direct naar inhoud van Ruimtelijke onderbouwing
Plan: Kompasstraat 1 Lutjegast
Status: vastgesteld
Plantype: projectbesluit
IMRO-idn: NL.IMRO.0015.OVLG12HERS1-VA01

Ruimtelijke onderbouwing

afbeelding "i_NL.IMRO.0015.OVLG12HERS1-VA01_0001.jpg"

Ruimtelijke onderbouwing

Kompasstraat 1 te Lutjegast

Behorende bij bouwaanvraag nummer 20120206

december 2012

Inhoudsopgave

Projectbeschrijving

Aanleiding

Ligging plangebied

Huidige situatie

Nieuwe situatie

Beleidskader

2.1 Provinciaal beleid

Gemeentelijk beleid

Omgevingsaspecten

Ruimtelijke overwegingen

Bodem

Geluid

Luchtkwaliteit

Externe veiligheid

Waterhuishouding

Archeologie en cultuurhistorie

Ecologie

Uitvoerbaarheid

Inspraak en overleg

Bijlage: Akoestisch rapport

1. Projectbeschrijving

1.1 Aanleiding

Op 21 mei 2012 is een aanvraag vooroverleg omgevingsvergunning ingediend voor de verbouw van het dorpshuis van Lutjegast aan de Kompasstraat 1 te Lutjegast, kadastraal bekend gemeente Grootegast sectie K, nummers 1335 en 1336. Na een positieve beoordeling door de afdeling BWT/RO is op 6 juli 2012 een definitieve aanvraag omgevingsvergunning ingediend.

Het huidige dorpshuis is aan renovatie toe en zal deels worden verbouwd en deels vernieuwd. Het voornaamste deel van het plan wat niet binnen het bestemmingsplan past gaat om realisatie van een nieuwe sporthal op de bestaande locatie. De nieuwe hal wordt een stuk groter en valt daardoor buiten het bestemmingsvlak van het perceel. Daarnaast valt een deel van de renovatie aan de noord-westzijde van het gebouw buiten het bouwvlak.

Hiervoor zal moeten worden afgeweken van het bestemmingsplan. Dit kan door middel van een uitgebreide Wabo-procedure, waarbij wordt afgeweken van het bestemmingsplan op basis van een goede ruimtelijke onderbouwing, ex artikel 2.1, eerste lid onder c juncto artikel 2.12, eerste lid, onder a, sub 3 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

1.2 Ligging plangebied

Het plangebied ligt centraal in het dorp Lutjegast. Lutjegast ligt ten noorden van het dorp Grootegast. Zie figuur 1.

afbeelding "i_NL.IMRO.0015.OVLG12HERS1-VA01_0002.jpg"

Figuur 1 – Ligging plangebied

Het dorpshuis staat aan de Kompasstraat 1 te Lutjegast. Zie figuur 2.

afbeelding "i_NL.IMRO.0015.OVLG12HERS1-VA01_0003.jpg"

Figuur 2 – Luchtfoto

1.3 Huidige situatie

Het huidige dorpshuis bestaat uit diverse zalen, waaronder een sportzaal. Daarnaast is het Abel Tasmankabinet gevestigd in het gebouw. In figuur 3 is een plattegrond opgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0015.OVLG12HERS1-VA01_0004.jpg"

Figuur 3 – Plattegrond huidige situatie

Het perceel met het dorpshuis valt binnen het bestemmingsplan 'Kleine dorpen', vastgesteld op 7 september 2010, en heeft daarin de bestemming 'Maatschappelijk – 2'. De voor ‘Maatschappelijk - 2’ aangewezen gronden zijn bestemd voor gebouwen ten behoeve van educatieve voorzieningen, levensbeschouwelijke voorzieningen, medische en sociaal-medische voorzieningen, sociaal-culturele voorzieningen, sportvoorzieningen, met de daarbij behorende parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, tuinen, erven en terreinen, en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

Het deel van de uitbreiding dat het bestemmingsvlak overschrijdt valt binnen de bestemming 'Verkeer – parkeren'. De voor ‘Verkeer – parkeren’ aangewezen gronden zijn bestemd voor parkeerterreinen, met de daarbij behorende groenvoorzieningen, openbare nutsvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen, en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

In figuur 4 is een fragment van de bestemmingsplankaart opgenomen, waarin de uitbouw is ingetekend (de rode, doorgetrokken lijn).

