direct naar inhoud van Ruimtelijke onderbouwing
Plan: Peebos 57 Doezum
Status: concept
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0015.PBBG10UITB5-VA01

Ruimtelijke onderbouwing

Peebos 57 te Doezum

Behorende bij bouwaanvraag, nummer 20080091

juli 2010

Inhoudsopgave

Projectbeschrijving

Ruimtelijke onderbouwing

2.1 Beleidskader

2.2 Ruimtelijke overwegingen

2.3 Ecologische waarden

2.4 Archeologie

2.5 Milieuaspecten

2.6 Bodem

2.7 Externe veiligheid

2.8 Water

2.9 Economische uitvoerbaarheid

3. Inspraak en overleg

3.1 Vooroverleg provincie Groningen

3.2 Zienswijze provincie Groningen

Bijlage I : Kadastrale kaart op schaal

Bijlage II : Luchtfoto op schaal

Bijlage III: Artikel 11 van het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied

Bijlage IV: Fragment van de verbeelding van het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied

Bijlage V: Bouwtekening behorende bij de bouwaanvraag

Bijlage VI: Situatietekening van het perceel met nieuwe overkapping

Bijlage VII: Zienswijze van de provincie Groningen

1. Projectbeschrijving

In november 2006 is een bezoek gebracht aan het perceel Peebos 57 te Doezum, kadastraal bekend gemeente Grootegast, sectie H, nummer 2107, in het kader van toezicht op naleving van de milieuwetgeving. Er zijn geen overtredingen geconstateerd van de gecontroleerde milieuvoorschriften. Echter op het terrein was een zevental zeecontainers aanwezig voor opslag van metaal. Voor deze zeecontainers is geen bouwvergunning verleend. Op 24 januari 2008 heeft de heer Van der Bijl een bouwaanvraag ingediend om de zeecontainers te legaliseren.

Hiermee samenhangend is op 12 augustus 2008 door de heer J. van der Bijl een aanvraag ingediend voor het plaatsen van een overkapping op het perceel Peebos 57 te Doezum. De zeven zeecontainers

dienen in/ onder de overkapping te worden geplaatst.

2. Ruimtelijke onderbouwing

2.1 Beleidskader

Bestemmingsplan

In het bestemmingsplan “Buitengebied Lutjegast – Doezum”, door de gemeenteraad vastgesteld op 31 maart 1998, heeft het perceel Peebos 57 te Doezum de bestemming “Bedrijven – niet agrarisch” met aanduiding “metaalbewerkingsbedrijf”, echter de goedkeuring van dit bestemmingsplan is vernietigd door de Raad van State vanwege een publicatiefout.

Het vigerende bestemmingsplan is dan ook het bestemmingsplan “Buitengebied Grootegast – 1e fase” (28 juni 1984). In dit bestemmingsplan heeft het perceel Peebos 57 te Doezum de bestemming “Agrarische bedrijfsbebouwing”. Artikel 3 van de voorschriften is hierop van toepassing. De als zodanig op de plankaart aangegeven gronden zijn bestemd voor:

veehouderijbedrijven;

akkerbouw- of tuinbouwbedrijven;

kwekerijen;

met bijbehorende gebouwen, andere bouwwerken, erven en agrarische kultuurgronden.

Het plaatsen van een overkapping en de zeecontainers is in strijd met het bestemmingsplan, omdat deze overkapping wordt opgericht ten behoeve van het metaalbewerkingsbedrijf. Dit betekent dat alleen medewerking aan het plan kan worden verleend indien een projectbesluit wordt vastgesteld.

Gemeentelijk beleid

Binnen de gemeente Grootegast komen van oudsher een aantal niet agrarische bedrijven voor in het buitengebied. Deze bedrijven ontstaan ‘spontaan’ in vrijkomende agrarisch bebouwing. Het metaalbewerkingsbedrijf aan de Peebos 57 te Doezum is een dergelijk bedrijf. Sinds 1979 wordt op het perceel Peebos 57 een loonbedrijf uitgeoefend inclusief constructie- en reparatiewerkzaamheden.

