direct naar inhoud van Artikel 24 Recreatie - Dagrecreatie
Plan: Buitengebied Leek
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0022.PBG09BEHE1-VA01

Artikel 24 Recreatie - Dagrecreatie

24.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Recreatie - Dagrecreatie ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. voor zover het bestemmingsvlak is gelegen aan het Schilligepad 10 te Tolbert: een visvijver;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'attractiepark':
    • 1. een kinderboerderij, een miniatuurstoomtreinbaan, een modelspoorbaan, een speeltuin, een overdekte speelhal en daarmee vergelijkbare recreatieve voorzieningen;
    • 2. niet meer dan twee trekkershutten ten behoeve van recreatieve overnachting;
    • 3. een wandel- en fietspark;
    • 4. sportdoeleinden;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'zwembad': een zwembad, een midgetgolfbaan en handboogschieten;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein':
    • 1. een evenemententerrein;
    • 2. incidenteel kamperen;
    • 3. ballonafvaarten;
    • 4. mensport en sportdoeleinden, waarbij geldt dat gemotoriseerde sporten niet zijn toegestaan;
  • e. voor zover het bestemmingsvlak is gelegen tussen het Leeksterhoofddiep en Hoofdstraat 168 te Lettelbert: een picknickplaats;
  • f. voor zover het bestemmingsvlak is gelegen aan de Hoofdstraat te Lettelbert: voor een recreatieplas;
  • g. landschappelijke inpassing;
  • h. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de waarden zoals die ter plaatse voorkomen;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'houtsingel' voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van houtsingels;

met daarbijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouw zijnde, wegen, paden, parkeervoorzieningen, water en groenvoorzieningen, waarbij geldt dat bedrijfswoningen uitsluitend zijn toegestaan in het bestemmingsvlak aan het Schilligepad 10 te Tolbert.

24.2 Bouwregels

Op de voor ' Recreatie - Dagrecreatie ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

24.2.1 Gebouwen

Voor een gebouw gelden de volgende regels:

  • a. deze dienen te worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde in Artikel 46 Algemene bouwregels ;
  • b. deze dienen te worden gebouwd met inachtneming van het beginsel van bebouwingsconcentratie;
  • c. de afstand tot de perceelsgrens mag niet minder dan 3 m bedragen;
  • d. het gezamenlijke oppervlak mag niet meer bedragen dan het bestaande oppervlak ten tijde van het ter visie leggen van het ontwerpplan en welke legaal tot stand zijn gekomen;
  • e. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 4,50 m, tenzij op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan een hogere goothoogte aanwezig was, in welk geval die hogere goothoogte als maximum geldt voor dat gebouw en voor uitbreidingen van dat gebouw;
  • f. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 9 m, tenzij op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan een hogere bouwhoogte aanwezig was, in welk geval die hogere bouwhoogte als maximum geldt voor dat gebouw en voor uitbreidingen van dat gebouw;
  • g. de dakhelling mag niet minder dan 25o en niet meer dan 60o bedragen, tenzij op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan een gebouw een lagere respectievelijk hogere dakhelling had, deze lagere respectievelijk hogere dakhelling als minimum geldt voor dat gebouw en voor uitbreidingen van dat gebouw.
24.2.2 Bedrijfswoningen

Voor een bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. bedrijfswoningen zijn uitsluitend toegestaan op het bestemmingsvlak, gelegen aan het Schilligepad 10 te Tolbert, waarbij geldt dat het aantal bedrijfswoningen niet meer mag bedragen dan het ter plaatse van de aanduiding 'aantal bedrijfswoningen' aangegeven aantal en waarbij geldt dat ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal aaneen te bouwen wooneenheden' het aantal aaneen te bouwen woonhuizen niet meer mag bedragen dan het aangegeven aantal en dat de aaneengebouwde woonhuizen niet mogen worden vervangen door vrijstaande woonhuizen;
  • b. de grondoppervlakte van een bedrijfswoning mag niet meer dan 120 m2 bedragen, tenzij op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan een grotere oppervlakte aanwezig was, in welk geval die grotere oppervlakte als maximum geldt voor dat gebouw.
24.2.3 Aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning

