direct naar inhoud van 2.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Bestemmingsplan Friesestraatweg-Hoogeweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP512FrstrwHoogewe-vg01

2.3 Gemeentelijk beleid

2.3.1 De intense stad

Het plangebied maakt deel uit van het project ‘De Intense Stad’. De Intense Stad wil door middel van intensivering en vermenging van functies een positieve bijdrage leveren aan de kwaliteit van de stad en aan het behoud daarvan. Dit project richt zich op plekken met te veel ruimte en te weinig programma en lage gebruiksintensiteit en die daardoor gevoelig zijn voor verrommeling en verloedering. Ook richt de Intense stad zich op de verduidelijking en het (opnieuw) leesbaar maken van (historische) structuren en radialen. Zoals in paragraaf 1.1 reeds is beschreven, was het perceel onderdeel van een bedrijventerrein en zal het worden omgevormd tot een perceel voor jongerenhuisvesting in de vorm van hoogbouw.

2.3.2 Groene pepers

De groenstructuurvisie voor Groningen 'Groene Pepers', vastgesteld in maart 2009, heeft als opgave om "de steden compact te houden; om echte steden, echt landschap en echte natuur te verkrijgen. En die compacte steden zouden zo aantrekkelijk moeten zijn dat ze bewoners vasthouden, dat mensen er met plezier wonen en werken. Dat kan alleen als mensen in de stad toegang hebben tot een rijk spectrum van groen en natuur, in en om de stad". De groenstructuurvisie onderscheidt een blauw-groen netwerk met een stedelijke betekenis en gemeentelijke regie en een andere aanpak in de woongebieden, met daarin een optimale zeggenschap voor de betrokken bewoners en gebruikers.

Op de groenstructuurkaart wordt onderscheid gemaakt tussen de basisgroenstructuur en de nevengroenstructuur (zie de afbeelding hierna). Gestreefd wordt naar versterking van de functionele kwaliteit en complementering van de basisgroenstructuur. Mede vanwege de jonge leeftijd van de wijk Reitdiep is er weinig basisgroen aanwezig. Alleen de zone langs de Professor Uilkensweg en de oever van het Reitdiep zijn als basisgroenstructuur aangegeven. De zone langs de Hoogeweg en enkele percelen ten oosten hiervan behoren tot de nevenstructuur. Hier wordt nadrukkelijk gestreefd naar medeverantwoordelijkheid en participatie van bewoners bij de inrichting en het beheer.

Groenstructuurkaart

Ten zuiden van het plangebied staat de zone van het nieuw aan te leggen fietspad in de Groenstructuurvisie beschreven als 'stedelijk ecologisch waardevol gebied' en als 'verbindend groen'. Daarnaast vormt de zone de verbinding met het 'wijkpark' van De Held. Het gebied is tenslotte aangewezen als een aandachtsgebied.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP512FrstrwHoogewe-vg01_0002.jpg"

Aandachtsgebieden

2.3.3 Stad op scherp

In de structuurvisie 2008-2020 "Stad op scherp" is de volgende centrale doelstelling opgenomen: "In combinatie met onze politieke ambities op het vlak van ‘sociaal, sterk, duurzaam’ en onze wens tot onderscheidendheid komen we tot de volgende centrale beleidsdoelstelling voor de komende 10 à 15 jaar: We willen de woon- en leefomstandigheden van alle Stadjers en ook die van toekomstige generaties verbeteren, onze positie als Hoofdstad van het Noorden versterken, en ons als stad én als nationaal stedelijk netwerk Groningen-Assen in de (inter)nationale context positioneren als stad en regio met economische kansen en potenties in met name de kennissector. Als een City of Talent, die een substantiële en bijzondere bijdrage kan leveren aan versterking van de concurrentiekracht van Nederland, met een strategische schakelpositie op de Noordelijke Ontwikkelingsas naar Noord- Duitsland en Scandinavië/Oost Europa. Onze eigen kwaliteiten, ons onderscheidend vermogen, staan daarbij centraal. De verbetering van ieders woon- en leefomstandigheden willen we met een inzet op veelsoortige, goed onderhouden wijken, op veiligheid en met goede voorzieningen op het gebied van onderwijs, sport en welzijn, realiseren. We stellen dan ook duurzaamheid, naast bereikbaarheid, als randvoorwaarde voor ruimtelijke ontwikkelingen. Voor de kwaliteit van de leefomgeving en onze concurrentiekracht is het essentieel dat het groen-blauwe netwerk, de cultuur en het belang van de sport op juiste waarde worden geschat."