In het bestemmingsplan “Buitengebied Grootegast” dat recent als ontwerpbestemmingsplan ter inzage heeft gelegen, wordt elk bedrijf dat legaal tot stand is gekomen positief bestemd. Het gaat dan om bedrijven die in het vigerende bestemmingsplan buitengebied ook een bedrijfsbestemming hadden en/of die voorkomen op de gemeentelijke vergunningenlijst en van voldoende omvang zijn om een bedrijfsbestemming te rechtvaardigen. Het metaalbewerking bedrijf is als zodanig bestemd in het bestemmingsplan “Buitengebied Lutjegast – Doezum”, echter de goedkeuring van dit plan is vernietigd. In het kader van de toezicht op naleving van de milieuwetgeving is eind 2006 een bezoek gebracht aan het bedrijf. Bij het bezoek zijn geen overtredingen geconstateerd van de gecontroleerde milieuvoorschriften. Het metaalbewerkingsbedrijf is om bovenstaande redenen positief bestemd in het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied en valt binnen artikel 11 van het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied.

In de “Kadernota Buitengebied voor de regio West-Groningen” (vastgesteld door de gemeenteraad op 6 juli 2006) wordt vermeld dat voor de aanwezige bedrijven geldt dat een bescheiden uitbreiding van de bestaande bebouwing kan worden toegestaan, mits kwaliteitsverbetering wordt nagestreefd.

Provinciaal beleid

Het provinciaal beleid voor de fysieke leefomgeving in de provincie Groningen is verwoord in het Provinciaal Omgevingsplan Groningen. Met betrekking tot niet-agrarische bedrijvigheid in het buitengebied kan het volgende worden vermeld. Vestiging van nieuwe niet-agrarische bedrijvigheid in het buitengebied mag onder voorwaarden alleen plaatsvinden in bestaande, vrijkomende gebouwen. Uitbreiding van bedrijfsactiviteiten is niet mogelijk. Voor de overige bestaande niet-agrarische bedrijvigheid is beperkte uitbreiding mogelijk. Regels voor vestiging en uitbreiding van niet-agrarische bedrijvigheid in het buitengebied zijn opgenomen in de provinciale omgevingsverordening (artikel 4.27). In artikel 4.27 van de Omgevingsverordening staat dat gemeenten regels dienen vast te stellen ten aanzien van uitbreidingsmogelijkheden van bestaande niet-agrarische bedrijven. Daarnaast heeft de provincie Groningen ook enige regels gesteld. Hieraan wordt voldaan.

Projectbesluit

Het legaliseren van de containers en het plaatsen van een overkapping past binnen artikel 11 van het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied. Derhalve kan de procedure voor het nemen van een projectbesluit op grond van artikel 3.10 van de Wet ruimtelijke ordening doorlopen worden. De regels van het ontwerpbestemmingsplan Buitengebied zijn eveneens van toepassing op het projectbesluit voor het perceel Peebos 57 te Doezum.

2.2 Ruimtelijke overwegingen

De heer Van der Bijl is voornemens een overkapping te plaatsen achter op het perceel om als opslagruimte te dienen voor het bedrijf. De overkapping zal achter de woning met garage worden geplaatst en wordt zo vanaf de weg bezien aan het zicht onttrokken. De overkapping zal in de lengterichting op het perceel worden gerealiseerd, waarbij aansluiting wordt gezocht met de grote loods op het naastgelegen perceel Doezumertocht 43.

Momenteel heeft de heer Van der Bijl een zevental zeecontainers in gebruik voor opslag en dergelijke. Voor deze containers is geen bouwaanvraag ingediend terwijl ze wel bouwvergunningsplichtig zijn. Graag zou de heer Van der Bijl deze containers legaliseren. Daar zeecontainers een rommelige en daardoor onwenselijke landschappelijke uitstraling hebben, zullen deze alleen op het perceel aanwezig mogen zijn als ze onder de op te richten overkapping worden geplaatst. Zo worden ze grotendeels aan het zicht onttrokken en wordt kwaliteitsverbetering nagestreefd.

