direct naar inhoud van Ruimtelijke onderbouwing
Plan: Parkeerterrein Lidl, Noorderstraat Sappemeer
Status: vastgesteld
Plantype: omgevingsvergunning
IMRO-idn: NL.IMRO.0018.OV004Lidl-30va

Ruimtelijke onderbouwing

Hoofdstuk 1 Omschrijving van het project

1.1 Het project

Een aantal jaren geleden vestigde de Lidl zich in een nieuw pand aan de Noorderstraat 182 in Sappemeer. Na verloop van tijd bleek de openbare parkeerruimte aan de voorzijde alsmede de parkeerplaatsen aan de achterzijde op eigen terrein onvoldoende.

Op 23 december 2013 diende de Lidl een aanvraag om een omgevingsvergunning in voor de aanleg van additonele parkeerplaatsen aan de achterzijde van het winkelpand. Hieronder de daarbij behorende situatietekening.

Om de extra parkeerplaatsen te kunnen realiseren, ging de Lidl over tot aankoop van het perceel Kleinemeersterstraat 8 te Sappemeer. De op het perceel staande woning diende voor de plannen te worden gesloopt. Dit is inmiddels gebeurd.

Met de aanleg van de nieuwe parkeerplaatsen verwacht Lidl de komende periode tegemoet te komen aan de parkeerbehoefte van haar klandizie.

afbeelding "i_NL.IMRO.0018.OV004Lidl-30va_0001.png"

De te realiseren parkeerplaatsen (tekening behorende bij de aanvraag omgevingsvergunning).

1.2 Ligging, begrenzing en beschrijving van het plangebied

Het pand van de Lidl aan de Noorderstraat ligt in het winkelcentrum van Sappemeer en kent een eigentijdse uitstraling: op de begane grond de supermarkt en daarboven appartementen. Met de vestiging werd een kwalitatieve impuls gegeven aan het betreffende centrumgebied en wordt, zo blijkt uit de praktijk, tegemoetgekomen aan een behoefte van de consument.

De sloop van de woning aan de Kleinemeersterstraat 8 werd evenwel niet door iedereen gewaardeerd. Het pand werd niet beschermd door een monumentale- of andere status, zodat de sloopvergunning niet kon worden geweigerd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0018.OV004Lidl-30va_0002.png"

Situering in de gemeente (google maps).

afbeelding "i_NL.IMRO.0018.OV004Lidl-30va_0003.png"

Luchtfoto van het betreffende perceel (screenshot ruimtelijkeplannen.nl). Het gaat om de hoeksituatie rechtsboven in beeld met aan de achterzijde het grote groene grasveld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0018.OV004Lidl-30va_0004.png"

Situatie van enkele jaren geleden, het grote groene grasveld (google maps).

afbeelding "i_NL.IMRO.0018.OV004Lidl-30va_0005.png"

Het pand aan de Kleinemeersterstraat 8 (google maps).

1.3 Planologisch kader

De vestiging van de Lidl aan de Noorderstraat werd mogelijk gemaakt door het bestemmingsplan 'Noorderstraat 172-186' dat in 2008/2009 in procedure werd gebracht. Het plan voorzag in winkel- en woonbebouwing alsmede in parkeergelegenheid aan de achterzijde van het gebouw. Dit bestemmingsplan werd in 2013 opgenomen in het alomvattende bestemmingsplan 'Woongebieden'.

Ter plaatse geldt nu het bestemmingsplan 'Woongebieden' dat op 10 juni 2013 door de gemeenteraad werd vastgesteld. Het pand van de Lidl en de huidige parkeerplaatsen vallen binnen de bestemming 'Centrum' (de roze kleur op onderstaande kaart) en zijn daarmee, het woord zegt het al, toegerust op de actuele situatie.

Het centrumgebied Sappemeer is één van de winkelcentra in de gemeente. Het beleid van de gemeente is er al jarenlang op gericht detailhandel en andere centrumfuncties in deze aangewezen gebieden te concentreren, zie ook Overzicht Detailhandel HS. De vestiging van de Lidl gaf een positieve impuls aan het centrumgebied.

De geplande uitbreiding van de parkeerruimte valt binnen de bestemming 'Bedrijf', de paarse kleur op onderstaande kaart.

