direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Bestemmingsplan Partiële herziening bestemmingsplan Kranenburg-Stadspark, de Drafbaan 2017
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP580DeDrafbaan-vg01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doel

Het voorliggend bestemmingsplan betreft de drafbaan, die zich aan de westkant van de stad Groningen bevindt.

Groningen is een bruisende stad, waar het goed wonen, werken, studeren en recreëren is. Een ruim en gevarieerd aanbod aan evenementen hoort bij de aantrekkelijkheid van de stad. De programmering moet iedereen iets bieden: van klassiek tot pop, van huldigingen tot theater en van jong tot oud. Dit aanbod is zowel binnen in de vele theaters, podia en zalen, als buiten te bezoeken. De drafbaan vervult hierin een belangrijke rol.

De drafbaan is onderdeel van het Stadspark, dat begin vorige eeuw werd ontworpen door landschapsarchitect Leonard Springer. Zoals de naam al aangeeft worden er van oudsher draverijen op de drafbaan georganiseerd. Er zijn tribunes, paardenstallen en een Totohal met horecavoorzieningen aan de noordkant van de sintelbaan. Maximaal 10 keer per jaar zijn er draverijen. Maar ook kan hier een ruime variëteit aan evenementen, waaronder (pop)concerten, het Bevrijdingsfestival, volksfeesten en grote circussen worden georganiseerd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP580DeDrafbaan-vg01_0001.png"

Situering Drafbaan Stadspark

Evenementen en festiviteiten kunnen echter ook overlast veroorzaken. Om een goede balans te vinden tussen de levendigheid van de stad enerzijds en de bescherming van het woon- en leefklimaat voor omwonenden anderzijds is de voorliggende regeling opgesteld.

Structurele evenementenlocaties, zoals de drafbaan, moeten in een bestemmingsplan worden opgenomen. Op 23 augustus 2017 heeft de Raad van State de regeling voor evenementen op de drafbaan vernietigd, met name vanwege een motiveringsgebrek (zie bijlage). Het voorliggend bestemmingsplan voorziet in een nadere motivering en, waar nodig of gewenst, een aanpassing van de regeling.

De inzet van het bestemmingsplan is dus:
- een adequate en goed gemotiveerde regeling geven voor evenementen op de drafbaan, - rekening houden met de levendigheid van de stad, en
- bescherming bieden aan het woon- en leefmilieu van omwonenden.

1.2 Begrenzing plangebied

De drafbaan ligt aan de westkant van de stad, aan de zuidoostzijde van het Stadspark, in de hoek van de A7 (Weg der Verenigde Naties) en de westelijke ringweg (Laan 1940-1945). Aan de zuidzijde wordt de drafbaan begrensd door het kantoor en het parkeerterrein van de Gasunie.
De dichtstbijzijnde woningen bevinden zich aan de overzijde van de A7 in de wijk Corpus den Hoorn en aan de overzijde van de westelijke ringweg, in noordoostelijke richting, in de buurt Laanhuizen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP580DeDrafbaan-vg01_0002.png"

1.3 Voorgeschiedenis

De locatie drafbaan was opgenomen in bestemmingsplan "Kranenburg-Stadspark", vastgesteld op 26 juni 2013. In dat bestemmingsplan is de drafbaan voorzien van de bestemming Sport en was deze locatie onder meer bestemd voor evenementen, waaronder circussen, het Bevrijdingsfestival en de viering van Gronings Ontzet.
Het tegen deze regeling ingestelde beroep is gegrond verklaard. Reden is, dat in bestemmingsplannen bij het toestaan van evenementen een regeling dient te worden gegeven van het aantal evenementen per jaar, het soort evenementen, de geluidsproductie en de maximale bezoekersaantallen; de ruimtelijke gevolgen van het houden van evenementen voor de belasting van de aan- en afvoerwegen dienen te worden afgewogen. Deze informatie was ten onrechte niet opgenomen.
Uit de aan het beroep voorafgaande reacties van omwonenden inzake bestemmingsplan Kranenburg-Stadspark is gebleken, dat de bezwaren zich richten op muziekevenementen, met name op buiten de door de burgemeester aangewezen feestdagen, en dan vooral op de dancemuziekfeesten. De bezwaren richten zich dus bijvoorbeeld niet op de harddraverijen of op de viering van het Gronings Ontzet/ Nieuwjaarsfeest/ Bevrijdingsfestival. Ook de verkeersstromen leiden niet tot grote bezwaren door de gunstige ligging van de drafbaan ten opzichte van de aan- en afvoerwegen.

Naar aanleiding van de uitspraak van de Afdeling Bestuursrecht van de Raad van State (hierna: de Afdeling) inzake bestemmingsplan Kranenburg-Stadspark d.d. 23 juni 2014 heeft de gemeente voor de drafbaan een Partiële herziening opgesteld: bestemmingsplan Partiële herziening bestemmingsplan Kranenburg-Stadspark - de drafbaan en De Kring. Dit bestemmingsplan is vastgesteld op 29 juni 2016 (hierna: de Partiële herziening 2016).
Tijdens het aan dit bestemmingsplan voorafgaande participatie-overleg met de Actiegroep Feesten Uit Balans is geconstateerd dat uitsluitend geluidoverlast een probleem is; overige aspecten, zoals bezoekersaantallen, aantal evenementen en verkeer en parkeren zijn dat niet.
Ook het tegen deze regeling ingestelde beroep is bij uitspraak van de Raad van State (hierna: de Uitspraak) d.d. 23 augustus 2017 gegrond verklaard, met name vanwege een motiveringsgebrek. Daarnaast is nog een regeling nodig voor de aanvangstijden en de meetmethode, die voornamelijk relevant is voor muziekevenementen.

Om een adequate motivering voor de regeling van evenementen op de Drafbaan te kunnen geven, zijn in het voorliggend bestemmingsplan het beleid en de akoestische aspecten uitgebreid beschreven in de hoofdstukken 2 en 3. Deze hoofdstukken worden afgesloten met een conclusie, waarin de gevolgen van het beleid respectievelijk van de akoestische aspecten voor dit bestemmingsplan zijn aangegeven. De aanvangstijden en de meetmethode zijn opgenomen in de regels.

Hoofdstuk 2 Gemeentelijk evenementenbeleid

In dit hoofdstuk is een beschrijving opgenomen van het gemeentelijk evenementenbeleid. Het betreft: de nota Strategisch Evenementenbeleid (paragraaf 2.1), de Beleidsregel vergunningen evenementen (paragraaf 2.2), het Locatieprofiel Evenementenlocatie Stadpark-Drafbaan (paragraaf 2.3) en het flankerend beleid (paragraaf 2.4). Tot slot volgen de conclusies voor de regeling voor de drafbaan in dit bestemmingsplan (paragraaf 2.5).

De paragrafen 2.1 tot en met 2.3 worden, met uitzondering van de introductie van de paragrafen 2.2 en 2.3, geheel gevormd door citaten uit de genoemde beleidsstukken (zie voor de volledige nota's de bijlage). Ook in paragraaf 2.4 zijn veel citaten opgenomen, c.q. de toelichting inzake de voorlichting bij evenementen.

2.1 Het Strategisch Evenementenbeleid

De nota Strategisch Evenementenbeleid is vastgesteld door de gemeenteraad in 2014.

Evenementenbeleid
Groningen is een bruisende stad met een plek in de top tien van evenementsteden in Nederland. Daarmee is Groningen een stad waar mensen graag wonen of op bezoek komen. Een stad waar ondernemers uit de voeten kunnen. Evenementen dragen op verschillende manieren bij aan het leefklimaat en de economische vitaliteit van de stad.

In hun onderzoek 'Het belang van cultuurstad Groningen' schreven Marlet et al: “Steden met een groot en gevarieerd aanbod aan cultuur zijn over het algemeen populaire woonsteden. Deze steden hebben de grootste aantrekkingskracht op hoogopgeleide, creatieve mensen. Aantrekkelijke woonsteden doen het ook economisch beter. Waar hoogopgeleide, creatieve mensen wonen, neemt de werkgelegenheid over het algemeen meer toe (werken volgt wonen). Niet alleen werkgelegenheid voor hoger opgeleiden neemt toe; door lokale bestedingen zijn er in steden met veel cultuur ook juist meer kansen aan de onderkant van de arbeidsmarkt.” Marlet noemt de diversiteit aan culturele voorzieningen in Groningen een belangrijk fundament onder de aantrekkingskracht en economische vitaliteit van de stad.

Evenementen spelen in toenemende mate een rol bij de marketing van Groningen. Ze zetten de stad buiten de regio en soms zelfs internationaal op de kaart. Ze dragen bij aan het merk Groningen. Dat levert niet alleen bezoekers op, maar geeft ook voor Stadjers een belangrijke mogelijkheid tot identificatie en binding aan de stad en aan elkaar. Met ons strategisch evenementenbeleid willen we onze positie in de top tien van evenementensteden behouden met een hoogwaardig en gevarieerd aanbod.

We kennen al veel evenementen die aan het profiel van Groningen inhoud en vorm geven, maar ook nieuwe evenementen kunnen zich als zodanig ontwikkelen. We noemen drie typen evenementen met het merk Groningen:

  • Typisch Groningse, veelal jaarlijks terugkerende evenementen, zoals: het culturele festival Noorderzon, sportevenement de 4 Mijl van Groningen, Swinging Groningen, Winterwelvaart, de Kerstmarkt, de Nacht van Kunst en Wetenschap. Deze evenementen geven Groningen een eigen gezicht, ze onderscheiden zich doordat ze uniek aan de stad zijn verbonden en tegelijkertijd een groot publiek trekken, óók van buiten de regio.
  • Volksfeesten: de viering van Koningsnacht en Koningsdag, het Bevrijdingsfestival, Gronings Ontzet en de jaarlijkse intocht van Sinterklaas. Deze evenementen verbinden de bewoners van de stad en dragen bij aan een gevarieerd aanbod voor alle Stadjers.
  • Speciale, incidentele evenementen met een nationale of internationale uitstraling. Voorbeelden: The Passion, de Landelijke Intocht van Sinterklaas, het Glazen Huis en het concert van The Rolling Stones.

Draagvlak
Voor het realiseren van onze ambities van een bruisende stad is het noodzakelijk dat er voldoende draagvlak is voor evenementen. Draagvlak bij bewoners, ondernemers op de warenmarkt, de horeca en winkeliers. Het draagvlak voor evenementen in het algemeen is groot. Veel bewoners en ondernemers zien het belang van een levendige stad en beleven plezier aan evenementen. Op individueel niveau is het draagvlak soms kleiner. Waar de ene bewoner geniet van een festival bij hem om de hoek, ervaart een andere bewoner datzelfde festival als hinderlijk vanwege overmatig geluid of slechte bereikbaarheid.

We kiezen uitdrukkelijk voor evenementen in Groningen. We realiseren ons dat daarbij op het niveau van een specifiek evenement conflicterende belangen kunnen spelen, die niet naar volle tevredenheid van alle partijen oplosbaar zijn. Zo is het ervaren van geluids- overlast, met name bij dance- en housefeesten een issue.

We stellen randvoorwaarden waarbinnen evenementen in de stad georganiseerd kunnen worden. Dat doen we om draagvlak voor evenementen te behouden. We zorgen voor spreiding, goede communicatie en gaan gebruik maken van locatieprofielen. De randvoorwaarden vinden hun uitwerking in de Beleidsregel Vergunningen Evenementen.

Locatieprofielen
De belangrijkste verandering in het vergunningenkader vormen de locatieprofielen, die vanaf 2015 beschikbaar zijn en die als bijlage aan de Beleidsregel Vergunningen Evenementen worden toegevoegd. Met deze profielen ontstaat de mogelijkheid om – afhankelijk van de ligging en de fysieke omstandigheden per locatie – differentiatie aan te brengen in het aantal en het type evenementen en optimaal evenementen te spreiden over de stad. We weten bijvoorbeeld dat sommige locaties minder geschikt zijn voor dancefeesten, maar dat een klassiek concert (waarvoor eenzelfde geluidsnorm geldt) op dezelfde locatie uitstekend kan worden georganiseerd.

De locatieprofielen vormen een dynamisch geheel, aangezien omstandigheden kunnen veranderen en sommige evenementenlocaties tijdelijk van aard zijn. Ervaringen die we opdoen op een specifieke locatie kunnen aanleiding geven om het profiel bij te stellen. De locatieprofielen komen via internet beschikbaar voor bewoners, ondernemers en organisatoren. Daarmee is voor iedereen duidelijk voor welk type evenementen de locatie zich leent, welke mogelijkheden en beperkingen er gelden.

Communicatie
De ervaring leert dat ervaren overlast niet alleen te maken heeft met geluidsproductie. Evenementen met een groot draagvlak onder bewoners, zoals bijv. Eurosonic, Noorderzon en het Bevrijdingsfestival, leveren minder klachten op, terwijl de geluidsniveaus niet per se lager zijn. Ook goede communicatie is cruciaal voor het hebben en houden van draagvlak bij evenementen.

Vroegtijdige afstemming tussen organisator en ondernemers kan bijdragen aan een soepel verloop van een evenement. Communicatie met bewoners en ondernemers over een specifiek evenement is in hoofdzaak de verantwoordelijkheid van de organisator van het evenement. We wijzen de organisator op het belang van vroegtijdig en goed communiceren.

We zorgen voor een actuele evenementenkalender die goed bereikbaar is via de gemeentelijke website. In de kalender kunnen bewoners tijdig aflezen welke evenementen er in de stad en in hun omgeving worden georganiseerd, wat het karakter is van het evenement, wat de eindtijden zijn en waar men terecht kan met eventuele klachten.

We zijn ervan overtuigd dat het aantal klachten niet afneemt door steeds meer regels te stellen en voor iedere eventualiteit een handhaver aan het werk te zetten. We willen een stad zijn waar ruimte is voor evenementen omdat we daarmee belangrijke doelen voor Groningen realiseren. Bij de organisatie van evenementen is regelmatig sprake van tegenstrijdige onderliggende belangen. Het is de taak van de overheid om deze belangen serieus te nemen, te wegen en een uitgebalanceerd besluit te nemen. Daarvoor stellen we een vergunningenkader vast en geven we normeringen en randvoorwaarden. Bij de toepassing van de kaders is een professionele organisatie nodig die zorg draagt voor een goede afstemming en heldere communicatie.

Dancemuziek
Dancemuziek is belangrijk geworden in Groningen. Dancefeesten verheugen zich in een grote belangstelling van bezoekers.

Producenten van verschillende stijlen dancemuziek hebben een plek gevonden in Groningen. Met ons evenementenbeleid willen we voldoende ruimte bieden aan dancefeesten, maar we weten dat met name de bastonen die bij deze muziek horen voor geluidsoverlast kunnen zorgen. Met spreiding van evenementen en het beschikbaar stellen van geschikte locaties op grotere afstand van woningen gaan we ervan uit dat we een goede balans kunnen vinden.

We organiseren een periodiek overleg met organisatoren om ervaringen te delen en af te stemmen. In de klankbordgroep Evenementen overleggen we met bewoners
(-organisaties) en belangengroepen.

Drafbaan Stadspark, een topevenementenlocatie
Met de Drafbaan in het Stadspark beschikt Groningen over een uitstekende locatie voor grote en middelgrote evenementen. Met een oppervlakte van ongeveer 100.000 m2 en een middenterrein van 44.400 m2 is er ruimte voor een zeer divers aanbod aan activiteiten in de open lucht. De Drafbaan ligt gunstig ten opzichte van de stad en is op verschillende manieren goed bereikbaar. De Drafbaan speelt een belangrijke rol bij onze wens om meer spraakmakende evenementen in de stad te organiseren.

De potentie van de Drafbaan als evenementenlocatie wordt momenteel onvoldoende benut. Om de ontwikkeling tot een topevenementenlocatie mogelijk te maken, moet een aantal stappen worden gezet.