afbeelding "i_NL.IMRO.0015.OVLG12HERS1-VA01_0005.jpg"

Figuur 4 – Fragment bestemmingsplankaart met uitbouw ingetekend (rood)

1.4 Nieuwe situatie

De huidige sporthal aan de noord-oostzijde van het gebouw zal worden gesloopt en opnieuw gebouwd, waarbij het de nieuwe hal zal voldoen aan de hedendaagse eisen. In figuur 5 is een plattegrond van de nieuwe situatie opgenomen. In de noord-oost-hoek van het gebouw is te zien dat de perceelsgrens wordt overschreden. Deze perceelsgrens is tegelijkertijd ook de bestemmingsvlakgrens. Daarnaast valt een deel van de renovatie aan de noord-westzijde van het gebouw buiten het bouwvlak, maar niet buiten het bestemmingsvlak (zie figuur 4).

afbeelding "i_NL.IMRO.0015.OVLG12HERS1-VA01_0006.jpg"

Figuur 5 – Plattegrond nieuwe situatie

2. Beleidskader

2.1 Provinciaal beleid

Op 17 juni 2009 is het Provinciaal Omgevingsplan Groningen (POP) 2009 – 2013 door provinciale staten vastgesteld. In dit plan zijn het Streekplan, het Waterhuishoudingsplan, het Milieubeleidsplan en het Mobiliteitsplan geïntegreerd. In hoofdlijnen wordt in het POP het beleid voor de lange termijn geschetst, daarnaast wordt per thema het beleid meer concreet aangegeven. In relatie tot dit plan is vooral het beleid aangaande leefbaarheid en zuinig ruimtegebruik van belang.

Leefbaarheid

POP: “Wij vinden het belangrijk dat de leefbaarheid zowel op het platteland als in de kernen van Groningen behouden blijft en waar mogelijk wordt versterkt.”

Hoewel demografische krimp in het Westerkwartier minder aanwezig is dan in andere Groningse regio's, is ook hier leefbaarheid in de kleine plattelandsdorpen van groot belang. Een dorpshuis is daarbij van wezenlijk belang. Het dorpshuis in Lutjegast functioneert als ontmoetingsplek, sportvoorziening en bovendien is het Abel Tasman-kabinet er gevestigd. Het huidige dorpshuis voldoet niet meer aan de moderne eisen van deze tijd. Daarom wordt het opgeknapt en wordt de sportzaal vernieuwd, waarbij het zal voldoen aan de nieuwste eisen. De zaal zal daarbij groter worden dan nu het geval is.

Zuinig ruimtegebruik

POP: “We streven naar zuinig ruimtegebruik. Dat doen we door bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen altijd eerst optimaal gebruik te maken van de beschikbare ruimte, die we zonodig door herstructurering beschikbaar maken. Is dan nog ruimte nodig, dan zoeken we naar mogelijkheden om de ruimteproductiviteit te verhogen door meervoudig ruimtegebruik. Alleen als die mogelijkheden er ook niet zijn, is uitbreiding van het ruimtegebruik aan de orde. Dit is de methodiek van de SER-ladder, een benaderingswijze die op landelijk niveau wordt toegepast.”

In het onderhavige plan wordt optimaal gebruik gemaakt van de bestaande ruimte. Oorspronkelijk was sprake van nieuwbouw in het natuurgebied ten zuiden van de Abel Tasmanweg. Recentelijk is ook nog de optie van een combinatie met de kerk aan de noordzijde van het dorp in overweging geweest. Echter is na een uitgebreide consultatie in het dorp men uiteindelijk uitgekomen op de huidige locatie van het dorpshuis. Vanuit ruimtelijk, maar ook vanuit financieel oogpunt is dit de beste oplossing.

2.2 Gemeentelijk beleid

Het plangebied valt binnen het bestemmingsplan 'Kleine dorpen', vastgesteld op 7 september 2010. Hierin is het gemeentelijk beleid voor de kleine dorpen Lutjegast, Sebaldeburen, Doezum en Kornhorn verwerkt. In dit bestemmingsplan wordt geanticipeerd op nieuwbouw van een multifunctioneel centrum (MFC) buiten het dorp. Er is dan ook een wijzigingszone opgenomen rondom het huidige plangebied (zie ook figuur 4, de rode, gekartelde lijn), waarbij woningbouw kon worden gepland op de huidige locatie van het dorpshuis, indien deze zou worden verplaatst naar het nieuwe MFC. Dit plan is inmiddels niet meer aan de orde; er is gekozen voor een 'upgrade' van het huidige dorpshuis.

