direct naar inhoud van 3.2 Gemeentelijk beleid
Plan: Noorderstraat 308
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0018.BP094noorderstr308-30va

3.2 Gemeentelijk beleid

3.2.1 Toekomstvisie Boeg Beelden 2015
Boeg Beelden 2015 (vastgesteld december 2002) is een toekomstvisie met daarin de hoofdlijnen van beleid voor de Gemeente Hoogezand-Sappemeer in de periode tot 2015. Het geeft een breder kader voor zowel fysiek, economisch, sociaal als cultureel beleid.

Hoogezand-Sappemeer wil in 2015 een middelgrote levendige woon- en werkgemeente zijn, volop profiterend van haar unieke positie vlakbij Groningen en tegelijk met een eigen identiteit in een prachtig groene omgeving.  
afbeelding "i_NL.IMRO.0018.BP094noorderstr308-30va_0012.jpg"  

De ambities van de gemeente zijn omgezet in vier richtinggevende thema's:

  • Positie in de regio: schragen en schurken.
  • Bestaansbasis: wonen èn werken.
  • Sfeer en uitstraling: veilig, gezellig en actief.
  • Mens: gevarieerd en samen.

De gemeente wil zich in Boeg Beelden verder ontwikkelen tot een prettige woongemeente. In nieuwe en bestaande woongebieden staat een prettig woonklimaat voorop.

3.2.2 Economisch beleidsplan 2010-2014

Begin 2010 is het Economisch beleidsplan 2010-2014 vastgesteld, welke de economische beleidsnota "Hoogezand-Sappemeer werkt Door!" uit 2005 vervangt. De hoofdambitie van dit beleid is om de gewenste economische ontwikkeling in kaart te brengen en de werkgelegenheid te versterken binnen de lokale economie via activiteiten gericht op het direct en indirect faciliteren van het bedrijfsleven. Deze ambitie is verder uitgewerkt in doelstellingen en actiepunten rondom de volgende vier thema's:

  • Woon- werkomgeving: Optimaal benutten en behouden positie;
  • Arbeidsmarkt en scholing: Verhoging arbeidsparticipatie;
  • Economische structuur: benutten van de eigen kracht;
  • Organisatie en communicatie: Versterken verbindingen lokaal versus regionaal.

Op het gebied van bedrijventerreinen is de doelstelling om nu en op de langere termijn voldoende aanbod van goede kwaliteit bedrijventerreinen aan te bieden om ondernemers de ruimte te geven om te starten en door te groeien. Bij deze doelstelling zijn de volgende actiepunten geformuleerd:

  • Verkoop bedrijfskavels Rengers (fase 4) en op termijn ontwikkeling van fase 3.
  • Verkoop bedrijfskavels Foxhol.
  • Bemiddeling bedrijfskavels havengebonden bedrijventerreinen Westerbroek.
  • Bemiddeling bedrijfskavels Avebe.
  • Haalbaarheidsstudie uitvoeren Westerbroek West en woon-werk locatie in Sappemeer voor uitbreiding beschikbare bedrijventerreinen op langere termijn.
  • Participeren in programma bedrijventerreinen van de Regio Groningen-Assen 2030

Onderzoeken of naast bedrijvenpark Rengers ook andere bedrijventerreinen in de gemeente in aanmerking komen voor het keurmerk veilig ondernemen.

3.2.3 Monumentenbeleid

In de nota Monumentenbeleid (maart 1995) en in de Beleidsnotitie Monumenten in Hoogezand-Sappemeer is het monumentenbeleid verwoord. Uitgangspunt van het gemeentelijk monumentenbeleid is dat de cultuurhistorische waarde van Hoogezand-Sappemeer niet alleen ligt in een aantal losse waardevolle panden, maar in de historisch gegroeide vorm van de gemeente als geheel. Die groeiwijze is onlosmakelijk verbonden met de veenkoloniale geschiedenis. Het is de samenhang van bebouwing en omgeving die onze gemeente haar specifieke karakter geeft.