De gemeente verhuurt de Drafbaan voor evenementen onder het regime van een omgevingsvergunning (voorheen milieuvergunning), omdat het afgesloten terrein niet wordt beschouwd als openbare ruimte. (N.B. Inmiddels is deze verhuur beëindigd en wordt een nieuwe huurder gezocht.)

De randvoorwaarden in de omgevingsvergunning worden in lijn gebracht met het evenementenbeleid voor de rest van de stad, zodat op dit punt een gelijk speelveld ontstaat.

Evenementen die worden georganiseerd in het Stadspark willen we zoveel mogelijk op de Drafbaan laten plaatsvinden. Op deze manier kunnen we beter recht doen aan het groene karakter van het Stadspark als geheel.

De Raad van State heeft in het betreffende bestemmingsplan het onderdeel over de Drafbaan Stadspark vernietigd (het betrof de uitspraak d.d. 23 juni 2014 inzake bestemmingsplan Kranenburg-Stadspark).

De opdracht is om in het bestemmingsplan meer helderheid te verschaffen over de gevolgen van de Drafbaan als evenementenlocatie voor het woonklimaat.

2.2 Beleidsregel vergunningen evenementen

In het navolgende komt de Beleidsregel Vergunningen Evenementen, vastgesteld door de burgemeester in 2014 (hierna: de Beleidsregel) aan de orde. De Beleidsregel is het vergunningenkader voor evenementenvergunningen. De Beleidsregel is gebaseerd op de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen (APVG), die een regeling beoogt te geven inzake de aspecten openbare orde en veiligheid en die de basis voor het verlenen van een evenementenvergunning vormt.

Inleiding

De APVG 2009 biedt de kaders voor het toetsen van de evenementenvergunning- aanvraag. Dit vergunningenkader geeft een nadere uitwerking.

De openbare orde en veiligheid bij evenementen is een wettelijke verantwoordelijkheid van de burgemeester. Dit maakt dat de burgemeester over bevoegdheden beschikt om regels voor te schrijven en voorwaarden te verbinden aan de vergunningverlening. Daarbij laat de burgemeester zich adviseren door politie, brandweer en de Geneeskundige Hulp bij Ongelukken en Rampen, maar ook door gemeentelijke afdelingen zoals verkeer en reiniging.

Als er tijdens een evenement sprake is van een dreigende openbare-orde-verstoring is de burgemeester bestuurlijk verantwoordelijk (artikel 172 tot en met 176 Gemeentewet).

Eindtijden en variabele eindtijden voor evenementen
Afhankelijk van de dag van de week en de locatie gelden verschillende eindtijden voor evenementen.
In het (navolgende) overzicht* zijn de eindtijden voor het produceren van muziek opgenomen. De sluiting van het evenement (einde taptijd) is een uur later.

Een aantal dagen per jaar wordt in ieder geval afgeweken van de eindtijden. Deze afwijkingen van de standaardeindtijden zijn opgenomen in het onderstaande overzicht. Daarnaast kan de burgemeester bij een evenement gemotiveerd afwijken van de vastgestelde eindtijden. Denk daarbij bijvoorbeeld aan evenementen tijdens Oudejaarsnacht.

In de wetgeving voor de horeca is de mogelijkheid opgenomen voor zogenaamde collectieve festiviteitendagen, waarop een ruimere geluidslimiet geldt. Jaarlijks stelt het college van B&W maximaal tien collectieve festiviteitendagen vast. Veelal wordt daarbij aangesloten op feestdagen zoals Koningsdag en Bevrijdingsdag. Op de collectieve festiviteitendagen kan ook voor evenementen een afwijkende eindtijd gelden (zie overzicht).

N.B.*Het overzicht houdt voor locaties buiten Binnenstad Plus het volgende in:
de eindtijd voor evenementen is voor muziek op zondag tot en met donderdag 23.00 uur en voor de tap 24.00 uur is, op vrijdag en zaterdag voor muziek 24.00 uur en voor de tap 01.00 uur en voor evenementen gelijktijdig met collectieve festiviteitendagen van de horeca: voor muziek 24.00 uur en voor de tap 1.00 uur.
(De collectieve festiviteitendagen zijn bijvoorbeeld de dagen waarop Oud- en Nieuwjaar, Koningsnacht en Koningsdag, Bevrijdingsdag en het Gronings Ontzet wordt gevierd.)

We leggen in dit vergunningenkader niets vast over de begintijd van een evenement. Echter: bij een vergunningaanvraag kan ook op de begintijd een afweging van belangen plaatsvinden. Bijvoorbeeld: een muziekevenement dat zaterdagochtend om 7.00 uur begint kan niet in de nabijheid van woningen.

Koningsnacht wordt in Groningen doorgaans groots en uitbundig gevierd. De avond en nacht voorafgaand aan de viering van Koningsnacht is een van de drukst bezochte uitgaansavonden in Groningen. Vanwege de impact op de binnenstad worden voor Koningsnacht en Koningsdag crowdmanagementmaatregelen genomen om publieksstromen te reguleren. Onderdeel van deze maatregelen kan zijn, dat er variatie in eindtijden van de programmering op de evenementenpodia wordt aangebracht. Jaarlijks worden de kaders voor Koningsdag vastgesteld en afgestemd met horeca en evenementenorganisatoren. Als het programma van Koningsdag tot laat in de avond doorloopt, kan er een pauze worden ingesteld in de programmering van livemuziek, doorgaans van 18.00 tot 19.00 uur.

Geluidsnormen
In beginsel geldt in de hele stad een geluidsnorm van 85 dB(A) en 100 dB(C). Met deze geluidsnorm zijn muziekevenementen mogelijk. Doorgaans wordt daarbij het geluidsniveau vastgesteld op de gevel van de dichtstbijzijnde / meest geluidgevoelige woning.
Bij evenementenlocaties op grote afstand van woningen geeft deze geluidsnorm onnodig veel geluidsruimte. Een geluidsnorm zal dan gelden op een door de gemeente te bepalen afstand van het podium, bijvoorbeeld een geluidsnorm van 100 dB(A) en 115 dB(C) gemeten op het mengpaneel of op 15 meter voor het podium. De geluidsnormen gelden zowel overdag als in de avond.

De geluidsnormen gelden zowel overdag als in de avond: 85 dB(A)/100 dB(C) op de gevel. Uitzonderingen: evenementen met sfeermuziek en sportevenementen: 70 dB(A)/85 dB(C).

Bepaalde evenementen, zoals een braderie of een sportevenement kunnen met een lagere geluidsnorm toe dan een muziekevenement. De muziek is ondersteunend aan het evenement en meer bedoeld als sfeermuziek. Ook de verslaggeving door speakers bij een sportevenement is prima mogelijk bij een lagere geluidsnorm van 70 dB(A).

Aantal muziekevenementen per locatie
De algemene regel luidt: Per locatie mogen op maximaal 12 dagen per jaar muziekevenementen worden georganiseerd met een geluidsnorm van 85 dB(A) en 100 dB(C). Op de belangrijke evenementenlocaties in en rond de Binnenstad mogen meer muziekevenementen plaatsvinden.

Locatieprofielen
Binnen de algemene regels kan het aantal muziekevenementen met een specifiek karakter worden beperkt. De belasting voor de omgeving is bij sommige muzieksoorten groter dan bij andere. Er zijn wat dat betreft grote verschillen tussen een klassiek concert, het optreden van een singersongwriter, een band met popmuziek of een hardcore dancefestival.

Beperkingen kunnen worden opgenomen in de locatieprofielen, waarmee we vanaf 2015 voor zo'n 20 locaties werken. In de profielen houden we rekening met de fysieke omstandigheden van de locatie, het akoestisch profiel, de nabijheid van woningen of andere voorzieningen, de aanwezigheid van kwetsbare natuur, et cetera. We kunnen het aantal van een bepaald type evenementen beperken, maar ook de duur of het aantal dagen tussen twee evenementen aan regels onderhevig maken. Ook kunnen in het profiel regels worden opgenomen m.b.t. de te gebruiken geluidstechniek, de opstelling van podia en de afstemming van muziekinstallaties.

De profielen worden zo opgesteld dat ze ook behulpzaam zijn aan de organisatoren van evenementen. Ze geven inzicht in de aard van de locatie, de aanwezigheid van voorzieningen, de bereikbaarheid en de locatiegebonden kaders waarbinnen een evenement georganiseerd kan worden.

De locatieprofielen worden beschouwd als onderdeel van deze Beleidsregel. Ze worden vastgesteld door de burgemeester en hebben een dynamisch karakter. De profielen kunnen worden bijgesteld op grond van veranderde omstandigheden of op grond van opgedane ervaringen.

2.3 Locatieprofiel Evenementenlocatie Stadspark-Drafbaan

Het locatieprofiel Evenementenlocatie Stadspark-Drafbaan (hierna: het Locatieprofiel) is geactualiseerd vastgesteld door de burgemeester in 2016.
Het Locatieprofiel is vergelijkbaar met de locatieprofielen, die zijn geschreven voor de andere evenementenlocaties in de stad Groningen. Zij geven met name aan welke locaties geschikt zijn voor welk aantal en welk type evenement als hulpmiddel bij de vergunningverlening en in verband met de gewenste spreiding van evenementen en zijn tevens bedoeld als service naar de organisatoren. Er is een maximaal geluidniveau voor muziekevenementen aangegeven, voor andersoortige evenementen niet, wat verklaarbaar is, omdat het in de openbare ruimte qua evenementen vooral om muziekevenementen gaat en deze de meeste invloed hebben op de omgeving. Ook zijn er eindtijden aangegeven en richtgetallen voor het aantal mogelijke bezoekers op de diverse locaties; van zowel eindtijden als bezoekersaantallen kan worden afgeweken.

De locatieprofielen vormen een onderdeel van de Beleidsregel Vergunningen Evenementen; deze biedt het vergunningenkader op basis van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen (hierna: APVG): in Hoofdstuk 2. Afdeling 7, openbare orde verbiedt de APVG het organiseren van een evenement zonder vergunning van de burgemeester (de evenementenvergunning).

Beschrijving locatie
De drafbaan is onderdeel van het Stadspark. Het Stadspark kent ook andere locaties waar evenementen kunnen plaatsvinden. We willen echter bevorderen dat evenementen in het park zoveel mogelijk op de drafbaan worden georganiseerd.

Programmering 
De drafbaan is een toplocatie voor grootschalige evenementen in een ruime variëteit, zoals grote (pop)concerten, het bevrijdingsfestival en volksfeesten. Daarnaast kunnen er op de drafbaan ook evenementen met een exclusief dance-karakter worden georganiseerd. Voor het hele Stadspark geldt dat er per jaar op maximaal 6 dagen evenementen met een exclusief dance-karakter mogen plaatsvinden. Voor dancefeesten in het Stadspark geldt een maximale duur van acht uur. De periode tussen de evenementen met een exclusief dancekarakter is tenminste twee weken.
Bij de programmering van Stadspark wordt er rekening gehouden met de eventuele programmering op het Suikerunieterrein, zodat ongewenste samenloop van
muziekevenementen wordt vermeden.

Op de Drafbaan worden er draverijen georganiseerd. Er zijn tribunes, paardenstallen en een Totohal met horecavoorzieningen te vinden aan de noordkant van de sintelbaan.
Maximaal 10 keer zijn op de drafbaan draverijen. Eén ervan, de sweepstake, krijgt een vaste plaats in de jaarplanning evenementen. Andere draverijen worden in overleg in de loop van het jaar ingepast, waarbij grote publieksevenementen voorrang krijgen.

Richtlijn maximaal aantal bezoekers
De richtlijn van het maximaal aantal bezoekers bij evenementen op de Drafbaan is als volgt:
Categorie 1: Reguliere activiteiten maximaal 8000 bezoekers per dag.
Categorie 2: Middelgroot (muziek)evenement > 8000 en < 30.000 bezoekers per dag.
Maximaal 8 dagen per kalenderjaar, eindtijd uiterlijk 24.00 uur.
Categorie 3: Grootschalig (muziek)evenement tot maximaal 75.000 bezoekers per dag.
Maximaal 5 dagen per kalenderjaar, eindtijd uiterlijk 24.00 uur.

Het maximaal aantal bezoekers is afhankelijk van meerdere factoren zoals het type evenement, de uiteindelijke opstelling en de noodzakelijk geachte gezondheids- en veiligheidsmaatregelen.

Geluidsnormen
Op de drafbaan zijn maximaal 12 dagen per jaar muziekevenementen toegestaan met een geluidsnorm van maximaal 100 dB(A) en 115 dB(C) te meten ter hoogte van de tent voor licht- en geluidtechnici of op 15 meter voor het podium. De geluidsnorm op de grens van de inrichting (het hek om de drafbaan) is hierbij maximaal 85 dB(A) en 100 dB(C). Voor evenementen uit categorie 3 geldt een tijdelijke verhoging van de maximale geluidsnorm met 5 dB(A). In overleg met de accountmanager kunnen afspraken worden gemaakt over geluidstechnische eisen, het richten van geluid, te gebruiken apparatuur en opstelling van de podia.

Op de drafbaan gelden de volgende eindtijden voor geluid:
Dagen Eindtijd muziek Eindtijd evenement (tap)
Zondag t/m donderdag 23.00 uur 00.00 uur
Vrijdag en zaterdag 00.00 uur 01.00 uur

De burgemeester kan in uitzonderlijke gevallen besluiten af te wijken van de vastgestelde eindtijden. Daarnaast gelden er afwijkende tijden voor collectieve feest- en festiviteiten- dagen.

Het terrein is niet openbaar toegankelijk en is afsluitbaar. Rondom het hele terrein is
hekwerk aanwezig.

2.4 Flankerend beleid

Bij de beleving van geluid spelen de communicatie, de handhaving, de mogelijkheid voor het doen van geluidmeldingen en een goede meldingenregistratie een belangrijke rol. Om deze reden zijn er de volgende maatregelen.

  • 1. Er is sprake van tijdige voorlichting over evenementen.
  • 2. De gemeente monitort de geluidproductie en zorgt voor adequate handhaving.
  • 3. De mogelijkheid voor het doen van geluidmeldingen en de meldingenregistratie bij overlast is adequaat.

Dit kan als volgt worden toegelicht.

Ad 1 

Iemand die weet waar hij aan toe is en zich gehoord voelt, ervaart minder overlast. Daardoor wordt de geluidbelasting vaak minder negatief beleefd. Voorlichting over onder meer plaats en duur van evenementen vindt plaats via de jaarlijkse evenementenkalender en bij grote evenementen moet de organisatie omwonenden informeren via een brief.

Ter toelichting de navolgende informatie uit de Beleidsregel vergunningen Evenementen.

Actuele evenementenkalender
Op de website van de gemeente Groningen wordt wekelijks een update gepubliceerd van alle aanvragen voor grote en middelgrote evenementen en in welke fase de aanvraag is.

De evenementenkalender is naast een instrument voor organisatoren en professionals van gemeente en hulpdiensten ook bedoeld voor bewoners van de stad, die willen weten of zij rekening moeten houden met een evenement bij hen in de buurt. Relevante informatie voor Stadjers over evenementen zoals locatie, datum, eindtijden worden in de evenementenkalender verwerkt. Naast deze evenementenkalender is ook de jaarplanning evenementen beschikbaar via de website. Indien gewenst kan er een kopie van de evenementenvergunning worden verstrekt.

Een goede en tijdige planning draagt bij aan een sterke evenementenkalender met een hoogwaardig evenementenaanbod. Daarnaast biedt de Jaarkalender ook aan politie en andere parate diensten tijdig informatie over benodigde inzet van de hulpdiensten.

