direct naar inhoud van Regels
Plan: Bestemmingsplan Pop Dijkemaweg geconsolideerde versie
Status: geconsolideerde versie
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP668PopDijkemaGV-gv01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 plan:

het bestemmingsplan Pop Dijkemaweg van de gemeente Groningen.

1.2 bestemmingsplan:

de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0014.BP468PopDijkemaweg-vg01 met de bijbehorende regels.

1.3 verbeelding:

de verbeelding van het bestemmingsplan Pop Dijkemaweg met het identificatienummer NL.IMRO.0014.BP468PopDijkemaweg-vg01 .

1.4 aanduiding:

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

1.5 aanduidingsgrens:

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

1.6 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.

1.7 bebouwingspercentage:

een op de verbeelding of in de regels aangegeven percentage, dat de grootte aangeeft van het deel van een bouwperceel, dat ten hoogste mag worden bebouwd.

1.8 beschermd wonen

wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorende toezicht en begeleiding, gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing of maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de cliënt of anderen, bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving.

1.9 bestaand

bestaand legaal gebruik op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan;
een bouwwerk dat op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan aanwezig is, in uitvoering is of gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen.

1.10 bestaande legale kamerverhuur en bestaand beschermd wonen

in afwijking van artikel 1.9 wordt onder bestaande legale kamerverhuur respectievelijk bestaand beschermd wonen verstaan: het hebben of gebruiken van wooneenheden voor kamerverhuur respectievelijk woningen of wooneenheden voor beschermd wonen
- voor zover ten tijde van de inwerkingtreding van het bestemmingsplan Herziening Bestemmingsregels Wonen 2 legaal en daadwerkelijk aanwezig of nog niet aanwezig, maar wel legaal mogelijk op grond van vóór dat tijdstip verleende specifieke toestemmingen;
- in de op dat moment aanwezige configuratie van het aantal bewoners en het aantal wooneenheden c.q. woningen.

1.11 bestemmingsgrens:

de grens van een bestemmingsvlak.

1.12 bestemmingsvlak:

een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

1.13 bouwgrens:

de grens van een bouwvlak.

1.14 bouwperceel:

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

1.15 bouwperceelgrens:

de grens van een bouwperceel.

1.16 bouwvlak:

een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.

1.17 maatvoeringsgrens:

een op de verbeelding aangegeven lijn, die de grens aanduidt van een maatvoeringsvlak.

1.18 maatvoeringsvlak:

een op de verbeelding geheel of gedeeltelijk door maatvoeringsgrenzen omsloten vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waarop bebouwingsregelingen van eenzelfde aard van toepassing zijn.

1.19 additionele voorzieningen:

voorzieningen, die een onderdeel vormen van en ondergeschikt zijn aan een bestemming of functie.

1.20 archeologische verwachtingswaarden:

de aan een gebied toegekende waarden in verband met de hoge kans dat in dat gebied archeologische sporen voorkomen.

1.21 archeologische waarden:

de aan een gebied toegekende waarden in verband met de in dat gebied voorkomende archeologische relicten.

1.22 bebouwing:

één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

1.23 bedrijfsvloeroppervlakte:

de totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een functie die wordt gebruikt voor een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.

1.24 bedrijfswoning / dienstwoning:

een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.

1.25 bouwen:

het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats.

1.26 bouwlaag:

een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw, kapverdieping en dakopbouw ten behoeve van technische voorzieningen.

1.27 bouwwerk:

elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

1.28 bruto vloeroppervlakte:

de som van de oppervlaktes van alle bouwlagen van een gebouw, gemeten op de vloer van de bouwlaag, tussen de binnenzijde van de gevelmuren.

1.29 culturele voorzieningen:

musea, (muziek)theaters, expositieruimten/galerieën en naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen.

1.30 dak:

iedere bovenbeëindiging van een gebouw.

1.31 detailhandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.32 detailhandel in auto's, boten en caravans:

detailhandel in auto's en motoren, boten en caravans en daarmee rechtstreeks samenhangende artikelen zoals accessoires, onderhoudsmiddelen, onderdelen en/of materialen.

1.33 detailhandel in motorbrandstoffen:

detailhandel in motorbrandstoffen, waaronder begrepen smeermiddelen voor motorvoertuigen en benodigdheden voor gebruik, reiniging of spoedeisende reparaties van motorvoertuigen alsmede accessoires daarvoor en daaraan ondergeschikt detailhandel in voedings- en genotmiddelen.

1.34 erf:

al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een gebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw.

1.35 erotisch getinte vermaaksfunctie:

een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal.

1.36 gebouw:

elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.

1.37 gebruiksoppervlakte

de vloeroppervlakte binnen de bouwmuren bepaald volgens NEN 2580 met dien verstande dat daarbij aangebouwde bergingen, garages en andere niet voor bewoning geschikte ruimtes niet worden meegeteld.

1.38 geluidszoneringplichtige inrichting:

een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een zone moet worden vastgesteld.

1.39 groothandel:

het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit.

1.40 huishouden

persoon of groep personen die een huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan; hieronder niet begrepen bewoning in de vorm van kamerverhuur.

1.41 kamerverhuur

gebruik voor bewoning anders dan door een huishouden of voor beschermd wonen.

1.42 kantoor:

een ruimte die dient voor de uitoefening van administratieve, boekhoudkundige, financiële, organisatorische en/of zakelijke dienstverlening - niet zijnde detailhandel - al dan niet met een publiekgerichte baliefunctie.

1.43 kap:

een door tenminste één hellend dakvlak omsloten dak dat meer dan 50% van de bovenste vloerlaag van de onderliggende verdieping omvat.

1.44 ligplaats:

een bij een bestemmingsplan aangewezen plaats in het water, die door een woonschip wordt ingenomen.

1.45 mantelzorg

zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven aan een hulpbehoevende door één of meerdere leden van diens directe omgeving, waarbij de zorgverlening direct voortvloeit uit de sociale relatie.

1.46 meergeneratiewoning

een woonhuis met meerdere zelfstandige woningen die inpandig zijn verbonden en worden bewoond door huishoudens met een familierelatie, waarbij sprake is van mantelzorg voor ouderen of personen met een beperking.

1.47 onderbouw:

een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1.20 meter boven peil is gelegen.

1.48 onzelfstandige woning

een woning die geen zelfstandige woning is.

1.49 peil:

      • a. voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg of een tuin grenst: de hoogte van die weg of tuin ter plaatse van de hoofdtoegang van het gebouw;
      • b. in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld.
1.50 prostitutie:

het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.

1.51 risicovolle inrichting:

een inrichting, bij welke ingevolge het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen een grenswaarde, richtwaarde voor het risico c.q. een risico-afstand moet worden aangehouden bij het in het bestemmingsplan toelaten van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.

1.52 seksinrichting:

de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, waaronder begrepen een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.53 standplaats voor straathandel:

het vanaf een vaste plaats op een openbare en in de openlucht gelegen plaats te koop aanbieden, verkopen of afleveren van goederen dan wel aanbieden van diensten:

a. gebruikmakend van fysieke middelen, zoals een kraam, een wagen of een tafel;

b. door anderszins goederen uit te stallen of uitgestald te hebben om deze te koop aan te bieden, te verkopen of af te leveren.