2.3 Milieuaspecten

Er zijn geen overtredingen geconstateerd van de gecontroleerde milieuvoorschriften tijdens het bezoek aan het perceel in november 2006 in het kader van het toezicht op naleving van de milieuwetgeving. Het metaalbewerkingsbedrijf valt onder het Besluit algemene regels voor in inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit). Er zal nog een melding moeten worden ingediend.

2.4 Ecologische waarden

Ter bescherming van ecologische waarden dient bij ruimtelijke ingrepen een afweging te worden gemaakt in het kader van de Vogel- en Habitatrichtlijn en de Flora- en faunawet. Met de Vogel- en Habitatrichtlijngebieden levert Nederland een bijdrage aan een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. De Vogelrichtlijn is gericht op het beschermen van de in het wild levende vogelsoorten en op de instandhouding van de habitatten die het leefmilieu voor deze soorten vormen. De Habitatrichtlijn is gericht op het instandhouden van natuurlijke en halfnatuurlijke habitatten en bescherming van wilde flora en fauna. Er bevindt zich een Vogel- en Habitatrichtlijngebieden ten zuiden van het perceel Peebos 57 te Doezum.

Op 1 april 2002 is de Flora- en faunawet in werking getreden. De wet richt zich op de bescherming van in het wild levende planten en dieren. Met de komst van de Flora- en faunawet worden meer inheemse en uitheemse planten en dieren beschermd en is het beschermingsregime strenger geworden. Nieuw in de wet is dat dieren mede worden beschermd, omdat hun bestaan op zichzelf waardevol is, zonder te kijken welk nut de dieren voor de mens kunnen hebben. In de wet is onder meer bepaald dat beschermde dieren niet gedood, gevangen of verontrust mogen worden en planten niet geplukt, uitgestoken of verzameld. Bovendien dient iedereen voldoende zorg in acht te nemen voor in het wild levende planten en dieren. Daarnaast is het niet toegestaan om nesten, holen of andere voortplantingsplaatsen of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde dieren te beschadigen, te vernielen of te verstoren.

Momenteel is het perceel van de heer Van der Bijl in gebruik ten behoeve van zijn bedrijf. Zo zijn er kleine bouwwerken aanwezig evenals de zeven zeecontainers. De overkapping zal worden opgericht op de locatie waar deze bouwsels reeds aanwezig zijn. Een ecologisch bureauonderzoek achten wij dan ook niet noodzakelijk.

Het perceel Peebos 57 te Doezum is gelegen binnen het gebied dat in de provinciale Verordening is aangeduid als 'Houtsingels Zuidelijke Westerkwartier'. In de regels van de Verordening wordt gesteld dat er een verbod geldt voor het kappen of rooien van houtsingels. De gemeente Grootegast stelt regels omtrent houtsingels in de kapverordening/ kapvergunning. Hiermee worden houtsingels voldoende beschermd.

2.5 Archeologie

Archeologische waarden dienen op grond van het Verdrag van Malta (1992) te worden meegewogen in de besluitvorming over ruimtelijke ingrepen. Een van de hulpmiddelen daarbij is de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW). De IKAW geeft voor het plangebied een lage trefkans aan (zie kaart "archeologische waarden"). Daarnaast is de ondergrond reeds verstoord daar er al bouwwerken aanwezig zijn op de locatie waar de overkapping zal worden opgericht. Een archeologisch bureauonderzoek wordt dan ook niet noodzakelijk geacht.

Bodem

Er zijn geen bodemgegevens bekend van het perceel Peebos 57 te Doezum. Een nulsituatie van de bodem zal in de milieuvergunning/melding worden geregeld.

Water

Het waterschap eist bij iedere demping en/of toename van verhard oppervlak compensatie. Bij demping betekent dit dat er bijvoorbeeld in hetzelfde peilgebied een dergelijk sloot weer terug moet komen, of dat bestaande sloten moeten worden verbreed. Bij een toename van het verharde oppervlakte wordt een compensatie(eis) van 10% van het verhard oppervlak gehanteerd. Aan de bestaande slotenstructuur zal dus open water toegevoegd moeten worden (bijvoorbeeld door herprofilering van bestaande sloten en/of door het graven van een nieuwe sloot). Reden hiervoor is dat ook het achterliggende peilgebied geen hinder van de toename van het verhard oppervlak zou moeten ondervinden.