Voor een aanbouw, uitbouw en een bijgebouw bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels:

  • a. de afstand van een aanbouw, uitbouw of bijgebouw tot de voorgevel van de woning en het verlengde daarvan mag niet minder dan 2 m bedragen;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van aanbouwen, uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 50 m2, indien en voor zover geen ontheffing is verleend als bedoeld in 24.4.1 onder b ten behoeve van het onderbrengen van de oppervlakte van bedrijfswoning, aanbouwen, uitbouwen en/of bijgebouwen in één bouwmassa;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van vrijstaande bijgebouwen mag niet meer bedragen dan 130 m2, indien en voor zover geen ontheffing is verleend als bedoeld in 24.4.1 onder b ten behoeve van het onderbrengen van de oppervlakte van de bedrijfswoning, aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen in één bouwmassa;
  • d. de bouwhoogte van een aanbouw, uitbouw of een aangebouwd bijgebouw mag niet meer dan 3 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte mag worden verhoogd tot niet meer dan 0,25 m boven de vloer van de eerste verdieping van de woning;
  • e. de goothoogte van een vrijstaand bijgebouw mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • f. de bouwhoogte van een vrijstaand bijgebouw mag niet meer dan 5,50 m bedragen;
  • g. in afwijking van het bepaalde in a tot en met f geldt, indien een kleinere afstand, een grotere oppervlakte, een hogere bouwhoogte, een hogere goothoogte aanwezig is op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpplan, deze afstand, oppervlakte, bouwhoogte, goothoogte als minimale afstand, maximale oppervlakte, maximale bouwhoogte en maximale goothoogte geldt voor dat gebouw en voor uitbreidingen van dat gebouw.
24.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer dan 10 m bedragen.
24.3 Nadere eisen
24.3.1 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. het beginsel van bebouwingsconcentratie;
  • b. het bebouwingsbeeld;
  • c. de landschappelijke inpassing;
  • d. de verkeersveiligheid;
  • e. de milieusituatie;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • g. de cultuurhistorische waarden zoals die ter plaatse voorkomen;
  • h. de waarde van een ter plaatse voorkomende dubbelbestemming of de aanduiding 'houtsingel'.
24.3.2 Procedure

Bij de gebruikmaking van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen is de procedure als genoemd in 51.1 van toepassing.

24.4 Ontheffing van de bouwregels
24.4.1 Ontheffing

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in:

  • a. 24.2.1 onder c indien dit past in een stedenbouwkundig verantwoorde invulling van het bouwperceel;
  • b. 24.2.1 onder d en de genoemde maximale oppervlakte vergroten, indien en voorzover is aangetoond dat de uitbreiding landschappelijk inpasbaar is;
  • c. 24.2.1 onder g ten behoeve van een afwijkende dakvorm, indien en voor zover het bebouwingsbeeld daardoor niet onevenredig wordt aangetast;
  • d. 24.2.2 onder b ten behoeve van het onderbrengen van de oppervlakte van de bedrijfswoning, aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen in 1 bouwmassa met een oppervlakte van niet meer dan 300 m2.
24.4.2 Afwegingskader

Bij toepassing van de ontheffingsbevoegdheid vindt een evenredige belangenafweging plaats als bedoeld in 49.2 Afwegingskader ontheffing .

24.4.3 Procedure

Voor een besluit tot ontheffing geldt de in 51.1 vermelde voorbereidingsprocedure.

24.5 Aanlegvergunning
24.5.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de in de Bijlage 1 Tabel aanlegvergunningen genoemde werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, indien en voor zover bij de bestemming Recreatie - Dagrecreatie of bij de aanduiding 'houtsingel' (voor zover van toepassing) en de betreffende werken of werkzaamheden een "A" is vermeld.

24.5.2 Uitzondering

Het in 24.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen.