direct naar inhoud van Artikel 11 Groen
Plan: Woongebieden
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0018.BP096Woongebieden-31va

Artikel 11 Groen

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor de hoofdfuncties:

  • a. groen, groenvoorziening;
  • b. park;
  • c. plantsoen;
  • d. speelvoorziening, sportvoorziening;
  • e. actviteiten ten behoeve van vereniging of club ter plaatse van de aanduiding 'verenigingsleven';
  • f. een bestaande zend-/ontvangstinstallatie ter plaatse van de aanduiding 'zend-/ontvangstinstallatie' met bijbehorende bouwerken en installaties;

en voor de ondergeschikte functies:

  • g. nutsvoorziening;
  • h. vijver, water, waterberging;
  • i. verkeer, pad, parkeren;
  • j. kunstwerken.
11.2 Bouwregels
11.2.1 Gebouwen

Gebouwen zijn niet toegelaten.

11.2.2 Licht- en vlaggenmasten

Licht- en vlaggenmasten zijn toegelaten tot 5 meter hoogte.

11.2.3 Overige andere bouwwerken

Overige andere bouwwerken zijn toegelaten tot 3 meter hoogte.

11.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan, mits hierbij

  • geen sprake is van verslechtering van de samenhang van het straat- en bebouwingsbeeld, en
  • sprake is van een goede woonsituatie (lichttoetreding, uitzicht en privacy), en
  • sprake is van een sociaal en verkeersveilige invulling, en
  • geen sprake is van verslechtering van de milieusituatie, en
  • geen sprake is van een onevenredige beperking van de gebruiksmogelijkheden van de omliggende percelen,

met een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. de op de plankaart of in de planregels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages, behalve waarvoor hiernavolgend andere maten en percentages genoemd worden;
  • b. de planregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, als een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  • c. het bepaalde in 11.2.3 en toestaan dat overige andere bouwwerken worden opgericht tot 5 meter hoogte.
11.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.2 onder b. van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van gronden voor het storten van puin en afvalstoffen;
  • b. het gebruik van gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, anders dan voor de uitvoering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten, werken en werkzaamheden;
  • c. het gebruik van gronden voor de stalling en opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) vaar-, vlieg- of voertuigen;
  • d. het gebruik van gronden als standplaats voor kampeermiddelen;
  • e. het gebruik van gronden en bouwwerken voor detailhandel, een horecabedrijf en/of seksinrichting.