Wat betreft bestaande voorzieningen is het beleid er op gericht om voorzieningen zoals kerken, scholen, dorpshuizen en sportvoorzieningen te behouden en planologisch ruimte te geven voor ontwikkeling, wanneer dit nodig blijkt. De verbouw/ nieuwbouw van het dorpshuis past binnen dit beleid.

3. Omgevingsaspecten

3.1 Ruimtelijke overwegingen

Geheel conform de SER-ladder is gekozen om op de huidige locatie verbouw/ nieuwbouw te realiseren. De nieuwe sporthal wordt groter dan de huidige, om zo aan de moderne eisen te voldoen. Daarbij wordt het bouwvlak en bestemmingsvlak beperkt overschreden. Het maatschappelijk belang van goede voorzieningen in de dorpen rechtvaardigt in dit geval een afwijking van het bestemmingsplan. Temeer omdat nieuw-/ verbouw op de huidige locatie de voorkeur geniet boven nieuwbouw op een andere plek. Het is namelijk het van belang zo veel mogelijk bestaande gebouwen en functies optimaal te benutten, om zo budgettair beter uit te komen – zeker in de huidige tijd van financiële krapte. Met beperkte middelen zo veel mogelijk effect genereren is van belang.

De bestemming en de functie van de locatie verandert niet, het is slechts een uitbreiding van de bestaande bebouwing. Een (beperkt) deel van het parkeerterrein zal wegvallen, maar dit is geen probleem aangezien er genoeg parkeerruimte overblijft. Het bouwplan is akkoord bevonden door de welstandscommissie.

3.2 Bodem

Op het perceel of in de directe omgeving zijn, voor zover bekend, geen bodemonderzoeken uitgevoerd en zijn (in het verleden) ook geen verdachte bodemactiviteiten uitgevoerd. Op grond van de bodemkwaliteitskaart is het perceel gelegen in de het gebied W4, Wonen na 1970. Op basis van de beschikbare informatie is dan ook sprake van een onverdachte situatie en zijn er geen belemmering bekend voor het bestemmingsplan.

3.3 Geluid

Vanwege de uitbreiding/wijziging van het dorpshuis in Lutjegast en de hieruit voortkomende vergunningprocedures is gevraagd een akoestisch onderzoek uit te voeren en de toekomstige geluidbelasting naar de omgeving in kaart te brengen.

In het rapport (zie bijlage) is de geluidbelasting doorgerekend voor alle activiteiten in alle ruimten in het dorpshuis. De uitbreiding/wijziging heeft echter alleen betrekking op de grote zaal waarvoor nu een planologische procedure wordt gevoerd. Omdat ook direct naar de milieuaspecten wordt gekeken is gevraagd om de totale geluidbelasting in kaart te brengen.

Toetsend aan bedrijf- en milieuzonering kan het dorpshuis geplaatst worden onder 'Buurt en clubhuizen' (SBI 9133.1 / 94991 A categorie 2). Op basis van geluid geldt voor deze inrichtingen de afstandsrichtlijn van 30 meter. Dit betekent dat de 45 dB(A) contour binnen 30 meter vanuit het bestemde locatie moet liggen. In het rapport zijn in figuur 5 diverse geluidcontouren opgenomen (als zogenaamde etmaalwaarde).

Uit de figuur blijkt dat de 45 dB(A) contour (lijn tussen de gele en oranje vlakken) aan de Kompasstraat buiten de 30 meter valt. Drie woningen (toetspunten 5,6 en 7) aan deze straat vallen hierdoor binnen de contour.

Omdat hier sprake is van een bestaande situatie die gewijzigd wordt en de procedure alleen betrekking heeft op de grote zaal hoeft dit geen belemmering te zijn om de nieuwe situatie planologisch in te passen. Bij de gemeente zijn overigens ook geen klachten van geluidsoverlast bekend.

3.4 Luchtkwaliteit

Aangezien de beoogde ontwikkeling vervanging van een bestaand gebouw voorziet en dit geen extra verkeersbewegingen veroorzaakt, is hier sprake van een project dat niet significant bijdraagt aan luchtverontreiniging. Daarom is een nadere verantwoording van het aspect luchtkwaliteit niet noodzakelijk.

