direct naar inhoud van 7.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid
Plan: Noorderstraat 308
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0018.BP094noorderstr308-30va

7.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Belangrijke mijlpaal in de voorbereiding van een groot bestemmingsplan is een conceptplan, het zogenaamde voorontwerp. Het voorontwerp is het plan zoals dat door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld. Dit plan wordt voor overleg aan diverse instanties gezonden. Vaak wordt het tegelijk voor inspraak ter inzage gelegd. Belangstellenden kunnen dan hun mening geven.

De reacties op het voorontwerp gebruikt het college om een ontwerpplan te maken. Het ontwerpplan is het begin van de officiële voorbereidingsprocedure die is opgenomen in de Wet ruimtelijke ordening.

7.2.1 Inspraak en overleg

Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan geeft de gemeente op basis van de gemeentelijke inspraakverordening in sommige gevallen gelegenheid voor inspraak. Inspraak is niet altijd (meer) verplicht door wetgeving, de inspraakverordening beperkt inspraak tot gelegenheden waar inspraak nodig is. Geen inspraak wordt verleend bij ondergeschikte herzieningen van eerder vastgesteld beleid. Dit is vaak het geval bij kleine bestemmingsplan-wijzigingen, zogenaamde postzegelbestemmingsplannen. Ook dit bestemmingsplan valt in deze categorie.

Voor dit bestemmingsplan Noorderstraat 308 is er daarom voor gekozen geen inspraak te verlenen omdat het hier gaat om een planologische wijziging van ondergeschikt belang. Ten opzichte van het geldende plan zijn de bouw- en gebruiksmogelijkheden slechts beperkt toegenomen.

Overigens is begin 2007 inspraak verleend over het voorontwerp van het bestemmingsplan Sappemeer-Oost 2006, waarmee indirect inspraak is gegeven over dit bestemmingsplan omdat de uitgangspunten voor het planperceel als museumwerf destijds al waren opgenomen.

Bij de voorbereiding van een bestemmingsplan pleegt de gemeente overleg met diverse instanties. Het Besluit ruimtelijke ordening stelt in artikel 3.1.1 dat overlegd moet worden met de betrokken gemeenten, waterschappen en diensten van provincie en Rijk. In geval van dit bestemmingsplan is overlegd met de provincie Groningen, de inspectie Vrom, de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed en het Waterschap over de te volgen procedure. Onderling is afgesproken het plan direct als ontwerpplan in procedure te brengen.

7.2.2 Zienswijzen op het ontwerpplan

Het ontwerp bestemmingsplan is de start van de officiële procedure zoals opgenomen in artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening. Op de voorbereiding van een bestemmingsplan is afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Het plan wordt bekendgemaakt en gedurende een termijn van zes weken voor een ieder ter inzage gelegd.

Iedereen kan gedurende deze periode opmerkingen maken op het plan, deze zienswijzen zal de gemeenteraad betrekken bij de uiteindelijke vaststelling van het bestemmingsplan.

Overwegingen bij zienswijzen

Het ontwerp bestemmingsplan is op 6 december 2010 vastgesteld door het College van Burgemeester en wethouders en heeft ter inzage gelegen van 17 december 2010 t/m 27 januari 2011. In deze periode is één zienswijze binnen gekomen. De gemeenteraad heeft deze zienswijze meegenomen bij zijn besluitvorming. Bijlage 3 Raadsbesluit vaststelling.