De aanleg van het parkeerterrein is in strijd met de voorschriften behorende bij de bedrijfsbestemming: de gronden mogen namelijk alleen worden gebruikt voor de aangewezen bedrijfsdoeleinen en niet voor andere doeleinden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0018.OV004Lidl-30va_0006.png"

Fragment geldend bestemmingplan Woongebieden (screenshot ruimtelijkeplannen.nl).

Nu de aanvraag strijdig is met het geldende bestemmingsplan, kan de omgevingsvergunning eerst na een ruimtelijke procedure verleend worden, waarvoor deze ruimtelijke onderbouwing als motivering tot afwijking van het geldende bestemmingsplan dient.

De ruimtelijke onderbouwing wordt verzorgd door de afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling van de gemeente Hoogezand-Sappemeer. De procedure en vergunningverlening geschiedt door de Omgevingsdienst Groningen.

Beoordeling van de aanvraag op zijn ruimtelijke aspecten leidt tot het oordeel, dat er geen zwaarwegende argumenten zijn die zich verzetten tegen het betrekken van het betreffende perceel bij het centrumgebied van Sappemeer, en dat daarmee de aanvraag ruimtelijk aanvaardbaar is.

De relevante omgevingsfactoren die mede geleid hebben tot dit oordeel vindt u in hoofdstuk 3 Omgevingsfactoren.

De relevante beleidslijnen zijn te vinden in hoofdstuk 2 Beleidskader.

Hoofdstuk 2 Beleidskader

2.1 Provinciaal beleid

2.1.1 Provinciaal Omgevingsplan en Omgevingsverordening

Provinciale Staten van de provincie Groningen hebben op 17 juni 2009 het derde Provinciaal Omgevingsplan (POP3) voor de periode 2009-2013 vastgesteld. In dit plan voor de fysieke leefomgeving is de ontwikkeling van de provincie geschetst. Samen met deze versie van het POP is een provinciale omgevingsverordening opgesteld. De Omgevingsverordening provincie Groningen 2009 (POV) is, met uitzondering van een aantal onderdelen, met ingang van 22 december 2009 in werking getreden (bij GS besluit van 2 februari 2010). Mede naar aanleiding van de uitkomst van een begin 2011 uitgevoerde evaluatie van de Omgevingsverordening, zal deze de komende periode op onderdelen worden herzien. De verordening is op 2 februari 2011 reeds op technische onderdelen aangepast.

De regio Groningen-Assen maakt als één van de zes nationale stedelijke netwerken deel uit van de Nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur. Het Rijk ziet een nationaal stedelijk netwerk als de motor voor de economische ontwikkeling van een groot gebied. De provincie wil het Nationaal Stedelijk Netwerk Groningen-Assen economisch sterker ontwikkelen. Hiervoor zet ze in op de potenties van de aanwezige sterke economische sectoren en op de aantrekkelijkheid van het woon- en leefklimaat.

In de centrale uitgangspunten van het omgevingsbeleid in het POP staat het volgende: om de positie van de stedelijke centra te versterken zullen onder andere nieuwe woningen in Hoogezand-Sappemeer gebouwd worden. De nadruk ligt hier op herstructurering met een stedelijk karakter en gemakkelijk bereikbare voorzieningen van stedelijk niveau. De woonkwaliteit in de stadsranden moet kunnen concurreren met die in het omliggende gebied. De voorzieningen in Hoogezand-Sappemeer zijn van groot belang voor zowel de eigen bevolking als voor de bewoners van de omliggende gebieden. Daarom is er uitdrukkelijk voor gekozen om door bundeling van wonen en werken de positie van de steden te versterken. Hoogezand-Sappemeer staat voor de opgave om voldoende woonkwaliteit voor een brede groep woningzoekenden te bieden. Daarbij wordt prioriteit gegeven aan nieuwbouw als vervanging van sloopwoningen in te vernieuwen (te herstructureren) woonwijken. De opgave is het uitvoeren van wijkvernieuwingsoperaties in Hoogezand-Sappemeer waarbij naast herstructurering van de woningvoorraad ook aandacht uitgaat naar leefomgeving, voorzieningen en verzorgingsstructuur, infrastructuur, wijkeconomie en duurzaam stedelijk waterbeheer. Daarnaast het versterken van sociale samenhang, bewonersparticipatie, het stimuleren van regionale samenwerking met lokale differentiatie op het gebied van welzijn en zorg en instandhouding van voorzieningen.

