direct naar inhoud van 3.1 Inpassing in de ruimtelijk-functionele structuur
Plan: Bestemmingsplan Friesestraatweg-Hoogeweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP512FrstrwHoogewe-vg01

3.1 Inpassing in de ruimtelijk-functionele structuur

3.1.1 Ontstaansgeschiedenis

Het plangebied ligt in de hoek van het Reitdiep met de Friesestraatweg/Plataanlaan. Deze structuren zijn historische verbindingen van de stad Groningen met respectievelijk de Wadden- en Noordzee en Leeuwarden. Parallel aan het Reitdiep loopt de Hoogeweg, een wat meer ondergeschikte verbinding, met onder andere het noordelijk gelegen Dorkwerd.

Het Reitdiep en de Friesestraatweg vormen belangrijke handelsroutes van en naar Groningen en de bedrijvigheid begint dichtbij de stad, zoals duidelijk wordt uit de kaart van 1853. Het plangebied heeft op dat moment nog een sterk agrarisch karakter. Dit karakter blijft behouden tot ver in de 20e eeuw.

Op de topografische kaart van 1952 heeft het plangebied nog steeds een agrarische functie maar de stad rukt op. Het spoor naar Noord-Groningen is aangelegd en de ruimte tussen het spoor en de oude stadswallen wordt bebouwd. Op de topografische kaart van 1970 heeft de stad aan de noordwestzijde een flinke groei doorgemaakt waardoor de stad is opgerukt tot aan de grens van het plangebied. Van west naar oost zijn de nieuwe woonwijken Vinkhuizen, Paddepoel en Selwerd ontwikkeld. De bedrijvigheid in dit deel van de stad is ook gegroeid en gesitueerd in de zone tussen de Friesestraatweg en het Reitdiep. Op de universiteitscampus tegenover het plangebied verrijzen in deze periode de eerste gebouwen. Tot slot is op deze kaart de ruimtereservering voor de noordelijke ringweg zichtbaar die in de jaren zeventig is aangelegd. Door de aanleg van de ringweg raakt het plangebied enigszins afgesneden van de stad.

De stad heeft op de topografische kaart van 2006 ter plaatse van het plangebied de sprong over de ringweg gemaakt. In de zone tussen de Hoogeweg en het Reitdiep zijn inmiddels woningen gerealiseerd. Voorts zijn op de kaart de vlekken voor de nieuwste woonwijken, zoals Reitdiephaven (wonen, voorzieningen) zichtbaar. Ook het gebied ten noorden van de universiteitscampus wordt verder ontwikkeld. Hier verrijst het bedrijventerrein Zernike Sciencepark. De nieuwe woonwijken en het Zernike Sciencepark worden via de Friesestraatweg (N355) ontsloten met een nieuwe verbinding, de Professor Uilkensweg met een nieuwe klapbrug over het Reitdiep.

3.1.2 De (huidige) ruimtelijk - functionele structuur

Voor de beschrijving van de ruimtelijk- en functionele structuur van het plangebied wordt teruggegrepen naar het manifest Bouwjong. In het boek Bouwjong van o.a. Marlies Rohmer, curator en inspirator van de woningbouwmanifestatie jongerenhuisvesting 2010-2015 Groningen, wordt richting gegeven aan een integrale aanpak van dit woningbouw vraagstuk. Leidend thema in dit boek is “wat kan het project teruggeven aan de stad”. Om dit steeds objectief te kunnen beoordelen zijn selectie criteria omschreven, op verschillende schaalniveaus, te weten:

  • LARGE, gebouw en stad, gekoppeld aan het stedelijk netwerk;
  • MEDIUM, gebouw en buurt, koppeling aan de directe omgeving;
  • SMALL, gebouw en woning, deel en geheel.

Aan de hand van een turflijst worden deze criteria verder gespecificeerd. De drie schaalniveaus worden kort behandeld.

LARGE

Het plan ligt in de Reitdiepzone in Groningen ten noorden van het verkeersknooppunt Friesestraatweg, westelijke- en noordelijke ringweg en de uitvalsweg richting Zuidhorn. De locatie ligt op de grens van stad en landschap en ligt aan het Reitdiep, waardoor het een unieke positie heeft.