In de nota is het oude Winschoterdiep als karakteristiek waardevol gebied genoemd. De kwaliteit van het gebied wordt gevormd door de verkavelingskarakteristiek van het voormalig Winschoterdiep als drager met hierop de dwarsstraten. Samen vormen zij de historische veenkoloniale structuur. Aan de zuidzijde is sprake van sporen van veenkoloniale bedrijvigheid, met een concentratie rond de uitmonding van het Borgercompagniesterdiep op de Noorderstraat.

Aan dit historisch bepaalde knooppunt ligt de scheepswerf Wolthuis, het perceel is aangewezen als rijksmonument. De waardering geldt het gehele ensemble van voormalige scheepswerf met helling, dienstwoning en werkplaats. Het geheel is de enig overgebleven scheepswerf met kanthelling in de bebouwde kom langs een veenkoloniaal diep dat niet gedempt is en heeft cultuur historisch belang door zijn representatie van sociaal-economisch verleden.

afbeelding "i_NL.IMRO.0018.BP094noorderstr308-30va_0013.png"

3.2.4 Welstandsbeleid

De gemeente voert al sinds lange tijd welstandsbeleid. Het welstandstoezicht maakt deel uit van het integrale ruimtelijke kwaliteitsbeleid van de gemeente. De welstandscommissie toetst bouwplannen aan de welstandsnota van de gemeente. In de Welstandsnota (vastgesteld door de gemeenteraad op 27 april 2004) wordt per deelgebied een nadere analyse gegeven van het karakter en staan de welstandscriteria verwoord. Redelijke eisen van welstand zijn op deze wijze gevangen in de welstandsnota voor de onderscheiden deelgebieden.

Het welstandstoezicht is met name gericht op het beheer van de bestaande bebouwing. Hier geldt een beleid van respecteren van het bestaande. Bij vernieuwing of nieuwbouw geldt een beleid van incidenteel wijzigen voor zowel plaatsing, hoofdvorm, aanzicht en opmaak.

Welstandscriteria voor "het historisch lint" zijn:

Plaatsing

  • Behoud en herstel van het gevarieerde karakter van de lintbebouwing als geheel.
  • Grote gebouwen op enige afstand van de weg.
  • Bijgebouwen terugliggend ten opzichte van het hoofdgebouw.

Hoofdvorm

  • Overwegend één tot twee bouwlagen met kap.
  • Onderling verschil in omvang hoofdgebouwen mogelijk.
  • Geleding en plastiek enkelvoudig en sober, grote gebouwen aan noordzijde van het lint qua plastiek enigszins rijk.

Aanzicht

  • Bouwstijl in samenhang met bestaande bebouwing.
  • Compositie overwegend vertikaal en transparantie.
  • Gevels enigszins open.

Opmaak

  • Gevels in steenachtige materialen.
  • Kleuren qua helderheid in middentoon.
  • Reclame-uitingen worden ingepast in het totaalbeeld.

3.2.5 Archeologie beleid

Aandacht voor Archeologie is een gevolg van de gewijzigde Monumentenwet. Met ingang van 1 september 2007 geldt de Wet op de archeologische monumentenzorg. Deze wijziging houdt in dat bij ruimtelijke ontwikkelingen het behoud en de bescherming van archeologische waarde vanaf het begin van de planvorming meegenomen dient te worden

Archeologie mag zich de laatste jaren over het algemeen in een toenemende belangstelling verheugen. Ook beleidsmatig gaat archeologie een belangrijkere rol vervullen bij de inrichting van de ruimte, op basis van de Wet op de Archeologische Monumentenzorg. Door de provincie Groningen en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE; eerder bekend als Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten Rijksdienst en daarvoor als Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek) zijn onderzoeken gedaan in de provincie. In de gemeente Hoogezand-Sappemeer komen géén archeologische rijksmonumenten voor.

