direct naar inhoud van Artikel 1 Begrippen
Plan: Grootegast - Bovenweg 1-5 en 17 en Hoofdstraat 18
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0015.BPGG11BEHE1-OH01

Artikel 1 Begrippen

1.1 plan:

het bestemmingsplanGrootegast - Bovenweg 1-5 en 17 en Hoofdstraat 18 van de gemeente Grootegast;

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0015.BPGG11BEHE1-OH01 met de bijbehorende regels en bijlage;

1.3 aan-huis-verbonden beroep:

het uitoefenen van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op zakelijk, maatschappelijk, juridisch, medisch, kunstzinnig of ontwerp-technisch dan wel daarmee gelijk te stellen gebied door de gebruik(st)er van de woning en waarbij de woning in hoofdzaak haar woonfunctie behoudt;

1.4 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.5 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.6 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde;

1.7 bedrijfsgebouw:

een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf;

1.8 bedrijfsvloeroppervlakte:

de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een functie die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep c.q. een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;

1.9 bedrijfswoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;

1.10 beperkt kwetsbaar object:

een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid

inrichtingen een richtwaarde voor het risico c.q. een risicoafstand

is bepaald, waarmee rekening moet worden gehouden;

1.11 bestaand:
  • a. ten aanzien van gebouwen en overkappingen buiten een bouwvlak:
    • 1. bestaand ten tijde van de vastgestelde nulmeting door Slagboom en Peters luchtfotografie, plankaartnummers 4771, 4772, 4832, 4837, 4838 en 4863 (1996);
  • b. ten aanzien van overige bouwwerken, werken geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden:
    • 1. bestaand ten tijde van de eerste terinzagelegging van het ontwerp van dit plan;
  • c. ten aanzien van het overige gebruik:
    • 1. bestaand ten tijde van het van kracht worden van dit plan;
1.12 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak;

1.13 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats;

1.14 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak;

1.15 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten;

1.16 bouwperceelgrens:

de grens van een bouwperceel;

1.17 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten;

1.18 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;

1.19 cultuurgrond:

grasland, akkerbouw- en tuinbouwgronden (gronden ten behoeve

van houtteelt daaronder begrepen) met uitzondering

van bosgronden;

1.20 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit;

1.21 erf:

een al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat

direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht

ten dienste van het gebruik van dat gebouw, en, voorzover

een bestemmingsplan van toepassing is, de bestemming

deze inrichting niet verbiedt;

1.22 erker:

een hoek- of rondvormig uitgebouwd deel van een woonhuis, bouwkundig bestaande uit een “lichte” constructie met een overwegende transparante uitstraling en van beperkte omvang;

1.23 erotisch getinte vermaaksfunctie

een vermaaksfunctie welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;

1.24 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

1.25 geluidsgevoelige objecten:

gebouwen welke dienen ter bewoning of andere geluidsgevoelige

objecten of terreinen, zoals bedoeld in de Wet geluidhinder

en/of het Besluit geluidhinder;

1.26 geluidszoneringsplichtige inrichting:

een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom

het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone

moet worden vastgesteld;

1.27 hogere grenswaarde:

een bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale

waarde voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten,

die hoger is dan de voorkeurgrenswaarde en die in een

concreet geval kan worden vastgesteld op grond van de Wet

geluidhinder en/of het Besluit geluidhinder;

1.28 horecabedrijf en/of instelling:

een bedrijf, waar bedrijfsmatig dranken en etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies worden verstrekt, al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie;

1.29 kampeermiddel:

een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan of een stacaravan, dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;

1.30 kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten:

bedrijvigheid die door zijn beperkte omvang in of bij een woonhuis met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend;

1.31 kwetsbaar object:

een object waarvoor ingevolge het Besluit externe veiligheid

inrichtingen een grenswaarde voor het risico c.q. een risicoafstand

tot een risicovolle inrichting is bepaald, die inachtgenomen

moet worden;

1.32 maatschappelijke voorzieningen:

educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele, levensbeschouwelijke voorzieningen en voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;

1.33 peil:
  • a. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grenst:
    • 1. de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
  • b. voor een bouwwerk, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
    • 1. de hoogte van het terrein ter plaatse van die hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
  • c. indien in of op het water wordt gebouwd:
    • 1. het Normaal Amsterdams Peil (of een ander plaatselijk aan te houden waterpeil);
1.34 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;

1.35 prostitutiebedrijf:

een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie wordt verricht.

Onder een prostitutiebedrijf wordt in ieder geval verstaan: een erotische-massagesalon, een sekstheater, een bordeel of een parenclub, of een daarmee gelijk te stellen bedrijf, al dan niet in combinatie met elkaar.

erker:

1.36 risicovolle inrichting:

een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit externe veiligheid

inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico

c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in

het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt

kwetsbare objecten;

1.37 voorkeurgrenswaarde:

de bij een bestemmingsplan in acht te nemen maximale waarde

voor de geluidsbelasting van geluidsgevoelige objecten,

zoals deze rechtstreeks kan worden afgeleid uit de Wet geluidhinder

en/of het Besluit geluidhinder;

1.38 vuurwerkbedrijf:

een bedrijf dat is gericht op de vervaardiging of assemblage

van vuurwerk of de (detail)handel in vuurwerk, niet bedoeld

periodieke verkoop in consumentenvuurwerk, c.q. de opslag

van vuurwerk en/of de daarvoor benodigde stoffen;

1.39 woning:

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;

1.40 woonhuis:

een gebouw, dat één woning omvat, dan wel twee of meer naast elkaar en/of geheel of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen omvat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid beschouwd kan worden.