direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Grootegast - Bovenweg 1-5 en 17 en Hoofdstraat 18
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0015.BPGG11BEHE1-OH01

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2;
    • 2. een constructiebedrijf, ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - constructiebedrijf;

met uitzondering van geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven,

    • 1. bedrijfswoningen, ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”;

met de daarbijbehorende:

  • b. parkeervoorzieningen;
  • c. nutsvoorzieningen;
  • d. tuinen, erven en terreinen;
  • e. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goot- en bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding "maximale goot- en bouwhoogte (m)" aangegeven hoogte bedragen.
4.2.2 Bedrijfswoningen

Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. een bedrijfswoning zal ter plaatse van de aanduiding "bedrijfswoning" worden gebouwd;
  • b. ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning” zal ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd;
  • c. voor inpandige bedrijfswoningen zijn de regels van lid 4.2.1 van overeenkomstige toepassing;
  • d. voor niet-inpandige bedrijfswoningen gelden de volgende regels:
    • 1. de goothoogte zal ten hoogste 3,50 m bedragen, tenzij de bestaande goothoogte hoger is, in welk geval de bestaande goothoogte als maximale goothoogte geldt;
    • 2. de bouwhoogte zal ten hoogste 9,00 m bedragen.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde zal ten hoogste 3,00 m bedragen.
4.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van andere gebouwen ten dienste van de (bedrijfs)woonfunctie dan de bedrijfswoning voor zelfstandige bewoning;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan die welke zijn genoemd in Bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2 of specifiek zijn aangeduid;
  • d. het gebruik van gronden en bouwwerken als horecabedrijf;
  • e. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een verkooppunt van motorbrandstoffen.
4.4 Afwijken van de gebruiksregels

Met inachtneming van de milieusituatie, kan met een omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 4.3 onder b in die zin dat de gronden en bouwwerken worden gebruikt voor de uitoefening van productiegebonden detailhandel, mits:
    • 1. het geen detailhandel in voedings- en genotmiddelen betreft;
  • b. het bepaalde in lid 4.3 onder c in die zin dat bedrijven kunnen worden gevestigd die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in Bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, mits:
    • 1. het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in Bijlage 1, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd of bedrijven die wel zijn genoemd in Bijlage 1 onder een hogere categorie dan 2, maar in een individueel geval feitelijk een lagere milieubelasting hebben;
    • 2. het geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen, risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven betreft.
4.5 Wijzigingsbevoegdheid
4.5.1 Bevoegdheid

Burgemeester en Wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen in die zin dat:

  • a. de oppervlakte van een bouwvlak wordt vergroot, dan wel de ligging van een bouwvlak wordt gewijzigd, mits:
    • 1. de vergroting ten hoogste 25% van de oppervlakte van het bouwvlak zal bedragen;
  • b. de oppervlakte van de aanduiding “bedrijfswoning” wordt vergroot dan wel de ligging van de aanduiding “bedrijfswoning” wordt gewijzigd, mits:
    • 1. de oppervlakte van de aanduiding ten hoogste 150 m² zal bedragen;
    • 2. de afstand van de aanduiding “bedrijfswoning” ten opzichte van de zijdelingse perceelgrens ten minste 3,00 m zal bedragen;
    • 3. de geluidbelasting van de geluidsgevoelige objecten niet hoger is dan de geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde;
  • c. de aanduiding “bedrijfswoning” wordt aangebracht, mits:
    • 1. het aantal bedrijfswoningen per bouwperceel ten hoogste één bedraagt;
    • 2. de geluidbelasting van de geluidsgevoelige objecten niet hoger is dan de geldende voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde;
  • d. de aanduiding “bedrijfswoning” wordt verwijderd.
4.5.2 Criteria

Burgemeester en Wethouders kunnen toepassing geven aan de hiervoor bedoelde wijzigingsbevoegdheid indien hierdoor geen afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en aan de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.