direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf
Plan: Eska Power
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0018.BP106EskaPower-30va

Artikel 3 Bedrijf

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor de hoofdfuncties:

  • a. bedrijven genoemd in de Bijlage 1 Bedrijvenlijst;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - vergassingsinstallatie' is ten behoeve van een kartonfabriek een vergassingsinstallatie toegestaan;
  • c. de op het moment van vaststelling van het bestemmingsplan bestaande installaties en voorzieningen ten behoeve van een kartonfabriek;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - ontvangstation' is een gasontvangstation toegestaan;
  • e. dienstverlenende bedrijven en dienstverlenende instellingen;
  • f. maatschappelijke voorzieningen als genoemd in 1.44;

en voor de ondergeschikte functies:

  • g. erf;
  • h. nutsvoorziening;
  • i. parkeren;
  • j. tuin en groenvoorziening;
  • k. verkeer;
  • l. waterberging en waterzuiveringsinstallatie,
  • m. zend-/ontvangstinstallatie.

3.2 Bouwregels
3.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen zijn alleen toegelaten binnen een bouwvlak, uitgezonderd ondergeschikte bouwonderdelen. Ondergeschikte bouwonderdelen mogen de grenzen van het bouwvlak met ten hoogste 1 meter overschrijden;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' is het bebouwingspercentage van het bouwvlak niet meer dan aangegeven.
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' zijn gebouwen toegelaten tot een bouwhoogte niet hoger dan is aangegeven. Van deze hoogtebeperking zijn uitgezonderd:
    1. plaatselijke verhogingen, deze zijn toegelaten tot ten hoogste 10% van de oppervlakte van het betreffende gebouw, en tot ten hoogste een kwart van de maximale hoogte van het betreffende gebouw met een maximum van 6 meter;
    2. waar de bestaande eerder toegelaten bouwhoogte groter is, daar geldt die hoogte als maximum;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' mag de bouwhoogte niet hoger zijn dan is aangegeven. De maximale bouwhoogte mag worden overschreden in de gevallen als genoemd onder c. van dit artikellid.
3.2.2 Overige andere bouwwerken

Overige andere bouwwerken zijn toegelaten tot een hoogte van 6 meter.

3.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, mits hierbij

  • geen sprake is van verslechtering van de samenhang van het straat- en bebouwingsbeeld, en
  • sprake is van een goede woonsituatie (lichttoetreding, uitzicht en privacy), en
  • sprake is van een sociaal en verkeersveilige invulling, en
  • geen sprake is van verslechtering van de milieusituatie, en
  • geen sprake is van een onevenredige beperking van de gebruiksmogelijkheden van de omliggende percelen,

met een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. de op de plankaart of in de planregels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages, behalve waarvoor hiernavolgend andere maten en percentages genoemd worden;
  • b. de planregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, als een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  • c. het bepaalde in 3.2.2 en toestaan dat overige andere bouwwerken worden opgericht tot een hoogte van 25 meter ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - vergassingsinstallatie'; met uitzondering van reclamemasten, deze kunnen slechts worden toegelaten tot een hoogte van zes meter.
3.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.2 onder b. van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • het gebruik van gronden voor het storten van puin en afvalstoffen;
  • het gebruik van gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan voor de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten, werken en werkzaamheden;
  • het gebruik van gronden voor de stalling en opslag van aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken vaar-, vlieg- of voertuigen;
  • het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  • het gebruik van gronden en bouwwerken voor detailhandel, een horecabedrijf en/of seksinrichting;
  • het gebruik van gebouwen als woning, behalve voorzover aangeduid als bedrijfswoning;
  • de buitenopslag van goederen vóór de voorgevel(s) van de bedrijfsgebouwen;
  • de opslag van vuurwerk.