direct naar inhoud van 2.3 1876 tot twintigste eeuw
Plan: Bestemmingsplan Binnenstad-Oost 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP508BinnenstadOos-vg01

2.3 1876 tot twintigste eeuw

In 1876 wordt de vesting Groningen opgeheven. De wallen kunnen dan worden geslecht. De vrijkomende terreinen worden ingevuld volgens het plan Brouwer (1879). Als gevolg hiervan doen zich langs de randen van de oude stad ingrijpende wijzigingen voor.

Het Eiland

Ten zuiden van het Damsterdiep wordt op de plaats van de stadswal en -gracht de Oosterhaven aangelegd (1876). Deze haven vormt de verbinding via het Eemskanaal met de haven van Delfzijl. Het tussenliggende gebied krijgt het karakter van een eiland, met kleine lage bebouwing van schipperswoningen binnenin en grote graanpakhuizen langs de Oosterkade en de Lijnbaanstraat.

De Oosterhavenstraat wordt in de jaren '80 van de 19de eeuw aangelegd als voortzetting van de door Brouwer geplande Oostersingel. Deze is er echter pas aan het einde van de 19de eeuw. Aan de oostzijde gescheiden door de Oostersingel en Bloemsingel levert de plaats van de 17de-eeuwse dwingers ruimte voor het Academisch Ziekenhuis.

Het Schuitenschuiverskwartier

Aan het Damsterdiep en omgeving vestigen zich in het laatste kwart van de 19de eeuw veel handelsondernemingen, die zich specialiseerden in de tabaks- of koffie- en theehandel. Een aantal groeit uit tot grote ondernemingen, zoals de koffiebranderij en theehandel van Tiktak die geleidelijk aan het driehoekige terrein tussen Damsterdiep, Loppersumergang en Nieuweweg in beslag neemt, en de tabaksfabriek van Gruno aan de Nieuweweg. Ook de graanhandel, die in de tweede helft van de 19de eeuw een grote bloei doormaakt, laat in de omgeving van het Damsterdiep zijn sporen na.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP508BinnenstadOos-vg01_0004.jpg"

Het nog niet gedempte Damsterdiep

Het noordelijke deel

De bleekvelden tussen de geplande Oostersingel en de oudere al aanwezige bebouwing worden kort na 1876 ingevuld. In 1879 wordt de Agricolastraat aangelegd als dwarsverbinding tussen de 17de-eeuwse Kruitlaan en de Tuinstraat/Oudeweg.

Hoewel al rond 1620 gepland, wordt in 1880 de Nieuwe Sint Jansstraat aangelegd. Door de ontmanteling van de vesting verliest ook het 17de-eeuwse Kruithuis of Arsenaal zijn bestemming. Het Kruithuis wordt in 1879 gesloopt en de gracht rondom gedempt. Op het terrein verrijzen de monumentale gebouwen van het Stedelijk Gymnasium (1882) en de Stadsschouwburg (1883).

Op de plaats van de oude stadsmanege aan de Kruitgracht verrijst in 1903 de Industrieschool voor meisjes. Aan de Walstraat wordt in 1892 de School voor Handenarbeid gebouwd. Ook de leerlooierijen verdwijnen, de laatste in 1934, maar kleine laagbouw blijft bestaan, onder andere in de buurt van de Walstraat en de Noorderkuipen.

Ter plaatse van de Hof van Iddekinge wordt in 1913 als voortzetting van de Kattenhage de W.A. Scholtenstraat aangelegd, later verlengd met de Antonius Deusinglaan.

De tuin van Hommes betreft een cultuurhistorisch waardevolle 19de-eeuwse tuin naar ontwerp van Lambertus Vlaskamp. Het kleine overgebleven deel van de tuin is gelegen tussen de zuidelijke bebouwing aan het Poortersplein.

De tuin van Hommes

De tuin van Hommes dankt haar naam aan de koffie- en theehandelaar, die in de 19de- eeuw in een groot pand aan de noordzijde van de Nieuweweg woonde. Hommes was zeker niet de enige handelaar in koloniale producten in dit gebied. Op het terrein tussen Damsterdiep, Nieuweweg en Loppersummergang was bijvoorbeeld de bekende theehandel en koffiebrankderij van Tiktak te vinden. In 1920 werd het huis van Hommes afgebroken om plaats te maken voor een universiteitsgebouw. Dit universiteitsgebouw is in 1991 vervangen door een woon-winkelcomplex, Nieuweweg 20.

Achter het pand van Hommes lag een enorme tuin, die zich uitstrekte tot aan de Oostersingel. Het was in die tijd één van de grootste tuinen van Groningen. De tuin was op een natuurlijke manier aangelegd. Er was veel reliëf en een vijver. Vruchtbomen groeiden er en allerlei bolgewassen konden verwilderen. Daarnaast stonden er in de tuin verschillende zonnewijzers en, bijna bij de Oostersingel, een theekoepel.

Een groot deel van de tuin moest na 1920 plaats maken voor het Groninger Transportbedrijf en nog later voor woningen aan het Poortersplein. Slechts een zeer klein deel van de grote tuin is bewaard gebleven.

Het overgebleven deel van de Tuin van Hommes kent verschillende bomen (veelal esdoorns) en bijzondere stinzenplanten (bolgewassen), zoals sneeuwklokjes, winterakoniet, krokus en bosanemoon. Ook staan er nog oude vruchtbomen. De tuin is in 2008 enigszins uitgebreid in noordelijke richting, waarbij er in de uitbreiding nieuwe fruitbomen zijn geplaatst en stinzenplanten gepoot.