direct naar inhoud van Artikel 4 Gemengd
Plan: Bestemmingsplan Semmelweisstraat
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP502Semmelweisstr-oh01

Artikel 4 Gemengd

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke dienstverlening, echter uitsluitend in de eerste drie bouwlagen;
  • b. wonen - al of niet in combinatie met een aan huis verbonden beroep in een woning - met dien verstande dat deze functie niet is toegestaan in de eerste bouwlaag;
  • c. bijzondere vormen van huisvesting, zoals begeleid wonen en kamerverhuur, met dien verstande dat deze functie niet is toegestaan in de eerste bouwlaag;
  • d. bedrijven en instellingen als bedoeld in de bij dit plan behorende 'Lijst van bedrijfstypenwonen-werken' (bijlage 1), echter uitsluitend in de eerste bouwlaag (begane grond);
  • e. horeca, echter uitsluitend in de vorm van horeca - 1 of horeca - 2, met dien verstande dat:
    - in totaal maximaal één vestiging is toegestaan, en
    - deze uitsluitend in de eerste bouwlaag (begane grond) mag worden gevestigd, en
    - de bedrijfsvloeroppervlakte maximaal 150 m² mag bedragen;
  • f. parkeervoorzieningen;
  • g. additionele voorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemene bouwregels

Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.

4.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen.

  • a. De gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de bouwaanduiding 'onderdoorgang' een hoogte van minimaal 3 meter gemeten vanaf peil dient te worden vrijgehouden van bebouwing.
  • b. De bouwhoogte mag maximaal de aangegeven maximale bouwhoogte bedragen.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen.

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2,50 meter bedragen.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal 6 meter bedragen.
4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

a. de woonsituatie:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening gehouden te worden met het instandhouden c.q. tot stand brengen van een redelijke lichttoetreding, alsmede de aanwezigheid van voldoende privacy.

b. het straat- en bebouwingsbeeld:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient te worden gestreefd naar het instandhouden c.q. tot stand brengen van een, in stedenbouwkundig opzicht, samenhangend straat- en bebouwingsbeeld. In het algemeen zal bij bebouwing worden gestreefd naar:

  • een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte;
  • een goede hoogte-breedteverhouding tussen de bebouwing onderling en een samenhang in bouwvorm/architectonisch beeld tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is.

c. de verkeersveiligheid:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met het instandhouden c.q. tot stand brengen van een verkeersveilige situatie.

d. de sociale veiligheid:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient te worden voorkomen dat een ruimtelijke situatie ontstaat die onoverzichtelijk, onherkenbaar en niet sociaal controleerbaar is.

e. de milieusituatie:

Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de milieuaspecten, zoals hinder voor omwonenden en een verkeersaantrekkende werking.

f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden:

Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, indien deze daardoor kunnen worden beïnvloed.

4.4 Afwijken van de bouwregels
4.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. bepaalde in lid 4.2.2 onder a voor overschrijding van het bouwvlak met maximaal 4 meter, met dien verstande dat deze afwijking niet mag worden toegepast ter plaatse van een op de kaart aangegeven onderdoorgang;
  • b. bepaalde in lid 4.2.2 onder a voor het toestaan van gebouwen buiten het bouwvlak tot in totaal maximaal 75 m2 en een maximale hoogte van 2.5 meter, met dien verstande dat de afwijkingsbevoegdheid alleen is toegestaan, indien dit geen inbreuk betekent op de zichtlijnen tussen de op de kaart aangegeven bouwvlakken;
  • c. het bepaalde in lid 4.2.2 onder b ten behoeve van het vergroten van de toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter.
4.4.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken van de regels, als bedoeld in lid 4.4.1, is slechts mogelijk, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de woonsituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de milieusituatie;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Het gestelde in lid 4.3 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 4.1 zijn toegestaan;
  • b. het gebruik van vrijstaande bijbehorende bouwwerken voor logies met ontbijt.
4.6 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 4.1 onder b. voor het toestaan van de functie wonen op de begane grond;
  • b. het bepaalde in lid 4.1 onder d. voor de vestiging van bedrijven en instellingen, die niet in de 'Lijst van bedrijfstypen wonen-werken' zijn opgenomen, maar naar hun aard en invloed op de omgeving kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven en instellingen, die behoren tot de daar bedoelde categorieën, mits het niet geluidszoneringplichtige of risicovolle inrichtingen betreft;
  • c. het bepaalde in lid 4.1 onder e. voor vergroting van de bedrijfsvloeroppervlakte tot een maximum van 300 m2;
  • d. het bepaalde in lid 4.1 onder e. voor het toestaan van horeca-5, echter uitsluitend ten behoeve van de vestiging van een zorghotel ten behoeve van kortdurend verblijf met zorg; de overige voorwaarden genoemd in lid 4.1 onder e blijven hierbij buiten beschouwing.
4.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen in die zin dat de situering en de vorm van de op de kaart aangegeven bouw- en/of maatvoeringsvlakken worden gewijzigd dan wel op de kaart nieuwe bouwvlakken worden aangegeven, mits:

  • a. de geluidbelasting vanwege het wegverkeer van geluidsgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een verkregen hogere grenswaarde;
  • b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Het gestelde in lid 4.3 is hierbij van overeenkomstige toepassing.