direct naar inhoud van Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid / exploitatie
Plan: Bestemmingsplan Hortusbuurt - Noorderplantsoen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP513HortusbuurtNo-vg01

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid / exploitatie

Onderzoek naar de economische uitvoerbaarheid van bestemmingsplannen heeft in het algemeen

betrekking op nieuwe ontwikkelingen waarvoor bestemmingswijzigingen nodig zijn en die door de

gemeente worden gerealiseerd. Het bestemmingsplan Hortusbuurt - Noorderplantsoen heeft echter betrekking op een reeds bebouwd deel van de gemeente, waarbij de ontwikkelingen aan het particuliere initiatief worden overgelaten. De door de gemeente te maken kosten bestaan uitsluitend uit plankosten en de kosten van onderzoek, dat nodig is met het oog op de voorbereiding van het plan. Deze uitgaven komen ten laste van de algemene middelen van de gemeente.

De enige nieuwe ontwikkeling die met dit bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt is de bouw van een kiosk annex toiletvoorzieningen in het Noorderplantsoen. De investeringskosten van de kiosk komen voor rekening van de gemeente. De bouwkosten van de kiosk zijn geraamd op €125.000,-. Zodra dit bestemmingsplan is vastgesteld, wordt een kredietvoorstel aan de raad voorgelegd. De kapitaallasten worden gedekt uit de exploitatiebegroting van de vakdirectie Stadsbeheer. Aangezien er geen tijdelijke toiletvoorzieningen in het Noorderplantsoen meer nodig zijn, kunnen de structurele kosten voor het beheer en schoonmaak daarvan verrekend worden met de kapitaallasten. De kapitaallasten zijn het maximale financiële risico bij een niet-succesvolle exploitatie. De kosten van het halfjaarlijks af- en opbouwen komen voor de rekening van de toekomstige exploitant. Ook de variabele lasten zoals verbruik van gas, water, electra, afvalverwerking en beheer toiletten, komen voor rekening van de toekomstige exploitant. De vergoeding die de gemeente ontvangt voor het beschikbaar stellen van de kiosk, zal deel uitmaken van het ondernemingsplan.


Omdat het voorliggende plan een actualisering vormt van geldende planologische regelingen en voornamelijk de bestaande toestand vastlegt, hoeft geen exploitatieplan te worden vastgesteld. Voor zover functiewijziging heeft plaatsgevonden, is daarvoor vergunning verleend en strekt het voorliggende plan slechts tot inpassing daarvan. Voor het overige worden de bouwmogelijkheden, die volgens de vigerende regelingen bestaan, in het nieuwe bestemmingsplan niet gewijzigd of uitgebreid. Er doet zich dus geen mogelijkheid voor van kostenverhaal als bedoeld in afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening.