gevestigd. In het kader van de aanwezige veehouderij dient het aspect geluid van het verkeer naar het agrarisch bedrijf beoordeeld te worden. Uit het akoestisch onderzoek (zie bijlage 2) dat is uitgevoerd komt naar voren dat voldaan wordt aan de grenswaarde. De berekende geluidsbelasting bedraagt 48 dB.

Industrielawaai

Ten noorden van de Dorpsstraat bevindt zich een agrarisch bedrijf. Het perceel aan de Dorpsstraat 28 is in het kader van akoestische aspecten onderzocht. Volgens de Handreiking Bedrijven en Milieuzonering 2009 van de VNG geldt een richtafstand 30 meter. De afstand van het agrarisch bedrijf tot de ontwikkeling is ruim 65 meter. De afstand voldoet daarmee aan de richtafstanden.

Spoorweglawaai

In en rondom het plangebied zijn geen spoorlijnen aanwezig. Spoorweglawaai vormt geen belemmering voor de ontwikkeling.

Luchtkwaliteit

Het aantal verkeersbewegingen zal door de nieuwe situatie gering toenemen. Deze kleinschalige ontwikkeling naar wonen valt onder het begrip 'niet berekende mate'. Luchtkwaliteit vormt gelet op de kleinschalige ontwikkeling, geen belemmering voor dit wijzigingsplan.

Ecologie

De natuurbeschermingswetgeving kan worden onderverdeeld in gebiedsbescherming en soortenbescherming. Op de betreffende locatie rust geen gebiedsbescherming op grond van de Natuurbeschermingswet of de Habitat- of vogelrichtlijn. Het Natura 2000 gebied Leekstermeergebied ligt op circa 2.5 kilometer van het plangebied. Het Nationaal Landschap Middag-Humsterland ligt ook op circa 2.5 kilometer van het plangebied.

Het gebied aan de Dorpsstraat ligt in het Natuur Netwerk Nederland 'De Drie Polders'. Daarnaast ligt Enumatil in een zoekgebied voor een robuuste verbindingszone.

De ontwikkeling van het gebied is kleinschalig van aard. De ingreep in het gebied blijft beperkt tot de noord- en zuidzijde van het perceel. Het grootste deel van het gebied wordt ingericht voor groen. Binnen dit groene gebied wordt met de inrichting rekening gehouden met de waarden van het gebied.

In het kader van soortenbescherming is de Flora- en faunawet van belang. Vanuit het huidige agrarische gebruik zijn er geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van beschermde soorten op en rondom het perceel. Doordat de inrichting van het gebied wordt gewijzigd waaronder delen van sloten worden gedempt, is het op basis van de Flora- en faunawet en het provinciaal ecologisch beleid noodzakelijk dat een ecologische quickscan wordt uitgevoerd.

Tijdens het veldonderzoek is nagegaan of in en nabij het plangebied beschermde soorten voorkomen. Uit de Quickscan komt naar voren dat mogelijk beschermde soorten in het gebied aanwezig zijn. De resultaten van de Quickscan zijn opgenomen in bijlage 3. In het kader van de Quickscan wordt aangegeven dat vervolgonderzoek noodzakelijk is. Uit de Quickscan komen de volgende soorten naar voren die mogelijk in het gebied aanwezig kunnen zijn. Het gaat om: Grote en kleine modderkruiper, water- en meervleermuis, waterspitsmuis, poelkikker en algemeen voorkomende broedvogels.

Tijdens het vervolgonderzoek is onderzocht of beschermde soorten in het plangebied aanwezig zijn. Er zijn geen beschermde soorten aangetroffen. De werkzaamheden kunnen zonder mitigerende maatregelen plaatsvinden, mits rekening wordt gehouden met de volgende punten:

  • Vleermuizen: voorkom lichtuitstraling over water;
  • Licht beschermde soorten: het naleven van de zorgplicht;
  • Algemeen voorkomende broedvogels: Het werken buiten het broedseizoen om verstoring van nesten te voorkomen, anders inschakelen van ecologische begeleiding.

In bijlage 4 zijn de resultaten van dit onderzoek opgenomen.

Cultuurhistorie

Bij het opstellen van plannen moeten cultuurhistorische waarden tijdig in beeld worden gebracht. Het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) stelt in dat verband specifieke eisen aan het opstellen van ruimtelijke plannen. Waar mogelijk moeten cultuurhistorische waarden worden behouden of versterkt. Cultuurhistorie is daarmee een sturend onderdeel geworden in de ruimtelijke ordening.

Enumatil is een typisch voorbeeld van een dorp dat is ontstaan op de kruising van een waterweg en een landweg, een zogenaamd kruisdorp. Vanuit het kruispunt van deze waterweg met een landweg, kwam de kern van het dorp tot ontwikkeling. Hierdoor ontstond een duidelijke hiërarchie in wegen, jaagpaden langs één of twee kanten van het water, die in de kom tot woonstraten zijn verbreed en verhard, de kruisende hoofdweg en de kleinere zijstraten met woonbebouwing.