De kwaliteit van woningen en woonomgeving moet worden verbeterd. Vooral in Groningen, Hoogezand-Sappemeer, Veendam, Winschoten, Stadskanaal en Delfzijl. De provincie wil dat in die steden de meeste nieuwe huizen worden gebouwd. De meeste mensen werken daar immers ook. Zo wordt het autoverkeer beperkt en het mooie Groninger landschap gespaard. Bovendien worden de steden met hun voorzieningen er sterker door, wat ook belangrijk is voor het omliggende gebied. Bepaalde woonwijken moeten nodig worden vernieuwd door leegstaande huizen te slopen en te vervangen door moderne woningen. Aan de randen van de steden moeten nieuwe, ruime woningen in een aantrekkelijke omgeving worden gebouwd.

Het POP hecht veel waarde aan de kwaliteit van de bebouwing en de inrichting van het bebouwde gebied in dorpen en steden. Genoemde kwaliteiten kunnen worden vergroot door versterking van de structuur van de bebouwing en de omgeving waarin deze zich bevindt. Verder kan de kwaliteit worden verbeterd door efficiënt ruimtegebruik en door het gelijkwaardig meewegen van de intrinsieke waarden van het gebied, zoals water, natuur, bodem en cultuurhistorie. Bij nieuwbouw moet ruime aandacht worden besteed aan de inpassing daarvan in het (bebouwde) gebied. De provincie vraagt aandacht voor gebiedsgebonden ruimtelijke kwaliteit van de bebouwing in relatie tot de omgeving. Kort en krachtig komt het neer op het bieden van een integraal ontwerp waarbij functionele, architectonische, stedenbouwkundige, landschappelijke en cultuurhistorische benaderingen samen moeten gaan.

2.1.2 Regiovisie Groningen - Assen 2030

De provincies Groningen en Drenthe en twaalf gemeenten daaruit hebben voor de samenwerking bij de ontwikkeling van de regio een visie ontwikkeld. De doelen van de ontwikkeling en samenwerking zijn neergelegd in de Regiovisie Groningen-Assen 2030 en in een daaraan gekoppelde uitvoeringsconvenant. Aan de hand van de ontwikkelingsvisie wordt gericht gewerkt aan het creëren van kansen voor de regio. Hierbij wordt uitgegaan van de eigen kwaliteiten: de rust en de ruimte, de aantrekkelijke steden en de groene dorpen, de verscheidenheid in landschappen en de relatief goede bereikbaarheid. De regiovisie is 29 november 2004 vastgesteld.

afbeelding "i_NL.IMRO.0018.OV004Lidl-30va_0007.png"   Wonen en werken concentreert zich volgens de visie in de regio rond de verticale as Groningen-Assen en de horizontale as gevormd door Roden/Leek, Groningen en Hoogezand-Sappemeer. Bij de ruimtelijke inrichting zal deze T-structuur (zie afbeelding hiernaast) worden versterkt door hier de verstedelijking te concentreren. Hoogezand-Sappemeer, Leek en Roden vervullen daarbij als meer stedelijke kernen een schragende functie in de verstedelijkingsopgave van de regio. De keuze voor bundeling van het wonen en werken op de T-structuur is ingegeven door het zoveel mogelijk behouden van gebiedskwaliteiten die betrekking hebben op natuur en landschap. Zo worden de twee hoofddoelen van de Regiovisie - economische ontwikkeling en behoud en versterking van gebiedskwaliteit - zo goed mogelijk zichtbaar. Drager van de verstedelijking is een regionaal vervoerssysteem dat zorgt voor een goede bereikbaarheid.  

Bij de locatiekeuzen en de inrichting van gebieden moet het draagvlak voor hoogwaardige vervoerssystemen worden vergroot. Er moet rekening gehouden worden met de belangen van water en landschap en er moet worden gezorgd voor een goede wisselwerking met de omgeving. In het bijzonder is van belang dat in het stedelijk gebied bij de verdere uitwerking van regionale projecten en ontwerpopgaven aandacht wordt besteed aan het waterbeheer.

