direct naar inhoud van Artikel 20 Algemene aanduidingsregels
Plan: Bestemmingsplan Bedrijventerrein Zuidoost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP516BedrterreinZo-vg01

Artikel 20 Algemene aanduidingsregels

20.1 Geluidzone - industrie
20.1.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' zijn, naast het bepaalde in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, bestemd voor een zone als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder.

20.1.2 Bouwregels
  • a. In afwijking van het bepaalde in de overige bestemmingsregels mogen ter plaatse van de aanduiding 'geluidzone - industrie' geen geluidsgevoelige objecten worden gebouwd, tenzij deze volgens de daar voorkomende bestemmingen(en) uitdrukkelijk zijn toegestaan.
  • b. Het verbod onder a is niet van toepassing op bestaande geluidsgevoelige objecten, met dien verstande dat de bestaande bruto vloeroppervlakte niet mag worden vergroot.
20.1.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van niet-geluidsgevoelige objecten als geluidsgevoelig object.

20.1.4 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de subleden 20.1.2en 20.1.3 ten behoeve van geluidsgevoelige objecten overeenkomstig de ter plaatse voorkomende bestemming(en), mits de geluidsbelasting vanwege het industrieterrein van de gevel van deze gebouwen niet meer bedraagt dan de voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde.

20.1.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:

  • a. de aanduiding 'geluidzone - industrie' wordt verwijderd, mits geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen meer aanwezig dan wel toegestaan zijn;
  • b. de aanduiding 'geluidzone - industrie' wordt gewijzigd, mits de geluidsbelasting vanwege een industrieterrein van de gevels van een geluidsgevoelig object niet hoger zal zijn dan de voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde.
20.2 Gezoneerd industrieterrein
20.2.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'gezoneerd industrieterrein' zijn, naast het bepaalde in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, bestemd voor een industrieterrein als bedoeld in artikel 1 van de Wet geluidhinder.

20.2.2 Bouwregels
  • a. In afwijking van het bepaalde in de overige bestemmingsregels mogen ter plaatse van de aanduiding 'gezoneerd industrieterrein' geen geluidsgevoelige objecten worden gebouwd.
  • b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bestaande geluidsgevoelige objecten, met dien verstande dat de bestaande bruto vloeroppervlakte niet mag worden vergroot.
20.2.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats van de bebouwing met het oog op een doelmatige akoestische afscherming ten behoeve van de bescherming van de beschikbare geluidsruimte.

20.2.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van niet-geluidsgevoelige objecten als geluidsgevoelig object.

20.2.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat:

  • a. de aanduiding 'gezoneerd industrieterrein' wordt verwijderd, mits geen geluidszoneringsplichtige inrichtingen meer aanwezig dan wel toegestaan zijn;
  • b. de aanduiding 'gezoneerd industrieterrein' wordt gewijzigd, mits de geluidsbelasting vanwege een industrieterrein van de gevels van een geluidsgevoelig object niet hoger zal zijn dan de voorkeursgrenswaarde of een vastgestelde hogere grenswaarde.
20.3 Magneetveldzone
20.3.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'magneetveldzone' zijn, naast het bepaalde in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, bestemd voor de magneetveldzone van bovengrondse hoogspanningslijnen.

20.3.2 Bouwregels

In afwijking van het bepaalde in de overige bestemmingsregels zijn ter plaatse van de aanduiding 'magneetveldzone' geen stralingsgevoelige objecten toegestaan.

20.3.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van stralingsgevoelige objecten.

20.4 Plasbrandaandachtsgebied
20.4.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'plasbrandaandachtsgebied' zijn, naast het bepaalde in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, bestemd voor een zone langs een weg, spoorlijn of vaarweg, waarin bij realisering van kwetsbare objecten rekening dient te worden gehouden met de effecten van een plasbrand.

