direct naar inhoud van 6.2 Toelichting op de regels
Plan: Lofar Kielwindeweer
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0018.BP095-30va

6.2 Toelichting op de regels

Hieronder volgt een toelichting op de verbeelding en de regels. Deze juridische toelichting, samen met de andere delen van de toelichting, moet zoveel mogelijk uitkomst brengen bij onduidelijkheid over bepalingen in de regels. Uit jurisprudentie blijkt dat bij eventuele strijd tussen beide, de bepalingen in de regels leidend zijn.

6.2.1 Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

Dit artikel voorziet essentiële, in de regels gebruikte begrippen van een definitie. Het artikel bevat de voorgeschreven standaard begripsbepalingen uit de SVBP 2008 en daarnaast termen die zijn gebruikt in dit bestemmingsplan.

Artikel 2 Wijze van meten

Dit artikel geeft antwoord op de vraag hoe wordt gemeten als het gaat om bouwhoogten en oppervlaktematen. Het artikel bevat de voorgeschreven standaarden uit de SVBP 2008.

6.2.2 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 3 Agrarisch met waarden - Radiotelescoop

Bestemmingsomschrijving

Deze bestemming is gegeven aan de gronden bestemd voor een LOFAR-station. Daarnaast is het agrarisch gebruik van de gronden toegestaan. Omdat de (agrarische) bedrijfsvoering beschermingswaardige landschappelijke structuren en elementen kan aantasten is de bescherming van de waarden tevens geregeld in de bestemming.

Bouwregels

Binnen de bestemming is het niet toegestaan gebouwen te bouwen. Voor het bouwen van andere bouwwerken geldt dat de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 2 m. Er kunnen nadere eisen worden gesteld aan de plaats van bouwwerken met een groter verticaal oppervlak dan 4 m² en een bouwhoogte hoger dan 1,5 m.

Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden

Binnen de agrarische bestemming van gronden is een gebiedsaanduiding 'overig - veenkoloniaal gebied' opgenomen, ter bescherming van de landschappelijke waarden. De aanduiding biedt bescherming waar plannen bestaan om gronden anders in te richten. In de regels is een omgevingsvergunningenstelsel in het leven geroepen dat dit moet bewerkstelligen. Het omgevingsvergunningenstelsel regelt dat kenmerkende verkavelingsrichtingen behouden blijven. In de regels wordt de verkavelingsrichting met een verwijzing naar een bijlage benoemd.

Artikel 4 Waarde - Beschermd dorpsgezicht

De bestemming heeft, voorzover van toepassing, mede tot doel het beschermen van de waarden van het beschermde dorpsgezicht van Kiel-Windeweer. In de verbeelding is het gebied van het beschermde dorpsgezicht aangeduid. In de regels is geregeld dat alleen bebouwing is toegelaten welke verenigbaar is met het beheer, de ontwikkeling en het behoud van de karakteristieke waarden zoals omschreven in bijlage 2 bij de regels.

6.2.3 Hoofdstuk 3 Algemene regels

De anti-dubbeltelbepaling is een verplicht in een bestemmingsplan op te nemen regel.

6.2.4 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 6 Overgangsrecht

Deze regels zijn geheel voorgeschreven door het Besluit ruimtelijke ordening (artikelen 3.2.1 en 3.2.2). Omdat een bestemmingsplan elke tien jaar moet worden herzien, betreffen de meeste bestemmingsplannen gebieden die reeds in gebruik en ingericht zijn. Een bestemmingsplan kan ruimte bieden voor ontwikkelingen en daarom soms ander gebruik en/of bebouwing toelaten dan er in werkelijkheid in het gebied aanwezig is. Bestaande rechten worden beschermd met overgangsrecht. Er is overgangsrecht voor bouwwerken en overgangsrecht voor het gebruik van de gronden en bouwwerken.

Artikel 7 Slotregel

Deze regel is geheel voorgeschreven door de Ministeriële regeling Standaard Vergelijkbare BestemmingsPlannen (SVBP 2008). Deze regel geeft aan hoe de regels van dit plan kunnen worden aangehaald. Hiermee wordt de naam van het bestemmingsplan vastgelegd. Voor de digitale uitwisseling van plannen krijgt elk plan ook een unieke code van letters en cijfers.