direct naar inhoud van 3.2 Ecologie
Plan: Bestemmingsplan Schildersbuurt
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP503Schildersbuur-vg01

3.2 Ecologie

Dit oudere stadsdeel kenmerkt zich door een hoge mate van verstening. De oppervlakten groen zijn zeer beperkt en bestaan uit kleine “groentjes” , achtertuinen en boomstructuren langs wegen. De belangrijke ecologische structuren liggen aan de rand van het plan. Het gaat daarbij om de Reitdiepoever en de noordwestelijke spoorzone. Deze zones zijn door de raad vastgesteld in de Stedelijke Ecologische Structuur van 2011.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP503Schildersbuur-vg01_0030.jpg"

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP503Schildersbuur-vg01_0031.jpg"

Groen

Ecologisch gezien zijn het dus de randen van het plan die bijdragen aan de belangrijke groenaders van het stedelijke weefsel. Deze verbindingen maken bewegingen van de stadsnatuur onder invloed van populatiedruk of klimaat mogelijk.

Voor de Schildersbuurt zelf zijn het de grotere boomstructuren o.a. langs de Melkweg, H.W. Mesdagstraat, Leeuwarderstraat, Friesestraatweg (noordwestzijde), Dr. C. Hofstede de Grootkade, Otto Eerelmanstraat en Sint Lucasstraat. Belangrijke groentjes zijn een park ten zuiden van de Dr. C. Hofstede de Grootkade, rond de watertoren bij de Herman Colleniusstraat, tussen de Rubensstraat en Wassenberghstraat, aan de zuidkant van de Mondriaanstraat, het H.W. Mesdagplein en de hoek Rubensstraat / Friesestraatweg. Hier staan verschillende alsook monumentale boomsoorten, struiken en nectarplanten. In al deze groenelementen leven belangrijke (deel)populaties van o.a. verschillende en beschermde vleermuissoorten, egels, muizen, vlinders en vogelsoorten. Indien vleermuisverblijfplaatsen of routes aanwezig zijn, zijn deze locaties of trekroutes beschermd.

Hetzelfde geldt, zij het in mindere mate, voor de zeer vormenrijke natuur van de stoeptegel- of geveltuintjes in dit stadsdeel. Stoeptegeltuintjes en gevelbegroeiingen leveren nectar, beschutting en bessen.

Waterstructuur

Het watermilieu van het Reitdiep zorgt voor natuurwaarden op het gebied van vleermuizen, vissen en watervogels. Niet alleen als voortplantingsgebied maar tevens als foerageer- of rustgebied. Verschillende vleermuissoorten gebruiken de waterstructuren eveneens als trekroute. Deze trekroutes zijn wettelijk beschermd. Behoud en versterking van deze zones is van groot belang. Het Reitdiep heeft de functie van boezemwater. Natuurwaarden zijn daardoor beperkt; zeker door het ontbreken van natuurlijke oevers. Toch kunnen we hier soorten als fuut, waterhoen, blauwe reiger en aalscholver tegenkomen.

Gewenste ontwikkeling

Genetische uitwisseling en klimaatopwarming vragen om duurzame, goed functionerende kerngebieden en ecologische verbindingen tussen groengebieden.

Optimale stadsverbindingen zijn minimaal 25 meter breed en bevatten benevens een waterstructuur een boom-, struik- en kruidlaag om voor doelsoorten als wezel en egel passeerbaar te zijn. Bij ontbrekende verbindingszones zijn kleinere groengebieden als steppingstones van belang. Bovengenoemde geldt voor het groen langs de spoorzone en de Reitdiepkade.

Bij ruimtelijke ontwikkelingen geldt niet alleen het behoud van de genoemde gebieden en verbindingen. Door hun oppervlakte en soortenvariatie hebben de “binnengroentjes” namelijk een belangrijke ecologische waarde. Bij wijkvernieuwingen of renovatie moet daarom nadrukkelijk getracht worden om deze kwaliteiten te behouden en te integreren en zo mogelijk te verbinden. Een beter afgestemd ecologisch beheer van de oevers en kades van het Reitdiep kan de kwaliteit van het watersysteem en de soortenvariatie nog verhogen. Bij de waterstructuren bij de Mondriaan- en van Goghstraat zijn mogelijkheden voor floatlands om lokaal de water- en natuurwaarden te versterken.

Alle boomstructuren in het gebied zijn waardevol voor vogels en vleermuizen als nestplaats, voedselvoorziening en trekroute.

Inrichting en beheer van alle groengebieden moet afgestemd zijn op het Doelsoortenbeleid Stedelijk gebied.

Overige aandachtspunten

De bouwwijzen van huizen in dit stadsdeel kenmerken zich veelal nog door traditionele dakopbouw met dakpannen. In beschikbare holten leven waardevolle stadsdieren als gierzwaluwen, huismussen, roodstaarten en verschillende vleermuissoorten. De Schilderbuurt herbergt het grootste aandeel in locale gierzwaluwkolonies met een totaal van ruim 200. De aantallen van deze soorten nemen stadsbreed af. Bestaande kolonies van gierzwaluwen bevinden zich in panden van de H.W. Mesdagstraat, Jozef Israelsstraat, Kraneweg, Blekerstraat, Nieuwe Blekerstraat, Noorderpoortcollege, Wassenberghstraat en Taco Mesdagstraat. Bij de Smalstraat en Kortestraat bevindt zich een vitale mussenpopulatie. Al deze nestplaatsen zijn beschermd en moeten bij eventuele sloop of renovatie gecompenseerd worden. Bij renovatie- en nieuwbouwplannen is het überhaupt noodzakelijk voorzieningen voor deze soorten als randvoorwaarde op te nemen. Bij nieuwbouw moet tevens nadrukkelijk ingezet worden op het realiseren van dakvegetaties. Deze dragen in een intense stad in hoge mate bij aan verhoging van de kwaliteit van de leefomgeving en de duurzaamheid.

Wet- en regelgeving

Door middel van quickscans en zonodig nader onderzoek dienen eventuele ruimtelijke ontwikkelingen getoetst te worden aan de Flora- en faunawet alsook het stedelijke ecologisch beleid.

De afstand tot de Ecologische Hoofdstructuur Structuur Koningslaagte bedraagt krap 3 kilometer. De afstand tot het Leekstermeergebied bedraagt ruim 4 kilometer. Door deze afstand is er geen invloed op de Natura 2000-gebieden.