20.4.2 Bouwregels
  • a. In afwijking van het bepaalde in de overige bestemmingsregels mogen ter plaatse van de aanduiding 'plasbrandaandachtsgebied' geen kwetsbare objecten worden gebouwd.
  • b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bestaande kwetsbare objecten, met dien verstande dat de bestaande bruto vloeroppervlakte niet mag worden vergroot.
20.4.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend het gebruiken van gebouwen ten behoeve van kwetsbare objecten.
  • b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bestaande kwetsbare objecten, met dien verstande dat de bestaande bruto vloeroppervlakte niet mag worden vergroot.
20.5 Veiligheidszone - bevi
20.5.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' zijn, naast het bepaalde in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, bestemd voor de veiligheidszone van een risicovolle inrichting.

20.5.2 Bouwregels
  • a. In afwijking van het bepaalde in de overige bestemmingsregels mogen ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - bevi' geen kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.
  • b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bestaande kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten, met dien verstande dat de bestaande bruto vloeroppervlakte niet mag worden vergroot.
20.5.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gebouwen ten behoeve van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.
  • b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bestaande kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten, met dien verstande dat de bestaande bruto vloeroppervlakte niet mag worden vergroot.
20.5.4 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsverguning afwijken van het bepaalde in de subleden 20.5.2, onder a, en 20.5.3, onder a, ten behoeve van beperkt kwetsbare objecten, overeenkomstig de ter plaatse voorkomende bestemming(en), mits

  • a. de richtwaarde voor het plaatsgevonden risico van 10–6 per jaar niet wordt overschreden;
  • b. in de toelichting van het besluit het groepsrisico wordt verantwoord;
  • c. het bestuur van de veiligheidsregio in de gelegenheid wordt gesteld om advies uit te brengen over de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp en over de zelfredzaamheid van personen in het invloedsgebied van de inrichting.
20.6 Veiligheidszone - opslag gevaarlijke stoffen
20.6.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - opslag gevaarlijke stoffen' zijn, naast het bepaalde in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, bestemd voor de veiligheidszone van een groothandel in chemische produkten en van een vuurwerkopslag.

20.6.2 Bouwregels
  • a. In afwijking van het bepaalde in de overige bestemmingsregels mogen ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - chemieopslag' geen kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten worden gebouwd.
  • b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bestaande kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten, met dien verstande dat de bestaande bruto vloeroppervlakte niet mag worden vergroot.
20.6.3 Specifieke gebruiksregels
  • a. Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gebouwen ten behoeve van kwetsbare of beperkt kwetsbare objecten.
  • b. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bestaande kwetsbare objecten of beperkt kwetsbare objecten, met dien verstande dat de bestaande bruto vloeroppervlakte niet mag worden vergroot.
20.6.4 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de subleden 20.6.2, onder a, en 20.6.3, onder a, ten behoeve van beperkt kwetsbare objecten, overeenkomstig de ter plaatse voorkomende bestemming(en), mits

  • a. de richtwaarde voor het plaatsgevonden risico van 10–6 per jaar niet wordt overschreden;
  • b. in de toelichting van het besluit het groepsrisico wordt verantwoord;
  • c. het bestuur van de veiligheidsregio in de gelegenheid wordt gesteld om advies uit te brengen over de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp en over de zelfredzaamheid van personen in het invloedsgebied van de inrichting.
20.7 Vrijwaringszone - vaarweg
20.7.1 Aanduidingsomschrijving

De gronden ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone - vaarweg' zijn, naast het bepaalde in de andere voor die gronden aangewezen bestemmingen, tevens bestemd voor een strook ten behoeve van de bescherming en het doelmatig en veilig functioneren van de nabijgelegen vaarweg.

20.7.2 Bouwregels

Er zijn wat de bebouwing betreft, in afwijking van het bepaalde in de overige bestemmingsregels, uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de vaarweg.

20.7.3 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 20.7.2 ten behoeve van het oprichten van gebouwen en bouwwerken overeenkomstig de regels van de andere bij dit plan aangewezen bestemmingen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan het veilig en doelmatig functioneren van de vaarweg en voorafgaand overleg met de vaarwegbeheerder heeft plaatsgevonden.