De structuur van het kruisdorp wordt aan de westzijde met deze uitbreiding versterkt.
De bebouwing wordt in lijn van de huidige bebouwing voortgezet.

Verder is gebleken dat binnen het gebied een cultuurhistorisch waardevolle inversierug ligt. In artikel 2.57.2 van de Omgevingsverordening provincie Groningen 2016 is opgenomen dat de rug beschermd moet worden en de zichtbaarheid niet mag worden aangetast. Verder geldt er een verbod op het afgraven, diepploegen, egaliseren en afschuiven van de inversierug.

Met dit wijzigingsplan wordt rekening gehouden met de inversierug. Er is geen sprake van egalisering van het terrein. Ook wordt de rug niet afgeschoven. Het aanwezige reliëf blijft in stand. De woningen komen op maaiveld te liggen.

Ten opzichte van het totale gebied vindt de wijziging plaats op een klein deel van het gebied.

Archeologie

Voor het betreffende perceel geldt op basis van de Archeologisch Waardenkaart van Leek een archeologische dubbelbestemming. Op het perceel geldt categorie 6. Algemeen geldt voor dergelijke gebieden een archeologische toets of een onderzoek nodig is. Voor de bouw met een grotere oppervlakte van 5.000 m² geldt zo'n dergelijk onderzoek. Binnen het plangebied vinden bouwactiviteiten en werkzaamheden plaats die de eventuele archeologische waarden kunnen schaden. Gezien de oppervlakte van de bebouwing (totaal 1.200 m²) onder de drempelwaarde van 5.000 m² blijft, is archeologisch onderzoek niet nodig.

Externe veiligheid

In of in de nabijheid van het plangebied is geen sprake van opslag van gevaarlijke stoffen of aanwezigheid van risicovolle bedrijfsmatige activiteiten.

N978

De N978 is opgenomen in het Basisnet Groningen. In dit Basisnet is een zogenaamde 30 meter zone gedefinieerd. Dat betekent dat binnen 30 meter vanaf de rand van de N978 regels gelden voor extra bescherming van minder zelfredzame personen. Voorbeelden hiervan zijn basisscholen, kindercentra en zorginstellingen. Bij ontwikkelingen die geheel of gedeeltelijk binnen 200 meter van de weg plaatsvinden, dient het groepsrisico te worden berekend en nader te worden verantwoord.

afbeelding "i_NL.IMRO.0022.WZEN17westB-VA01_0005.jpg"

Figuur 5: 30 m zone met ruimtelijke beperkingen N978, bestemming Wonen - 1 (in oranje)

Het plangebied ligt binnen de 30 meter zone van de basisnetweg (zie figuur 5). Het plangebied bevindt zich binnen het invloedsgebied van de weg. Conform het Basisnet dient in beginsel nadere verantwoording van het groepsrisico plaats te vinden aangezien de ontwikkelingen van vijf woningen binnen 200 meter vanaf de rand van de weg mogelijk worden gemaakt. Bij de verantwoording dienen de aspecten zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid worden beschouwd.

Transportgegevens N978

De N978 vormt een onderdeel van het provinciale wegennet. Deze verbinding is opgenomen in de categorisering van het provinciale wegennet als erftoegangsweg. De weg is de verbinding tussen Zuidhorn en Leek en vormt voor Zuidhorn de ontsluitingsroute naar de A7. De weg is een smalle weg, vandaar deze functie. De maximumsnelheid van deze weg is 60 km/uur. De weg zal om deze reden dan ook niet worden gebruikt voor het vervoer van LPG ter bevoorrading van LPG-tankstations. De weg zal met name dienen t.b.v. bevoorrading van propaantanks in het buitengebied. Gelet hierop zijn de vervoersaantallen zoals opgenomen in het Basisnet in onderhavig geval niet aan de orde. Daarnaast fungeert deze weg niet als sluiproute voor het vervoer van gevaarlijke stoffen.

Conclusie

In het kader van het bestemmingsplan Dorpsstraat 33 Enumatil (rapport EV d.d. 12 maart 2013) heeft onderzoek naar externe veiligheid plaatsgevonden. Hieruit is gebleken dat langs het plangebied geen voor Externe Veiligheid relevant vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Berekening van het plaatsgebonden risico en groepsrisico kan daarom achterwege blijven. Een nadere verantwoording van het groepsrisico wordt daarom niet noodzakelijk/zinvol geacht. Het project kan voor wat betreft externe veiligheid onbelemmerd doorgang vinden.

Kabels en leidingen

In het plangebied zijn geen kabels en leidingen aanwezig die een planologische bescherming nodig hebben.

Eindconclusie

In het bestemmingsplan 'Enumatil/Oostwold' is de provincie akkoord gegaan met het opnemen van de wijzigingsbevoegdheden voor woningbouw. Er heeft tijdens het opstellen van het bestemmingsplan ambtelijk overleg plaatsgevonden over de invulling van de wijzigingslocaties in Enumatil. Dit is uitgebreid beschreven in de toelichting van dat bestemmingsplan. De provincie kon zich vinden in de voorgestelde ontwikkelingen en heeft daarmee ingestemd door geen zienswijze of reactieve aanwijzing te geven tegen het bestemmingsplan. Het bestemmingsplan is op 16 maart 2011 door de gemeenteraad van Leek vastgesteld.

