direct naar inhoud van 1.4 Cultuurhistorie
Plan: Bestemmingsplan Bessemoerpark
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP514Bessemoerpark-oh01

1.4 Cultuurhistorie

Het plangebied van dit bestemmingsplan bestond in 1832 uit een smalle strook kleine percelen met aan beide zijden een 'weg' (zie figuur hieronder). De indeling in kleine percelen heeft waarschijnlijk te maken met de waterhuishouding: de lage ligging aan de voet van de Hondsrug, versterkt door de afwatering van de langgerekte moestuinpercelen (vanaf de Moesstraat in westelijke richting) vereisten een goede afwatering. Desalnietttemin waren de kleine percelen allemaal 'moestuin' in 1832.

Deze smalle strook percelen wordt ook wel 'de Rijskampen' genoemd. De benaming Rijskampen voor deze strook kwam reeds in 1650 voor. 'Rijskampen' verwijst waarschijnlijk naar rijshout (hout van wilgen). Langs de sloten van de kleine percelen groeiden waarschijnlijk wilgen, aangezien deze goed tegen vocht kunnen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP514Bessemoerpark-oh01_0003.jpg"
De plangrens van bestemmingsplan Bessemoerstrook + De Kadastrale Minuut (1832) met hierop herkenbaar de Rijskampen en de langgerekte moestuinpercelen (richting de Moesstraat).

Aan weerszijden van de Rijskampen liepen twee 'wegen'. Aan de westzijde was dit een weg die ter hoogte van boerderij en nu wijkpost Park Selwerd 2 aansloot op de Paddepoelsterweg. De huidige Kerklaan volgt vanaf het spoor tot aan het Noorderplantsoen nog exact het tracé van deze weg.

Aan de oostzijde van de Rijskampen liep een steeg waar nu de Bessemoerstraat en (ten zuiden van het spoor) Veldstraat lopen.Vanuit deze steeg waren zowel de moestuinen van de Rijskampen als de langgerekte moestuinpercelen van de Moesstraat te bereiken. De steeg kreeg in de 18e eeuw de naam Bestemoersteeg of Maaikemenkesteegje. Beide benamingen verwijzen mogelijk naar eretitels van Maria-Louisa van Hessen-Cassel, echtgenote van stadhouder Jan-Willem Friso, namelijk "Bestemoer" en "Maaikemeu". De zeer populaire Maria-Louisa was na de dood van haar man 20 jaar lang regentes over Groningen, Friesland en Drenthe.

De Rijskampen markeerden de overgang van moestuinen en akkers aan de oostzijde naar weideland aan de westzijde. Rond de Moesstraat bevonden zich aan weerszijden moestuinen. Moeskers profiteerden hier van de nabijheid van de stad en goede teeltomstandigheden: een natuurlijke afwatering (vanwege de ligging boven op de Hondsrug en de afwatering in oostelijke en westelijke richting) en een betrekkelijk dunne kleilaag die met het onderliggende zand tot goede tuingrond verwerkt kon worden. Het verder bij de Hondsrug vandaan gelegen gebied van de Rijskampen tot aan het Reitdiep werd veelvuldig "Achter de Rijskampen" genoemd en was juist in gebruik als weideland.

Op de Bonnebladen (1908) valt te zien dat zowel de steeg aan de oostzijde (Bessemoersteeg) als de weg aan de westzijde van de Rijskampen (Verlengde Kerklaan) nog aanwezig zijn. Waar in 1832 alle percelen nog onbebouwd waren, zijn in 1908 de meeste percelen bebouwd. Ook valt op dat enkele percelen ten westen van de Verlengde Kerklaan ook in gebruik zijn genomen als moestuin of akker. In 1932 is inmiddels een deel van de nieuwe Tuinwijk tot stand gekomen, doch de situatie bij de Rijskampen is nog ongewijzigd. De bebouwing volgt de verkavelingspatronen en stopt ongeveer bij de Bessemoersteeg (zie foto op volgende pagina).

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP514Bessemoerpark-oh01_0004.jpg"

Luchtfoto uit 1932. De pijltjes geven globaal aan waar De Rijskampen zich bevinden.

Te zien valt onder andere de nieuwbouw van de Tuinwijk (ophoudend bij de Bessemoersteeg), de Verlengde Kerklaan (niet meer bestaand; lopend dwars door het huidige bestemmingsplangebied) en de spoorlijn Groningen-Sauwerd.

In de jaren 1960-1967 wordt de nieuwe uitbreidingswijk Paddepoel aangelegd. Daarbij worden het beloop van de Verlengde Kerklaan en de structuur van de Rijskampen volledig gewist. Tussen de Bessemoerstraat, die nog wel de loop van de historische Bessemoersteeg volgt, en de nieuwe Dierenriemstraat wordt een groenstrook aangelegd. Deze groenstrook scheidt de vooroorlogse Tuinwijk (oostzijde) van de de naoorlogse uitbreidingswijk Paddepoel ten westen en noordwesten hiervan. De groenstrook vormt het zuidelijke gedeelte van een in noordelijke richting doorlopende, maar hier veel breder opgezette groenzone, die hier als een echt wijkpark is vormgegeven met waterpartijen en dergelijke. Deze vormt tevens een groene buffer tussen de wijken Paddepoel en Selwerd, die gelijktijdig (1960-1966) ten noorden van de Tuinwijk en de Studentenbuurt werden aangelegd.

In de groenstrook van de Bessemoerstraat werden enkele wijkvoorzieningen gebouwd als scholen en een buurtcentrum. Het zuidelijk in de groenstrook gelegen scholencomplex aan de Dierenriemstraat 1 is tijdens de inventarisatie van naoorlogse architectuur en stedenbouw wel meegenomen, maar uiteindelijk niet aangewezen. Het bijzondere kunstwerk van George van der Wagt (een betonnen wand waarin drie abstracte sculpturen), dat zich in de muur van de school bevond, is in 2008 herplaatst in het vensterhuis van Lewenborg.