direct naar inhoud van 5.7 Ecologie
Plan: Stadscentrum
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0018.BP101Stadscentrum-30va

5.7 Ecologie

De gemeente Hoogezand-Sappemeer wil bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen een volwaardige plaats toekennen aan de natuurwaarden in het betreffende gebied. Om dit streven waar te kunnen maken, zijn voor de hele gemeente de natuurwaarden in kaart gebracht in de vorm van een Ecologische Basiskaart. Deze kaart vormt de basis om in een vroegtijdig stadium ecologische waarden in het gebied te onderkennen en vervolgens te beoordelen in relatie tot de ruimtelijke ontwikkeling. In de basiskaart zijn alle beschikbare gegevens over het voorkomen van waardevolle flora en fauna in de gemeente gebundeld. Voor de kaart is geput uit gegevens van diverse natuur- en landschapsorganisaties in Nederland. Daarnaast is veel waardevolle informatie op lokaal niveau verkregen door gesprekken met in de gemeente werkzame organisaties en groepen. Voor de basiskaart is geen veldonderzoek verricht. De Ecologische Basiskaart dient, zoals de benaming al aangeeft, als een basisdocument. Wanneer uit de basiskaart blijkt dat in het betreffende gebied zwaar- of middelzwaar beschermde soorten voorkomen (in het kader van de Flora- en faunawet), zal een afwegingsmodel behorende bij de basiskaart duidelijk moeten maken of een nader veldonderzoek noodzakelijk is. De basiskaart wordt actueel gehouden en aangevuld met nieuwe gegevens. Ook hierbij wordt veel waarde gehecht aan de inbreng van lokale groeperingen en belangstellenden.

Voor het plangebied blijkt uit de Ecologische Basiskaart dat hier een beperkt aantal beschermde dier- of plantensoorten bekend is. Het gaat in feite over een aantal vleermuissoorten. Deze zijn zwaar beschermd in de Flora- en faunawet. Vleermuizen komen overigens voor in de gehele gemeente.

Vleermuizen maken gebruik van bebouwing als verblijfplaats. Daarnaast maken vleermuizen gebruik van (vaak oude) bomen als verblijfplaats. Doorgaande lijnvormige beplanting wordt gebruikt door vleermuizen om zich te oriƫnteren in het landschap als ze zich verplaatsen. Degelijke situaties zullen zich naar alle waarschijnlijkheid in geringe mate voordoen in het plangebied.

Het bestemmingsplan heeft geen betrekking op grootschalige sloop van gebouwen of andere ontwikkelingen. Het bestemd slechts de bestaande situatie, nieuwe ontwikkelingen maken geen onderdeel uit van het plan.

Bij concrete bouwaanvragen is de Flora- en Faunawet van toepassing. De Flora- en Faunawet is op 1 april 2002 van kracht geworden. Daarin ligt het internationaal geldende beschermingsregime voor internationaal aangewezen te beschermen soorten en voor de vanuit nationale optiek te beschermen soorten. Voor alle ruimtelijke ingrepen die mogelijk leiden tot verstoring of vernietiging van beschermde soorten dient in voorkomende gevallen soortontheffing te worden aangevraagd op grond van de Flora- en Faunawet. Bij het voorbereiden van bouwvergunningen dient aandacht te worden besteed aan het mogelijk voorkomen van beschermde diersoorten.

Ook bij alle andere ruimtelijke ingrepen wordt de aanwezigheid van beschermde planten en dieren in de planvorming betrokken en zonodig ingepast. Bij alle werkzaamheden zal rekening worden gehouden met broedende vogels.

De status als beschermd natuurgebied van het Zuidlaardermeer, in het kader van de Europese vogelrichtlijn en de Natuurbeschermingswet, heeft geen invloed op de hernieuwde planologische status van het bestemmingsplan. Er bestaat geen directe (ecologische) relatie tussen het plangebied, de aard van het plan (conserverend) en de soorten waarvoor het Zuidlaardermeer als beschermd natuurgebied is aangewezen. Het gaat hierbij om diverse vogelsoorten van open water en rietmoerassen.