Jaarplanning Evenementen
Voor grote evenementen, die in praktijk vrijwel allemaal onder de aanpak van aandacht- en risico-evenementen vallen werken we met een Jaarplanning Grote Evenementen (in het verleden de Jaarkalender genoemd). De Jaarplanning Grote Evenementen is een overzicht dat duidelijk maakt wie wanneer welk groot evenement waar wil organiseren. Organisatoren moeten jaarlijks voor 1 oktober hun plannen voor grote evenementen in het volgende kalenderjaar aanmelden voor de jaarplanning. De burgemeester stelt vervolgens de Jaarplanning Grote Evenementen vast.

Doel van de jaarplanning Grote Evenementen is:

  • Het bieden van een betere dienstverlening aan organisatoren van evenementen door het creëren van de mogelijkheid om met voorrang een locatie en datum te reserveren.
  • Het bieden van een betere dienstverlening aan bewoners en ondernemers door het tijdig en duidelijk communiceren over waar en wanneer er welk evenement plaatsvindt
  • Het bieden van betere voorbereidingsmogelijkheden van parate diensten (politie, brandweer, Geneeskundige HulpverleningsOrganisatie in de Regio Groningen) en inzet van (gemeentelijk) personeel.

Daarnaast worden in de jaarplanning evenementen de wedstrijden van FC Groningen en de collectieve festiviteitendagen vastgesteld/weergegeven.

NB: De aanmelding voor de jaarplanning is uitdrukkelijk nog niet de aanvraag voor een evenementenvergunning. Als een evenement wordt geplaatst op de jaarplanning evenementen worden datum en locatie voor het evenement gereserveerd. Het reguliere vergunningverleningstraject moet nog wel doorlopen worden. Aan een plaats op de jaarplanning evenementen kunnen geen rechten met betrekking tot de verlening van de evenementenvergunning worden ontleend.

Voor grote evenementen kan ook na 1 oktober nog een evenementenvergunning worden aangevraagd. Er wordt dan niet meer met voorrang gekeken naar locatie en datum. Kleine en middelgrote evenementen kunnen niet worden aangemeld voor de jaarplanning. Voor deze evenementen kan nooit met voorrang een datum of locatie worden gereserveerd.
De jaarplanning wordt na vaststelling gepubliceerd. De betrokken organisatoren ontvangen een exemplaar.

Vanwege de ambitie om een bruisende evenementenstad te zijn, willen wij kunnen inspelen op onverwachte kansen en gebeurtenissen voor de stad, zoals de komst van het Glazen Huis 3FM, The Passion of een huldiging van FC Groningen. Bij dergelijke initiatieven met een bijzondere uitstraling voor de stad maken we dan een voorbehoud ten aanzien van de toepassing van aanmeld- en aanvraagtermijnen. Dit zijn uitzonderingen waarbij wij kijken naar inpasbaarheid op het laatste moment.

Veiligheid, volksgezondheid en verkeersveiligheid
Een toename van grote evenementen geeft ook meer zorg over de openbare orde en veiligheid en vraagt ook een grotere inzet van de hulpverleningsdiensten. Van de overheid wordt verwacht dat zij ter bescherming van de burger de risico's beperkt en beheerst. De veiligheid van bezoekers van evenementen is onlosmakelijk met de organisatie van dat evenement verbonden. Veiligheid van bezoekers rond en tijdens een evenement is de primaire verantwoordelijkheid van de organisator.

In haar algemene taak draagt de gemeente zorg voor voorlichting en informatie over gezondheidsrisico's die zich ook tijdens evenementen kunnen voordoen.

Evenementen kunnen belangrijke consequenties hebben voor het verkeer in de directe omgeving. Tijdens een evenement kunnen (delen van) wegen worden afgesloten en kan verkeer worden omgeleid. Ook kan het grote aantal bezoekers de verkeersdoorstroming stremmen of tot parkeerdruk leiden. Van de organisator wordt daarom verwacht dat in het draaiboek ook een verkeersplan wordt opgenomen. In het verkeersplan moeten de maatregelen worden uitgewerkt, die de organisator neemt om de bereikbaarheid voor bezoekers (OV, auto en fiets) en voor hulpdiensten te waarborgen. Zo is bijvoorbeeld de organisator in de eerste plaats verantwoordelijk voor de inzet van gecertificeerde verkeersregelaars.

Ad 2 

Er worden tijdens evenementen geluidmetingen verricht en bij een gesignaleerde overtreding van de geluidsnormen wordt handhavend opgetreden. Bij overschrijding van de geluidnorm is in het verleden met succes gedreigd met het stilleggen van het evenement, is een last onder dwangsom opgelegd en is een geluidman bij volgende evenementen geweerd.

Ad 3

Overlastmeldingen over evenementen kunnen worden gemeld bij het Meldpunt Evenementen. Tijdens de evenementen is er altijd een piketdienst bereikbaar. Het niet- opnemen van de telefoon komt soms voor, als er bijvoorbeeld teveel lawaai is op het veld zelf, maar inspreken kan altijd; dan wordt teruggebeld. De opslag van berichten is digitaal, zodat de voicemail nooit vol kan zijn.

Daarnaast worden er ook klachten ingediend bij het Meldpunt Overlast en Zorg; het Meldpunt is goed bereikbaar, maar alleen tijdens kantooruren.

2.5 Conclusies

2.5.1 Evenementencategorieën

In het Strategisch Evenementenbeleid is de Drafbaan beschreven als topevenementen- locatie voor Groningen, onder meer vanwege de gunstige ligging en bereikbaarheid. Het doel is om Groningen als een bruisende evenementenstad te behouden en te ontwikkelen.
Het Groninger Evenementenbeleid is uitgewerkt in de Beleidsregel Vergunningen Evenementen en de locatieprofielen.

In de paragrafen 2.2 en 2.3 is aangegeven dat de Beleidsregel en het Locatieprofiel gebaseerd zijn op de APVG, die als oogmerk de 'openbare orde en veiligheid' heeft en
daarom zijn vastgesteld door de burgemeester en niet door de raad, zoals het Strategisch Evenementenbeleid.
Het Locatieprofiel is hoofdzakelijk bedoeld als hulpmiddel bij de vergunningverlening en als service naar de organisatoren van evenementen.

Het voorliggend bestemmingsplan sluit nauw aan bij het beleid, maar verschilt, omdat het bestemmingsplan is bedoeld om de ruimtelijke aanvaardbaarheid van de functie 'evenementen' op de Drafbaan te regelen en niet de openbare orde (Zie ook ECLI:NL:RVS: 2016:1245) of de praktische uitvoering. Voor het woon- en leefklimaat is voornamelijk het geluidsaspect relevant.

Omdat het geluidsaspect het belangrijkst is naast, in mindere mate, het aantal bezoekers, waren de categorieën evenementen in de Partiële herziening ingedeeld naar zowel geluidnorm als bezoekersaantal. Dit leverde verwarring op, doordat de naam van de soorten evenement in het Locatieprofiel, de milieuvergunning en de vernietigde regeling Partiële herziening 2016 hetzelfde is -namelijk categorie 1, 2 en 3- terwijl de inhoud van deze categorieën in de verschillende stukken verschilt.

Vanwege deze verwarring is de categorie-indeling in het voorliggend bestemmingsplan losgelaten. Er is voor de duidelijkheid een onderscheid gemaakt tussen geluidarme en geluidproducerende evenementen met behoud van de inhoud van de regeling. Alleen de naam is anders. Globaal zijn er op grond van dit plan op maximaal 100 dagen geluidarme en op 12 dagen geluidproducerende evenementen met een, in vergelijking met evenementen elders, beperkt geluidniveau op de gevel mogelijk: maximaal 70 dB(A) en 85 dB(C). Beide soorten evenementen zijn in principe alleen overdag en 's avonds toegestaan.

Op de regeling van deze evenementen wordt hierna nader ingegaan.

2.5.2 Geluidarme evenementen

De regeling

In de voorliggende bestemmingsregeling zijn de geluidarme evenementen: de evenementen waarvan de geluidproductie op de meest belaste gevel van alle omliggende woningen maximaal 45 dB(A) en tevens maximaal 60 dB(C) bedraagt in de periode van 07.00-23.00 uur, en maximaal 40 dB(A) en tevens maximaal 55 dB(C) in de periode van 23.00-07.00 uur. Het maximale bezoekersaantal is 30.000. Het betreft de kleinere en middelgrote niet of nauwelijks overlastgevende evenementen, zoals een braderie, een circus, een preuvenement, bijeenkomsten, theater, shows en thematische markten. Het aantal bezoekers bij deze evenementen varieert sterk en kan verspreid over de dag voorkomen.

Geluidnormen

Het Locatieprofiel geeft geen geluidnorm voor de reguliere activiteiten. Daarom is in dit bestemmingsplan voor de geluidnormen aangesloten bij de normen in het Activiteiten- besluit. Echter, de geluidnormen in het bestemmingsplan zijn overdag en 's avonds 45 dB(A) en 60 dB(C) en na 23.00 uur maximaal 40 dB(A) en 55 dB(C) op de gevel. Dat is strenger dan de normen in het Activiteitenbesluit voor reguliere activiteiten, c.q. 50 dB(A) overdag en 45 dB(A) 's avonds. De reden voor een strengere regeling is, dat hiermee wordt voorkomen, dat een moeilijk handhaafbare cesuur tussen dag- en avondperiode ontstaat.
De effecten op de omgeving zijn gering. Uitgaande van een geluidisolatie van woningen van 20 dB ('worst-case'-aanname) zal zelfs in het ongunstigste geval bij gesloten ramen een geluidniveau resteren van circa 25 dB(A) overdag en 's avonds en 20 dB(A) na 23.00 uur. Een dergelijk geluidniveau zal geen hinder voor de omgeving opleveren en er kan een goed binnenniveau worden behouden.

Aantal evenementendagen

In het Locatieprofiel is geen beperking opgenomen voor het aantal dagen waarop deze evenementen mogen worden gehouden. Het bestemmingplan maximeert het aantal dagen op 100 per jaar. Dit aantal is vastgesteld in het overleg op 30 september 2015 over het concept-voorontwerpbestemmingsplan 'Partiële herziening bestemmingsplan Kranenburg-Stadspark - de drafbaan en De Kring' met drie personen van het actiecomité Feesten uit Balans. In dit overleg is geconstateerd dat uitsluitend geluidoverlast van muziek bij de geluidproducerende evenementen een probleem is; overige aspecten, zoals bezoekersaantallen, aantal evenementen en verkeer en parkeren zijn dat niet.
Ook de Raad van State stelt dat de raad er in redelijkheid voor heeft kunnen kiezen om 100 categorie 1-evenementen toe te staan' (overweging 6.6).

Aantal bezoekers

In het Locatieprofiel is voor geluidarme evenementen een aantal van 30.000 bezoekers mogelijk. Er kunnen dus veel bezoekers komen, al zullen zij vaak niet allemaal tegelijk aanwezig zijn, zoals bij een Pasar Malam of Kerstmarkt. Dat het aantal bezoekers niet wezenlijk is voor eventuele overlast op de omgeving komt door de afstand tot omliggende woningen en de ligging van de drafbaan, die door wegen is gescheiden van deze woningen. Voorts is de bereikbaarheid van de Drafbaan voor bezoekers goed; de locatie is vanaf het station of de stad goed bereikbaar met de bus, de fiets of te voet en door de ligging aan stroomwegen (de A7 en de westelijke ringweg) ook met de auto. Parkeerplaatsen bevinden zich in de nabijheid (zie ook paragraaf 4.1). Stemgeluid vanwege een groot aantal bezoekers op de Drafbaan vormt geen probleem; stemgeluid moet voldoen aan de norm en wordt meegemeten.

2.5.3 Geluidproducerende evenementen

Geluidnormen

In het voorliggend bestemmingsplan zijn de geluidnormen die in het Locatieprofiel voor muziekevenementen zijn opgenomen, voor wat betreft het maximale geluidniveau vlakbij de bron, overgenomen: 100 d(A) en 115 dB(C) te meten op 15 meter voor het podium. In het Locatieprofiel zijn er tevens geluidnormen op het hek van de Drafbaan. Vanwege een doelstelling van dit bestemmingsplan om een goed woon- en leefklimaat te waarborgen, is in plaats van een geluidsnorm op het hek een geluidsnorm op de meest belaste gevel van alle woningen gelegd. Op de in dit bestemmingsplan gekozen geluidsnorm -70 dB(A) en 85 dB(C)- wordt ingegaan in hoofdstuk 3.

Begin- en eindtijden

De eindtijden voor relevante geluidproductie in het voorliggend bestemmingsplan zijn overgenomen van de eindtijden voor muziek in het Locatieprofiel. Volgens het Locatieprofiel is voor muziek de eindtijd van zondag tot en met donderdag 23.00 uur en op vrijdag en zaterdag, de dagen waarop een vrije dag volgt, 24.00 uur (voor uitzonderingen zie hierna).

Daarna is er nog 1 uur 'taptijd' voor een rustige en geleidelijke afloop van het evenement. De tap is dan nog open, maar een groot deel van het publiek zal in deze periode alvast vertrekken. Gedurende dit uur is geen muziek meer toegestaan en is het geluidniveau zodanig laag dat dit geen overlast op de omgeving met zich meebrengt. De maximale geluidproductie op de meest belaste gevel van alle omliggende woningen is op grond van dit bestemmingsplan dan maximaal 40 dB(A) en tevens maximaal 55 dB(C); dit is in de woning niet of nauwelijks waarneembaar en het zal het woon- en leefklimaat niet belasten.
Ten gevolge van de taptijd, is de eindtijd van evenementen op zondag tot en met donderdag 24.00 uur en vrijdagnacht en zaterdagnacht om 01.00 uur. Dit is conform het Locatieprofiel.

Op grond van de Uitspraak is daarnaast een aanvangstijd voor evenementen opgenomen. Strikt juridisch zouden namelijk evenementen zonder een dergelijke regeling in de nachtelijke uren kunnen plaatsvinden. Dit is niet beoogd.
Dit met dien verstande dat er een uitzondering is voor enkele collectieve feestdagen

Met de begin- en eindtijden zijn de perioden aangegeven, waarbinnen geluidproducerende evenementen tot een bepaald geluidsniveau -70 dB(A/85 dB(C)- kunnen plaatsvinden, c.q. op zondag van 13.00-23.00 uur, op maandag tot en met donderdag van 10.00-23.00 uur en op vrijdag en zaterdag van 10.00-24.00 uur. Deze geluidnormen en de eindtijden zijn conform de Partiële herziening 2016.
Eveneens conform de Partiële herziening zijn in dit bestemmingsplan afwijkende eindtijden voor muziek/relevante geluidproductie opgenomen voor enkele collectieve feestdagen (in ieder geval op 2 daarvan volgt een vrije dag). Het betreft de viering van: Oud en Nieuw, Koningsnacht (was in de Partiële herziening 2016: Koningsdag), Bevrijdingsdag en het Gronings Ontzet. De eindtijd voor relevante geluidproductie is dan 1.00 uur, de begintijd blijft ook dan op zondag 13.00 uur en op de overige dagen 10.00 uur.
In alle gevallen sluit de tap 1 uur later.

Ook meerdaagse evenementen (maximaal 2 dagen achtereen) zijn mogelijk, met dien verstande dat relevante geluidproductie uitsluitend is toegestaan tussen de begin- en eindtijden die ook gelden voor eendaagse evenementen (zie hiervoor) en er daarbuiten niet of nauwelijks waarneembare geluidniveaus op de woningen mogen zijn: maximaal 40 dB(A) en 55 dB(C) op de gevel.

