direct naar inhoud van 7.2 Totstandkoming
Plan: Buitengebied, partiële herziening diverse percelen
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0018.BP098Buitengebied-50oh

7.2 Totstandkoming

De hoofdregel is dat op basis van artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening over het concept bestemmingsplan overleg moet plaatsvinden met de betrokken overheden, voordat het ontwerp wijzigingsplan ter inzage wordt gelegd. Voor dit bestemmingsplan is dit niet gedaan vanwege het ondergeschikte karakter van de wijzigingen, daarbij rekening houdend met de belangen die het bestemmingsplan mogelijkerwijs raakt. Een algemene inspraakprocedure voor een ieder is niet gevoerd omdat dit reeds voor het basisplan bestemmingsplan Buitengebied heeft plaatsgevonden.

7.2.1 Zienswijzen

Het ontwerp van het bestemmingsplan lag ter inzage van 31 januari 2013 tot en met 13 maart 2013. Een ieder kon in deze periode zijn zienswijze over het plan bekend maken. Het waterschap Hunze en Aa's heeft te kennen gegeven geen opmerkingen over het bestemmingsplan te hebben. Daarnaast zijn drie zienswijzen ingediend, deze worden hieronder behandeld.

Zienswijze van de N.V. Nederlandse Gasunie

De N.V. Nederlandse Gasunie heeft een zienswijze ingediend met meerdere aandachtspunten.

De Gasunie verzoekt geen nieuwe bouwblokken op of nabij de hoge druk aardgastransportleiding (met bijbehorende belemmeringenstrook) te projecteren. De Gasunie constateert dat windturbines kunnen worden geplaatst en verzoekt om deze uit de buurt van de aardgastransportleidingen te plaatsen. De Gasunie is van mening dat de planregels uit artikel 8 'Leiding-Gas' te beperkt zijn in hun bescherming en verwijst naar de strijdigheid met het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). De Gasunie verzoekt om een algemene specificatie van de plantoelichting alsmede een nadere verantwoording van het groepsrisico in relatie tot de aardgastransportleidingen (paragraaf externe veiligheid van de plantoelichting). Tot slot vindt de Gasunie dat bijlage 3 van de plantoelichting omissies bevat (de leiding genummerd 508-49 mist en van leidingnummer 508-59 is de diameter niet juist).

Reactie gemeente

De zienswijze wordt op twee punten overgenomen. Conform het Bevb moet een bestemmingsplan waarin een aardgastransportleiding is gelegen voorzien in een aanlegvergunningenstelsel ter bescherming van de leiding en functioneren daarvan. Artikel 8 van de planregels bevat niet een dergelijke regeling en wordt daarop aangepast. Daarnaast is de diameter van leidingnummer 508-59 in bijlage 3 van de plantoelichting gewijzigd. Dit laatste is overigens zonder rechtsgevolgen. Voor het overige geldt dat niet wordt herkend wat de Gasunie schrijft.

Zo zijn windturbines bijna niet toegelaten. Slechts in een agrarisch bouwvlak (niet zijnde tuinbouw) tot 15 meter hoogte zijn ze toegestaan. De risico's die de Gasunie beschrijft in zijn zienswijze zijn afkomstig van niet verplichte richtlijnen over dit onderwerp en betreffen de grotere windturbines en -parken. De geschetste risico's staan niet in verhouding tot deze minimale bouwmogelijkheid.

De gasleiding met nummer 508-49 ligt buiten het plangebied (namelijk in de omgeving van de NAM-locatie in Sappemeer) en wordt wel genoemd in de betreffende bijlage 3 (in een andere tabel).

Er worden geen nieuwe bouwvlakken gerealiseerd; de bouwrechten zijn in beginsel allemaal al in het bestemmingsplan Buitengebied van 2010 toegekend. Daar waar een bouwvlak wel op of nabij de aardgastransportleiding(en) is (zijn) gelegen, geldt de bescherming van de dubbelbestemming 'Leiding-Gas' (artikel 8 planregels). Bebouwing anders dan voor de leiding is niet mogelijk. Artikel 8 is (na aanvulling met het aanlegvergunningenstelsel) in tegenstelling tot wat de Gasunie vindt, wel degelijk voldoende beschermend. Gelezen in samenhang met de verbeelding is geen afwijking van de planregels mogelijk, volgt uit de redactie van artikel 8 al een voorrangsbepaling en bevat de verbeelding de vereiste belemmeringenstrook van 10 meter. Het is daarom niet nodig om af te wijken van de gemeentelijke systematiek/standaarden door de Gasunie voorgestelde planregels over te nemen.