De Regio Groningen-Assen wil zorgen voor een voldoende en gevarieerd aanbod aantrekkelijke woningen en woonomgevingen voor elk huishouden in de regio. Om in de vraag te voorzien worden de bouwmogelijkheden binnen het bestaande stedelijke gebied zoveel mogelijk benut. Aanvullend op de stedelijke transformatie worden nieuwe locaties ontwikkeld aan de randen van Assen, Groningen, Hoogezand-Sappemeer en bij Leek/Roden.De kern Hoogezand-Sappemeer heeft als schraaggemeente de potentie om zich te ontwikkelen tot een stad in het stedelijke netwerk, zowel gericht op Groningen als op het gebied aan de oostkant van de regio. De verdere upgrading van het centrum en het benutten van de aanwezige aantrekkelijke en specifieke elementen bij de toekomstige ontwikkelingen worden voortgezet.

De stationslocaties krijgen een meer bijzondere rol en positie in functionele en ruimtelijke zin. Zij leveren een bijdrage aan het Kolibri-project en ze kunnen fungeren als koppelpunt naar de bestaande stad en de nieuwe uitbreidingen. Binnen de regio biedt Hoogezand-Sappemeer ruimte voor groene woonmilieus in verschillende kwaliteiten. Voor de periode tot 2020 is de woningbouwopgave, na bestuurlijk overleg tussen provinciaal- en gemeentebestuur, voor de gemeente Hoogezand-Sappemeer vastgesteld op circa 275 nieuwe woningen per jaar.

Om onverhuurbaarheid en leegstand te voorkomen, is wijkvernieuwing en herstructurering noodzakelijk. Wijkvernieuwing en herstructurering krijgen hoge prioriteit. Daardoor zullen wijken en woningen weer aantrekkelijker worden gemaakt. Sloop, vervangende nieuwbouw, verbouw en verkoop van huurwoningen en verbetering van de openbare ruimte moeten leegstand bestrijden en voorkomen. De samenhang tussen centrum, woonwijken en buitengebied krijgt meer aandacht door te voorzien in bijvoorbeeld verbindingszones (groen, water, begeleidende bebouwing). Centrumvernieuwing en herstructurering van verouderde woonwijken worden met kracht doorgezet. Herstructurering en 'upgrading' van het centrum van Hoogezand-Sappemeer versterkt de schragende functie van de gemeente.

2.2 Gemeentelijk beleid

2.2.1 Toekomstvisie Boeg Beelden 2015

Boeg Beelden 2015 (vastgesteld 12 november 2002) is een toekomstvisie met daarin de hoofdlijnen van beleid voor de gemeente Hoogezand-Sappemeer in de periode tot 2015. Het geeft een breder kader voor zowel fysiek-, economisch-, sociaal- als cultureel beleid.

Hoogezand-Sappemeer wil in 2015 een middelgrote levendige woon- en werkgemeente zijn, volop profiterend van haar unieke positie vlakbij Groningen, en tegelijk met een eigen identiteit in een prachtig groene omgeving.

afbeelding "i_NL.IMRO.0018.OV004Lidl-30va_0008.png"   De ambities van de gemeente zijn omgezet in vier richtinggevende thema's:
Positie in de regio: schragen en schurken.
Bestaansbasis: wonen én werken.
Sfeer en uitstraling: veilig, gezellig en actief.
Mens: gevarieerd en samen.  

De gemeente wil zich in Boeg Beelden 2015 verder ontwikkelen tot een prettige woongemeente. In nieuwe en bestaande woongebieden staat een prettig woonklimaat voorop. Dit betekent wel, dat er kritisch gekeken moet worden naar de tegenstrijdige belangen die tussen bedrijvigheid en woongebieden kunnen bestaan.