Aantal evenementen en bezoekersaantallen

Conform het Locatieprofiel zijn de geluidproducerende evenementen in dit bestemmingsplan maximaal 12x per jaar toegestaan. Het aantal bezoekers mag maximaal 30.000 zijn, met dien verstande dat van de 12 dagen er op maximaal 5 dagen een maximaal bezoekersaantal van 75.000 per dag mag zijn.
Maximaal 30.000 bezoekers zullen qua verkeer en parkeren niet voor problemen zorgen (zie paragraaf 4.1). Maximaal 75.000 bezoekers per dag kunnen er bijvoorbeeld op de collectieve feestdagen zijn, zoals Bevrijdingsdag, wanneer bezoekers ook een klein deel van het programma op de Drafbaan bijwonen. Verder kunnen er bijvoorbeeld meer dan 30.000 bezoekers komen bij de huldiging van FC Groningen of bij een wereldberoemde popband. De hier genoemde bezoekersaantallen kunnen goed worden opgevangen vanwege de goede ontsluiting en parkeermogelijkheden en het flankerend beleid (zie paragraaf 2.4).

Dance-evenementen

Onder de 12 evenementendagen vallen ook maximaal 6 dance-evenementendagen. Zij trekken vaak slechts enkele duizenden bezoekers.

Dance-evenementen worden over het algemeen als belastend ervaren. Of er overlast wordt ervaren, en zo ja hoeveel, verschilt per persoon. Maar het hangt ook samen met de geluidsterkte die bij omwonenden op de gevel komt en de mate van geluidisolatie. In hoofdstuk 3 is aangegeven dat de geluidproductie op grond van dit bestemmingsplan laag is, maar dat dance-evenementen een ander soort hinder met zich meebrengen (zie met name paragraaf 3.4), uiteraard ook afhankelijk van het geluidniveau. Het Locatieprofiel en dit bestemmingsplan houden hier rekening mee door een strengere regeling te geven dan voor andere muziekevenementen.

De extra eisen aan dance-evenementen houden het volgende in. Er zijn maximaal 6 dance-evenementendagen per jaar toegestaan, de maximale duur -behalve op Koningsdag- bedraagt 8 uur en er dient een rustperiode tussen twee dance-evenementen van tenminste twee weken te worden aangehouden. De periode tussen de viering van Koningsdag en de viering van Bevrijdingsdag mag korter zijn: minimaal een week. Er kunnen dus nooit twee dagen achter elkaar dance-evenementen worden gehouden op de Drafbaan.

Hoofdstuk 3 Akoestische aspecten

Bij evenementen behoeft de regeling omtrent geluidhinder bijzondere aandacht. Zoals is aangegeven in hoofdstuk 2 worden in dit bestemmingsplan twee soorten evenementen onderscheiden:
1. geluidarme evenementen (zie subparagraaf 2.5.2), en
2. geluidproducerende evenementen, c.q. de evenementen waarvan het geluid in de omgeving waarneembaar is. Dit zijn vaak muziekevenementen die maximaal 12 dagen per jaar zijn toegestaan, waarbij de geluidproductie op de meest belaste gevel van alle omliggende woningen maximaal 70 dB(A) en maximaal 85 dB(C) bedraagt. Daarbij mag de geluidproductie gemeten op 15 meter vanaf het podium maximaal 100 dB(A) en 115 dB(C) bedragen.
Met name ten behoeve van geluidproducerende evenementen is de navolgende toelichting opgenomen.

In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens de volgende onderwerpen aan de orde: het geluidrapport van dbCare (3.1), een toelichting op de meeteenheden dB, dB(A) en dB(C) (paragraaf 3.2), de geluidproductie op de gevel en in woningen (paragraaf 3.3), het specifieke karakter van dance-evenementen (paragraaf 3.4), de jurisprudentie (paragraaf 3.5) en de VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering' (paragraaf 3.6). Tot slot volgen de conclusies die van belang zijn voor de regels in dit plan (paragraaf 3.7).

3.1 Het geluidrapport van dbCare

Doel
De geluidnormen in het voorliggend bestemmingsplan zijn gebaseerd op het door dbCare opgestelde rapport "Prognose muziekgeluid, geluidsystemen en toepassingen locaties Roodehaan, Kardingerplas, Damsterplein, Drafbaan," van 2 augustus 2014 (hierna: Geluidrapport). Dit Geluidrapport is opgesteld in opdracht van de gemeente Groningen om een beeld te kunnen krijgen van de geluidbelasting op de omgeving tijdens een evenement. (Het Geluidrapport is opgenomen in de bijlage bij dit bestemmingsplan; de relevante afbeeldingen zijn opgenomen in deze paragraaf.)

Varianten en berekeningen
In het Geluidrapport is per evenementenlocatie onderzocht welke categorieën evenementen daarvoor geschikt zijn. In het Geluidrapport zijn drie varianten geluidsystemen doorgerekend. Alle berekeningen zijn met een A- en C-weging uitgevoerd. Variant 2, waarvan het voorliggend bestemmingsplan uitgaat, is een model met geluidbronnen die overeenkomt met een conventioneel geluidsysteem, waarbij de maximale geluidruimte op basis van de 'Nota Feesten in Balans II', die het beleid bevatte dat ten tijde van het onderzoek gold, is berekend: 85 dB(A) op een geluidgevoelig object of 100 dB(A) op 10 meter afstand van het podium.

Meetmethode en worst case-benadering
De geluidberekeningen zijn uitgevoerd overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen industrielawaai 1999.
Bij de gehanteerde uitgangspunten is uitgegaan van een worstcase benadering, omdat geen toepassing is gegeven aan de meteocorrectieterm; dit betekent dat de ongunstigste meewindcondities zijn berekend. Normaliter wordt bij geluidberekeningen voor inrichtingen namelijk uitgegaan van meteogemiddelde weersomstandigheden.
Bovendien wordt gerekend met een geluidbron die in alle richtingen tegelijk evenveel geluid produceert, terwijl in de praktijk alleen de muziek vanaf het podium op het publiek is gericht.

De berekeningen voor variant 2 hebben geresulteerd in de afbeeldingen, die hierna zijn weergegeven (Drafbaan-A-weging Conventioneel beleid, geëxtrapoleerd en Drafbaan- C-weging Conventioneel beleid).

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP580DeDrafbaan-vg01_0003.png"

Drafbaan A-weging Conventioneel beleid, geëxtrapoleerd

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP580DeDrafbaan-vg01_0004.png"

Drafbaan C-weging Conventioneel beleid

Conclusies

  • De maximale geluidwaarde komt alleen terecht op de dichtstbijgelegen woningen: 65 dB(A) en 85 dB(C). Hier wordt het hiervoor vermelde beleidsmatig vastgestelde maximum van 85 dB(A) niet gehaald; dit komt door de grote afstand van de drafbaan tot de dichtstbijzijnde woningen. Om deze reden is de geluidnorm in dit bestemmingsplan ten opzichte van de beleidsmatig vastgestelde norm verlaagd naar 70 dB(A).
  • In de afbeeldingen straalt het geluidniveau naar alle kanten uit.
    Echter, de kans dat op alle omringende woningen tegelijk het maximale geluidniveau wordt gehaald, is onwaarschijnlijk, omdat de wind benedenwinds terechtkomt, dus op een beperkt aantal woningen, die bovendien niet steeds dezelfde zijn. Doordat de windrichting varieert, varieert ook de plek die een maximaal geluidniveau ontvangt.
  • Een soortgelijk effect wordt bereikt door de podiumopstelling. In tegenstelling tot de afbeelding die het geluidniveau naar alle kanten uitstraalt, zal door de podiumopstelling geluid niet in alle richtingen maximaal uitstralen (de uitstraling is alleen alleen richting het publiek), zodat ook hierdoor het aantal woningen dat een maximale geluidbelasting ontvangt, beperkt is.

Samengevat:
Alleen in de worstcase-situatie zal op de dichtstbijgelegen woningen het maximale geluidniveau worden bereikt. Voor de overige woningen zal de geluidnorm niet worden bereikt.

3.2 Toelichting op de meeteenheden dB, dB(A) en dB(C)

dB
dB is een afkorting voor decibel. Het is de eenheid waarmee de sterkte van het geluid wordt weergegeven. Voor ongewogen niveaus is de dB de correcte eenheid. Deze worden echter ook wel aangeduid als het lineaire niveau dBlin. Maar de mate waarin mensen geluid waarnemen is niet alleen afhankelijk van de dB-waarde.

dB(A)
Doordat het oor niet voor alle frequenties even gevoelig is, is het gewone lineair gemeten geluiddrukniveau geen goede maat voor de ondervonden hinder van een bepaald geluid. Een veel betere hindermaat wordt verkregen, indien het meetinstrument waarmee wordt gemeten niet alle frequenties even sterk meetelt. Dit wordt bereikt door het instrument te voorzien van een filter dat qua vorm de karakteristiek van ons gehoorzintuig benadert. De met ingeschakeld filter gemeten niveaus worden gewogen niveaus genoemd. Er is op het signaal een frequentieafhankelijke weging toegepast.
Het A-filter corrigeert het geluid voor de menselijke waarneming. Omdat mensen de lage tonen minder goed horen, tellen de lage tonen minder zwaar in de meting mee dan de midden- en hogere tonen.
(In overweging 11 van de Uitspraak wordt gesteld:) "In het Factsheet LFG staat dat laagfrequent geluid ziet op geluid met een frequentie onder de 100/125 Hz. Bijna alle geluidbronnen produceren naast hoger frequent geluid ook laagfrequent geluid. In de meeste gevallen wordt het laagfrequent geluid door het hoger frequente geluid overstemd en dan wordt het niet als zodanig waargenomen."
Voor bijvoorbeeld livepopmuziek (popmuziek zonder veel elektronisch geproduceerd bas- geluid) of klassieke muziek is er op basis van het geconstateerde dB(A)-niveau een goede beoordeling voor de mate van overlast te geven.
 

dB(C)
"In de akoestische praktijk wordt veelal een onderscheid gemaakt tussen de geluidbelasting die wordt gemeten in dB(A) en het geluid van bassen, zoals dat bijvoorbeeld bij de nieuwe muziekstijlen dance en house veel meer wordt ingezet.
Het lage basgeluid zorgt veelal voor de meeste last bij omwonenden, omdat het geluid veel verder draagt en door de lange golflengte makkelijker door muren dringt dan de hogere frequenties met kortere golven die in dB(A) worden uitgedrukt." (Bron: Tijdschrift Jurisprudentie Milieurecht 17-5-2017, p.486). Door de lange golflengte blijft op grote afstand alleen de bastoon over.
Hoe hoger het geluidniveau is (dus hoe harder het geluid is), des te meer wordt het basgeluid ook in de omgeving hoorbaar.
Om de overlast door bassen op de omgeving te beperken heeft de gemeente naast de bestaande dB(A)-norm in 2011 een dB(C)-geluidnorm geïntroduceerd. Lage tonen wegen zwaarder in een dB(C)-meting dan in een dB(A)-meting. Een toename van de bassen heeft op de dB(A)-waarde aan de bronzijde een geringe invloed; op de dB(C)-waarde, en dus in de omgeving, heeft dat direct invloed. Door opname van de dB(C)-norm wordt geluidoverlast door bassen op de omgeving zoveel mogelijk beperkt.

Getalsverschil
Doordat lage tonen zwaarder meewegen in een dB(C)-meting dan in een dB(A)-meting is het verschil tussen dB(A)- en dB(C)-waarde een maat voor de hoeveelheid lage tonen: hoe groter het getalsverschil, des te meer lage tonen.
De getalswaarde gemeten met het C-filter is altijd hoger dan de getalswaarde, die tegelijk wordt gemeten met het A-filter, omdat ten opzichte van het gewogen geluid volgens het A-filter de lage tonen zwaarder worden meegeteld.
Het aandeel lage tonen neemt volgens de richtlijn van de Nederlandse Stichting Geluids- hinder 'Muziekspectra in horecabedrijven' van laag naar hoog toe van achtergrondmuziek via pop, dance, house naar ultrabas; het aandeel lage tonen bepaalt het verschil tussen het A- en het C-getal.
De NSG-richtlijn is bedoeld voor geluid binnen horecabedrijven. Voor de Drafbaan gaat de StAB in het verslag inzake de Partiële herziening bestemmingsplan Kranenburg-Stadspark - de drafbaan en De Kring uit van een getalsverschil van 14 tot 15 (p.29) bij muziek met het standaardhousespectrum. Het gaat dan om het getalsverschil bij de geluidbron. Op grotere afstand neemt het getalsverschil toe doordat de hoge tonen sneller uitdempen.

3.3 De geluidproductie op de gevel en in woningen

Op grond van dit bestemmingsplan is voor geluidproducerende evenementen een geluid- waarde van maximaal 70 dB(A) en 85 dB(C) toegestaan op de gevel van woningen.
Dit is een relatief laag geluidniveau, vergeleken bij wat ook elders in de gemeente, maar ook in andere gemeenten, is toegestaan. Dat is mogelijk door de grote afstand tussen het evenemententerrein en de omringende woningen. De in de planregels vastgelegde geluidnormen zullen niet leiden tot een verminderde spraakverstaanbaarheid en vinden niet plaats in de nachtperiode. Dit wordt hierna toegelicht.

De binnenwaarde in relatie tot de dB(A)-norm
Er zijn geen grenswaarden in de wetgeving opgenomen voor de binnenwaarde van woningen.

Isolatiewaarde
Hoeveel de geluidbelasting in een woning is, is afhankelijk van meer dan alleen de geluidsterkte. Van belang is hoe goed of slecht de isolatie voor geluid is.
Tijdens de zitting van de rechtbank Overijssel d.d. 5 december 2014 (ECLI:NL:RVS: 2016: 1245) inzake evenementen aan de Wijthmenerplas wordt door een aanwezige deskundige gesteld dat de gevelisolatie van woningen varieert. Bij moderne woningen, zoals deze nu gebouwd worden, is de geluidwerende werking van de gevel vaak 25 dB, bij oudere woningen is dit vaak 20 dB en bij historische panden vaak niet meer dan 15 dB.

Nota Evenementen met een luidruchtig karakter
Ondanks dat geen grenswaarden in de wetgeving zijn opgenomen voor de binnenwaarde, biedt de "Nota Evenementen met een luidruchtig karakter" van de Inspectie Milieuhygiëne Limburg van januari 1996 (hierna: de Nota) de gemeenteraden wel een houvast. In de Nota zijn echter alleen geluidgrenswaarden opgenomen uitgedrukt in dB(A). De zware basgeluiden die wij nu kennen, waren in 1996 nog niet storend aanwezig. In de jurisprudentie wordt ervan uitgegaan, dat de geluidgrenswaarden die in de Nota zijn opgenomen een goed aanknopingspunt vormen voor het borgen van een goed woon- en leefklimaat.
In de Nota is aangegeven dat, rekening houdend met een gevelisolatie van 20 à 25 dB(A), om de grens van het optreden van ‘onduldbare hinder’ niet te overschrijden, moet worden uitgegaan van:
a. een maximaal equivalent geluidsniveau (LAeq) op de gevel van woningen overdag en ’s avonds van 70 à 75 dB(A), en binnen de woningen van 50 dB(A), en
b. ’s nachts van 65 à 70 dB(A) en binnen de woningen van 45 dB(A).

De nachtperiode gaat volgens de Nota in om 23.00 uur, met dien verstande dat voor dagen waarop een vrije dag volgt, het tijdstip waarop de normstelling voor nachtperiode ingaat, met 1 of 2 uur kan worden verschoven naar 24.00 of 01.00 uur.

De regeling in dit bestemmingsplan
In dit bestemmingsplan is relevante geluidproductie (maximaal 70 dB(A)) in de nachtperiode niet toegestaan. De eindtijd voor deze relevante geluidproductie is van zondag tot en met donderdag 23.00 uur en op vrijdag en zaterdag 24.00 uur. Bij een geluidisolatie van 20 dB(A) wordt de binnenwaardegrens van 50 dB(A) niet overschreden.
Wat betreft hiervoor genoemde eindtijden is er een uitzondering voor enkele collectieve feestdagen (in ieder geval op 2 daarvan volgt een vrije dag, zodat zij in ieder geval voldoen aan de Nota). Het betreft de viering van: Oud en Nieuw, Koningsnacht, Bevrijdingsdag en het Gronings Ontzet. De eindtijd voor relevante geluidproductie is dan 1.00 uur 's nachts.