In onderhavige situatie is geen sprake van een toename van het verharde oppervlak daar reeds bebouwing en verharding aanwezig is op de locatie waar de overkapping zal worden opgericht. Het achterliggende pijlgebied zal geen hinder ondervinden.

Geluid

Het metaalbewerkingsbedrijf voldoet aan de geluidsnormen van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit). De Wet geluidhinder is in onderhavige situatie niet van toepassing.

Het perceel ten westen van de Peebos 57 te Doezum is in het ontwerp bestemmingsplan Buitengebied bestemd als ‘Wonen’. Echter dit perceel behoort bij het perceel Peebos 30, aan de overkant van de weg, waar de woning staat. Hier zijn dan ook geen problemen te verwachten.

2.9 Economische uitvoerbaarheid

De kosten voor de uitvoer komen in zijn geheel voor rekening van de aanvrager. Tevens heeft de heer Van der Bijl zich bereid verklaart de voor tegemoetkoming in aanmerking komende planschade volledig aan de gemeente te compenseren.

3. Inspraak en overleg

3.1 Vooroverleg provincie Groningen

In het kader van artikel 5.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening heeft er vooroverleg plaatsgevonden met de betrokken dienst van de provincie Groningen. Het ontwerp-projectbesluit is op 5 februari 2009 aan de provincie verzonden. Op 31 maart 2009 is een akkoord ontvangen.

3.2 Zienswijze provincie Groningen

Overeenkomstig artikel 3.11, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening heeft het ontwerp-projectbesluit (NL.IMRO.0015.PBBG10UITB5-VA01) gedurende zes weken ter inzage gelegen. De provincie Groningen heeft een zienswijze ingediend op het ontwerp-projectbesluit.

Een samenvatting van de inhoud van de zienswijze is als volgt:

Er is vastgesteld dat het projectbesluit op een aantal onderdelen in strijd is met de Verordening. De zienswijze is erop gericht om te bewerkstelligen dat het projectbesluit op deze onderdelen wordt aangepast.

-Naast een ruimtelijke onderbouwing behorende bij het projectbesluit is het projectbesluit zelf van belang om te kunnen beoordelen of datgene waarin het project voorziet op een juiste wijze juridisch is ingekaderd. Uit het projectbesluit komt niet duidelijk naar voren wat de locatie van op te richten overkapping is en wat de bouwhoogte bedraagt. Het projectbesluit dient te worden aangevuld danwel aangepast.

-De oppervlakte van de nieuw te bouwen overkapping bedraagt 152 m2. De gezamenlijke oppervlakte van de bestaande oppervlakte van de bestaande bedrijfsbebouwing op het perceel bedraagt 480 m2. Door de bouw van de overkapping neemt de bedrijfsbebouwing met circa 32% toe. Dit is in strijd met de Verordening. Er is echter vastgesteld dat het plaatsen van een overkapping ten behoeve van het onderbrengen van een zevental zeecontainers ten goede komt aan de landschappelijke kwaliteit van het gebied. Gelet daarop en op het feit dat sprake is van een verbetering van een bestaande situatie zijn wij bereid na inwerkingtreding van artikel 4.27, lid 8 van de Verordening, van dit artikellid ontheffing te verlenen en vooruitlopend daarop af te zien van het indienen van een zienswijze op dit punt.

-In het projectbesluit wordt niet ingegaan op de aanwezigheid van houtsingels in het gebied. Tevens worden er geen regels gesteld die voorzien in een verbod op het kappen of rooien van houtsingels. Het projectbesluit dient op dit punt in overeenstemming gebracht te worden met de Verordening.

Reactie van de gemeente Grootegast

Het projectbesluit en de ruimtelijke onderbouwing behorend bij het projectbesluit is aangevuld naar aanleiding van de zienswijze van de provincie Groningen.