In de gemeente komen wel locaties voor met respectievelijk zeer hoge-, hoge- en archeologische waarde (Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek, Archeologiebalans 2002, pagina 38-39). De betreffende locaties zijn geregistreerd. Naast deze beschreven gebieden bestaan verwachtingsgebieden. Dit zijn gebieden waar mogelijk archeologische waarden zijn te verwachten. Bij eventuele ontwikkelingen in die gebieden zal nader onderzoek moeten worden verricht, vooral in de gebieden met een middelhoge tot hoge trefkans. De verwachtingsgebieden zijn vastgelegd in het concept van het gemeentelijk beleid voor archeologie met bijbehorende kaart (Nota Archeologiebeleid inclusief kaart archeologische verwachtingen, wordt vastgesteld in 2010).

3.2.6 Verkeers- en vervoersbeleid (1997)

De hoofdlijnen van het verkeers- en vervoersbeleid voor Hoogezand-Sappemeer tot 2010 zijn aangegeven in de 'Nota Verkeers- en vervoerbeleid' die is vastgesteld op 30 september 1997.

Centraal in deze nota staat het streven om met dit verkeers- en vervoersbeleid een optimale bereikbaarheid van de Gemeente Hoogezand-Sappemeer te bewerkstelligen, waarbij een goede leefkwaliteit wordt gewaarborgd. Om deze doelstelling te bereiken is samenhangend beleid nodig waarbij we diverse maatregelen op een evenwichtige manier moeten inzetten. Om ook in de toekomst een goede bereikbaarheid van Hoogezand-Sappemeer te garanderen, zal de groei van de automobiliteit beperkt moeten worden. Dat kan alleen als mensen meer gebruik gaan maken van het openbaar vervoer en de fiets. Daarnaast wordt met het oog op autoverkeer, gelet op de aspecten veiligheid en beperking van de milieuhinder. De rode draad in het verkeers- en vervoersbeleid is de verkeersveiligheid.

Het parkeren in woonwijken en dorpen vindt voor het grootste deel plaats op de openbare weg (straatparkeren) en geconcentreerd op speciaal aangelegde parkeerterreintjes in/bij woongebieden. In een aantal gevallen is er de mogelijkheid tot het parkeren bij de woning (op eigen terrein).

3.2.7 Waterplan

De gemeente heeft samen met het waterschap Hunze en Aa's haar waterbeleid gevormd en daarvoor het Waterplan opgesteld. Het Waterplan bestaat uit een Visiedeel en een Uitvoeringsplan. Het Visiedeel geeft een doorkijk tot 2015, het Uitvoeringsplan is telkens bedoeld voor een periode van vier jaar (het huidige voor 2007-2010).

Basis van het Waterplan zijn de drietraps-strategieën voor waterkwantiteit: vasthouden - bergen - afvoeren en voor waterkwaliteit: schoonhouden - scheiden - zuiveren. Ruimte voor water en waterbewust bouwen en inrichten vormen belangrijke aandachtspunten voor het omgevingsbeleid. Daarbij moet aandacht zijn en blijven voor de historische, recreatieve en belevingsaspecten van water.

Water moet in de toekomst een volwaardig onderdeel van alle ruimtelijke plannen gaan vormen. Hiervoor is een regulier overleg ingesteld tussen de gemeente en het waterschap. Daarnaast wordt bij projecten de watertoets doorlopen waarmee water stevig in de plannen verankerd wordt. In het bij het waterplan behorende uitvoeringsplan is een aantal concrete projectvoorstellen opgenomen. In een gemeentebrede aanpak zullen alle locaties waar dit probleem optreedt geïnventariseerd worden en wordt in samenspraak met de bevolking gezocht naar bevredigende oplossingen.

Een andere relevant project betreft de berekening van de wateropgave voor de gemeente. Hierbij wordt per wijk/dorp beoordeeld in hoeverre in het watersysteem is toegerust op toekomstige ontwikkelingen. Dit gaat in het bijzonder om de klimatologische veranderingen met bijbehorende grotere neerslaghoeveelheden. Ook wordt beoordeeld in hoeverre in de huidige situatie er al een risico op wateroverlast bestaat. Deze berekeningen kunnen leiden tot een opgave voor aanpassingen in het watersysteem.