Na afloop van genoemde eindtijden is er nog gedurende 1 uur taptijd voor een rustige en geleidelijke afloop van het evenement; de tap is dan nog open, maar een groot deel van het publiek zal in deze periode alvast vertrekken. Gedurende dit uur is geen muziek meer toegestaan en is het geluidniveau zodanig laag dat dit geen overlast op de omgeving met zich meebrengt. De maximale geluidproductie op de meest belaste gevel van alle omliggende woningen is dan maximaal 40 dB(A) en tevens maximaal 55 dB(C).
Ten gevolge van de taptijd, is de eindtijd van evenementen - behalve bij de collectieve festiviteiten - op zondag tot en met donderdag 24.00 uur en vrijdagnacht en zaterdagnacht om 01.00 uur. Dit is conform het Locatieprofiel.

Conclusie
De regeling in dit bestemmingsplan voldoet aan de normen van de Nota van de Inspectie Milieuhygiëne Limburg, behalve bij de viering van Bevrijdingsdag en het Gronings Ontzet (wanneer daar geen vrije dag op volgt). Uitgaande van een maximale gevelbelasting van 70 dB(A) overschrijdt de binnenwaarde van de dichtstbijgelegen en tevens oudere woningen met een gevelisolatie van 20 dB(A) het 50 dB(A)-niveau overdag en 's avonds niet als er muziek wordt gemaakt. Bij verder weggelegen woningen en bij moderne woningen is de binnenwaarde (veel) lager; bij gunstige weercondities of een gunstige podiuminstelling is dit ook het geval voor de dichtstbijgelegen en tevens oudere woningen.
In de nachtperiode zoals gedefinieerd in de Nota ligt de maximale binnenwaarde, uitgaande van een gevelisolatie van 20 tot 25 dB, met een waarde van 15 tot 20 dB(A) ver beneden de waarde die de Nota als grenswaarde aangeeft.

De binnenwaarde in relatie tot de dB(C)-norm
Voor het vaststellen van normen voor acceptabel laagfrequent geluid (hierna: LFG) is er geen wettelijke norm.
LFG is geluid met een frequentie minder dan 100 tot 125 Hz. Deze frequenties zijn in bijna alle (omgevings)geluiden aanwezig. Het is slechts een deel van het totale geluidsspectrum.
Bij een geluid waar relatief veel lage tonen in zitten, zal de isolatiewaarde van een woning minder zijn dan bij een geluid waar relatief weinig lage tonen in zitten. Het is dus afhankelijk van het soort muziek (dat wil zeggen: het spectrum van het geluid) wat de isolatiewaarde is. Daarom mag bijvoorbeeld klassieke muziek meestal harder zijn dan housemuziek voordat de geluidnorm bij omwonenden wordt overschreden.

Op basis van het geluidrapport en uitgaande van een woningisolatie van 20 dB is de binnenwaarde bij muziek met veel lage tonen voor de maatgevende woningen berekend. Het Bouwbesluit geeft aan dat een woning minimaal 20 dB moet isoleren; hierbij is uitgegaan van het spectrum voor verkeerslawaai. Echter, dit spectrum is niet bepaald voor lage frequenties (beneden 100 HZ). Als het spectrum van verkeerslawaai wordt vervangen door het spectrum voor dancemuziek is de isolatiewaarde circa 2,5 dB minder.

Een gevelisolatie ten opzichte van 20 dB verminderd met 3 dB (de afronding van 2.5 dB) betekent een gevelisolatie van 17 dB. Dit is redelijk vergelijkbaar met hetgeen de appellant in de procedure voor de Partiële herziening 2016 heeft vermeld; hij gaat in zijn beroepsschrift d.d. 17 oktober 2016 op p. 8 uit van een verschil van 3 à 4 dB, waarbij de geveldemping uitkomt op 'om en nabij de 16 à 17 dB(A) in plaats van 20 dB(A)'.

De geluidwaarneming, ook bij muziek met veel lage bastonen, wordt uitgedrukt in de dB(A)-waarde. Dit is het geluid dat voor mensen hoorbaar is.

Het maximale binnenniveau bij de omliggende woningen blijft bij een verminderde geluidisolatie van 3 à 4 dB, ook bij de laagfrequente tonen, onder de grens van 50 dB(A), dat wil zeggen: de grenswaarde voor de waarneming van (alle soorten) geluid. Ter toelichting het volgende.
Omdat in de buitenlucht de midden- en hoge tonen sneller/beter dempen dan de lage (minder dan circa 100 Hz), blijven vooral op wat grotere afstand relatief meer bassen over. Hierdoor zal het verschil tussen het dB(A) en dB(C) groter worden naarmate de afstand toeneemt. Door bij de woningen zowel een norm van 70 dB(A) als een norm van 85 dB(C) op te nemen wordt ook bij de ontvangers de hinder beperkt. Bij muziek met veel lage tonen zal bij het bereiken van de norm van 85 dB(C) bij de woningen de waarde van 70 dB(A) niet gehaald worden. Het verschil tussen dB(A) en dB(C) bedraagt dan minimaal 20 dB. Het niveau op de gevel bedraagt in dat geval niet meer dan 65 dB(A). Hierbij is een gevelisolatie van 15 dB voldoende om het binnenniveau van 50 dB(A) niet te overschrijden. De spraakverstaanbaarheid binnen de geluidgevoelige ruimten is daarmee gewaarborgd en er wordt voldaan aan de Nota Evenementen met een luidruchtig karakter.

Geconcludeerd kan worden dat de binnenwaarde, ook bij een verminderde gevelisolatie bij lage frequenties, niet het niveau van de geluidgrenswaarde van 50 dB(A), die betrekking heeft op de spraakverstaanbaarheid (dag- en avondperiode), zal overschrijden.

3.4 Het specifieke karakter van dance-evenementen

Zoals gesteld in het Strategische Evenementenbeleid kunnen met name de bassen die bij dancemuziek horen voor overlast zorgen. Een dance-evenement is in artikel 1 van dit bestemmingsplan gedefinieerd als een muziekevenement waarbij dancemuziek ten gehore wordt gebracht, die grotendeels is gemaakt met elektronische muziekinstrumenten en die zijn kracht ontleent aan de lage tonen, waarbij het aantal beats per minuut in overwegende mate meer dan 120 bedraagt. 
De hinder van dancemuziek kan worden verward met een hoog geluidniveau. De hinder ontstaat echter vooral door het karakter van dancemuziek: de elektronisch geproduceerde zware, snel repeterende, basgeluiden, dat wil zeggen: een groot aantal beats per minuut.


Dr. T. Andringa, hoofddocent Auditory Cognition aan de Rijksuniversiteit Groningen stelt hierover het volgende.
In dancemuziek is het aantal beats per minuut (bpm) hoger dan in andere muziekstijlen. Vergelijk bijvoorbeeld ballads, die over het algemeen een bpm hebben van rond de 60 bpm en allerlei soorten live-popmuziek, die variëren tussen 90 en 120 bpm, terwijl dancemuziek meer dan 120 bpm telt.
Hierdoor ontstaat een belangrijk verschil tussen dancemuziek en andere soorten muziek: 'entrainment'. Mensen die naast elkaar lopen gaan vaak in het zelfde ritme lopen. Ze zetten bijvoorbeeld ook op hetzelfde moment hun linkervoet aan te vloer. Dat gelijklopen is entrainment. Bij dancemuziek zorgen het continue ritme van lage tonen voor een zeer eenvoudige entrainment van de bezoekers. Bijna automatisch worden de bezoekers dan in het ritme van de muziek opgenomen.
Entrainment zit heel diep in ons brein en is daarom niet gemakkelijk te negeren. Bij dancemuziek is buiten het evenement vooral de component 'repeterende bassen' te horen die bij de bezoekers de sterkste entrainment opwekken. Bij andere muzieksoorten zijn de bassen minder dominant en is er sprake van meer variatie.

3.5 Jurisprudentie

Uit jurisprudentie blijkt dat beantwoording van de vraag of er wel of niet sprake is van een goed woon- en leefklimaat niet alleen afhankelijk is van een harde geluidgrenswaarde, maar ook van de duur en de intensiteit van het geluid. Zie de uitspraak d.d. 5-12-2014 van de rechtbank Overijssel inzake het Hardshockfestival. De rechtbank stelt:
"Voor de beantwoording van de vraag wanneer geluidshinder door de gemiddelde mens als onduldbaar wordt ervaren zijn immers niet enkel het geluidsniveau, maar ook de duur en de intensiteit van het geluid van belang. Zo kan een zeer hoog geluidsniveau zeer wel duldbaar zijn als dit beperkt is tot een korte tijd, zoals bij het boren van een gat, terwijl een lager geluidsniveau toch als onduldbaar kan worden ervaren, indien iemand hieraan langere tijd of tijdens uren die normaal gesproken bestemd zijn voor de nachtrust wordt blootgesteld. Naar het oordeel van de rechtbank moet de vraag of in een concreet geval sprake is van onduldbare hinder dan ook mede worden beoordeeld aan de hand van het geheel van omstandigheden waarmee omwonenden worden geconfronteerd. Hierbij dienen de duur van de geluidshinder en de intensiteit van het geluid te worden betrokken."

Daarnaast stelt de Afdeling (uitspraak ABRvS d.d. 11-5-2016 inzake het Hardshock- festival) dat de gemeente de belangen die zijn gediend met de activiteit moet meewegen: "Ondanks dat de hinder als niet duldbaar moet worden beschouwd, (hoeft dat) niet noodzakelijkerwijs te leiden tot het oordeel dat deze hinder onaanvaardbaar is. Dat oordeel is afhankelijk van het antwoord op de vraag of het college aan de belangen die zijn gediend met de activiteit die dit geluid veroorzaakt, redelijkerwijs doorslaggevend gewicht heeft kunnen toekennen."

Conclusie: In eerste instantie is het geluidniveau van belang voor de beoordeling van de duldbaarheid van geluidhinder. Als het geluidniveau heel hoog is, kunnen andere factoren, zoals duur, intensiteit, beleid, toch leiden tot het mogen toestaan van evenementen.

3.6 De VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering'

De drafbaan is een inrichting in de zin van de Wet Milieubeheer. Voor de aanvaard- baarheid van een inrichting ten opzichte van geluidgevoelige bebouwing wordt meestal de VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering' gebruikt.
Een evenemententerrein is niet als zodanig opgenomen in de VNG-brochure, maar kan volgens jurisprudentie (201206568/2/R1) worden aangemerkt als een recreatiecentrum. Een recreatiecentrum is een inrichting in milieucategorie 4.2, waarvoor een richtafstand geldt van 300 meter bij het omgevingstype 'rustige woonwijk'. In de VNG-brochure is vermeld dat de richtafstanden uit bijlage 1 met één afstandsstap kunnen worden verlaagd indien sprake is van een omgevingstype gemengd gebied. Een richtafstand van 300 m wordt in een dergelijk geval 200 meter. De VNG-brochure vermeldt over het omgevings- type gemengd gebied onder meer dat gebieden die direct langs de hoofdinfrastructuur liggen, eveneens tot het omgevingstype gemengd gebied behoren.

Conclusie: Op grond van de VNG-brochure is ter plaatse van de Drafbaan een evenemententerrein aanvaardbaar nu de dichtstbijzijnde woningen zich in gemengd gebied op meer dan 200 meter afstand bevinden.

3.7 Conclusies

De conclusies betreffende de akoestische aspecten bij geluidproducerende evenementen zijn de volgende.

Bedrijven en milieuzonering

Op grond van de VNG-brochure 'Bedrijven en milieuzonering' is het evenemententerrein ter plaatse van de Drafbaan aanvaardbaar.

Een aanvaardbaar geluidniveau

  • Het Geluidrapport laat zien dat de geluidnormen op de gevel, zoals opgenomen in dit bestemmingsplan, kunnen worden gehaald, zelfs in een worstcase-scenario.
  • De geluidnormen in dit bestemmingsplan zijn relatief laag en voldoen aan de aanbevelingen in de nota 'Evenementen met een luidruchtig karakter', van de Inspectie Milieuhygiëne Limburg. De geluidnormen leiden tot een aanvaardbaar binnenniveau in alle woningen, waarbij is uitgegaan van oude woningen met een relatief lage isolatiewaarde. Dit geldt ook wanneer er sprake is van veel bassen, zoals bijvoorbeeld bij dance-muziek. Het binnenniveau overschrijdt de grens van 50 dB(A) overdag en 's avonds niet. Voldaan wordt aan de Nota van de Inspectie Limburg, behalve bij de viering van het Gronings Ontzet en op Bevrijdingsdag, indien de dag daarop volgend geen vrije dag is.
  • De afbeeldingen in paragraaf 3.1 laten zien dat het op grond van dit bestemmingsplan toegelaten maximale geluidniveau alleen op de dichtstbijgelegen woningen terechtkomt. Andere woningen liggen verder weg, zodat daar het geluidniveau lager is.
  • Het Geluidrapport gaat uit van het worst-case scenario, terwijl in de praktijk de windrichting en -snelheid varieert en ook de podiumopstelling niet alle geluid in alle richtingen tegelijk maximaal uitstraalt. De kans dat van de dichtstbijgelegen woningen steeds dezelfde woningen (12x per jaar) het maximale geluidniveau ontvangen is zeer gering.
  • Meldingen van overlast ten gevolge van niet-dance-evenementen zijn zeer beperkt.
  • In geluidmetingen bij de dichtstbijgelegen woningen zal ook het achtergrondniveau een rol spelen. De woningen liggen aan de stroomwegen, waarvan het geluid zal worden meegemeten tijdens evenementen. Het geluid van verkeer zal bovendien een maskerend effect hebben op de geluidwaarneming.

Onder de geluidproducerende evenementen vallen ook de collectieve feestdagen, waarvoor over het algemeen het draagvlak en het belang voor de stad groot is.

Rustperiode en duur bij evenementen, die geen dance-evenement zijn

Op grond van het vorenstaande is voor geluidproducerende evenementen die geen dance-evenementen zijn geen rustpauze nodig en evenmin een maximale duur binnen de perioden waarin zij mogen plaatsvinden. Hetzelfde geldt voor een onderscheid tussen dag- en avondperiode.
Er treedt geen onaanvaardbare hinder op. Eventuele overlast - als die zich al voordoet - blijft zeer beperkt, zowel qua geluidniveau als qua aantal keren dat deze zich op dezelfde plek (woning) voordoet.
Om ook een eventueel beperkte geluidoverlast verder te beperken, is in dit bestemmingsplan opgenomen dat meerdaagse geluidproducerende evenementen maximaal 2 dagen zijn toegestaan (zìe ook paragraaf 5.2 onder c.), er een rustperiode geldt van een week na een meerdaags evenement en geluid vanwege het evenement in de nachtperiode tot 10 uur 's morgens en op zondag tot 13.00 uur voor de omgeving niet waarneembaar is.
Daarnaast zijn inperkingen, in relatie met het relatief beperkte geluidniveau, ongewenst, omdat deze ingaan tegen het beleid inzake de Drafbaan als topevenementenlocatie van Groningen.