1.54 standplaats voor woonwagen:

een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten.

1.55 verkooppunt van motorbrandstoffen:

een inrichting voor de uitoefening van detailhandel in motorbrandstoffen, waaronder begrepen smeermiddelen voor motorvoertuigen en benodigdheden voor gebruik, reiniging of spoedeisende reparaties van motorvoertuigen alsmede accessoires daarvoor en daaraan ondergeschikt detailhandel in voedings- en genotmiddelen.

1.56 verkoopvloeroppervlakte (vvo):

de voor het publiek zichtbare en toegankelijke besloten winkelruimte ten behoeve van de detailhandel.

1.57 winkel:

een gebouw, dat een ruimte omvat, welke door zijn indeling kennelijk bedoeld is te worden gebruikt voor de detailhandel.

1.58 woning:

een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

1.59 woonschip:

een schip uitsluitend of hoofdzakelijk als woning gebruikt of tot woning bestemd.

1.60 woonwagen:

voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst.

1.61 zakelijke dienstverlening:

het verlenen van diensten, al dan niet in een kantoorgebouw, op administratief, financieel en juridisch gebied, alsmede op het gebied van de informatie- en communicatietechnologie, de verhuur en handel in onroerend goed, architecten-, onderzoeks-, marketing-, uitzend- en beveiligingsbureaus en daarmee naar de aard vergelijkbare vormen van dienstverlening.

1.62 zelfstandige woning

een woning met een eigen afsluitbare toegang die een huishouden kan bewonen zonder daarbij afhankelijk te zijn van wezenlijke voorzieningen buiten de woonruimte.

Artikel 2 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

2.1 lengte, breedte en diepte van een gebouw:

tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevelvlakken en / of de buitenkant dakoverstek en/of het hart van de gemeenschappelijke scheidingsmuren.

2.2 de bouwhoogte van een bouwwerk:

vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

2.3 de oppervlakte van een bouwwerk:

tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

2.4 de inhoud van een bouwwerk:

tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

Artikel 3 Uitmetingsverschillen

Voor zover op de verbeelding niet anders is aangegeven, wordt de vaststelling van afmetingen bepaald door middel van meting op de verbeelding, met dien verstande dat:

  • a. de maatbepaling tot op 1 meter nauwkeurig geschiedt, en
  • b. de maat van de openbare ruimte wordt berekend naar de ter plaatse geldende werkelijke situatie, behoudens indien de grenslijn van de bebouwing niet in de bestaande voorgevellijn is geprojecteerd.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 4 Bedrijventerrein

4.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor bedrijventerrein aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven en handel in de categorieën 1 en 2 als bedoeld in de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten met uitzondering van geluidzoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen, met dien verstande dat:
    1. handel uitsluitend is toegestaan in de vorm van groothandel en tevens, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', in de vorm van handel in auto's, aanhangers, motorfietsen, boten en caravans in de categorieën 1 en 2 als bedoeld in de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten met uitzondering van geluidzoneringsplichtige inrichtingen,
    met dien verstande dat:
    - detailhandel in nieuwe auto's - met uitzondering van vrachtwagens - niet is toegestaan;
    - ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2' een bedrijf tot en met categorie 3.2 is toegestaan;
    2. maximaal 50% van het bruto vloeroppervlak mag bestaan uit kantoorruimte ten dienste van het ter plaatse gevestigd bedrijf mits de totale brutovloeroppervlakte van de gezamenlijke verdiepingen niet meer dan 200 m2 bedraagt;
  • b. detailhandel als additionele voorziening, met dien verstande dat:
    . de verkoopvloeroppervlakte van bebouwing ten behoeve van de hier bedoelde detailhandel ten hoogste 100 m² bedraagt, en
    . deze detailhandel uitsluitend is toegestaan als het gaat om goederen, welke ter plaatse zijn vervaardigd, bewerkt of hersteld, en/of als het gaat om goederen in een onderneming, waarin een nijverheids- en/of ambachtsbedrijf wordt uitgeoefend, mits laatstgenoemde uitoefening een overwegend en wezenlijk bestanddeel van de totale bedrijfsuitoefening in de onderneming uitmaakt en de detailhandel in die goederen, gelet op de aard daarvan, geschiedt zowel ter plaatse waar dat bedrijf wordt uitgeoefend als in rechtstreeks verband met de uitoefening van dat bedrijf;
    . detailhandel in voedings- en genotmiddelen is uitgesloten;
  • c. detailhandel in motorbrandstoffen met uitzondering van lpg ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
  • d. kantoren tot een maximum van 200 m2 bruto vloeroppervlakte van de gezamenlijke verdiepingen per perceel, met dien verstande dat uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' een groter kantoor is toegestaan;
  • e. geluidsstudio's, echter uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'cultuur en ontspanning';
  • f. maximaal één bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • g. maximaal één woning ter plaatse van de aanduiding 'wonen',met dien verstande dat:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van een woning, met uitzondering van een meergeneratiewoning, meer dan 50 m² dient te bedragen, of, indien de gebruiksoppervlakte van een bestaande woning minder bedraagt, de bestaande gebruiksoppervlakte;
    • 2. de gebruiksoppervlakte van een woning zich in ieder geval voor de helft op of boven peil bevindt, met uitzondering van woningen waarvan de bestaande gebruiksoppervlakte zich geheel beneden peil bevindt;
  • h. wegen, voet- en fietspaden;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. water;
  • k. nutsvoorzieningen;
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemene bouwregels
  • a.  Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.
  • b. Het is verboden een woning te veranderen in en/of te vergroten tot twee of meer woningen.
4.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. De bouwhoogte mag maximaal de aangegeven bouwhoogte bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van een bedrijfswoning en/of een woning maximaal 10 meter mag bedragen.
  • b. Het bebouwingspercentage mag maximaal het aangegeven bebouwingspercentage bedragen, met dien verstande dat de oppervlakte van een bedrijfs- en /of dienstwoning maximaal 100 m2 mag bedragen.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. De bouwhoogte van erf- of perceelsafscheidingen mag maximaal 3 meter bedragen.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal 6 meter bedragen.
4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de bereikbaarheid van gebouwen:

Met het oog op mogelijke calamiteiten dient de bereikbaarheid van gebouwen, zowel vanaf de openbare weg als ten opzichte van elkaar op één bouwperceel voldoende gewaarborgd te zijn.

b. het straat- en bebouwingsbeeld:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient te worden gestreefd naar het instandhouden c.q. tot stand brengen van een, in stedenbouwkundig opzicht, samenhangend straat- en bebouwingsbeeld. In het algemeen zal bij bebouwing worden gestreefd naar:

  • een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte;
  • een goede hoogte-breedteverhouding tussen de bebouwing onderling en een samenhang in bouwvorm/architectonisch beeld tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is.

c. de verkeersveiligheid:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met het instandhouden c.q. tot stand brengen van een verkeersveilige situatie.

d. de sociale veiligheid:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient te worden voorkomen dat een ruimtelijke situatie ontstaat die onoverzichtelijk, onherkenbaar en niet sociaal controleerbaar is.

e. de milieusituatie:

Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de milieuaspecten, zoals hinder voor omwonenden en een verkeersaantrekkende werking;

f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden:

Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, indien deze daardoor kunnen worden beïnvloed. Van belang daarbij kunnen zijn bijvoorbeeld de bezonningssituatie, de lichttoetreding, zichtlijnen.

