direct naar inhoud van 4.3 Toelichting op de artikelen
Plan: Bestemmingsplan Pleiadenlaan-oost 2
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP528PleiadenOost2-vg01

4.3 Toelichting op de artikelen

4.3.1 Artikelsgewijze toelichting

Inleidende regels

De artikelen 1 tot en met 3 bevatten achtereenvolgens de in het plan gebruikte begrippen en hun definitie, de wijze waarop moet worden gemeten en de manier van omgaan met uitmetingsverschillen.

Bestemmingsregels

Artikel 4 Kantoor

Deze bestemming rust op het kantoorgebouw en zijn directe omgeving. De kantoorfunctie heeft geen of slechts in beperkte mate een publieksfunctie. Zodoende zijn vestigingen van bijvoorbeeld een reisbureau of een bankfiliaal met uitgebreide baliefunctie niet toegestaan. In deze bestemming komt een nadere eisenregeling voor. Daarbij kunnen burgemeester en wethouders nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

a. de verblijfssituatie:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening gehouden te worden met het instandhouden c.q. tot stand brengen van een redelijke lichttoetreding, alsmede de aanwezigheid van voldoende privacy.

b. het straat- en bebouwingsbeeld:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient te worden gestreefd naar het instandhouden c.q. tot stand brengen van een, in stedenbouwkundig opzicht, samenhangend straat- en bebouwingsbeeld. In het algemeen zal bij bebouwing worden gestreefd naar:

  • een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte;
  • een goede hoogte-breedteverhouding tussen de bebouwing onderling en een samenhang in bouwvorm/architectonisch beeld tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is.

c. de verkeersveiligheid:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met het instandhouden c.q. tot stand brengen van een verkeersveilige situatie.

d. de sociale veiligheid:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient te worden voorkomen dat een ruimtelijke situatie ontstaat die onoverzichtelijk, onherkenbaar en niet sociaal controleerbaar is.

e. de milieusituatie:

Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de milieuaspecten, zoals hinder voor omwonenden en een verkeersaantrekkende werking.

f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden:

Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, indien deze daardoor kunnen worden beïnvloed.

Daarnaast is in deze bestemming een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Daarmee kan de bestemming gewijzigd worden naar wonen. Op de begane grond en de eerste verdieping kunnen de functies cultuur, sport en recreatie en maatschappelijke dienstverlening worden toegestaan. In een wijzigingsplan kan de situering en de vorm van de op de verbeelding aangegeven bouwvlakken worden gewijzigd. Ook kunnen nieuwe bouwvlakken worden aangegeven. In de wijzigingsrandvoorwaarden is bepaald dat over een oppervlakte van 1100 m2 de maximale hoogte van de bebouwing 70 meter mag bedragen.

Bij wijziging moet wel voldaan worden aan randvoorwaarden van o.a. geluid en externe veiligheid.

Bij wijziging kan het aantal benodigde parkeerplaatsen toenemen. De regulering hiervan geschiedt op grond van de gemeentelijke bouwverordening, waarnaar verwezen wordt in artikel 10 onder d. In het wijzigingsplan kan een gebouwde parkeervoorziening worden toegestaan.

Artikel 5 Groen

De bestemming Groen omvat het groen aan de zuidkant van het plangebied. Dit groen is onderdeel van het gemeentelijke groenstructuurplan.

Artikel 6 Verkeer

De bestemming Verkeer omvat delen van de Dierenriemstraat en Pleiadenlaan aan de randen van het plangebied. Behalve de verkeers-en parkeerfunctie zijn hier tevens nuts-, water- en groenvoorzieningen toegestaan.

Artikel 7 Waarde - Archeologie 2

De gronden in het gehele plangebied hebben archeologische verwachtingswaarde. Daarom is hier een dubbelbestemming gelegd, met onderzoeksvoorwaarden te verbinden aan bouw- en aanlegvergunningen.

Algemene regels

Artikel 8

Dit artikel bevat de anti-dubbeltelregel. De redactie is conform artikel 3.2.4 van het Besluit ruimtelijke ordening. Deze bepaling is ervoor om te voorkomen dat dezelfde grond meer dan eens betrokken wordt bij de toets van de aanvraag om een omgevingsvergunning en daarmee meer gebouwd kan worden dan is toegestaan.

Artikel 9

In dit artikel zijn algemene gebruiksregels opgenomen. Deze moeten voorkomen dat, zonder dat er sprake is van bouwen, gronden en gebouwen worden gebruikt in strijd met de bestemming.

Artikel 10

In dit artikel wordt geregeld dat de aanvullende stedenbouwkundige bepalingen uit de Groninger Bouwverordening niet van toepassing zijn. Hetgeen het bestemmingsplan regelt gaat vóór datgene wat op dit gebied door de Bouwverordening wordt geregeld. Daarop is echter op een vijftal punten, die in dit artikel zijn genoemd, een uitzondering gemaakt. Het belangrijkste hierbij is onderdeel d., waarmee de Nota Parkeernormen van de gemeente Groningen voor dit bestemmingsplan van toepassing wordt verklaard.

Artikel 11

Met deze algemene wijzigingsbevoegdheid kan via een wijzigingsplan de gebiedsaanduiding geluidzone - industrie van de verbeelding worden verwijderd. Daarmee kan worden voorkomen dat bij nieuwe ontwikkelingen voor geluidgevoelige functies zonodig een hogere waardenbesluit moet worden genomen.

Artikel 12

Dit artikel bevat een afwijkingsbevoegdheid, die op alle bestemmingen in het plangebied van toepassing zijn. Bedoeling van de bepaling is om relatief kleine afwijkingen van het bestemmingsplan toe te staan, zowel qua omvang als qua functie.

Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 13

Dit artikel regelt het overgangsrecht. De redactie is conform de artikelen 3.2.1 en 3.2.2 van het Besluit ruimtelijke ordening.

Artikel 14

Dit artikel bevat de zogenaamde slotregel, die bedoeld is voor een eenduidige vastlegging van de naam van het bestemmingsplan.

Wijzigingsbevoegdheid

Dit bestemmingsplan bevat geen algemene procedureregels voor wijzigingsplannen. De procedure hiervoor is nu voorgeschreven in artikel 3.9a van de Wet ruimtelijke ordening en heeft rechtstreekse werking. Dit artikel regelt dat deze procedure de weg moet volgen die is voorgeschreven in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit betekent een terinzagelegging van 6 weken, gedurende welke zienswijzen kunnen worden ingediend. Burgemeester en wethouders besluiten vervolgens binnen 8 weken over de vaststelling van het wijzigingsplan.