Luchtfoto omgeving plangebied

Doordat het terrein tevens op het knikpunt van de ringweg ligt, is het een beeldbepalende zichtlocatie met een landmarkpotentie. Door hier een hoog gebouw te situeren kan het gebouw en dit deel van de stad een betekenis krijgen voor de stad. Het gebouw kan door zijn grootte een ruimtelijke betrekking aangaan met andere bakens op stedelijk niveau.

De vormgeving van het gebouw dient zich daarbij niet enkel tot de hoogte te beperken, maar dient ook tot uiting te komen in de opbouw van het volume en de relatie tussen het maaiveld en de plint van het gebouw.

MEDIUM

Het gebouw is georganiseerd rond een binnenhof, de zogenaamde parochiale ruimte. De bouwmassa groeit vanaf de verblijven aan het Reitdiep op uit het landschap en eindigt, via opklimmende dakterrassen, in een mooi uitzichtpunt op de top van het gebouw. Op deze wijze reageert de massaopbouw op de omgeving en oriënteert zich op de zon. Door het dakterrassenprincipe ontstaat een bijzondere vijfde gevel en wordt het ruimtebeslag van de footprint van het gebouw door de dakterrassen gecompenseerd.

Impressie mogelijk ontwerp (Inbo architecten)

Het plangebied maakt deel uit van een grotere stedenbouwkundige eenheid langs het Reitdiep (verder Reitdiepzone) dat voor een deel bestaat uit vervallen industriebebouwing. De Reitdiepzone loopt van Stichting ‘Het Poortje’ in het noorden tot aan het ACM-terrein in het zuiden. De kavels in de Reitdiepzone zijn opgespannen tussen de Friesestraatweg en de Hoogeweg en het Reitdiep. De bebouwing staat deels in een rooilijn langs de Friesestraatweg. Soms is de bebouwing teruggelegd om bijvoorbeeld ruimte te geven aan parkeren. Daarnaast is de bebouwing gevarieerd in maat en schaal (van kleine tot grote ‘korrel’). De bebouwing staat ofwel haaks op het Reitdiep of is parallel hieraan gesitueerd.

De rooilijn van het jongerencomplex volgt de richting van de Plataanlaan en wijkt iets terug ten opzichte van de Hoogeweg. Het markeert zo de entree van deze zijde van het Reitdiep. Met de commerciële functies in de plint biedt het ruimte voor ontmoeting tussen jongeren en andere buurtbewoners. De toevoeging van een langzaamverkeersverbinding over het Reitdiep, parallel aan de Plataanlaan, legt tevens een verbinding met het naastliggende universiteitscomplex. Vanaf deze route en de hof van het jongerencomplex kan tevens de oever van het Reitdiep geactiveerd worden, wat de levendigheid van de locatie ten goede zal komen.

SMALL

De beoogde hoofdfunctie is de huisvesting van jongeren. Aanvullend zijn commerciële voorzieningen gedacht. De hoge begane grond bevat aan de toegangszijde een hoge, ruime entreezone, waardoor een natuurlijke overgang van buiten naar binnen ontstaat. Op deze entreezone sluiten de hoofdentree van de huisvesting, de commerciële ruimte, de fietsenberging en de overdekte parkeergelegenheid aan. De verdiepingen kunnen op strategische plekken commerciële ruimte bevatten. Op de resterende verdiepingen is de jongerenhuisvesting en collectieve ruimte gesitueerd.

De dragende buitengevel zorgt voor een grote flexibiliteit bij de invulling van de vloerenvelden. De extra verdiepingshoogte in de plint draagt bij aan een meer flexibele invulling van het programma in de plint.

Net als bij vrijwel alle bebouwing in de Reitdiepzone ligt ook hier de bebouwing en het parkeren terug ten opzichte van de oever. Wenselijk bij de vormgeving van het parkeren is dat deze waar mogelijk uit het zicht wordt gehouden.