2.3.4 Nota jongerenhuisvesting in Groningen

De ambitie beschreven in de "Nota jongerenhuisvesting in Groningen" (januari 2010) is "om ook in de toekomst elke jongere (student of anderszins) die in de stad wil wonen een plek te bieden. Daarvoor moeten er niet alleen voldoende, maar vooral ook kwalitatief goede woningen voor jongeren worden gerealiseerd." Deze ambitie is in lijn met het gestelde in de structuurvisie "Stad op Scherp". De ambitie is om tot en met 2014 in totaal 4.500 extra eenheden te realiseren in de stad. Om dergelijke aantallen te realiseren is een schaalsprong noodzakelijk: niet alleen relatief kleinschalige huisvesting in de wijken, maar ook grootschalige huisvesting om ‘meters te kunnen maken’. Deze meters kunnen niet overal in de stad gemaakt worden. Daarvoor is ruimte nodig. Er is een aantal zones in de stad die hiervoor geschikt zijn: de Eendrachtskade en omgeving, de Reitdiepzone, het gebied rond winkelcentrum Paddepoel en het Bodenterrein. Deze ambitie is tevens vastgelegd in de nieuwe structuurvisie Wonen 2010-2020 "Kwaliteit van wonen". Binnen de Reitdiepzone is de locatie Tuincentrum Hoogeweg, het plangebied, reeds benoemd als mogelijke ontwikkellocatie voor 300-400 woningen. De inpassing in de wijk Reitdiep verdient echter wel aandacht.

2.3.5 Bouwjong, inspiratieboek woningbouwmanifestatie jongerenhuisvesting 2010-2015 Groningen

Met de manifestatie BOUWJONG! (oktober 2010) wordt onderzocht in hoeverre bestaand stedelijk gebied in Groningen geïntensiveerd kan worden met wooneenheden voor jongeren en studenten. Aan deze woningen is hard behoefte, want het aantal jongeren groeit snel en ook de vraag naar een kwalitatief goede woning en woonomgeving neemt onder deze doelgroep sterk toe. Met de helft van de inwoners jonger dan 35 jaar is Groningen de jongste stad van Nederland. Dit wordt met name veroorzaakt door het grote aantal studenten uit binnen- en buitenland: van de ruim 187.000 inwoners is bijna één op de vijf student (35.000).

Jongeren zorgen voor een bruisende stad en een groot draagvlak voor voorzieningen in de stad, zoals winkels, horeca, ziekenhuizen en openbaar vervoer. Ook zorgen zij voor vernieuwing, een creatieve industrie, kunst en cultuur. En niet in de laatste plaats komt de groei van het aantal inwoners van de stad vrijwel geheel voor rekening van jongeren. In de voorgaande paragraaf is reeds beschreven wat de ambitie is van de stad Groningen voor wat betreft het gewenste aantal nieuwe wooneenheden voor jongeren.

"Het Groningse model moet en wordt anders. Het worden duurzame, flexibele gebouwen die de tand des tijds overleven, in de toekomst kan je er andere programma's huisvesten. Misschien een ‘solid’ die allerlei woon- en werkvormen door elkaar toelaat, in elk geval geen monocultuur. Zet die woning zelf maar naar je hand, dat kan tot in lengte van dagen."

Het Groningse model is gebaseerd op drie schaalniveaus. LARGE, het niveau van de hele stad, MEDIUM, de relatie tussen het project en de buurt en SMALL, dat gaat over de relatie tussen het project en de directe woonomgeving en het project als organisatie in zich zelf. Op alle schaalniveaus wordt de vraag gesteld: wat geeft het project terug aan de stad?

2.3.6 Boven Groningen-stad

In de Structuurvisie Hoogbouw 2009 is op basis van algemeen ruimtelijk beleid een eenduidig kader van hoogbouwdoelstellingen opgesteld. Hierdoor kan elk initiatief (hoger dan 20 meter) dat zich aandient op ordentelijke wijze worden afgewerkt.

Het uitgangspunt van het hoogbouwbeleid is dat er wordt gestreefd naar het gericht lokaliseren van hoogbouw die betekenis toevoegt aan de stedelijke centra, aan (nieuwe) knooppunten en in herstructureringszones. De gemeente Groningen heeft een lijst van voorkeurslocaties opgesteld voor hoogbouw. De zone langs de westelijke ringweg is één van deze voorkeurslocaties.

Omdat hoogbouw opvalt en daardoor vanzelf een vérstrekkende betekenis heeft, is een speciaal beoordelingskader ontworpen. Door hoogbouwplannen, die vaak een particulier initiatief zijn, te toetsen op de stedelijke (dat wil zeggen collectieve) voordelen van bestemmingsplanwijziging kan een weg gevonden worden uit een dilemma tussen de belangen van de initiatiefnemer, die van een veelal buurt- of wijkgebonden bewonersorganisatie en die van de stedelijke gemeenschap als geheel. In dit kader is als extra onderzoek een studie verricht naar de bezonning van de omgeving en naar de gevolgen op het windklimaat. Zie hiervoor paragraaf 4.5 en 4.6.