Hoofdstuk 5 Planologisch juridische regeling

Dit wijzigingsplan voorziet in een juridisch planologische regeling waarbij de bestemming 'Agrarisch met waarden - Natuur' ten zuiden van de Dorpsstraat, naast de Klap 16 en 18 wordt gewijzigd in een bestemming 'Groen', 'Water' en 'Wonen-1'. Inhoudelijk is aangesloten op de regeling uit het bestemmingsplan 'Enumatil/Oostwold'.

De bestemming 'Groen' wordt gelegd op het te realiseren dorpsommetje. Binnen deze bestemming is het mogelijk om groen, voet- en fietspaden en speelvoorzieningen aan te leggen.

Ter compensatie wordt in het gebied, in het zuidenwesten een nieuwe waterpartij aangelegd. Hiervoor geldt de bestemming 'Water'.

Binnen de woonbestemming is een bouwvlak opgenomen voor de hoofdgebouwen. De hoofdgebouwen komen haaks op de weg te staan. Bijgebouwen mogen ook buiten het aangegeven bouwvlak worden gebouwd. Per aangegeven bouwvlak mag één woning worden gebouwd.

Het wijzigingsplan bestaat uit een toelichting, verbeelding en een toepassingsregel waarin wordt aangegeven dat met het wijzigingsplan alleen de verbeelding van het moederplan is aangepast. De regels voor 'Wonen - 1', 'Groen' en 'Water' uit het bestemmingsplan 'Enumatil/Oostwold' zijn dus van overeenkomstige toepassing.

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid

Wettelijk bestaat de verplichting om inzicht te geven in de uitvoerbaarheid van een bestemmingsplan c.q. wijzigingsplan. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt in de maatschappelijke en de economische uitvoerbaarheid.

6.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Het wijzigingsplan doorloopt de procedure zoals vastgelegd in artikel 3.6 lid 1 sub a van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Door het voeren van de genoemde procedure, wordt een ieder in de gelegenheid gesteld voor het indienen van zienswijzen.

Daarnaast wordt het wijzigingsplan in het kader van het wettelijke verplichte vooroverleg (artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening) aan de overlegpartners, zoals de Provincie Groningen en het Waterschap Noorderzijlvest voorgelegd.

Voorafgaand aan de officiële ter inzage legging van de ontwerpwijzigingsplannen heeft op 20 februari 2017 een inloopsessie plaatsgevonden in de molen in Enumatil. De gemeente was samen met de initiatiefnemer aanwezig. Belangstellenden en geïnteresseerden konden vragen stellen en informatie krijgen.

Vervolgens hebben de beide wijzigingsplannen als ontwerp vanaf 3 maart 2017 gedurende zes weken ter inzage gelegen. Van de mogelijkheid tot het kenbaar maken van zienswijzen is geen gebruik gemaakt.

Eveneens is de provincie Groningen in de gelegenheid gesteld een reactie in te dienen. De provincie heeft aangegeven dat het plan geen aanleiding geeft tot het indienen van een zienswijze. De aanbevelingen van het Waterschap Noorderzijlvest waren al opgenomen in de ontwerpplannen.

6.2 Economische uitvoerbaarheid

Dit wijzigingsplan heeft betrekking op een particulier initiatief. De gemeente heeft hiermee geen directe financiële bemoeienis. De kosten met betrekking tot het opstellen

van het wijzigingsplan worden gedragen door de initiatiefnemer en daaraan verwante procedurekosten worden verhaald via de leges van de gemeente. Het plan wordt hiermee economisch uitvoerbaar geacht.

6.3 Grondexploitatie

Doel van de in de Wro opgenomen grondexploitatieregeling is het bieden van ruimere mogelijkheden voor het kostenverhaal en het creëren van meer sturingsmogelijkheden. Er wordt uitgegaan van kostenverhaal via de publiekrechtelijke weg, in een exploitatieplan. Daarnaast kan de gemeente in een exploitatieplan eisen en regels stellen ten aanzien van de desbetreffende gronden, woningbouwcategorieën en fasering.

Dit plan maakt een bouwplan zoals opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening mogelijk en valt daarmee onder de grondexploitatieregeling die in de Wro is opgenomen.

Formeel dient de gemeente een exploitatieplan vast te stellen. Deze verplichting geldt niet wanneer het kostenverhaal op een andere manier is gewaarborgd, bijvoorbeeld door middel van een overeenkomst.

De initiatiefnemer en de gemeente Leek gaan afspraken maken ter zekerstelling van de door partijen gemaakte kosten. Op 18 mei 2016 heeft de raad besloten voor de ontwikkeling op deze locatie geen exploitatieplan vast te stellen omdat het kostenverhaal anders is verzekerd.

De gemeente en initiatiefnemer sluiten voor dit project een ontwikkelovereenkomst.