direct naar inhoud van 5.3 Overleg
Plan: Bestemmingsplan Sontwegtracé
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP515Sontwegtrace-vg02

5.3 Overleg

In het kader van het overleg, als bedoeld in artikel 3.1.1 van het Besluit ruimtelijke ordening is het bestemmingsplan gezonden naar de provincie Groningen, de betrokken rijksdiensten en waterschappen, nutsbedrijven en andere adviseurs en belanghebbenden.

Dit heeft geleid tot een aantal schriftelijke reacties, die hieronder zijn samengevat en, voor zover ze daartoe aanleiding geven, van commentaar voorzien.

Waterschap Hunze en Aa's

Inhoud reactie

  • a. Het waterschap verzoekt aan de westzijde van de Sontbrug, net als in het oostelijke deel van het plangebied, binnen de bestemming 'Verkeer' de dubbelbestemming 'Waterstaat-Waterkering' op te nemen.
  • b. In paragraaf 3.4.5 van de toelichting wordt alleen ingegaan op compenserende maatregelen voor de toename van verhard oppervlak. Een gedeelte van het boezemwater van de Deense Haven zal voor de oprit naar de brug worden gedempt. Dit zal moeten worden gecompenseerd door de aanleg van vervangend boezemwater met eenzelfde oppervlak binnen hetzelfde watersysteem.
  • c. Voor werkzaamheden aan en in de nabijheid van wateren en kaden is een watervergunning van het waterschap nodig.

Commentaar

Ad a.

Aan dit verzoek is tegemoet gekomen door niet alleen ter plaatse van de oprit, maar ook van de westelijke kade van de Deense Haven, een strook van 5 meter of meer de dubbelbestemming 'Waterstaat-Waterkering' te geven.

Ad b.

Voor de compensatiemaatregelen die nodig zijn als gevolg van de toegenomen verharding en het dempen van een deel van de boezem is geld gereserveerd in het project. In overleg met waterschap Hunze en Aa's zal de gemeente bepalen waar en hoe deze compenserende maatregelen uitgevoerd kunnen worden.

Ad c. De gemeente is op de hoogte van het vereiste van een watervergunning.

Provincie Groningen

Inhoud reactie

  • a. De provincie wijst erop dat voor de Sontbrug een vergunning nodig is op grond van het provinciaal kanalenreglement.
  • b. De provincie hanteert als vaarwegbeheer van het Winschoterdiep ten behoeve van het beheer en een ongehinderd gebruik van de vaarweg voor de scheepvaart een bebouwingsvrije zone langs dit deel van het Winschoterdiep van 20 meter. Verzocht wordt de wijzigingsbevoegdheid voor het wijzigen van de situering en de vorm van de bouwvlakken en het aangeven van nieuwe bouwvlakken in artikel 5, sublid 5.8.2, uit te sluiten voor de gronden gelegen binnen de bebouwingsvrije zone.

Commentaar

Ad a.

De gemeente is bekend met de vergunningplicht op grond van het provinciaal kanalenreglement en zal de vergunning tijdig aanvragen.

Ad b.

De gevraagde bebouwingsvrije afstand van 20 meter is een adviesafstand. Deze is met name van belang voor een vrij uitzicht voor de scheepvaart bij kruisingen van of bochten in vaarwegen. Het deel van het Winschoterdiep in dit bestemmingsplan is een recht deel. Daarom is de zone van 20 meter hier niet zeer noodzakelijk. Ook is op sommige plaatsen binnen deze zone al bebouwing aanwezig. Bij de toepassing van de wijzigingsbevoegdheid kan het door de provincie opgeworpen belang worden meegewogen, net als in dit geval bijvoorbeeld ook een afweging moet worden gemaakt met het belang van de waterkerende functie van de oever, zoals die bescherming vindt in de dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering'.

Waterschap Noorderzijlvest

Inhoud reactie

 Het waterschap merkt op dat het plangebied buiten zijn beheergebied ligt. Wel loopt door het plangebied de rioolwaterpersleiding Groningen-Garmerwolde, die bij het waterschap Noorderzijlvest in beheer is.

Commentaar

De aanwezigheid van de rioolwaterpersleiding is bij de gemeente bekend. Met de leiding is in het bestemmingsplan rekening gehouden door middel van de dubbelbestemming 'Leiding-Riool'.

Gasunie

Inhoud reactie

De Gasunie heeft het voorontwerpbestemmingsplan getoetst aan het Besluit externe veiligheid buisleidingen. Op grond van deze toetsing concludeert de Gasunie dat haar dichtstbijgelegen leiding buiten het plangebied valt en dat deze leiding geen invloed heeft op de verdere planontwikkeling.

Brandweer

Inhoud reactie

  • a. De brandweer merkt op dat het plangebied wordt doorkruist door het Eemskanaal, waarover vervoer van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. De aanleg van de Sontweg en de wegreconstructies hebben echter geen invloed op de waterweg, de aard van de vervoerde stoffen of de vervoersfrequentie. Het plangebied zelf kent uitsluitend de bestemming verkeer en biedt geen mogelijheid voor het langdurig verblijf van mensen. Daarom veroorzaakt voornoemde risicobron geen meetbare risico's in het plangebied en is nadere advisering over het groepsrisico door de brandweer niet aan de orde.
  • b. Het plangebied is in voldoende mate voor de hulpdiensten bereikbaar, mits er geen fysieke afscheidingen tussen of langs de rijbanen zijn gelegen. Daarom wordt geadviseerd het tracé zonder fysieke afscheidingen tussen of langs de rijbanen uit te voeren (of anders anders met afscheidingen die gemakkelijk overrijdbaar zijn). Verder beschikt het plangebied in het algemeen over voldoende bluswatervoorziengen.

Commentaar

Ad b.

De gemeente wil het ontwerp van het Sontwegtracé (Sontweg, Sontbrug en Sint Petersburgweg) zoveel mogelijk laten aansluiten op het ontwerp van de Bornholmstraat. Dat betekent dat ook in de genoemde wegen plaatselijk (groene) middenbermen zullen verschijnen. Om in het geval van calamiteiten de doorstroming van de brandweer niet te belemmeren, zullen de middenbermen overrijdbaar worden gemaakt overeenkomstig de constructie die in de Bornholmstraat is toegepast.