3.5 Externe veiligheid

Binnen het plangebied bevinden zich geen risicobronnen. Het plangebied ligt niet binnen het invloedsgebied van een risicobron. Het aspect externe veiligheid vormt dan ook geen belemmering voor het bestemmingsplan.

3.6 Waterhuishouding

De gemeente hanteert als uitgangspunt dat hemelwater van afvalwater wordt gescheiden. Dit geschiedt door het hemelwater dat afstroomt van verharde oppervlakten zoals daken en wegen op te vangen. Het opgevangen water kan vervolgens worden geïnfiltreerd in de bodem danwel worden afgevoerd op naburig oppervlaktewater.

In onderhavige situatie wordt hemelwater opgevangen door middel van een dakgoot en geïnfiltreerd in de bodem.

Het waterschap eist bij iedere demping en/of toename van verhard oppervlak compensatie. Bij demping betekent dit dat er bijvoorbeeld in hetzelfde peilgebied een dergelijk sloot weer terug moet komen, of dat bestaande sloten moeten worden verbreed. Bij een toename van verhard oppervlakte bij wordt een compensatie(eis) van 10% van het verhard oppervlak gehanteerd. Aan de bestaande slotenstructuur zal in dat geval open water toegevoegd moeten worden. (bv. door herprofilering van bestaande sloten en of graven nieuwe sloot). Reden hiervoor is dat ook het achterliggende peilgebied geen hinder van de toename van het verhard oppervlak zou moeten ondervinden.

In onderhavige situatie vindt er een geen netto toe- of afname van het verhard oppervlak plaats doordat de nieuwe sporthal deels op de huidige locatie wordt herbouwd. Het deel dat het bestemmingsvlak overschrijdt bedraagt slechts 110 m² en is bovendien reeds in gebruik als parkeerterrein en is dus reeds verhard. Het achterliggende peilgebied zal derhalve geen hinder ondervinden van een wijziging in het verhard oppervlak.

Wateradvies

De initiatiefnemer heeft Waterschap Noorderzijlvest geïnformeerd over het plan Verbouw dorpshuis Lutjegast via de Digitale watertoets (www.dewatertoets.nl). Hiermee is bepaald dat het plan geen invloed heeft op de waterhuishouding en de afvalwaterketen en dat kan worden volstaan met een standaard wateradvies.

In dit advies staan de maatregelen die Waterschap Noorderzijlvest adviseert om wateroverlast te voorkomen en het water in de sloten schoon te houden. Het is een standaard advies dat voor alle kleine plannen wordt gegeven. Hierdoor kan het voorkomen dat niet alle punten gelden voor het plan Verbouw dorpshuis Lutjegast.

– Probeer regenwater langzaam weg te laten lopen

Regenwater dat op een verhard oppervlak valt, gaat sneller naar het riool of een sloot dan regenwater dat op onverhard oppervlak valt (zoals gras of een groenstrook). Wanneer opeens veel water in de riolen en sloten komt kan dit wateroverlast geven. Het is daarom belangrijk dat het regenwater langzaam wegloopt. Dit kan op verschillende manieren. Vang het regenwater eerst in een regenton op, gebruik grasstenen ('open bestrating') voor de bestrating en bestraat niet het hele perceel maar laat wat stukken open met gras of andere beplanting.

– Regenwater niet op het riool lozen

Wij adviseren om regenwater direct op een sloot te lozen en niet op het vuilwaterriool. De rioolwaterzuivering wordt dan niet onnodig belast met schoon regenwater. Dit is uiteraard alleen mogelijk als er een sloot dicht bij het perceel ligt.

– Gebruik schone bouwmaterialen, gebruik geen chemische onkruidbestrijding

Regenwater dat op het plangebied valt, komt uiteindelijk altijd in het grondwater of in het oppervlaktewater. Voorkom watervervuiling door geen uitlogende bouwmaterialen zoals zink, koper en lood te gebruiken. Deze materialen zijn een belangrijke bron voor de vervuiling van ons water. Ook adviseren wij om geen chemische middelen voor onkruidbestrijding te gebruiken.

– Vloeren minimaal een meter boven het grondwater

Wij adviseren om het vloerpeil (bovenkant vloer) van woningen en andere bouwwerken minimaal een meter boven het grondwaterpeil aan te leggen. Hierdoor wordt grondwateroverlast voorkomen.

