direct naar inhoud van Artikel 14 Water
Plan: Bestemmingsplan Reitdiep 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP495Reitdiep2012-vg01

Artikel 14 Water

14.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. water;
  • b. scheepvaartverkeer;
  • c. een jachthaven ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven';
  • d. bruggen ter plaatse van de aanduiding 'verkeer';
  • e. sluizen ter plaatse van de aanduiding 'sluis';
  • f. recreatief medegebruik;
  • g. terrassen;
  • h. bermen en groenvoorzieningen;
  • i. aanlegsteigers (bestaand);
  • j. additionele voorzieningen, waaronder dammen en/of duikers.
14.2 Bouwregels
14.2.1 Algemene bouwregels

Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 14.1 genoemde doeleinden.

14.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt dat:

terrassen zoals bedoeld in lid 14.1 onder g uitsluitend zijn toegestaan, indien wordt voldaan aan de volgende kenmerken:

  • de terrassen behoren bij de op de verbeelding aangegeven functie horeca in de bestemming Verkeer;
  • het terras is gesitueerd evenwijdig aan de kade, met dien verstande dat de lengte maximaal de breedte van het gebied met de aanduiding 'horeca' in de bestemming Verkeer mag bedragen en de diepte gemeten vanaf de kade maximaal 1 meter mag bedragen;
  • het terras is gesitueerd boven de waterspiegel en tot maximaal 1 meter boven de waterspiegel, met dien verstande dat er tevens erfscheidingen tot een maximum hoogte van maximaal 1.50 meter zijn toegestaan.
14.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval het gebruik van gronden ten behoeve van ligplaatsen voor woon- en bedrijfsschepen gerekend.

14.4 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 14.1 onder i. voor het toestaan van nieuwe aanlegsteigers, met dien verstande dat:

- de lengte evenwijdig aan de oever niet langer is dan de breedte van het bouwperceel,

- de diepte gemeten vanaf de kade maximaal 1 meter bedraagt, en

- deze afwijking niet mag worden toegepast ter plaatse van de aanduiding 'jachthaven'.