Rustperiode en duur bij dance-evenementen

Het vorenstaande - wat betreft het relatief lage geluidniveau, het beperkt aantal woningen dat de maximale geluidwaarde ontvangt en het beperkt aantal keren dat de maximale geluidbelasting op deze woningen wordt bereikt -geldt eveneens voor dance-evenementen.
Toch kunnen dance-evenementen overlast veroorzaken door de repeterende beat. In paragraaf 3.4 is aangegeven dat er een belangrijk verschil is tussen dancemuziek en andersoortige muziek: de snel repeterende bassen. Om deze reden worden aan dance-evenementen extra eisen gesteld naast de voorwaarden die ook gelden voor andere geluidproducerende evenementen, zodat, als er overlast wordt ervaren, deze aanvaardbaar is. Dance-evenementen zijn maximaal 6x per jaar toegestaan, mogen maximaal 8 uur duren en na een evenementendag met dancemuziek dient een rustperiode van minimaal twee weken in acht te worden genomen. Dance-evenementen zijn dus niet twee dagen achter elkaar toegestaan. Van belang is op te merken, dat naarmate het geluidniveau lager is het basgeluid minder een rol zal spelen.

Hoofdstuk 4 Overige aspecten bij evenementen

4.1 Verkeer

De locatie Drafbaan Stadspark is vanuit alle richtingen en met alle soorten van vervoer goed bereikbaar door de nabijheid van stroomwegen, voldoende openbaar-vervoer- voorzieningen en de situering van de locatie. Een knelpunt in de belasting van aan- en af voerwegen zal zich niet voordoen bij het houden van evenementen. Voor het autoparkeren zijn voldoende plaatsen beschikbaar: in de directe omgeving of zonodig op de transferia rond de stad. Ter toelichting het volgende.

Aan- en afvoerroutes
Het Stadspark wordt aan de oostzijde en aan de zuidzijde begrensd door een deel van het ringwegenstelsel van de stad Groningen, namelijk de Laan 1940-1945 (westelijke ring) en de Weg der Verenigde Naties A7 (zuidelijke ringweg). Dit zijn stroomwegen die rechtsreeks aansluiten op het onderliggende wegennet van het Stadspark. Hiermee zijn er goede aan- en afvoerroutes voor het autoverkeer.

Afhankelijk van de categorie van het evenement wordt in overleg met de wegbeheerders van gemeente, Rijkswaterstaat en provincie bepaald of en in welke mate er aanvullende verkeersmaatregelen nodig zijn op de wegen in en om het Stadspark. Hierbij wordt een afweging gemaakt in verband met een goede en vlotte bereikbaarheid van het evenement en de doorstroming van het overige verkeer. Daarbij gaat het om verwijzingsborden, omleidingen, het opstellen van regelscenario's en het afsluiten van wegen in het Stadspark en/of directe omgeving.

Op aangeven van de gemeente Groningen worden er tijdens evenementen diverse verkeersmaatregelen genomen.

Bij diverse evenementen in het Stadspark worden verkeersregelaars ingezet door de organisatie in verband met de doorstroming en de veiligheid van het verkeer. Zij spelen een belangrijke rol bij de verwijzing naar de parkeerruimtes.

Parkeren
Afhankelijk van de grootte van het evenement kunnen bezoekers met hun auto parkeren in het Stadspark en de directe omgeving, zoals de drafbaan, de parkeerterreinen van de Gasunie, Martiniplaza, bedrijvenpark Leonard Springerlaan, Sportpark Corpus den Hoorn en het voormalige Suikerunieterrein. Hierdoor zijn in het Stadspark en de directe omgeving zo'n 5000 geregelde parkeerplaatsen.

Indien de parkeerfaciliteiten in de directe omgeving van het Stadspark niet toereikend zijn, kan er worden uitgeweken naar transferia aan de rand van de stad Groningen. Vanaf bijvoorbeeld het transferium Hoogkerk en Haren zijn de routes voor pendelbussen relatief kort en snel.

Openbaar vervoer
Vanuit de regio, het centrum van de stad Groningen en het hoofdstation van Groningen rijden er diverse lijndiensten van Qbuzz op korte afstand langs het Stadspark. Daarmee is er een goede bereikbaarheid met openbaar busvervoer.

Voor bezoekers die met de trein naar Groningen komen, is het hoofdstation bovendien op een loopafstand van minder dan 15 minuten van het Stadspark.

Fietsverkeer
Voor bezoekers die op de fiets komen kunnen er tijdelijke fietsenstallingen worden aangeboden op één van de parkeerterreinen van de Concourslaan noordzijde en/of langs de rijbaan van deze weg. Daarnaast zijn er diverse terreinen in de directe omgeving beschikbaar voor het aanbieden van tijdelijke fietsenstallingen.

4.2 Ecologie

Door middel van quickscans en zonodig nader onderzoek dienen de ruimtelijke ontwikkelingen getoetst te worden aan de Flora- en faunawet als ook aan het stedelijke ecologisch beleid.

Het plangebied ligt op een afstand van plm. 2 kilometer van het Leekstermeergebied. De afstand tot het Zuidlaardermeergebied is een veelvoud. De locatie is daarvan tevens gescheiden door stedelijke bebouwing en wegen. Ontwikkelingen op de locatie hebben derhalve geen negatieve invloed voor de genoemde Natura 2000-gebieden.

Het Stadspark is een kerngebied in de Stedelijke Ecologische Structuur, wat betekent dat de groene omgeving van de drafbaan als kwetsbaar beschouwd moet worden. Verstorende effecten van de evenementen op de drafbaan op de natuur in het Stadspark, en met name de directe de omgeving van de drafbaan, moeten zoveel mogelijk vermeden worden. Dat geldt vooral in het broedseizoen (15 maart – 15 juli). Ingeval van evenementen in deze periode moet een ecoscan in de directe omgeving van de drafbaan, uit te voeren door een gecertificeerde ecoloog, vooraf uitsluitsel geven over de aanwezigheid van broedende vogels of nesten, die gebruikt worden. Deze moeten tijdens het evenement adequaat afgeschermd worden. Binnen het plangebied zijn geen andere kwetsbare ecologische waarden aanwezig.

Hoofdstuk 5 Gevolgen van de uitspraak van de Raad van State voor de planregeling en aanpassingen ten opzichte van de Partiële herziening 2016

De uitspraak van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State d.d. 23 augustus 2017 heeft gevolgen voor de regeling in het voorliggend bestemmingsplan. In de voorgaande hoofdstukken is een uitgebreide toelichting gegeven op de regeling in het bestemmingsplan aan de hand van het gemeentelijk beleid, onderzoek, literatuur en normen. Dit hoofdstuk bevat een samenvatting en de aanpassingen in de regeling, toegespitst op de lacunes die de Raad van State constateert.

5.1 De uitspraak

De Afdeling acht aanpassingen van het bestemmingsplan nodig in verband met de volgende punten. Noodzakelijk is:

  • a. een vermelding in de planregels van de aanvangstijd van evenementen en van de eindtijden van categorie-1-evenementen (overweging 8);
  • b. een vermelding in de planregels dat het maximum aantal bezoekers ziet op het toegestane aantal per dag (overweging 6.6);
  • c. een vermelding in de planregels van de meetmethode en dat gekozen is voor het equivalente geluidniveau (overweging 8);
  • d. te motiveren waarom, in afwijking van de recente nota Evenementenlocatie Stadspark- Drafbaan (het Locatieprofiel), 30.000 in plaats van 8000 bezoekers zijn toegestaan bij categorie-1-evenementen (overweging 6);
  • e. inzichtelijk te maken wat het effect is van de in de planregels opgenomen dB(C)-normen op de binnenwaarde van een woning, gezien het feit dat de geluidisolatie van een gevel voor laagfrequent geluid geringer is dan voor 'gewoon geluid' (overweging 11);
  • f. te motiveren waarom het voor dance-evenementen wel noodzakelijk om een maximale duur en rustperiode voor te schrijven en voor andere muziekevenementen niet (overweging 8).

Geconstateerd wordt dat de in artikel 1.10 toegestane verhoging van de geluidproductie met 5 dB(A) gedurende maximaal 4 uur feitelijk niet mogelijk is, gezien het maximaal toegestane bronniveau (overweging 9).

5.2 Motiveringen en aanpassingen naar aanleiding van de uitspraak

Ad a. De aanvangstijden voor evenementen
In het voorliggend bestemmingsplan zijn begin- en eindtijden van evenementen aangegeven. Evenementen zijn mogelijk tussen de openingstijden.
De begintijden zijn ten opzichte van de Partiële herziening 2016 toegevoegd, omdat strikt juridisch evenementen zonder een dergelijke regeling in de nachtelijke uren kunnen aanvangen. Dit is niet beoogd (zie paragraaf 2.5.3).
De eindtijden voor de geluidproductie van de geluidproducerende evenementen op omliggende woningen van maximaal 70 dB(A) en 85 dB(C) zijn gelijk gebleven aan die in de Partiële herziening 2016. Deze geluidproductie is maximaal 12x per jaar toegestaan en tot uiterlijk één uur voor de eindtijd van het evenement. Daarna is er nog 1 uur 'taptijd' voor een rustige en geleidelijke afloop van het evenement. De tap is dan nog open, maar een groot deel van het publiek zal in deze periode alvast vertrekken. Gedurende dit uur is geen muziek meer toegestaan en is het geluidniveau zodanig laag dat dit geen overlast op de omgeving met zich meebrengt. De maximale geluidproductie op de meest belaste gevel van alle omliggende woningen is dan maximaal 40 dB(A) en tevens maximaal 55 dB(C); dit is in de woning niet of nauwelijks waarneembaar; het zal het woon- en leefklimaat niet belasten.

Ad b. Het maximum aantal bezoekers 'per dag'

In de regels is vermeld dat het maximum aantal bezoekers het maximale aantal 'per dag' betreft. Dit is voor zowel geluidarme als voor geluidproducerende evenementen opgenomen (artikel 3).

Ad c. De meetmethode en het equivalente geluidniveau
De meetmethode en het equivalente geluidniveau (1 minuut) zijn opgenomen in artikel 3 en toegelicht in de juridische toelichting (paragraaf 6.3).

Ad d. Waarom zijn, in afwijking van de recente nota Evenementenlocatie Stadspark-Drafbaan, 30.000 in plaats van 8000 bezoekers toegestaan bij categorie-1-evenementen?

Naar onze mening is er voor categorie-1-evenementen (in dit bestemmingsplan 'geluidarme evenementen' genoemd) niet afgeweken van de recente nota Evenementenlocatie Stadspark-Drafbaan (het Locatieprofiel) om 30.000 in plaats van 8000 bezoekers toe te staan. Redenen:
1. De juridische grondslag verschilt: deze is voor het Locatieprofiel de APV Groningen/de Gemeentewet, dus de openbare orde, en voor het bestemmingsplan de Wet ruimtelijke ordening. Het bestemmingsplan is dus een aanvulling op de regeling van de openbare orde.
2. Categorie 1 in het Locatieprofiel is qua naam wel, maar qua inhoud niet hetzelfde als categorie 1 in de Partiële herziening 2016, omdat het Locatieprofiel in het kader van de openbare orde een handvat biedt voor organisatorische aspecten, en niets zegt over het geluidniveau voor categorie-1. Categorie 1 wordt in het Locatieprofiel ook wel Reguliere activiteiten genoemd (zie paragraaf 2.3). Daarentegen betreft categorie 1 in de Partiële herziening 2016 de geluidarme evenementen.

Ad 1. De juridische grondslag verschilt
De juridische grondslag van de locatieprofielen in Groningen is de APV Groningen/de Gemeentewet. De locatieprofielen zijn in de gemeente Groningen als bijlage opgenomen bij de Beleidsregel Vergunningen Evenementen, het vergunningenkader, dat een uitwerking is van hoofdstuk 2. afdeling 7 van de APVG, dat is vastgesteld door de burgemeester en waarin staat dat het verboden is om zonder evenementenvergunning een evenement te organiseren. De noodzaak van een evenementenvergunning is ingegeven vanuit het oogpunt van handhaving van de openbare orde; het gaat dus niet om een toetsingskader voor de ruimtelijke aanvaardbaarheid van een evenement of evenemententerrein.
In de, als bijlage bij dit evenementenvergunningenkader gevoegde, locatieprofielen zijn evenementencategorieën opgenomen vanwege organisatorische en openbare-orde- aspecten en om aan te geven welke evenementen waar mogelijk zijn, gezien onder meer de omvang van de locatie. 

Het bestemmingsplan geeft een regeling vanuit een ander oogmerk; het gaat hierbij om de ruimtelijke inpassing en de invloed op het woon- en leefklimaat. Dit is in overeenstemming met de jurisprudentie (ECLI:NL:RVS:2016:1245): "Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (onder meer in de uitspraak van 24 december 2014 in zaak nr. 201303444/1/R1) geschiedt regulering van evenementenvergunningen in de APV vooral vanuit het oogpunt van handhaving van de openbare orde, en waarborgt zij niet de vereiste planologische rechtszekerheid."

Ad 2. Categorie 1, reguliere activiteiten in het Locatieprofiel regelt niet het geluidniveau
Bij de categorie-indeling in het Locatieprofiel gaat het om de openbare orde en organisa- torische aspecten, niet om de mogelijke mate van hinder voor de omgeving. In het locatieprofiel voor de Drafbaan is categorie 1 daarom als volgt gedefinieerd: "Categorie 1: Reguliere activiteiten maximaal 8000 bezoekers per dag."
Categorie-1 in het Locatieprofiel betreft niet specifiek de muziekevenementen. Er is aan de categorie dan ook geen geluidnorm verbonden en evenmin een rustperiode. Er is zelfs in het geheel geen regeling aan categorie 1 verbonden in het Locatieprofiel. Het gaat om reguliere activiteiten. Zij behoeven, gezien het aantal bezoekers, geen nadere regeling, omdat deze activiteiten op deze plek geen invloed hebben op de openbare orde.
Geluidnormen zijn in het Locatieprofiel uitsluitend opgenomen voor muziekevenementen, los van de categorie-indeling. Omgekeerd: muziekevenementen met bijbehorend geluidniveau zijn in het Locatieprofiel niet gekoppeld aan een bezoekersaantal of categorie. Zou die koppeling er wel zijn, dan vallen dance-evenementen, met vaak minder dan 8000 bezoekers, onder categorie-1, reguliere activiteiten. Er is geen reden om aan te nemen dat dit is beoogd.

In een bestemmingsplan wordt niet een regeling gegeven ten behoeve van de openbare orde, maar van het woon- en leefklimaat. De Partiële herziening 2016 geeft daarom in categorie 1 naast het maximale bezoekersaantal van 30.000 een regeling van het geluidniveau, omdat bij evenementen het geluidaspect vaak de meeste invloed heeft op woon- en leefklimaat. Volgens de Partiële herziening van 2016 betreft een evenement van categorie 1: 'een evenement, waarbij de geluidproductie op de meest belaste gevel van alle omliggende woningen niet meer bedraagt dan 45 dB(A) en tevens 60 dB(C) en na 23.00 uur niet meer dan 40 dB(A) en 55 dB(C), en het aantal bezoekers niet meer dan 30.000 bedraagt.' De regeling in het bijgaand bestemmingsplan is vergelijkbaar met die van de Partiële herziening van 2016.


Het bezoekersaantal is niet wezenlijk voor het ervaren van overlast. Dat komt door de grote afstand van de drafbaan tot de omliggende woningen en door de ligging van de drafbaan, die door wegen is gescheiden van deze woningen. Voorts is de Drafbaan voor bezoekers vanaf het station of de stad goed bereikbaar met de bus en de fiets of te voet, en door de ligging aan stroomwegen ook met de auto; parkeerplaatsen bevinden zich in de buurt (zie ook paragraaf 4.1).

Dat het bezoekersaantal niet erg relevant is voor het woon- en leefklimaat, maar geluid wel, is bevestigd door het actiecomité Feesten uit Balans in het overleg op 30 september 2015 over het concept-voorontwerpbestemmingsplan 'Partiële herziening bestemmingsplan Kranenburg-Stadspark - de drafbaan en De Kring' met drie personen van het comité. Toen is geconstateerd dat uitsluitend geluidoverlast van muziek bij de geluidproducerende evenementen een probleem is; overige aspecten, zoals bezoekersaantallen, aantal evenementen en verkeer en parkeren zijn dat niet.