4.4 Afwijken van de bouwregels
4.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 4.1 onder f, ten behoeve van de bouw van een bedrijfswoning op andere plaatsen dan daar is toegestaan met dien verstande dat:
    • 1. het aantal bedrijfswoningen per bedrijf maximaal één mag bedragen;
    • 2. de oppervlakte van een bedrijfswoning met inachtneming van het voor het desbetreffende bouwperceel aangegeven bebouwingspercentage maximaal 100 m2 mag bedragen;
    • 3. de bouwhoogte van een bedrijfswoning maximaal 10 meter mag bedragen;
  • b. lid 4.2.2 onder a, voor het vergroten van de maximaal toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter;
  • c. lid 4.2.2 onder b, voor het vergroten van het maximaal toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10.
  • d. lid 4.1.g.1 en in een bestaand pand een woning toestaan met minimaal 40 m² gebruiksoppervlakte:
    • 1. als een bouwlaag niet groter is dan 50 m² of
    • 2. ten behoeve van het behoud van de monumentale waarde van (onderdelen van) het pand;
  • e. lid 4.2.1.b voor het splitsen ten behoeve van een meergeneratiewoning;
  • f. lid 4.2.1.b voor het anderszins splitsen van woningen, mits:
    • 1. de gebruiksoppervlakte van de te splitsen woning groter is dan of gelijk is aan 140 m², en
    • 2. de gebruiksoppervlakte volgens NEN 2580 van elke zelfstandige woning die als gevolg van de splitsing ontstaat groter is dan 50 m².
4.4.2 Voorwaarden voor afwijken

Het gestelde in lid 4.3 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Bij de beoordeling van een afwijkingsverzoek voor de bouw van een bedrijfswoning worden tevens de volgende aspecten betrokken:

  • a. bedrijfsgebondenheid/toezicht: bedrijfswoningen zullen slechts worden toegelaten als is aangetoond dat de woning uit hoofde van bedrijfsgebondenheid of toezicht noodzakelijk is.
  • b. vestigings-/uitbreidingsmogelijkheden van andere bedrijven: er dient zoveel mogelijk te worden voorkomen dat vestigings- en/of uitbreidingsmogelijkheden van bedrijven worden beperkt vanwege de dan ontstane milieusituatie.
4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van:

  • a. bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 4.1 onder a zijn toegestaan, en/of
  • b. geluidzoneringsplichtige bedrijven;
  • c. het gebruik van gebouwen voor kamerverhuur en beschermd wonen;
  • d. het gebruik van een woning voor bewoning anders dan door één huishouden;
  • e. het gebruik van een woning als meer dan één zelfstandige woning, onverminderd het bepaalde in lid 4.4.e en lid 4.4.f.
4.6 Afwijken van de gebruiksregels
4.6.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 4.1 onder a juncto lid 4.5 ten behoeve van de vestiging van bedrijven, die in de Staat van bedrijfsactiviteiten zijn opgenomen in een hogere dan de aldaar genoemde categorieën, maar naar hun aard en invloed op de omgeving kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven, die voorkomen in de in lid 4.1 onder a genoemde categorieën, mits het niet geluidzoneringsplichtige of risicovolle inrichtingen betreft;
  • b. lid 4.1 onder a juncto lid 4.5 ten behoeve van de vestiging van bedrijven, die niet in de 'Staat van bedrijfsactiviteiten' zijn opgenomen, maar naar hun aard en invloed op de omgeving kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven, die voorkomen in de in lid 4.1 onder a genoemde categorieën, mits het niet geluidzoneringsplichtige of risicovolle inrichtingen betreft;
  • c. lid 4.1 ten behoeve van het toestaan van maximaal 70% van de bruto vloeroppervlakte voor kantoorruimte ten dienste van het ter plaatse gevestigde bedrijf;
  • d. lid 4.5 onder d voor beschermd wonen.

4.6.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken van de regels, als bedoeld in lid 4.6.1 onder a en b is slechts mogelijk nadat een advies van een onafhankelijke deskundige op het gebied van het milieu is ingewonnen.

Artikel 5 Groen

5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. bermen en beplantingen;
  • c. recreatieve voorzieningen;
  • d. fiets- en voetpaden;
  • e. waterlopen en waterpartijen;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. additionele voorzieningen.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemene bouwregels

Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 5.1 genoemde doeleinden.

5.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt dat de bouwhoogte maximaal 6 meter mag bedragen.

Artikel 6 Verkeer

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, fiets- en voetpaden;
  • b. een waterkering ter plaatse van de aanduiding 'waterkering';
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. nutsvoorzieningen;
  • e. bermen, taluds, groenvoorzieningen en waterlopen;
  • f. additionele voorzieningen.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemene bouwregels

Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 6.1 genoemde doeleinden.

6.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt dat de bouwhoogte maximaal 6 meter mag bedragen.

Artikel 7 Water

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water;
  • b. bermen en groenvoorzieningen;
  • c. additionele voorzieningen, waaronder bruggen, dammen en/of duikers.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Algemene bouwregels

Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 7.1 genoemde doeleinden.

7.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt dat de bouwhoogte maximaal 6 meter mag bedragen.

7.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval het gebruik van gronden ten behoeve van ligplaatsen voor woon- en bedrijfsschepen gerekend.

Artikel 8 Waarde - Archeologie 2

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, naast het bepaalde in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, bestemd voor het behoud van archeologische waarden.

8.2 Bouwregels

Voor het bouwen van bouwwerken met een grotere oppervlakte dan 200 m2 en een grotere diepte dan 0,3 meter beneden maaiveld, waarvoor een omgevingsvergunning is vereist, geldt dat deze uitsluitend mogen worden gebouwd nadat de aanvrager een archeologisch rapport heeft overlegd, waarin de archeologische waarde van het terrein dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord naar het oordeel van burgemeester en wethouders in voldoende mate is vastgesteld. Indien archeologische waarden worden aangetroffen, dient een advies te worden ingewonnen ten aanzien van de voorgenomen werken bij een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.

8.3 Afwijken van de bouwregels
8.3.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.2 mits aan één van de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • a. Op basis van archeologisch onderzoek door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg is aangetoond dat er geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.
  • b. Op basis van archeologisch onderzoek door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden geschaad.
  • c. Er worden technische maatregelen getroffen, waardoor archeologische resten in de bodem kunnen worden behouden.
  • d. Er wordt archeologisch onderzoek door middel van opgraving uitgevoerd.
  • e. De bouw van het bouwwerk wordt begeleid door een een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
8.3.2 Voorwaarden voor afwijken

Indien burgemeester en wethouders voornemens zijn om aan de in lid 8.3.1 genoemde vergunning voorwaarden te verbinden wordt een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg om advies gevraagd.

8.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden
8.4.1 Vergunningplicht

Het is verboden om zonder omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden de volgende activiteiten uit te voeren, zulks ongeacht het bepaalde in de regels bij de andere op deze gronden van toepassing zijnde bestemmingen:

  • a. het ontgronden, afgraven, egaliseren en ophogen van de gronden en/of het anderszins ingrijpend wijzigen van de bodemstructuur;
  • b. het verwijderen en/of aanbrengen van bomen en diepwortelende beplanting;
  • c. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse energie-, transport- en/of communicatie- leidingen.