Wat betreft de opmerkingen aangaande de plantoelichting geldt dat deze geen bindende betekenis heeft en slechts een waarde heeft ter verduidelijking van de planregels. De gewenste aanpassingen betreffen bovendien niet de belangen van de Gasunie en voor zover ze dit wel doen (aangaande externe veiligheid) dan is de huidige plantoelichting toereikend, gelet op de aard van het bestemmingsplan (reparatieronde, ondergeschikte wijzingen, gelieerd aan het bestemmingsplan Buitengebied). De plantoelichting wordt niet aangepast.

Over het perceel Borgercompagnie 3

De eigenaar verzoekt om vergroting van het bouwvlak voor het realiseren van een overdekte longeercirkel en het vergroten van de staloppervlakte. Dit laatste is bedoeld voor de groepshuisvesting van bejaarde paarden.

Reactie gemeente

De zienswijze wordt overgenomen. Het bedrijf in kwestie is volgens de provinciale omgevingsverordening een niet-agrarisch bedrijf. Dit betekent dat uitbreiding slechts eenmalig is toegestaan tot een maximum van 20% van de bestaande bebouwingsoppervlakte (gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde). Deze oppervlakte bedraagt 4027 m2 zodat maximaal 805 m2 mag worden bijgebouwd. Deze ruimte wordt toegekend en ingetekend op de verbeelding op de door eigenaar aangegeven locatie, met een bijbehorende aanduiding zodat duidelijk is dat gebruik is gemaakt van de '20%-regeling'. De uitbreiding is aanvaardbaar uit het oogpunt van landschap, natuur, milieu en verkeer. De nieuwe bebouwing wordt namelijk aaneengesloten gebouwd en bevindt zich op een erf dat is omgeven door groenstructuren en overige erven met groensingels. De nieuwe bebouwing is hierin geen storend element. Van aanwezige natuurwaarden is geen sprake omdat de gronden momenteel al in gebruik zijn als erf en niet wordt gesloopt. De verkeersstromen zullen niet worden beïnvloed door de nieuwe bebouwing. Dit vanwege het zeer extensieve karakter van de voorgenomen groepshuisvesting. Het aspect milieu (eventuele toename van het aantal te huisvesten paarden) wordt specifiek gewogen door de eisen van het Activiteitenbesluit (Barim) ingevolge de Wet milieubeheer en behoeft in dit bestemmingsplan geen nadere overweging.

Over het perceel Woortmansdijk 24

De eigenaar verzoekt om aanpassing van de bestemming op het betreffende perceel. Een deel moet voor wonen bestemd zijn en een deel moet een bedrijfsbestemming hebben.

Reactie gemeente

De zienswijze wordt overgenomen. De geschetste situatie komt overeen met de plankaart van het bestemmingsplan Buitengebied uit 1993. Beide bestemmingen kunnen naast elkaar bestaan zonder belemmeringen met zich mee te brengen. De bestaande bedrijfsbebouwing krijgt een bouwvlak op maat en conform het beleid uit het bestemmingsplan Buitengebied wordt geen mogelijkheid geboden voor het bouwen van een bedrijfswoning.

7.2.2 Vastgesteld plan

De gemeenteraad stelde op 27 mei 2013 het bestemmingsplan gewijzigd vast ten opzichte van het ontwerpplan. In Bijlage 6 is het vaststellingsbesluit opgenomen.

7.2.3 Inwerkingtreding plan

Het vastgestelde bestemmingsplan is gepubliceerd in de Regiokrant en de Staatscourant op 12 juni 2013. Er zijn geen beroepschriften ingediend zodat het bestemmingsplan op 25 juli 2013 in werking is getreden.

7.2.4 Onherroepelijk plan

Op 25 juli 2013 is het bestemmingsplan onherroepelijk in werking getreden.