– Vergunningen die bij het waterschap moeten worden aangevraagd

Voor sommige werkzaamheden of activiteiten is een watervergunning van het waterschap nodig of moet een melding worden gedaan. Voorbeelden zijn

- het onttrekken en/of lozen van grondwater (bijvoorbeeld bronneringen),

- het lozen van afvalwater op het oppervlaktewater,

- het toepassen van grond in een watergang,

- het graven of dempen van sloten,

- de aanleg van dammen of duikers.

Meer informatie hierover is te vinden op onze website www.waterschapnoorderzijlvest.nl.

3.7 Archeologie en cultuurhistorie

Archeologische waarden dienen op grond van het Verdrag van Malta (1992) te worden meegewogen in de besluitvorming over ruimtelijke ingrepen. Gezien het feit dat op het perceel reeds een parkeerterrein is aangelegd, waarbij in de bodem is geroerd, wordt een archeologisch onderzoek niet noodzakelijk geacht. Indien er gedurende de bouwwerkzaamheden een zaak wordt aangetroffen waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat het een monument betreft zal op grond van artikel 53 van de Monumentenwet (1988) een melding gedaan moeten worden bij de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

3.8 Ecologie

Ter bescherming van ecologische waarden dient bij ruimtelijke ingrepen een afweging te worden gemaakt in het kader van de Vogel- en Habitatrichtlijn en de Flora- en faunawet. Met de Vogel- en Habitatrichtlijngebieden levert Nederland een bijdrage aan een Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. De Vogelrichtlijn is gericht op het beschermen van de in het wild levende vogelsoorten en op de instandhouding van de habitatten die het leefmilieu voor deze soorten vormen. De Habitatrichtlijn is gericht op het instandhouden van natuurlijke en halfnatuurlijke habitatten en bescherming van wilde flora en fauna.

Het plangebied kent vanuit oogpunt van gebiedsbescherming geen bijzondere waarden: het behoort niet tot de Ecologische hoofdstructuur en is evenmin gelegen binnen of nabij een Vogelrichtlijn- of Habitatrichtlijngebied.

De Flora- en faunawet richt zich op de bescherming van in het wild levende planten en dieren. Met de komst van de Flora- en faunawet worden meer inheemse en uitheemse planten en dieren beschermd en is het beschermingsregime strenger geworden. Nieuw in de wet is dat dieren mede worden beschermd, omdat hun bestaan op zichzelf waardevol is, zonder te kijken welk nut de dieren voor de mens kunnen hebben. In de wet is onder meer bepaald dat beschermde dieren niet gedood, gevangen of verontrust mogen worden en planten niet geplukt, uitgestoken of verzameld. Bovendien dient iedereen voldoende zorg in acht te nemen voor in het wild levende planten en dieren. Daarnaast is het niet toegestaan om nesten, holen of andere voortplantingsplaatsen of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde dieren te beschadigen, te vernielen of te verstoren.

Het perceel is reeds in gebruik als parkeerterrein en er wordt enkel vervangende nieuwbouw gerealiseerd. Er zijn dan ook geen beschermde planten of diersoorten aanwezig in het plangebied.Gezien de ligging van het perceel waar geen natuurgebieden in de directe omgeving aanwezig zijn, achten wij ecologisch onderzoek niet noodzakelijk.

4. Uitvoerbaarheid

De kosten voor de uitvoer en eventuele daaruit voortvloeiende planschadeclaims komen in zijn geheel voor rekening van de aanvrager.

5. Inspraak en overleg

Aangezien het een ondergeschikt bouwplan binnen de bebouwde kom betreft is vooroverleg met de provincie Groningen niet noodzakelijk.

Voor het plan is de digitale watertoets uitgevoerd. Er zijn geen kaartlagen geraakt en er vindt slechts een kleine toename plaats van het verharde oppervlak. Het plan geen invloed heeft op de waterhuishouding en de afvalwaterketen. Er spelen geen waterschapsbelangen welke in de vervolgprocedure benoemd moeten worden. Waterschap Noorderzijlvest hoeft daarom niet betrokken te worden bij het vervolg.

Aangezien het hier gaat om een ondergeschikte afwijking van het recentelijk (2008) vastgestelde bestemmingsplan Kleine dorpen, wordt op basis van de gemeentelijke inspraakverordening de procedure vervolgd zonder inspraakmogelijkheid.