8.4.2 Uitzondering van de vergunningplicht

Het in lid 8.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden:

  • a. die het normale onderhoud betreffen;
  • b. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • c. tot een oppervlakte kleiner dan 200 m2 en een diepte kleiner dan 0,30 meter beneden maaiveld;
  • d. in het kader van archeologisch onderzoek en het doen van opgravingen, mits verricht door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
8.4.3 Voorwaarden voor vergunningverlening

De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd waarin, naar oordeel van burgemeester en wethouders:

  • a. de archeologische waarde van het terrein, dat blijkens de aanvraag zal worden verstoord, in voldoende mate is vastgesteld;
  • b. in voldoende mate is aangegeven op welke wijze de archeologische waarden worden bewaard en/of gedocumenteerd.
8.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen door de bestemming 'Waarde - Archeologie - 2' van de verbeelding te verwijderen indien op basis van archeologisch onderzoek door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg is aangetoond dat ter plaatse geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 9 Anti-dubbeltelbepaling

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 10 Verwijzing naar beleidsregels

10.1 Beleidsregels inzake splitsing en bewoning

Burgemeester en wethouders passen de in Hoofdstuk 2 opgenomen afwijkingsbevoegdheden voor:

  • 1. het gebruik van een woning anders dan door één huishouden;
  • 2. het veranderen en/of vergroten van een bestaande woning tot twee of meer zelfstandige woningen;
  • 3. het stellen van nadere eisen in de onder 1 en 2 genoemde situaties;

toe met inachtneming van met betrekking tot dit onderwerp vastgestelde beleidsregels of, als die er niet zijn, het ruimtelijk relevante deel van de door hen vastgestelde beleidsregels ten aanzien van woningonttrekking en woningvorming, zoals die beleidsregels gelden op het tijdstip van indiening van de aanvraag om een omgevingsvergunning.

10.2 Beleidsregels inzake het beschermd wonen

Burgemeester en wethouders passen de in Hoofdstuk 2 opgenomen afwijkingsbevoegdheden voor het toestaan van beschermd wonen toe met inachtneming van door hen vastgestelde beleidsregels ten aanzien van beschermd wonen, zoals die gelden op het tijdstip van indiening van de aanvraag om een omgevingsvergunning. Hetzelfde geldt voor de in dat hoofdstuk opgenomen bevoegdheden tot het stellen van nadere eisen als die worden toegepast in een situatie waar beschermd wonen aan de orde is.

Artikel 11 Algemene gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de uitoefening van een seksinrichting;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de opslag van aan hun gebruik onttrokken voer-, vaar- of vliegtuigen, werktuigen of machines of onderdelen daarvan, verpakkingsmaterialen, schroot- en afbraak- en bouwmaterialen, bagger en grondspecie, afval, puin, grind of brandstoffen, anders dan in verband met het normale onderhoud of ter verwezenlijking van de bestemming;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor de uitoefening van een automaten-/ amusementshal;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor standplaatsen voor woonwagens.

Artikel 12 Parkeren

12.1 Parkeren

Een omgevingsvergunning voor het bouwen van gebouwen wordt slechts verleend indien bij de aanvraag om een omgevingsvergunning wordt aangetoond dat gelet op de omvang of de bestemming van het gebouw in voldoende mate wordt voorzien in ruimte voor het parkeren of stallen van auto's in, op of onder het gebouw, dan wel op of onder het onbebouwde terrein dat bij dat gebouw behoort.

12.2 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.1:

  • 1. indien het voldoen aan die bepalingen door bijzondere omstandigheden op overwegende bezwaren stuit; of
  • 2. voor zover op andere wijze in de nodige parkeer- of stallingruimte wordt voorzien.
12.3 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken van de regels, als bedoeld in lid 12.2 is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de parkeersituatie in de openbare ruimte;
  • b. de woon- en leefsituatie.
12.4 Beleidsregels

Burgemeester en wethouders passen deze bouwregels toe met inachtneming van de door hen vastgestelde beleidsregels met betrekking tot het parkeren, zoals die gelden op het tijdstip van indiening van de aanvraag om een omgevingsvergunning.

Artikel 13 Algemene afwijkingsbevoegdheid

13.1 Afwijkingsbevoegdheid

Voor zover zulks niet op grond van een andere bepaling van de regels kan worden toegestaan, kunnen burgemeester en wethouders bij een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van het plan:

  • a. van de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, percentages tot maximaal 10% van die maten, afmetingen en percentages en/of van de bij recht in de regels en/of op de verbeelding gegeven maten en afmetingen tot maximaal 1 meter;
  • b. voor aanpassing in geringe mate van het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven;
  • c. voor overschrijding van de bouw- en/of maatvoeringsgrenzen:
    1. indien een meetverschil of de situatie ter plekke daartoe aanleiding geeft;
    2. ten behoeve van stoepen, toegangen, portieken, hellingbanen, buitentrappen, terrassen, erkers, balkons, luifels, hijsinrichtingen, lift- en trappenhuizen alsmede naar de aard vergelijkbare delen van bouwwerken;
  • d. voor overschrijding van de bouwhoogte van gebouwen ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers, lichtkappen, buitentrappen, zonnepanelen en zonneboilers, mits:
    1. de oppervlakte van de vergroting maximaal 25 m² bedraagt;
    2. deze bouwhoogte met maximaal 25% wordt overschreden;
  • e. voor het oprichten van kleine, niet voor bewoning bestemde, gebouwtjes voor zakelijke doeleinden, zoals kiosken en naar aard en omvang daarmee gelijk te stellen gebouwtjes, met een maximale inhoud van 50 m3;
  • f. voor het oprichten van bouwwerken van openbaar nut, zoals abri's, telefooncellen, transformator- huisjes, gasreduceerstations en daarmee gelijk te stellen bouwwerken met een maximale inhoud van 200 m3;
  • g. voor het oprichten van containers voor het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen, als bedoeld in artikel 1.1., eerste lid, Wet milieubeheer, met een maximale inhoud van 200 m3, met dien verstande dat voor ondergrondse containers geen maatvoeringsbeperkingen gelden;
  • h. voor het realiseren van voorzieningen ten behoeve van de verkeers- en waterinfrastructuur;
  • i. voor het oprichten van bouwwerken, geen gebouw zijnde, zoals vlaggenmasten, reclame-uitingen tot een maximale hoogte van 6 meter, gedenktekens, beeldhouwwerken en andere kunstuitingen;
  • j. voor het innemen van een standplaats voor straathandel;
  • k. voor het oprichten van geluidwerende voorzieningen met een bouwhoogte van maximaal 4 meter;
  • l. voor overschrijding van de toegestane bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot maximaal 10 meter vanaf peil, met dien verstande dat voor reclame-uitingen een maximale hoogte van 6 meter geldt;
  • m. voor overschrijding van de toegestane bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van zend-, ontvang- en/of sirenemasten, tot maximaal 40 meter vanaf peil.
13.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken van de regels met toepassing van lid 13.1 is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de woonsituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de milieusituatie;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 14 Overgangsrecht