Enkele ruimtelijk relevante uitgangspunten uit Boeg Beelden 2015 zijn:

  • De gemeente moet zich verder ontwikkelen van een werk- naar een woon- én werkgemeente;
  • in de gemeente meer woningen bouwen voor het midden- en topsegment;
  • ruimte bieden voor experimenten in de woningbouw;
  • verder bouwen aan de vorming van een stadshart;
  • uitbreiding bedrijvigheid op bestaande en te revitaliseren bedrijventerreinen;
  • vergroten van de mogelijkheden van wonen in het groen en aan het water;
  • opnemen van groen in nieuwe woonwijken;
  • behoud en verbeteren van het culturele erfgoed.

Voor wat betreft het wonen wordt duidelijk gekozen voor een flinke versterking van de woonfunctie in de gemeente. Inzet is de gemeente verder te ontwikkelen als een prettige woongemeente. In nieuwe en bestaande woongebieden moet een prettig woonklimaat voorop staan. Een goede kwaliteit en functionaliteit van de openbare ruimte en een schone en veilige omgeving staan daarbij hoog op het verlanglijstje. De afspraken in het stedelijk netwerk Regio Groningen-Assen hebben tot gevolg dat de gemeente gaat groeien. Dat betekent: nieuwe wijken, aangepaste infrastructuur en meer (winkel)voorzieningen. Ook wil de gemeente de kwaliteit van het wonen verbeteren.

2.2.2 Structuurvisie 2010

De fysieke, ruimtelijke componenten, uit Boeg Beelden 2015 zijn uitgewerkt in een nieuwe structuurvisie voor de gehele gemeente onder de titel 'Boegbeelden komen tot leven'. De structuurvisie is in november 2010 vastgesteld. De structuurvisie heeft als belangrijke speerpunten van beleid de verdere ontwikkeling van het Stadshart en de uitbreiding van de gemeente in zuidelijke richting; het woongebied 'De Groene Compagnie'. Daarnaast blijven de zogenaamde inbreidingslocaties erg belangrijk voor de verdere ontwikkeling van de gemeente en blijft er aandacht voor het vernieuwen van bestaande woonwijken en bedrijventerreinen.

2.2.3 Cultuurhistorisch beleid

Erfgoed is een steeds belangrijker uitgangspunt bij ruimtelijke ontwikkelingen en een cruciale factor voor ruimtelijke kwaliteit. Maar erfgoed is ook bepalend voor onze identiteit, het versterkt ons welbevinden en is bovendien een economische factor. Dit uitgangspunt, letterlijk geciteerd, van rijksbeleid leidde tot een wijziging van de ruimtelijke wetgeving op dit punt en tot een modernisering van de monumentenzorg, MoMo november 2009.

Archeologie

De afgelopen periode stelde de gemeente archeologiebeleid vast. Als onderdeel daarvan werd de gemeentelijke monumentenverordening omgezet naar een erfgoedverordening.

Argumenten om te komen tot gemeentelijk archeologiebeleid waren:

  • Het is een wettelijke taak van de gemeente (Monumentenwet, Wet op de Archeologische monumentenzorg);
  • kennis van archeologische waarden in de Gemeente Hoogezand-Sappemeer versterkt de eigen identiteit;
  • kostenbesparing in de toekomst door het vermijden van onnodige onderzoeken;
  • binnen wettelijke randvoorwaarden zelf bepalen hoe om te gaan met aanwezige archeologische waarden.

De Nota Archeologiebeleid beschrijft hoe de gemeente Hoogezand-Sappemeer zal omgaan met (mogelijke) waardevolle archeologische- en cultuurhistorische waarden binnen de gemeentegrenzen. De beleidskaart archeologie is onderdeel van deze nota. Deze kaart geeft een vlakdekkend overzicht van bekende en te verwachten archeologische waarden. De nota geeft een goed beeld van de bewoningsgeschiedenis van de gemeente, van de prehistorie tot aan de nieuwe tijd.

Beleidsuitgangspunt is het behoud van waardevolle archeologische waarden en van cultuurhistorische en cultuurlandschappelijke relicten. Verder wordt voorgesteld dat de gemeente de kosten van vereist bureauonderzoek (naar noodzaak voor verder archeologisch onderzoek) voor haar rekening neemt, een enkele uitzondering daargelaten. De verplichting tot bureauonderzoek kan ontstaan bij ruimtelijke ingrepen in aangewezen gebieden op de beleidskaart.