Conclusie
De conclusie is, dat het bestemmingsplan niet afwijkt van het Locatieprofiel, omdat de grondslag verschilt en omdat categorie 1 in de Partiële herziening 2016 en het Locatieprofiel verschillend is gedefinieerd. Het geluidniveau is geregeld in het bestemmingsplan en in het Locatieprofiel niet. Beide categorieën-1 kunnen niet met elkaar worden vergeleken.

Het aantal van 30.000 bezoekers voor deze geluidarme evenementen in het bestemmingsplan is ruimtelijk aanvaardbaar, gezien de geringe invloed op het woon- en leefklimaat ten gevolge van de ligging en situering van de drafbaan en gezien de lage geluidnormen; (grotendeels in lijn met de normen in het Activiteitenbesluit, zie subparagraaf 2.5.2).

Er kan verwarring ontstaan doordat de evenementen in de Partiële herziening 2016 en het Locatieprofiel dezelfde naam ('evenementencategorie 1'), maar een verschillende inhoud hebben. Om deze verwarring te voorkomen is categorie 1 zoals opgenomen in de Partiële herziening in het voorliggend bestemmingsplan 'de geluidarme evenementen' genoemd. Het gaat bijvoorbeeld om een braderie, een circus, een preuvenement, bijeenkomsten, theater, shows en thematische markten.

Ad e. Het effect van de opgenomen dB(C)-normen op de binnenwaarde van woningen
Ten gevolge van de opgenomen 85 dB(C)-norm wordt bij het bereiken van de maximale 85 dB(C)-waarde op woningen de grenswaarde van 50 dB(A) in de woningen niet bereikt. Dit is toegelicht in paragraaf 3.3.

Samenvatting
De geluidwaarneming, ook bij muziek met veel lage bastonen, wordt uitgedrukt in de dB(A)-waarde. Dit is het geluid dat voor mensen hoorbaar is.
Uitgaande van de in dit bestemmingsplan opgenomen geluidnormen zal ten gevolge van de lage bastonen in oudere woningen (met een geluidisolatie van 20 dB voor 'gewoon geluid') de binnenwaarde bij het produceren van de maximale dB(C)-waarde maximaal 48 dB(A) zijn. Dit is mogelijk doordat de dB(C)-norm, naast de dB(A)-norm, een extra beperking betekent op de mogelijke geluidproductie waarbij de lage tonen zwaar meetellen in de C-weging en doordat op grotere afstand het getalsverschil tussen dB(A) en dB(C) oploopt.
48 dB(A) ligt beneden de grenswaarde van 50 dB(A) in de woningen en wordt bovendien alleen bereikt bij de ongunstigst gelegen woningen, meestal de dichtstbijzijnde woningen, en alleen in een worstcasesituatie, dus bij een ongunstige wind- en podiumrichting.

Ad f. Waarom is het voor dance-evenementen wel noodzakelijk een maximale duur en rustperiode voor te schrijven en voor andere muziekevenementen niet?

Een maximale duur en rustperiode is, behalve voor dance-evenementen, voor geluidproducerende evenementen (met name muziekevenementen) niet nodig, omdat de overlast die deze evenementen met zich meebrengen, zeer beperkt is. Redenen:

  • De geluidnormen op woningen ten gevolge van deze evenementen zijn dankzij de grote afstand tot woningen relatief laag. Deze zijn 70 dB(A) en 85 dB(C) in plaats van het in de Beleidsregel Vergunningen Evenementen vastgestelde maximum van 85 dB(A) en 100 dB(C) voor de meeste locaties in Groningen.
  • Het geluidniveau in de woning blijft binnen de grenswaarde, zoals aangegeven in de "Nota Evenementen met een luidruchtig karakter" van de Inspectie Milieuhygiëne Limburg. Een maximale binnenwaarde van ten hoogste 50 dB(A) is gegarandeerd, ook bij oudere woningen met een verminderde geluidisolatie (zie paragraaf 3.3).
    Over deze evenementen zijn er dan ook niet vaak geluidmeldingen ('klachten'), terwijl dit bij dance-evenementen anders is.
  • 'Gewone' geluidproducerende evenementen zijn een beperkt aantal keren per jaar mogelijk (12x).
    -De maximale geluidbelasting van 70 dB(A) en 85 dB(C) zal zich naar verwachting niet 12x per jaar op dezelfde woningen voordoen (zie paragraaf 3.7 onderaan). In de praktijk zal het maximale geluidniveau slechts een beperkt aantal (namelijk de dichtstbijzijnde) woningen treffen en dan alleen in de worstcase-situatie (in verband met wind- en podiumrichting). Overige woningen ontvangen een nog lager geluidniveau.
    - Het aantal van 12 geluidproducerende niet-dance-evenementen wordt verder beperkt, doordat hierin ook de collectieve festiviteiten zitten, zoals Koningsdag, Bevrijdingsdag en het Gronings Ontzet, waarvoor een groot draagvlak is. Het maximumaantal voor geluidproducerende, niet-dance-evenementen is bovendien slechts 6 in een jaar waarin 6 dance-evenementen, waarvoor wel een rusttijd geldt, worden gehouden.
  • De perioden waarbinnen de geluidproductie mag plaatsvinden, zijn duidelijk geregeld in artikel 3. Daarbij is rekening gehouden met de zondagsrust en de nachtperiode.
  • De Drafbaan is op grond van het gemeentelijk beleid een topevenementenlocatie en vervult als zodanig een belangrijke rol in de aantrekkelijkheid van de stad voor bewoners van stad en regio en levert zo tevens een bijdrage aan de stedelijke economie, met name de werkgelegenheid (zie paragraaf 2.1). Een maximale duur en rustperiode is daarom, behalve een onnodige, een ongewenste inperking van de mogelijkheden voor niet-dance-evenementen.
    Een nog grotere beperking dan voor andere evenementenlocaties in Groningen (hier zijn minimaal 12 muziekevenementen per jaar toegestaan, zie paragraaf 2.2, en voor niet-dance-evenementen is geen maximale duur en rustperiode opgenomen) is voor de drafbaan als topevenementenlocatie, zeker gezien het relatief lage geluidniveau, onwenselijk.


Voor dance-evenementen gelden dezelfde geluidnormen als voor niet-dance- evenementen. Toch is er voor dance-evenementen een maximale duur, alsmede -na een dag waarop een dance-evenement plaatsvindt- een rustperiode van minimaal twee weken voorgeschreven. De reden is dat zij een andere vorm van hinder geven, die niet bij overige muzieksoorten voorkomt: de elektronisch geproduceerde, snel repeterende lage basdreun (zie paragraaf 3.4). Deze is door de aard van het geluid hinderlijk. Dit is de reden dat er, op grond van het voorliggend bestemmingsplan met het oog op het woon- en leefklimaat van omwonenden, voor dance-evenementen extra eisen zijn.
Overigens heeft de relatief lage geluidnorm ((70 dB(A) en 85 dB(C)), die ook voor dance-evenementen geldt, wel een verzachtend effect op de mate van hinder die deze evenementen veroorzaken.

Conclusie: Gezien de aard en de sterkte van de muziek/het geluid, de frequentie, de aanvangs- en eindtijden en het beleid is een maximum duur en rustperiode voor andere dan dance-evenementen niet nodig of gewenst. Een uitzondering wordt gevormd door de meerdaagse evenementen na welke wel een rustperiode is voorgeschreven.

Meerdaagse evenementen
Evenementen vinden plaats in de dag- en/of avondperiode tussen de openingstijden, die zijn aangegeven in artikel 3/lid 11.4 onderdelen 2 en 3. Met deze regeling is het onbedoeld effect weggenomen dat direct na de eindtijd van een evenement 's nachts een nieuw evenement kan beginnen.

De gemeente heeft tijdens de zitting inzake de Partiële herziening 2016 medegedeeld dat meerdaagse evenementen niet zijn toegestaan, omdat de gemeente voor alle evenementen een begin- en eindtijd hanteert (overweging 8.1). Deze mededeling is gedaan in het licht van de, tijdens de zitting naar voren komende, veronderstelling, dat - omdat in de Partiële herziening 2016 een begintijd niet formeel was geregeld- een nieuw evenement direct na de eindtijd -bijvoorbeeld direct na een eindtijd van 23.00 of 24.00 uur- zou kunnen starten. In die zin zou een vrijwel onafgebroken meerdaags evenement kunnen ontstaan.
De raad heeft echter nooit beoogd in de nacht geluidproducerende evenementen mogelijk te maken. Het (ongeschreven) beleid is dan ook dat dit in de praktijk niet gebeurt.
Wel heeft de raad beoogd de mogelijkheid open te houden om buiten de nachtperiode op de dag volgend op een evenement een nieuw evenement of een vervolg op de eerste evenementendag toe te staan.

De StAB stelt over meerdaagse evenementen in navolging van de Nota Evenementen met een luidruchtig karakter (zie het StAB-rapport p.28): de hinderlijkheid van een meerdaags evenement hangt samen met de geluidproductie/hinder, het aantal evenementen per jaar, het aantal dagen per evenement, en het sluitingstijdstip.
Echter:

  • a. eventuele (geluids)hinder van geluidproducerende, niet-dance-evenementen is beperkt (zie hiervoor); in het algemeen verschilt het ervaren van hinder per persoon; hinder hangt bovendien samen met de aan- of afwezigheid van flankerend beleid; dit is in Groningen goed geregeld (zie paragraaf 2.4).
  • b. het totaal aantal dagen per jaar is beperkt; en bovendien: de rest van het jaar blijven er minder dagen met evenementen over na een meerdaags evenement (zie hiervoor);
  • c. het sluitingstijdstip valt binnen de normen van de hiervoor genoemde Nota, met uitzondering van enkele collectieve festiviteiten.

Ad b. Het aantal geluidproducerende evenementen is maximaal 12. In lijn met de StAB kan worden gesteld, dat, als er meerdaagse (per definitie niet-dance-) evenementen worden gehouden, er vervolgens van het aantal van 12 evenementendagen, een zeer beperkt aantal dagen overblijft voor 'gewone muziekevenementen': 12 minus het aantal dagen voor het meerdaags evenement minus dance-evenementen -waarvoor wel een rustperiode geldt- minus de collectieve festiviteiten.

Omdat -zoals gesteld onder a- er toch een beperkte geluidoverlast van niet-dance-evenementen mogelijk is, is in het voorliggend bestemmingsplan voorgeschreven dat er meerdaagse geluidproducerende evenementen op maximaal twee achtereenvolgende dagen kunnen plaatsvinden en er daarna gedurende een week geen geluidproducerende evenementen zijn toegestaan. De regeling in dit bestemmingsplan maakt echter twee dagen achter elkaar met dance-evenementen niet mogelijk.

Conclusie: Meerdaagse evenementen zijn wenselijk en zij zullen door de strenge regeling in dit bestemmingsplan geen (onaanvaardbare) overlast met zich meebrengen.

Rustperiode in de milieuvergunning (2000) en in het bestemmingsplan

De in 2000 afgegeven milieuvergunning (zie bijlage) schrijft uitsluitend een rustperiode voor voor evenementen van categorie 2 en 3, dat wil zeggen een rustperiode tussen evenementen met meer dan 8000 bezoekers per dag (sublid 3.2.5). Dit is relevant voor dance-evenementen die vaak minder dan 8000 bezoekers per dag trekken. In de milieuvergunning behoren evenementen met minder dan 8000 bezoekers tot categorie 1. Dance-evenementen met minder dan 8000 bezoekers vallen niet onder sublid 3.2.5 en kunnen dus 12 dagen achter elkaar worden gehouden.
Het voorliggend bestemmingsplan beoogt het woon- en leefklimaat te beschermen. Dit is de reden dat de rustperiode gekoppeld is aan de mate van mogelijke hinder, dus aan dance-evenementen en niet aan het aantal bezoekers.
Overigens wordt de hinder door dance-evenementen vanwege de Drafbaan gemitigeerd door de relatief lage geluidnormen in het voorliggend bestemmingsplan.

De milieuvergunning is verouderd. Voor alle muziekevenementen is in deze vergunning, in afwijking van het Locatieprofiel, geregeld dat zij op grond van de milieuvergunning onverkort mogen duren tot 24.00 uur. Er is geen beperkende dB(C)-norm, geen maximaal aantal van 6 dance-evenementen (12x per jaar is mogelijk) en geen maximale duur van 8 uur voor dance-evenementen.
In 2018 zal er naar verwachting een nieuwe Omgevingsvergunning milieu zijn; deze vergunning zal aansluiten bij dit bestemmingsplan.

De tijdelijke verhoging van de geluidproductie

De mogelijkheid om ten behoeve van mega-evenementen een verhoging met 5 dB(A) gedurende maximaal 4 uur toe te staan is geschrapt. Op basis van ervaringen de afgelopen jaren lijkt deze mogelijkheid niet nodig; deze evenementen zijn sinds het begin van deze eeuw niet meer voorgekomen.

5.3 Overige wijzigingen ten opzichte van de Partiële herziening 2016

Ten opzichte van de Partiële herziening 2016 zijn - naast de wijzigingen die zijn beschreven in paragraaf 5.2 - enkele verbeteringen/verduidelijkingen aangebracht.

Artikel 1 lid 10: Uit de definitie van evenement is de verwijzing naar sportbeoefening geschrapt, omdat dit dubbel is geregeld, nu deze functie al in het onherroepelijke deel van bestemmingsplan Kranenburg-Stadspark is opgenomen.

Artikel 3/sublid 11.4.2:
- Het woord 'muziekevenementen' is vervangen door 'geluidproducerende evenementen', zodat alle geluidproducerende evenementen hieronder vallen.
Er zijn dan dus niet 5 extra grootschalige incidentele evenementen toegestaan naast de 12 andere geluidproducerende evenementen (vergelijk overweging 7.3). Dit is een forse beperking ten opzichte van de Partiële herziening 2016. Zie ook de juridische toelichting, paragraaf 6.3 onder Artikel 3/11.4 Onderdelen 8 en 9.
-Onderdeel 3: De verlengde eindtijd voor Koningsdag is vervangen door een verlengde eindtijd voor Koningsnacht. Dit is gunstiger voor omwonenden, omdat op Koningsnacht een vrije dag volgt en op Koningsdag vaak niet.
- Onderdeel 4:Toegevoegd is dat onder een evenement niet wordt begrepen de periode waarin dat niet voor het publiek toegankelijk is, dus buiten de begin- en eindtijden van het evenement.
- Onderdeel 13: Geluidarme evenementen waren in de Partiële Herziening 2016 in tijd onbeperkt toegestaan. Op grond van het voorliggend bestemmingsplan zijn zij in principe alleen in de dag- en avondperiode mogelijk. Om bij uitzondering toch bijvoorbeeld een nightrun mogelijk te maken, kunnen burgemeester en wethouders van deze regeling afwijken ten behoeve van geluidarme evenementen, mits daarbij geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefklimaat van omwonenden.

Hoofdstuk 6 Juridische toelichting

6.1 Algemeen

De voorliggende Partiële herziening betreft een wijziging van bestemmingsplan Kranenburg- Stadspark. Het betreft de regeling voor evenementen op de drafbaan en een aanvulling van de plankaart met de aanduiding 'evenemententerrein' ter plaatse van de drafbaan. Voor het overige blijft bestemmingsplan Kranenburg-Stadspark van kracht.

6.2 Geldende bestemmingsplannen en overige regelingen

Het vigerend plan voor de drafbaan is bestemmingsplan "Kranenburg-Stadspark", vastgesteld op 23 juni 2014.

6.3 Toelichting op de artikelen

Artikel 1. Begrippen

Artikel 1 bevat een aantal definities van de in deze Partiële herziening gebruikte begrippen. De definitie van evenementen, zoals opgenomen in bestemmingsplan Kranenburg-Stadspark, is vervangen en er is een aantal nieuwe definities toegevoegd, namelijk van de begrippen dance-evenement, dB, dB(A), dB(C) en equivalent geluidsniveau. De overige bestaande definities van begrippen in bestemmingsplan Kranenburg-Stadspark blijven intact.

