direct naar inhoud van Artikel 12 Algemene afwijkingsregels
Plan: Van Spoor tot Steeg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0017.BP1266HV10HERS1-VA01

Artikel 12 Algemene afwijkingsregels

 

Met inachtneming van de sociale veiligheid, een goede woonsituatie, een goede milieusituatie, de verkeersveiligheid, en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van: 

a.    de bij recht in de regels gegeven aantallen, maten, afmetingen en percentages, tot ten hoogste 10% van die aantallen, maten, afmetingen en percentages;

b.    de regels in die zin dat het beloop of profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geeft;

c.    de regels in die zin dat bestemmingsgrenzen worden overschreden, indien een meetverschil daartoe aanleiding geeft;

d.    de regels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in die zin dat de bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wordt vergroot tot ten hoogste 10,00 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van reclamemasten ten hoogste 6,00 m mag bedragen;

e.    de regels ten aanzien van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in die zin dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, wordt vergroot tot ten hoogste 15,00 m;

f.     het bepaalde ten aanzien van de maximale (bouw)hoogte van gebouwen in die zin dat de (bouw)hoogte van de gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen, mits:

1.    de maximale oppervlakte van de vergroting ten hoogste 10% van het betreffende bouwvlak zal bedragen;

2.    de vergroting leidt tot een bouwhoogte welke ten hoogste 1,25 maal de maximale (bouw)hoogte van het betreffende gebouw zal bedragen;

g.    het bepaalde ten aanzien van het bouwen van gebouwen binnen het bouw- c.q. bestemmingsvlak in die zin dat de grenzen van het bouw- c.q. bestemmingsvlak naar de buitenzijde worden overschreden door:

1.    plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen en schoorstenen;

2.    gevel- en kroonlijsten en overstekende daken;

3.    één erker per (hoofd)gebouw over maximaal de halve gevelbreedte;

4.    ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen;

mits de bouwgrens met niet meer dan 1,50 m overschrijdend.