direct naar inhoud van Artikel 25 Waarde - Molenbiotoop
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0018.BP090Buitengebied-31va

Artikel 25 Waarde - Molenbiotoop

25.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Molenbiotoop' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:

  • a. bescherming van de functie als werktuig van de in dit gebied voorkomende windmolens, onder andere gelet op de windvang;
  • b. bescherming van de waarde van deze molen als landschapsbepalend element en behoud, beheer en herstel van de cultuurhistorische waarden van de molen.

25.2 Bouwregels
25.2.1 Algemeen

In afwijking van het bepaalde in de andere voorkomende bestemming(en) gelden voor het bouwen van bouwwerken de volgende regels:

  • a. ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone-molenbiotoop 1' zijn bouwwerken toegelaten tot een hoogte van 1,5 meter;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone-molenbiotoop 2' zijn bouwwerken toegelaten tot een hoogte van 5 meter;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone-molenbiotoop 3' zijn bouwwerken toegelaten tot een hoogte van 7 meter;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone-molenbiotoop 4' zijn bouwwerken toegelaten tot een hoogte van 9 meter;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone-molenbiotoop 5' zijn bouwwerken toegelaten tot een hoogte van 10 meter.

25.2.2 Vrijstelling

De bouwregels in 25.2.1 gelden niet voor bouwwerken:

  • a. waarvan de bestaande hoogte groter is, daar vormt de bestaande hoogte het maximum;
  • b. die gezien vanuit de molen aan de achterzijde van bestaande bouwwerken wordt gebouwd, mits:
    • 1. de hoogte en breedte binnen de contouren (hoogte, breedte) van de bestaande bouwwerken blijft;
    • 2. gebouwd wordt binnen een afstand van 10 meter vanaf de bestaande bouwwerken;
    • 3. het bebouwing betreft die is toegelaten (inclusief ontheffingsmogelijkheden) door de andere voorkomende bestemming(en).

25.3 Nadere eisen
25.3.1 Bevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen, ter bescherming of verbetering van

  • het straat- en bebouwingsbeeld, en
  • de aanwezige cultuurhistorische, landschaps-, en natuurwaarden, en
  • de woonsituatie, en
  • de verkeersveiligheid, en
  • de sociale veiligheid, en
  • de milieusituatie, en
  • de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, en
  • het huidige en het toekomstige doelmatig functioneren van de molen als werktuig door windbelemmering, en
  • de waarde van de molen als landschapselement,

nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van bebouwing.

Burgemeester en wethouders kunnen, ter bescherming van de in 25.1 bedoelde belangen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van bebouwing.

25.3.2 Procedure

Voordat toepassing gegeven wordt aan deze bevoegdheid voor het stellen van nadere eisen zal belanghebbenden gedurende twee weken de gelegenheid geboden worden hun zienswijzen omtrent het voornemen naar voren te brengen.

25.4 Ontheffing van de bouwregels
25.4.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits

  • sprake is van een veilige (verkeers-, sociale en/of externe veiligheid) invulling, en
  • geen sprake is van verslechtering van de milieusituatie, en
  • geen sprake is van een onevenredige beperking van de gebruiksmogelijkheden van de omliggende percelen, en
  • geen onevenredige afbreuk gedaan wordt aan het huidige en het toekomstige doelmatig functioneren van de molen als werktuig door windbelemmering, en van de waarde van de molen als landschapselement en de cultuurhistorische waarde,

ontheffing verlenen van:

  • a. de op de plankaart of in de planregels gegeven maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages, behalve waarvoor hiernavolgend andere maten en percentages genoemd worden;
  • b. de planregels en toestaan dat bouwgrenzen worden overschreden, als een meetverschil daartoe aanleiding geeft;
  • c. het bepaalde in 25.2 en hogere bouwwerken toestaan.

25.4.2 Procedure

Voordat toepassing gegeven wordt aan deze bevoegdheid voor het verlenen van ontheffing, zal belanghebbenden gedurende twee weken de gelegenheid geboden worden hun zienswijzen omtrent het voornemen naar voren te brengen. Een ontheffing kan onder beperkingen verleend worden en aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.

25.5 Aanlegvergunning
25.5.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ophogen van gronden;
  • b. het planten van bomen, hoog opgaande heesters en andere hoog opgaande begroeiing,

voorzover deze de in 25.2 toegelaten hoogten nu of in de toekomst zullen overschrijden.

25.5.2 Vrijstelling

Het onder het 25.5.1 genoemde verbod geldt niet voor de werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op de eerste dag van terinzagelegging van het ontwerp van het plan;
  • c. waarvoor vergunning is verleend vóór de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan.

25.5.3 Voorwaarden

De onder 25.5.1 bedoelde werken of werkzaamheden zijn toelaatbaar, mits de hierdoor te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting zijn van het huidige en het toekomstige functioneren van de molen als werktuig door windbelemmering, en van de waarde van de molen als landschapselement en de cultuurhistorische waarde.