In bestemmingsplan Kranenburg-Stadspark waren evenementen gedefinieerd als grootschalige, periodieke, één- of meerdaagse manifestaties met een aanmerkelijke geluidproductie, zoals sportmanifestaties, concerten, voorstellingen, shows.
In het voorliggend bestemmingsplan is een evenement als volgt omschreven: elke voor publiek toegankelijke gebeurtenis waarbij muziek, cultuur, recreatie, religie, wetenschap, commercie of een combinatie centraal staat, inbegrepen herdenkingsplechtigheden/ huldigingen/betogingen, circussen, markten en braderieën, optochten en feesten. Hierdoor is een breder scala aan evenementen mogelijk en niet alleen grootschalige of luidruchtige evenementen.

Artikel 2 Definitie van evenementen

Het vorenstaande betekent dat de definitie van evenementen in bestemmingsplan Kranenburg-Stadspark vervalt.

Artikel 3 Bestemming Sport

De bestemming Sport in het plangebied van bestemmingsplan Kranenburg-Stadspark betreft onder meer de Drafbaan. De hierna gecursiveerde tekst geeft de door deze Partiële herziening aangebrachte wijzigingen aan in de bestemming Sport, zoals opgenomen in artikel 11 van bestemmingsplan Kranenburg-Stadspark. De wijzigingen betreffen: vervanging van lid 11.1 onder c en toevoeging van lid 11.4.

Artikel 11 Sport

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sportbeoefening;
  • b. sportvoorzieningen;
  • c. vervallen:  evenementen op het terrein van de drafbaan, waaronder circussen, het Bevrijdingsfestival en de viering van Gronings Ontzet, tot een maximum van 12 dagen per jaar ; 
    Deze bepaling is vervangen door:  
    c. evenementen, ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein', met inachtneming van de in lid 11.4 opgenomen specifieke gebruiksregels.
  • d. sportkantines en tribunes, inclusief horeca 1-en of 2 in de tribuneruimte van de drafbaan;
  • e. parkeren, ter plaatse van de aanduiding (p), bij overloop van grootschalige evenementen;
  • f. additionele voorzieningen.

11.2 Bouwregels
11.2.1 Algemene bouwregels

Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 11.1 genoemde doeleinden.

11.2.2 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen geldt dat de bouwhoogte maximaal de aangegeven bouwhoogte mag bedragen.

11.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2,50 meter bedragen.
  • b. De bouwhoogte van lichtmasten voor sportveldverlichting mag maximaal 20 meter bedragen.
  • c. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal 6 meter bedragen.

11.3 Afwijken van de bouwregels
11.3.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2.2 onder a ten behoeve van het vergroten van de toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter.

11.3.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken van de regels, als bedoeld in lid 11.3.1, is slechts mogelijk indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

a. de woonsituatie: Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening gehouden te worden met het instandhouden c.q. tot stand brengen van een redelijke lichttoetreding, alsmede de aanwezigheid van voldoende privacy.

b. het straat- en bebouwingsbeeld: Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient te worden gestreefd naar het instandhouden c.q. tot stand brengen van een, in stedenbouwkundig opzicht, samenhangend straat- en bebouwingsbeeld. In het algemeen zal bij bebouwing worden gestreefd naar:

  • een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte;
  • een goede hoogte-breedteverhouding tussen de bebouwing onderling en een samenhang in bouwvorm/architectonisch beeld tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is.

c. de verkeersveiligheid: Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met het instandhouden c.q. tot stand brengen van een verkeersveilige situatie.

d. de sociale veiligheid: Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient te worden voorkomen dat een ruimtelijke situatie ontstaat die onoverzichtelijk, onherkenbaar en niet sociaal controleerbaar is.

e. de milieusituatie: Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de milieuaspecten, zoals hinder voor omwonenden en een verkeersaantrekkende werking.

f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden: Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, indien deze daardoor kunnen worden beïnvloed.

Toegevoegd zijn de volgende gebruiksregels:

11.4 Specifieke gebruiksregels

  • 1. Ter plaatse van de aanduiding “evenemententerrein” zijn per jaar op ten hoogste 112 dagen evenementen toegestaan, waarvan maximaal 12 dagen met geluidproducerende evenementen, zoals bedoeld in onderdeel 6 en maximaal 100 dagen met geluidarme evenementen met een geluidproductie, zoals bedoeld in onderdeel 5.
  • 2. De begin- en eindtijden van evenementen zijn:
    - op maandag tot en met donderdag van 10.00-24.00 uur;
    - op vrijdag en zaterdag van 10.00-01.00 uur;
    - op zondag van 13.00-24.00 uur.
    Een evenement duurt op een dag niet langer dan de periode tussen de begin- en eindtijden.
  • 3. In afwijking van onderdeel 2, is de eindtijd, bij de viering van Oud en Nieuw (c.q. Oudejaarsnacht), het Gronings Ontzet, Koningsnacht en Bevrijdingsdag, 02.00 uur van de nacht volgend op die van de dag van het evenement.
  • 4. Voor de toepassing van onderdelen 2 en 3 wordt niet onder het evenement begrepen de periode waarin dat niet voor het publiek toegankelijk is.
  • 5. De geluidproductie als gevolg van een evenement mag op de meest belaste gevel van alle omliggende woningen niet meer bedragen dan:
    - 45 dB(A) en 60 dB(C) in de periode van 07.00-23.00 uur en
    - 40 dB(A) en 55 dB(C) in de periode van 23.00-07.00 uur.
  • 6. In afwijking van onderdeel 5 zijn op ten hoogste 12 dagen per jaar geluidproducerende evenementen toegestaan, de uitloop na 24.00 uur tot de sluitingstijd in de nacht volgend op de dag van het evenement niet als afzonderlijke dag meegerekend. De geluidproductie mag dan, tijdens het evenement, uiterlijk tot één uur vóór de eindtijd van het evenement, niet meer bedragen dan:
    - 70 dB(A) en 85 dB(C) op de meest belaste gevel van alle omliggende woningen;
    - 100 dB(A) en 115 dB(C), gemeten op 15 meter vóór het podium.
  • 7. Evenementen als bedoeld in onderdeel 6 kunnen maximaal op twee achtereenvolgende dagen plaatsvinden, de uitloop na 24.00 uur tot de sluitingstijd in de nacht volgend op de dag van het evenement niet meegerekend. Als sprake is van twee opeenvolgende dagen met geluidproducerende evenementen, zijn daarna gedurende een week geen geluidproducerende evenementen toegestaan.
    Dit met dien verstande dat voor dance-evenementen het bepaalde in onderdeel 11 van toepassing is.
  • 8. Het aantal bezoekers van een evenement bedraagt ten hoogste 30.000 per dag.
  • 9. In afwijking van onderdeel 8 kan het aantal bezoekers ten hoogste vijf dagen per jaar ten hoogste 75.000 per dag bedragen bij evenementen bedoeld in onderdelen 6 of 10.
  • 10. Jaarlijks zijn op ten hoogste 6 dagen -van de 12 dagen met geluidproducerende evenementen als bedoeld in onderdeel 6- dance-evenementen toegestaan, de uitloop na 24.00 uur tot de eindtijd in de nacht volgend op de dag van het dance-evenement niet meegerekend. Een dance-evenement behoort tot de geluidproducerende evenementen zoals bedoeld in onderdeel 6. Een dance-evenement duurt ten hoogste 8 uur, behoudens op Koningsdag. Dan geldt een maximale duur van 11 uur.
  • 11. De periode tussen dance-evenementen bedraagt minimaal twee weken, met dien verstande dat deze periode één keer per jaar korter mag zijn, te weten minimaal een week tussen de viering van Koningsdag en de viering van Bevrijdingsdag.
  • 12. Het geluidsniveau als bedoeld in deze specifieke gebruiksregels wordt bepaald op basis van de Handleiding meten en rekenen industrielawaai, uitgave 1999 (HMRI-99), met dien verstande dat:
    - het LAeq (1 minuut) en het LCeq (1 minuut) geldt,
    - het stemgeluid wordt meegerekend,
    - geen bedrijfsduurcorrectie (Cb) wordt toegepast,
    - geen strafcorrectie voor muziekgeluid wordt toegepast, en
    - metingen onder alle weersomstandigheden worden uitgevoerd.
  • 13. Burgemeester en wethouders kunnen bij omgevingsvergunning afwijken van de regels in onderdeel 2 van dit lid mits daarbij geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het woon- en leefklimaat van omwonenden en wordt voldaan aan onderdeel 5 van dit lid.

Artikel 3/11.4 onderdelen 2, 3, 5 en 6. Begin- en eindtijden en 'taptijd'

De eindtijden van evenementen zijn inhoudelijk gelijk gebleven aan die in de Partiële herziening 2016, maar anders beschreven. In de Partiële herziening 2016 was bijvoorbeeld de eindtijd van muziekevenementen op zondag tot en met donderdag 23.00 uur en voor de tap 24.00. In het voorliggend plan is de eindtijd van evenementen op zondag tot en met donderdag 24.00 uur (zie onderdeel 2), maar is vanaf één uur voor de eindtijd het geluidniveau nauwelijks of niet meer waarneembaar in de omgeving, namelijk conform het niveau in onderdeel 5. Dit laatste uur wordt in het Locatieprofiel 'taptijd' genoemd. De taptijd is nodig voor een rustige afloop van het evenement om te voorkomen dat alle bezoekers tegelijk vertrekken, vooral in verband met de openbare orde.

Het maximaal toelaatbare geluidsniveau is tijdens de taptijd maximaal 40 dB(A) en 55 dB(C) op de gevel; dit zal het woon- en leefklimaat niet belasten. De regeling voldoet aan de normering van de "Nota Evenementen met een luidruchtig karakter"", behalve wat betreft de eindtijden van de viering van het Gronings Ontzet en Bevrijdingsdag, indien op die dagen geen zaterdag of zondag volgt.

Nieuw is dat in de regels de aanvangstijden zijn toegevoegd. De aanvangstijd is in alle gevallen op zondag 13.00 uur en op de overige dagen 10.00 uur.

Artikel 3/11.4 Onderdeel 4. Periode buiten de tijden van het evenement

Onder het evenement valt niet de periode waarin dat niet voor het publiek toegankelijk is: een circustent kan bijvoorbeeld 's nachts blijven staan zonder dat deze nachtperiode bij het evenement hoort.

Artikel 3/11.4 Onderdelen 8 en 9. Aantal bezoekers

De regeling betreffende het aantal bezoekers is inhoudelijk ongewijzigd ten opzichte van die in de Partiële herziening 2016.
Dit met dien verstande dat de 5 extra grootschalige incidentele evenementen niet meer nodig worden geacht (zie paragraaf 5.3); zij zijn op grond van de regeling in dit bestemmingsplan niet meer toegestaan. In overweging 7.3 van de Uitspraak staat:

"De raad heeft daarnaast ervoor gekozen om 5 extra categorie 2- of categorie 3-evenementen toe te staan. Dit mogen geen muziekevenementen zijn. Zoals de raad heeft toegelicht betreft dit incidentele evenementen zoals een huldiging van een voetbalelftal of een pasar malam met veel bezoekers. Gezien de aard van deze evenementen en de omstandigheid dat het daarbij gaat om incidentele evenementen, ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de raad niet in redelijkheid ervoor heeft kunnen kiezen om naast de 12 muziekevenementen nog 5 grootschalige incidentele evenementen toe te staan."

Op dit punt is de regeling dus strenger geworden dan de Partiële herziening 2016.

Artikel 3/11.4 Onderdelen 10 en 11

De regeling voor dance-evenementen is inhoudelijk ongewijzigd ten opzichte van de regeling voor dance-evenementen in de Partiële herziening 2016. In verband met de spreiding van mensenmassa's op Koningsdag zijn dance-evenementen binnen de begin- en eindtijden 3 uur extra toegestaan.

Artikel 3/11.4 Onderdeel 12. Meetmethode

De bij een evenement te meten waarden worden uitgedrukt in het equivalent geluidsniveau. Dit is het energetisch gemiddelde van de (fluctuerende) geluidsdrukniveaus van het ter plaatse, gedurende een bepaalde periode, optredende geluid.

Geluidsmetingen en -berekeningen worden zoveel mogelijk uitgevoerd conform de Handleiding meten en rekenen industrielawaai, uitgave 1999 (HMRI-99). De HMRI-99 geeft richtlijnen en aanwijzingen voor het meten en berekenen van het geluid afkomstig van bedrijven. Echter, omdat het hier gaat om (muziek)evenementen, wordt het geluidsniveau Laeq niet vastgesteld over de gehele tijd dat het evenement gaande is, maar wordt de (lopend) gemiddelde waarde over 1 minuut (LAeq,1 minuut en het LCeq 1 minuut) bepaald. Hiermee wordt enerzijds voorkomen dat pas aan het eind van het evenement kan worden vastgesteld of er een overschrijding is, anderzijds wordt voorkomen dat er gedurende kortere tijd een hoger geluidsniveau kan worden geproduceerd. Door de keuze voor het meten over de (lopend) gemiddelde waarde over 1 minuut worden piekwaarden voorkomen. Omdat het per definitie om muziekgeluid gaat, wordt op de gemeten waarde uiteraard geen 10 dB muziekcorrectie toegepast.

Bij evenementen hoeft niet te worden gevreesd voor een cumulatief geluideffect van stemgeluid, verkeersgeluid en meerdere podia, die het geluidniveau boven de toegestane waarde zal doen stijgen. In de Uitspraak (overweging 5.3) stelt de Raad van State: "Voor zover [appellant] aanvoert dat een aantal aspecten, zoals  invulling met meer podia op de drafbaan, stemgeluid en de cumulatie van geluid onder meer als gevolg van elders in het park gehouden evenementen, niet in dit onderzoek zijn betrokken, overweegt de Afdeling dat met deze aspecten in de in het plan vastgestelde geluidnormen rekening is gehouden. Wanneer er een evenement wordt gehouden, gelden deze geluidnormen, ook bij een invulling met meer podia of meer evenementen. Dat deze aspecten niet zijn betrokken in het Geluidrapport, doet aan de gelding van deze geluidnormen niet af."
Daarnaast zal de op- en afbouw van evenementeninstallaties geen voor de omgeving waarneembaar geluid met zich meebrengen (vergelijk overweging 8 in de Uitspraak).

Artikel 3/11.4 Onderdeel 13. Afwijkingsregeling

Burgemeester en wethouders kunnen incidenteel buiten de begin- en eindtijden een geluidarm evenement toestaan, bijvoorbeeld een nightrun.

Artikel 4 Relatie met het geldende bestemmingsplan

Dit artikel regelt de relatie met de bestemmingsplan Kranenburg-Stadspark met bijbehorende verbeelding.

Artikel 5 Slotregel

Dit artikel bevat de citeerbepaling van deze Partiële herziening.

Hoofdstuk 7 Uitvoerbaarheid

Onderzoek naar de economische uitvoerbaarheid van bestemmingsplannen heeft in het algemeen betrekking op nieuwe ontwikkelingen waarvoor bestemmingswijzigingen nodig zijn en die door de gemeente worden gerealiseerd. De voorliggende Partiële herziening betreft echter een aanpassing van de regeling van evenementen in de bestemming Sport van het actualiseringsplan Kranenburg- Stadspark. De door de gemeente te maken kosten bestaan uitsluitend uit plankosten en de kosten van onderzoek, dat nodig is met het oog op de voorbereiding van het plan. Deze uitgaven komen ten laste van de algemene middelen van de gemeente (actualiseringsbudget). Het terrein is in eigendom van de gemeente. Er hoeft dan ook geen exploitatieplan te worden vastgesteld.