direct naar inhoud van Artikel 4: Bedrijf
Plan: Haren - dorp West
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0017.HW11BEHE-VA01

Artikel 4: Bedrijf

4.1. Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorie 1, ter plaatse van de aanduiding “bedrijf van categorie 1”;
    • 2. een meubelmakerij en -reparatiebedrijf annex stoffeerbedrijf met de daarbijbehorende productiegebonden detailhandel, ter plaatse van de aanduiding “detailhandel”;
    • 3. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, ter plaatse van de aanduiding “bedrijf van categorie 2”;
    • 4. een garagebedrijf, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf”;
    • 5. een garagebedrijf annex autohandel, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - autohandel”;
    • 6. een gemeentewerf, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - gemeentewerf”;
    • 7. een brandweerkazerne, ter plaatse van de aanduiding “brandweerkazerne”
    • 8. bedrijfswoningen voorzover het betreft de tweede en hogere bouwlaag, ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”;

met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;

  • b. en in beperkte mate voor:
    • 1. woonstraten;
    • 2. paden;
    • 3. groenvoorzieningen;
    • 4. water;
    • 5. nutsvoorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. tuinen, erven en terreinen;
  • e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2. Bouwregels
4.2.1. Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. als gebouw mogen uitsluitend bedrijfsgebouwen worden gebouwd;
  • b. de gebouwen zullen binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • c. ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning” zal ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd;
  • d. het aantal bedrijfswoningen binnen de bestemming zal totaal ten hoogste 5 bedragen;
  • e. de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding “maximale bouwhoogte (m)” aangegeven bouwhoogte bedragen;
  • f. de dakhelling van een gebouw zal ten hoogste 60° bedragen.
4.2.2. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen en geen reclamemasten en reclamezuilen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen achter de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan ten hoogste 2,00 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 2,00 m bedragen.
4.3. Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. de verkeersveiligheid;
  • b. de sociale veiligheid
  • c. de milieusituatie;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
4.4. Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de woonfunctie, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van zelfstandige kantoren;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel, met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding:
    • 1. “detailhandel”;
    • 2. “specifieke vorm van bedrijf - autohandel”;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van horecadoeleinden;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding “bedrijf van categorie 1” ten behoeve van bedrijven anders dan de bedrijven genoemd in bijlage 1 onder de categorie 1;
  • f. het gebruik van de gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding “bedrijf van categorie 2” ten behoeve van bedrijven anders dan de bedrijven genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2.
4.5. Afwijken van de gebruiksregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 4.4 onder c in die zin dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt voor productiegebonden detailhandel mits:
    • 1. het geen detailhandel in voedings- en genotmiddelen betreft;
  • b. het bepaalde in lid 4.4 onder e in die zin dat, ter plaatse van de aanduiding “bedrijf van categorie 1”, tevens bedrijven worden gevestigd die naar aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in de bijlage onder categorie 1, met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven;
  • c. het bepaalde in artikel 4.4 onder f in die zin dat, ter plaatse van de aanduiding “bedrijf van categorie 2”, tevens bedrijven worden gevestigd die naar aard en de invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in de bijlage onder de categorieën 1 en 2, met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven.
4.6. Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:

  • de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - detailhandel”; “specifieke vorm van bedrijf - garagebedrijf”; “specifieke vorm van bedrijf - autohandel”, “specifieke vorm van bedrijf - gemeentewerf”, “brandweerkazerne” wordt verwijderd, mits:
    • 1. de betreffende functie ter plaatse is beëindigd.