14.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • 1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • 2. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  • 3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
14.2 Overgangsrecht gebruik
  • 1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • 2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • 3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • 4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 15 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Pop Dijkemaweg

Bijlagen

Bijlage 1 Lijst van bedrijfstypen

SBI-code   volgnr    omschrijving   cat.       
01   -   LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW          
014   3   - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m²   3.1      
014   4   - plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m²   2      
15   -   VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN          
151   0   Slachterijen en overige vleesverwerking:          
151   1   - slachterijen en pluimveeslachterijen   3.2      
151   2   - vetsmelterijen   5.2      
151   3   - bewerkingsinrichting van darmen en vleesafval   4.2      
151   4   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. > 1000 m²   3.2      
151   5   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 1000 m²   3.1      
151   6   - vleeswaren- en vleesconservenfabrieken: p.o. <= 200 m²   3.1      
151   7   - loonslachterijen   3.1      
151   8   - vervaardiging van snacks en vervaardiging van kant-en-klaar-maaltijden met p.o. < 2.000 m²   3.1      
152   0   Visverwerkingsbedrijven:          
152   2   - conserveren   4.1      
152   3   - roken   4.2      
152   4   - verwerken anderszins: p.o.> 1000 m²   4.2      
152   5   - verwerken anderszins: p.o. <= 1000 m²   3.2      
152   6   - verwerken anderszins: p.o. <= 300 m²   3.1      
1531   0   Aardappelprodukten fabrieken:          
1531   1   - vervaardiging van aardappelproducten   4.2      
1531   2   - vervaardiging van snacks met p.o. < 2.000 m²   3.1      
1532, 1533   0   Groente- en fruitconservenfabrieken:          
1532, 1533   1   - jam   3.2      
1532, 1533   2   - groente algemeen   3.2      
1532, 1533   3   - met koolsoorten   3.2      
1532, 1533   4   - met drogerijen   4.2      
1532, 1533   5   - met uienconservering (zoutinleggerij)   4.2      
1541   0   Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten:          
1541   1   - p.c. < 250.000 t/j   4.1      
1541   2   - p.c. >= 250.000 t/j   4.2   Z  
1542   0   Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten:          
1542   1   - p.c. < 250.000 t/j   4.1      
1542   2   - p.c. >= 250.000 t/j   4.2   Z  
1543   0   Margarinefabrieken:          
1543   1   - p.c. < 250.000 t/j   4.1      
1543   2   - p.c. >= 250.000 t/j   4.2   Z  
1551   0   Zuivelprodukten fabrieken:          
1551   3   - melkprodukten fabrieken v.c. < 55.000 t/j   3.2      
1551   4   - melkprodukten fabrieken v.c. >= 55.000 t/j   4.2   Z  
1551   5   - overige zuivelprodukten fabrieken   4.2      
1552   1   Consumptie-ijsfabrieken: p.o. > 200 m²   3.2      
1552   2   - consumptie-ijsfabrieken: p.o. <= 200 m²   2      
1561   0   Meelfabrieken:          
1561   1   - p.c. >= 500 t/u   4.2   Z  
1561   2   - p.c. < 500 t/u   4.1      
1561       Grutterswarenfabrieken   4.1      
1562   0   Zetmeelfabrieken:          
1562   1   - p.c. < 10 t/u   4.1      
1562   2   - p.c. >= 10 t/u   4.2   Z  
1571   0   Veevoerfabrieken:          
1571   3   - drogerijen (gras, pulp, groenvoeder, veevoeder) cap. < 10 t/u water   4.2      
1571   5   - mengvoeder, p.c. < 100 t/u   4.1      
1571   6   - mengvoeder, p.c. >= 100 t/u   4.2   Z  
1572       Vervaardiging van voer voor huisdieren   4.1      
1581   0   Broodfabrieken, brood- en banketbakkerijen:          
1581   1   - v.c. < 2500 kg meel/week   2      
1581   2   - v.c. >= 2500 kg meel/week   3.2      
1582       Banket, biscuit- en koekfabrieken   3.2      
1583   0   Suikerfabrieken:          
1584   0   Verwerking cacaobonen en vervaardiging chocolade- en suikerwerk:          
1584   2   - cacao- en chocoladefabrieken vervaardigen van chocoladewerken met p.o. < 2.000 m²   3.2      
1584   4   - Suikerwerkfabrieken met suiker branden   4.2      
1584   5   - Suikerwerkfabrieken zonder suiker branden: p.o. > 200 m²   3.2      
1585       Deegwarenfabrieken   3.1      
1586   0   Koffiebranderijen en theepakkerijen:          
1586   2   - theepakkerijen   3.2      
1587       Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiden   4.1      
1589       Vervaardiging van overige voedingsmiddelen   4.1      
1589.1       Bakkerijgrondstoffenfabrieken   4.1      
1589.2   0   Soep- en soeparomafabrieken:          
1589.2   1   - zonder poederdrogen   3.2      
1589.2   2   - met poederdrogen   4.2      
1589.2       Bakmeel- en puddingpoederfabrieken   4.1      
1591       Destilleerderijen en likeurstokerijen   4.2      
1592   0   Vervaardiging van ethylalcohol door gisting:          
1592   1   - p.c. < 5.000 t/j   4.1      
1592   2   - p.c. >= 5.000 t/j   4.2      
1596       Bierbrouwerijen   4.2      
1597       Mouterijen   4.2      
1598       Mineraalwater- en frisdrankfabrieken   3.2      
16   -   VERWERKING VAN TABAK          
160       Tabakverwerkende industrie   4.1      
17   -   VERVAARDIGING VAN TEXTIEL          
171       Bewerken en spinnen van textielvezels   3.2      
172   0   Weven van textiel:          
172   1   - aantal weefgetouwen < 50   3.2      
172   2   - aantal weefgetouwen >= 50   4.2   Z  
173       Textielveredelingsbedrijven   3.1      
174, 175       Vervaardiging van textielwaren   3.1      
1751       Tapijt-, kokos- en vloermattenfabrieken   4.1      
176, 177       Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen en artikelen   3.1      
18   -   VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT          
181       Vervaardiging kleding van leer   3.1      
183       Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont   3.1      
19   -   VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING)          
191       Lederfabrieken   4.2      
192       Lederwarenfabrieken (excl. kleding en schoeisel)   3.1      
193       Schoenenfabrieken   3.1      
20   -   HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.          
2010.1       Houtzagerijen   3.2      
2010.2   0   Houtconserveringsbedrijven:          
2010.2   1   - met creosootolie   4.1      
2010.2   2   - met zoutoplossingen   3.1      
202       Fineer- en plaatmaterialenfabrieken   3.2      
203, 204, 205   0   Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout   3.2      
