direct naar inhoud van Artikel 6 Bos
Plan: Woongebieden
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0018.BP096Woongebieden-31va

Artikel 6 Bos

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bos' aangewezen gronden zijn bestemd voor de hoofdfuncties:

  • a. bos, bebossing en groenvoorziening;

en voor de ondergeschikte functies:

  • b. nutsvoorziening;
  • c. kunstwerken;
  • d. paden en wegen;
  • e. parkeren;
  • f. recreatie, speelvoorziening, sportvoorziening;
  • g. vijver, water, waterberging.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Gebouwen

Gebouwen zijn niet toegelaten.

6.2.2 Licht- en vlaggenmasten

Licht- en vlaggenmasten zijn toegelaten tot 5 meter hoogte.

6.2.3 Andere bouwwerken

Andere bouwwerken zijn toegelaten tot een hoogte van 3 meter.

6.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van

  • het straat- en bebouwingsbeeld, en
  • de aanwezige cultuurhistorische, landschaps- en natuurwaarden, en
  • de woonsituatie, en
  • de verkeersveiligheid, en
  • de sociale veiligheid, en
  • de milieusituatie, en
  • de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden,

met een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. de op de plankaart of in de planregels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages, behalve waarvoor hiernavolgend andere maten en percentages genoemd worden;
  • b. de planregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, als een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  • c. het bepaalde in 6.2.1 en gebouwen toestaan voor het beheer en onderhoud van het bosgebied en voor recreatieve natuureducatie, elk tot een grootte van 20 m2 en tot een bouwhoogte van 4 meter;
  • d. het bepaalde in 6.2.3 en toestaan dat overige andere bouwwerken worden opgericht tot 5 meter hoogte.
6.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.2 onder b. van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  • b. het gebruik van gronden voor het storten van puin en afvalstoffen;
  • c. het gebruik van gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan voor de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten, werken en werkzaamheden;
  • d. het gebruik van gronden voor de stalling en opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) vaar-, vlieg- of voertuigen;
  • e. het gebruik van gronden en bouwwerken voor detailhandel, een horecabedrijf en/of seksinrichting.