Waarom een erfgoedverordening voor archeologie? Op 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in werking getreden. De bestaande monumentenverordening wordt in de erfgoedverordening 'Wabo-proof' gemaakt. Uitgangspunt is, dat voor zover in een vigerend bestemmingsplan nog geen regels zijn opgenomen ter bescherming van archeologie, de erfgoedverordening van toepassing is. De verordening treedt terug indien een nieuw bestemmingsplan wordt vastgesteld dat op dezelfde wijze als beleid en erfgoedverordening voorziet in bescherming.

De Erfgoedverordening Gemeente Hoogezand-Sappemeer is naar het model van de VNG (Vereniging Nederlandse Gemeenten) opgesteld. De geest van de monumentenverordening is niet gewijzigd.

2.2.4 Detailhandelbeleid 1996/1997 en actualisering 2013

De nota 'Detailhandel in beweging' dateert van 26 maart 1996. Ter uitwerking van het detailhandelbeleid is daarna het 'Uitwerkingsplan Detailhandelsbeleid Hoogezand-Sappemeer' (oktober 1997) gemaakt. Doel van het beleid is om de kwaliteit van het winkelaanbod in Hoogezand-Sappemeer te verhogen. Hierbij staat het opheffen van de sterke versnippering van de detailhandelstructuur voorop. Hiertoe zijn duidelijk afgebakende winkelgebieden aangewezen, ieder met een eigen functie voor huisvesting van detailhandel. In het plangebied wordt om die reden buiten de winkelgebieden geen nieuwe detailhandel toegelaten. Bestaande detailhandel wordt van een maatbestemming voorzien.

De gemeente kent een hoofdwinkelcentrum met aanloopgebied (Stadscentrum), twee buurtwinkelcentra (Sappemeer en Martenshoek) en twee buurtsteunpunten (Pleiaden en Winkelhoek). Grootschalige detailhandel zoals in de branches brand- en explosiegevaarlijke stoffen, auto's, boten, caravans, bouwmaterialen, keukens en sanitair en woninginrichting, moet zich perifeer, oftewel buiten het centrum aan de rand van de stad, vestigen. Voor een deel zijn de bedrijventerreinen hiervoor de geschikte locatie. Voor zover het gaat om grootschalige detailhandel binnen het thema 'wonen' (woninginrichting, keukens, sanitair, bouwmarkten, tuincentra) moet concentratie plaatsvinden op het Winkelpark langs De Vosholen aan de zuidkant van Hoogezand-Sappemeer.

De afgelopen periode is het detailhandelbeleid geëvalueerd. Vervolgens is gestart met het formuleren van een geactualiseerd detailhandelsbeleid dat in het voorjaar van 2013 is vastgesteld. Duidelijk is, dat aan de voornaamste uitgangspunten van het beleid niet zal worden getornd. Voor dit bestemmingsplan betekent dat, dat de detailhandel in het gebied van het winkelcentrum Sappemeer is en blijft geconcentreerd

2.2.5 Verkeers- en vervoersbeleid

Verkeer- en vervoerbeleid

De hoofdlijnen van het verkeer- en vervoersbeleid voor Hoogezand-Sappemeer tot 2010 zijn aangegeven in een beleidsnota, die is vastgesteld op 30 september 1997. In het meerjarenplan verkeersveiligheid heeft het Rijk het begrip Duurzaam Veilig geïntroduceerd. Duurzaam Veilig gaat uit van een simpele indeling van de wegen in drie categorieën, die door de verkeersdeelnemers eenvoudig zijn te herkennen. De wegen in het plangebied zullen conform het verkeersbeleid worden aangemerkt als erftoegangswegen. Deze wegen geven toegang tot de wijk, buurten en de directe woonomgeving. De maximumsnelheid geldend voor deze wegen is 30 km/u.

Al in de structuurschets 1993 is een hoofdverkeersstructuur voor de bebouwde kom van Hoogezand-Sappemeer vastgelegd. De daarin neergelegde hoofdverkeersstructuur is ook vastgelegd in de beleidsnota van 30 september 1997 en is nog steeds goed werkbaar. Er is een nieuw gemeentelijk verkeers- en vervoersbeleidsplan in voorbereiding.