203, 204, 205   1   Timmerwerkfabrieken, vervaardiging overige artikelen van hout, p.o. < 200 m2   3.1      
21   -   VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN          
2111       Vervaardiging van pulp   4.1      
2112   0   Papier- en kartonfabrieken:          
2112   1   - p.c. < 3 t/u   3.1      
2112   2   - p.c. 3 - 15 t/u   4.1   Z  
2112   3   - p.c. >= 15 t/u   4.2   Z  
212       Papier- en kartonwarenfabrieken   3.2      
2121.2   0   Golfkartonfabrieken:          
2121.2   1   - p.c. < 3 t/u   3.2      
2121.2   2   - p.c. >= 3 t/u   4.1   Z  
22   -   UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA          
2221       Drukkerijen van dagbladen   3.2      
2222       Drukkerijen (vlak- en rotatie-diepdrukkerijen)   3.2      
23   -   AARDOLIE-/STEENKOOLVERWERK. IND.; BEWERKING SPLIJT-/KWEEKSTOFFEN          
2320.2   A   Smeeroliën- en vettenfabrieken   3.2      
2320.2   B   Recyclingbedrijven voor afgewerkte olie   4.2      
2320.2   C   Aardolieproduktenfabrieken n.e.g.   4.2      
24   -   VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUKTEN          
2411   0   Vervaardiging van industriële gassen:          
2412       Kleur- en verfstoffenfabrieken   4.1      
2413   0   Anorg. chemische grondstoffenfabrieken:          
2413   1   - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn"   4.2      
2414.1   A0   Organ. chemische grondstoffenfabrieken:          
2414.1   A1   - niet vallend onder "post-Seveso-richtlijn"   4.2      
2414.1   B0   Methanolfabrieken:          
2414.1   B1   - p.c. < 100.000 t/j   4.1      
2414.1   B2   - p.c. >= 100.000 t/j   4.2   Z  
2414.2   0   Vetzuren en alkanolenfabrieken (niet synth.):          
2414.2   1   - p.c. < 50.000 t/j   4.2      
242   0   Landbouwchemicaliënfabrieken:          
243       Verf, lak en vernisfabrieken   4.2      
2441   0   Farmaceutische grondstoffenfabrieken:          
2441   1   - p.c. < 1.000 t/j   4.2      
2442   0   Farmaceutische produktenfabrieken:          
2442   1   - formulering en afvullen geneesmiddelen   3.1      
2451       Zeep-, was- en reinigingsmiddelenfabrieken   4.2      
2452       Parfumerie- en cosmeticafabrieken   4.2      
2462   0   Lijm- en plakmiddelenfabrieken:          
2462   1   - zonder dierlijke grondstoffen   3.2      
2464       Fotochemische produktenfabrieken   3.2      
2466   A   Chemische kantoorbenodigdhedenfabrieken   3.1      
2466   B   Overige chemische produktenfabrieken n.e.g.   4.1      
247       Kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken   4.2      
25   -   VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF          
2511       Rubberbandenfabrieken   4.2      
2512   0   Loopvlakvernieuwingsbedrijven:          
2512   1   - vloeropp. < 100 m2   3.1      
2512   2   - vloeropp. >= 100 m2   4.1      
2513       Rubber-artikelenfabrieken   3.2      
252   0   Kunststofverwerkende bedrijven:          
252   1   - zonder fenolharsen   4.1      
252   2   - met fenolharsen   4.2      
252   3   - productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van kunststofbouwmaterialen   3.1      
26   -   VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUKTEN          
261   0   Glasfabrieken:          
261   1   - glas en glasprodukten, p.c. < 5.000 t/j   3.2      
261   2   - glas en glasprodukten, p.c. >= 5.000 t/j   4.2   Z  
261   3   - glaswol en glasvezels, p.c.< 5.000 t/j   4.2      
2615       Glasbewerkingsbedrijven   3.1      
262, 263   0   Aardewerkfabrieken:          
262, 263   2   - vermogen elektrische ovens totaal >= 40 kW   3.2      
264   A   Baksteen en baksteenelementenfabrieken   4.1      
264   B   Dakpannenfabrieken   4.1      
2651   0   Cementfabrieken:          
2652   0   Kalkfabrieken:          
2652   1   - p.c. < 100.000 t/j   4.1      
2653   0   Gipsfabrieken:          
2653   1   - p.c. < 100.000 t/j   4.1      
2661.1   0   Betonwarenfabrieken:          
2661.1   1   - zonder persen, triltafels en bekistingtrille   4.1      
2661.1   2   - met persen, triltafels of bekistingtrillers, p.c. < 100 t/d   4.2      
2661.2   0   Kalkzandsteenfabrieken:          
2661.2   1   - p.c. < 100.000 t/j   3.2      
2661.2   2   - p.c. >= 100.000 t/j   4.2   Z  
2662       Mineraalgebonden bouwplatenfabrieken   3.2      
2663, 2664   0   Betonmortelcentrales:          
2663, 2664   1   - p.c. < 100 t/u   3.2      
2663, 2664   2   - p.c. >= 100 t/u   4.2   Z  
2665, 2666   0   Vervaardiging van produkten van beton, (vezel)cement en gips:          
2665, 2666   1   - p.c. < 100 t/d   3.2      
2665, 2666   2   - p.c. >= 100 t/d   4.2   Z  
267   0   Natuursteenbewerkingsbedrijven:          
267   1   - zonder breken, zeven en drogen: p.o. > 2.000 m²   3.2      
267   2   - zonder breken, zeven en drogen: p.o. <= 2.000 m²   3.1      
267   3   - met breken, zeven of drogen, v.c. < 100.000 t/j   4.2      
2681       Slijp- en polijstmiddelen fabrieken   3.1      
2682   A0   Bitumineuze materialenfabrieken:          
2682   A1   - p.c. < 100 t/u   4.2      
2682   B0   Isolatiematerialenfabrieken (excl. glaswol):          
2682   B1   - steenwol, p.c. >= 5.000 t/j   4.2   Z  
2682   B2   - overige isolatiematerialen   4.1      
2682   C   Minerale produktenfabrieken n.e.g.   3.2      
2682   D0   Asfaltcentrales: p.c.< 100 ton/uur   4.1      
2682   D1   - asfaltcentrales, p.c. >= 100 ton/uur   4.2   Z  
27   -   VERVAARDIGING VAN METALEN          
271   0   Ruwijzer- en staalfabrieken:          
271   2   - p.c. >= 1.000 t/j   6   Z  
272   0   IJzeren- en stalenbuizenfabrieken:          
273   0   Draadtrekkerijen, koudbandwalserijen en profielzetterijen:          
273   1   - p.o. < 2.000 m2   4.2      
274   A0   Non-ferro-metaalfabrieken:          
274   A1   - p.c. < 1.000 t/j   4.2      
274   B0   Non-ferro-metaalwalserijen, -trekkerijen e.d.:          
2751, 2752   0   IJzer- en staalgieterijen/ -smelterijen:          
2751, 2752   1   - p.c. < 4.000 t/j   4.2      
2753, 2754   0   Non-ferro-metaalgieterijen/ -smelterijen:          
2753, 2754   1   - p.c. < 4.000 t/j   4.2      
28   -   VERVAARD. VAN PRODUKTEN VAN METAAL (EXCL. MACH./TRANSPORTMIDD.)          
281   0   Constructiewerkplaatsen:          
281   1   - gesloten gebouw   3.2      
281   1a   - gesloten gebouw, p.o. < 200 m2   3.1      
281   2   - in open lucht, p.o. < 2.000 m2   4.1      
281   3   - in open lucht, p.o. >= 2.000 m2   4.2   Z  
2821   0   Tank- en reservoirbouwbedrijven:          
2821   1   - p.o. < 2.000 m2   4.2      
2822, 2830       Vervaardiging van verwarmingsketels, radiatoren en stoomketels   4.1      
284   A   Stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven   4.1      
284   B   Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d.   3.2      
