direct naar inhoud van Artikel 11 Recreatie
Plan: Bestemmingsplan Reitdiep 2012
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP495Reitdiep2012-vg01

Artikel 11 Recreatie

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. volkstuinen;
  • b. groentetuinen;
  • c. wegen en paden;
  • d. additionele voorzieningen, waaronder een verenigingsgebouw/kantine.
11.2 Bouwregels
11.2.1 Algemene bouwregels

Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 11.1 genoemde doeleinden.

11.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. De gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de verbeelding aangegeven bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat het maximum bebouwd oppervlak niet meer mag bedragen dan 60% van de oppervlakte van dat bouwvlak;
  • b. De bouwhoogte mag maximaal de op de verbeelding aangegeven bouwhoogte bedragen;
  • c. In aanvulling op het bepaalde onder a mag per tuinperceel de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen niet meer bedragen dan 15 m2, met dien verstande dat de maximale hoogte niet meer mag bedragen dan 2.5 meter.
11.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 2.50 meter bedragen;
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag maximaal 6 meter bedragen.
11.3 Afwijken van de bouwregels
11.3.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 11.2.2 onder c voor het voor het vergroten van de toegestane oppervlakte tot maximaal 20 m².

11.3.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken van de regels, als bedoeld in lid 11.3.1, is slechts mogelijk indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van het in stedenbouwkundig opzicht samenhangend straat- en bebouwingsbeeld, dat wil zeggen dat in het algemeen bij bebouwing zal worden gestreefd naar:

  • een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte;
  • een goede hoogte-breedteverhouding tussen de bebouwing onderling en een samenhang in bouwvorm/architectonisch beeld tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is.
11.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval het gebruiken of laten gebruiken van de gronden en gebouwen ten behoeve van permanente bewoning gerekend.