Parkeren

Een belangrijk onderdeel van het verkeer- en vervoersbeleid is het parkeerbeleid. De gemeente volgt een sturend parkeerbeleid. In het onderhavige plangebied worden woningen gerealiseerd. In de woonwijken wordt ingevolge het beleid gestreefd naar parkeren op eigen terrein, met dien verstande dat (incidenteel) parkeren in de straten onontkoombaar is.

Hoofdstuk 3 Omgevingsfactoren

3.1 Verkeer en parkeren

De verdere ontwikkeling van de supermarkt is aanleiding om de parkeersituatie te veranderen in de vorm van een uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen. De extra parkeerplaatsen aan het grote terrein blijven gebruik maken van de huidige inrit, daar vindt geen verschil plaats. Voor de parkeerplaatsen aan de noordzijde wordt gebruik gemaakt van de bestaande inrit. De verwachting is dat dit verkeerskundig niet tot grote problemen zal leiden.

 

3.2 Cultuurhistorie en archeologie

De herziene Monumentenwet 1988 schrijft voor, dat gemeenten eigen beleid voor de archeologische monumentenzorg voeren en bescherming bieden aan archeologische waarden in de bodem. De gemeente Hoogezand-Sappemeer heeft dit beleid vastgelegd in de Nota Archeologiebeleid met bijbehorende archeologische beleidskaart en Erfgoedverordening. Uitgangspunt van het beleid is het behoud van waardevolle archeologische waarden en van cultuurhistorische en cultuurlandschappelijke relicten.

De Erfgoedverordening en de Nota Archeologiebeleid zijn op 13 december 2010 door de gemeenteraad vastgesteld, en zijn sinds 23 december 2010 in werking.

Daarnaast hanteert de gemeente de Actuele Archeologische Verwachtingskaart, die is gebaseerd op de Beleidskaart Archeologie. Op deze kaart staan de archeologisch te beschermen gebieden aangegeven. Op de Actuele Archeologische Verwachtingskaart wordt ook alle nieuwe informatie verwerkt, bijvoorbeeld uit archeologische onderzoeken. De kaart is in te zien op de gemeentelijke website.

De betreffende aanvraag is aan het bovenstaande getoetst. Het perceel heeft een lage archeologische verwachting. Er zijn geen beperkingen in dit kader.

3.3 Bodem

Op het perceel Kleinemeersterstraat 8 is een bodemverontreiniging geconstrateerd. Op 11 oktober 2013 is een saneringsmelding ingediend bij het bevoegd gezag, te weten de Provincie Groningen. Die heeft de melding geaccepteerd. De sanering is inmiddels in gang gezet. Van de sanering moet een evaluatierapport worden opgesteld, waar GS op zal beschikken.

Voor de aanleg van het parkeerterreinen geeft dit feit geen belemmeringen.

Hoofdstuk 4 Maatschappelijke en economische verantwoording

4.1 Maatschappelijke verantwoording

Voor de omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3° Wabo is volgens artikel 6.18 van het Besluit omgevingsrecht artikel 3.1.1. van het Besluit ruimtelijke ordening van overeenkomstige toepassing.

In het kader van deze omgevingsvergunning wordt afgezien van dit zogenaamde bestuurlijke vooroverleg. Er zijn voor dit plan geen rijks- of provinciale belangen in het geding, zodat deze instanties niet benaderd hoeven te worden (overeenkomstig de brief van de minister van VROM van 26 mei 2009/ brief van het college van GS van Groningen van 20 mei 2011).

De ontwerp-omgevingsvergunning zal zes weken ter inzage liggen. Tijdens deze periode bestaat de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen.

De ontwerp-omgevingsvergunning heeft op grond van Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, gedurende zes weken ter inzage gelegen voor een ieder.

4.2 Economische verantwoording

De kosten die gepaard gaan met het plan worden door de initiatiefnemer gedragen. Alle kosten komen voor rekening van de ontwikkelaar oftewel Lidl Nederland GmbH.

Om het risico op eventuele claims van planschade af te dekken, is op grond van artikel 6.4a Wro met Lidl Nederland GmbH een planschadeverhaalsovereenkomst afgesloten, waarin Lidl verklaart de eventueel uit te keren planschade te zullen vergoeden aan de gemeente.