284   B1   Smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d., p.o. < 200 m2   3.1      
2851   0   Metaaloppervlaktebehandelingsbedrijven:          
2851   1   - algemeen   3.2      
2851   10   - stralen   4.1      
2851   11   - metaalharden   3.2      
2851   12   - lakspuiten en moffelen   3.2      
2851   2   - scoperen (opspuiten van zink)   3.2      
2851   3   - thermisch verzinken   3.2      
2851   4   - thermisch vertinnen   3.2      
2851   5   - mechanische oppervlaktebehandeling (slijpen, polijsten)   3.2      
2851   6   - anodiseren, eloxeren   3.2      
2851   7   - chemische oppervlaktebehandeling   3.2      
2851   8   - emailleren   3.2      
2851   9   - galvaniseren (vernikkelen, verchromen, verzinken, verkoperen ed)   3.2      
2852   1   Overige metaalbewerkende industrie   3.2      
2852   2   Overige metaalbewerkende industrie, inpandig, p.o. <200m2   3.1      
287   A0   Grofsmederijen, anker- en kettingfabrieken:          
287   A1   - p.o. < 2.000 m2   4.1      
287   B   Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.   3.2      
287   B   Overige metaalwarenfabrieken n.e.g.; inpandig, p.o. <200 m2   3.1      
29   -   VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN          
29   0   Machine- en apparatenfabrieken:          
29   1   - p.o. < 2.000 m2   3.2      
29   2   - p.o. >= 2.000 m2   4.1      
29   3   - met proefdraaien verbrandingsmotoren >= 1 MW   4.2   Z  
30   -   VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS          
30   A   Kantoormachines- en computerfabrieken   2      
31   -   VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH.          
311       Elektromotoren- en generatorenfabrieken   4.1      
312       Schakel- en installatiemateriaalfabrieken   4.1      
313       Elektrische draad- en kabelfabrieken   4.1      
314       Accumulatoren- en batterijenfabrieken   3.2      
315       Lampenfabrieken   4.2      
3162       Koolelektrodenfabrieken   6   Z  
32   -   VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-, TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH.          
321 t/m 323       Vervaardiging van audio-, video- en telecom-apparatuur e.d.   3.1      
3210       Fabrieken voor gedrukte bedrading   3.1      
33   -   VERVAARDIGING VAN MEDISCHE EN OPTISCHE APPARATEN EN INSTRUMENTEN          
33   A   Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d.   2      
34       VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS          
341   0   Autofabrieken en assemblagebedrijven          
341   1   - p.o. < 10.000 m2   4.1      
341   2   - p.o. >= 10.000 m2   4.2   Z  
3420.1       Carrosseriefabrieken   4.1      
3420.2       Aanhangwagen- en opleggerfabrieken   4.1      
343       Auto-onderdelenfabrieken   3.2      
35   -   VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS)          
351   0   Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:          
351   1   - houten schepen   3.1      
351   2   - kunststof schepen   3.2      
351   3   - metalen schepen < 25 m   4.1      
352   0   Wagonbouw- en spoorwegwerkplaatsen:          
352   1   - algemeen   3.2      
352   2   - met proefdraaien van verbrandingsmotoren >= 1 MW   4.2   Z  
353   0   Vliegtuigbouw en -reparatiebedrijven:          
353   1   - zonder proefdraaien motoren   4.1      
354       Rijwiel- en motorrijwielfabrieken   3.2      
355       Transportmiddelenindustrie n.e.g.   3.2      
36   -   VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.          
361   1   Meubelfabrieken   3.2      
361   2   Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2   1      
362       Fabricage van munten, sieraden e.d.   2      
363       Muziekinstrumentenfabrieken   2      
364       Sportartikelenfabrieken   3.1      
365       Speelgoedartikelenfabrieken   3.1      
3661.1       Sociale werkvoorziening   2      
3661.2       Vervaardiging van overige goederen n.e.g.   3.1      
37   -   VOORBEREIDING TOT RECYCLING          
372   A0   Puinbrekerijen en -malerijen:          
372   A1   - v.c. < 100.000 t/j   4.2      
372   B   Rubberregeneratiebedrijven   4.2      
372   C   Afvalscheidingsinstallaties   4.2      
40   -   PRODUKTIE EN DISTRIB. VAN STROOM, AARDGAS, STOOM EN WARM WATER          
40   A0   Elektriciteitsproduktiebedrijven (electrisch vermogen >= 50 MWe)          
40   A1   - kolengestookt (incl. meestook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth   5.2   Z  
40   A2   - oliegestookt, thermisch vermogen > 75 MWth   5.1   Z  
40   A3   - gasgestookt (incl. bijstook biomassa), thermisch vermogen > 75 MWth,in   5.1   Z  
40   B0   bio-energieinstallaties electrisch vermogen < 50 MWe:          
40   B1   - covergisting, verbranding en vergassing van mest, slib, GFT en reststromen voedingsindustrie   3.2      
40   B2   - vergisting, verbranding en vergassing van overige biomassa   3.2      
40   C0   Elektriciteitsdistributiebedrijven, met transformatorvermogen:          
40   C1   - < 10 MVA   2      
40   C2   - 10 - 100 MVA   3.1      
40   C3   - 100 - 200 MVA   3.2      
40   C4   - 200 - 1000 MVA   4.2   Z  
40   D0   Gasdistributiebedrijven:          
40   D1   - gascompressorstations vermogen < 100 MW   4.2      
40   D5   - gasontvang- en -verdeelstations, cat. D   3.1      
40   E0   Warmtevoorzieningsinstallaties, gasgestookt:          
40   E1   - stadsverwarming   3.2      
41   -   WINNING EN DITRIBUTIE VAN WATER          
41   A0   Waterwinning-/ bereiding- bedrijven:          
41   B0   Waterdistributiebedrijven met pompvermogen:          
41   B1   - < 1 MW   2      
41   B2   - 1 - 15 MW   3.2      
41   B3   - >= 15 MW   4.2      
45   -   BOUWNIJVERHEID          
45   0   Bouwbedrijven algemeen: b.o. > 2.000 m²   3.2      
45   1   - bouwbedrijven algemeen: b.o. <= 2.000 m²   3.1      
45   2   Aannemersbedrijven met werkplaats: b.o. > 1000 m²   3.1      
45   3   - aannemersbedrijven met werkplaats: b.o.< 1000 m²   2      
50   -   HANDEL/REPARATIE VAN AUTO'S, MOTORFIETSEN          
501, 502, 504       Handel in auto's en motorfietsen, reparatie- en servicebedrijven   2      
502       Groothandel in vrachtauto's (incl. import)   3.2      
5020.4   A   Autoplaatwerkerijen   3.2      
5020.4   C   Autospuitinrichtingen   3.1      
51   -   GROOTHANDEL EN HANDELSBEMIDDELING          
5121   0   Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders   3.1      
5121   1   Grth in akkerbouwprodukten en veevoeders met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur of meer   4.2   Z  
5122       Grth in bloemen en planten   2      
5123       Grth in levende dieren   3.2      
5124       Grth in huiden, vellen en leder   3.1      
5125, 5131       Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen   3.1      
