direct naar inhoud van Artikel 8: Maatschappelijk - 1
Plan: Haren - dorp West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0017.HW11BEHE-VA01

Artikel 8: Maatschappelijk - 1

8.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. religieuze doeleinden;
    • 2. sociaal-culturele doeleinden;
    • 3. sociaal-medische doeleinden;
    • 4. sport- en recreatieve doeleinden;
    • 5. woon- in combinatie met zorgdoeleinden;

al dan niet in combinatie met een ondergeschikte horecafunctie in de vorm van een kantine;

en in beperkte mate voor:

  • b. woonstraten;
  • c. paden;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. water;
  • f. nutsvoorzieningen;

met de daarbijbehorende:

  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. tuinen, erven en terreinen;
  • i. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
8.2. Bouwregels
8.2.1. Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte (m)” aangegeven bouwhoogte bedragen;
  • c. de onderlinge afstand tussen de gebouwen zal ten minste 5,00 m bedragen;
  • d. de afstand van een gebouw tot de zijdelingse perceelgrens zal ten minste 5,00 m bedragen.
8.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen reclamemasten en reclamezuilen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan ten hoogste 2,00 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 2,00 m bedragen.
8.3. Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. de verkeersveiligheid;
  • b. de sociale veiligheid;
  • c. de milieusituatie;
  • d. de woonsituatie;
  • e. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
8.4. Afwijken van de bouwregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld,de woonsituatie, de sociale veiligheid, de milieusituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 8.2.1 onder a in die zin dat een gebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits:
    • 1. de oppervlakte van het buiten het bouwvlak gebouwde gedeelte niet meer dan 10% van de totale oppervlakte van de gebouwen bedraagt;
    • 2. de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde.
  • b. het bepaalde in lid 8.2.1 onder c in die zin dat de onderlinge afstand tussen de gebouwen wordt verkleind.
8.5. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een zelfstandig horecabedrijf;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van zelfstandige kantoren.
8.6. Afwijken van de gebruiksregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie en de woonsituatie kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 8.5 onder a in die zin dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt voor productiegebonden detailhandel.