5132, 5133       Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën   3.1      
5134       Grth in dranken   2      
5135       Grth in tabaksprodukten   2      
5136       Grth in suiker, chocolade en suikerwerk   2      
5137       Grth in koffie, thee, cacao en specerijen   2      
5138, 5139       Grth in overige voedings- en genotmiddelen   2      
514       Grth in overige consumentenartikelen   2      
5148.7   0   Grth in vuurwerk en munitie:          
5148.7   1   - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag < 10 ton   2      
5148.7   2   - consumentenvuurwerk, verpakt, opslag 10 tot 50 ton   3.1      
5148.7   5   - munitie   2      
5151.1   0   Grth in vaste brandstoffen:          
5151.1   1   - klein, lokaal verzorgingsgebied   3.1      
5151.2   0   Grth in vloeibare en gasvormige brandstoffen:          
5151.2   1   - vloeistoffen, o.c. < 100.000 m3   4.1      
5151.2   3   - tot vloeistof verdichte gassen   4.2      
5151.3       Grth minerale olieprodukten (excl. brandstoffen)   3.2      
5152.1   0   Grth in metaalertsen:          
5152.1   1   - opslag opp. < 2.000 m2   4.2      
5152.2 /.3       Grth in metalen en -halffabrikaten   3.2      
5153   0   Grth in hout en bouwmaterialen:          
5153   1   - algemeen: b.o. > 2000 m²   3.1      
5153   2   - algemeen: b.o. <= 2000 m²   2      
5153.4   4   zand en grind:          
5153.4   5   - algemeen: b.o. > 200 m²   3.2      
5153.4   6   - algemeen: b.o. <= 200 m²   2      
5154   0   Grth in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur:          
5154   1   - algemeen: b.o. > 2.000 m²   3.1      
5154   2   - algemeen: b.o. < = 2.000 m²   2      
5155.1       Grth in chemische produkten   3.2      
5155.2       Grth in kunstmeststoffen   2      
5156       Grth in overige intermediaire goederen   2      
5157   0   Autosloperijen: b.o. > 1000 m²   3.2      
5157   1   - autosloperijen: b.o. <= 1000 m²   3.1      
5157.2/3   0   Overige groothandel in afval en schroot: b.o. > 1000 m²   3.2      
5157.2/3   1   - overige groothandel in afval en schroot: b.o. <= 1000 m²   3.1      
5162   0   Grth in machines en apparaten:          
5162   1   - machines voor de bouwnijverheid   3.2      
5162   2   - overige   3.1      
517       Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.   2      
60   -   VERVOER OVER LAND          
6021.1       Bus-, tram- en metrostations en -remises   3.2      
6023       Touringcarbedrijven   3.2      
6024   0   Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks): b.o. > 1000 m²   3.2      
6024   1   - Goederenwegvervoerbedrijven (zonder schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m²   3.1      
603       Pomp- en compressorstations van pijpleidingen   2      
63   -   DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER          
6311.1   0   Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. zeeschepen:          
6311.1   2   - stukgoederen   4.2      
6311.1   7   - tankercleaning   4.2      
6311.2   0   Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart:          
6311.2   1   - containers   4.2      
6311.2   10   - tankercleaning   4.2      
6311.2   2   - stukgoederen   3.2      
6311.2   3   - ertsen, mineralen, e.d., opslagopp. < 2.000 m²   4.2      
6311.2   5   - granen of meelsoorten , v.c. < 500 t/u   4.2      
6311.2   7   - steenkool, opslagopp. < 2.000 m2   4.2      
6312       Veem- en pakhuisbedrijven, koelhuizen   3.1      
6312.3       Opslagruimteverhuur (niet in tanks, koel- en vriescellen)   2      
6321   2   Stalling van vrachtwagens (met koelinstallaties)   3.2      
64   -   POST EN TELECOMMUNICATIE          
641       Post- en koeriersdiensten   2      
642   A   Telecommunicatiebedrijven   1      
71   -   VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE GOEDEREN          
712       Verhuurbedrijven voor transportmiddelen (excl. personenauto's)   3.1      
713       Verhuurbedrijven voor machines en werktuigen   3.1      
714       Verhuurbedrijven voor roerende goederen n.e.g., met uitzondering van verhuur van films, videobanden en overige geluid- en beelddragers aan particulieren   2      
72   -   COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIE          
72   A   Computerservice- en informatietechnologie-bureau's e.d.   1      
72   B   Switchhouses   2      
73       SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK          
731       Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk   2      
74   -   OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING          
747       Reinigingsbedrijven voor gebouwen   3.1      
7481.3       Foto- en filmontwikkelcentrales   2      
7484.3       Veilingen voor landbouw- en visserijprodukten   4.1      
75   -   OPENBAAR BESTUUR, OVERHEIDSDIENSTEN, SOCIALE VERZEKERINGEN          
7525       Brandweerkazernes   3.1      
80   -   ONDERWIJS          
8041       Auto- en motorrijscholen   2      
90   -   MILIEUDIENSTVERLENING          
9001   A0   RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks:          
9001   A1   - < 100.000 i.e.   4.1      
9001   A2   - 100.000 - 300.000 i.e.   4.2   Z  
9001   B   rioolgemalen   2      
9002.1   A   Vuilophaal-, straatreinigingsbedrijven e.d.   3.1      
9002.1   B   Gemeentewerven (afval-inzameldepots)   3.1      
9002.1   C   Vuiloverslagstations   4.2      
9002.2   A0   Afvalverwerkingsbedrijven:          
9002.2   A2   - kabelbranderijen   3.2      
9002.2   A4   - pathogeen afvalverbranding (voor ziekenhuizen)   3.1      
9002.2   A5   - oplosmiddelterugwinning   3.2      
9002.2   A6   - afvalverbrandingsinrichtingen, thermisch vermogen > 75 MW   4.2   Z  
9002.2   A7   - verwerking fotochemisch en galvano-afval   2      
9002.2   B   Vuilstortplaatsen   4.2      
9002.2   C0   Composteerbedrijven:          
9002.2   C3   - belucht v.c. < 20.000 ton/jr   3.2      
9002.2   C4   - belucht v.c. > 20.000 ton/jr   4.1      
9002.2   C5   - GFT in gesloten gebouw   4.1      
92   -   CULTUUR, SPORT EN RECREATIE          
921, 922       Studio's (film, TV, radio, geluid)   2      
93   -   OVERIGE DIENSTVERLENING          
9301.1   A   Wasserijen en strijkinrichtingen   3.1      
9301.1   B   Tapijtreinigingsbedrijven   3.1      
9301.2       Chemische wasserijen en ververijen   2      
9301.3   A   Wasverzendinrichtingen   2      
9303       Begrafenisondernemingen   1      

Verklaring gebruikte afkortingen

- niet van toepassing of niet relevant
< kleiner dan
>= groter dan of gelijk aan
cat. categorie
e.d. en dergelijke
kl. klasse
n.e.g. niet elders genoemd
o.c. opslagcapaciteit
p.c. produktiecapaciteit
p.o produktieoppervlak
v.c. verwerkingscapaciteit  
u. uur
d. dag
w. week
j. jaar
Z zoneringplichtig