direct naar inhoud van 3.1 Ruimtelijke structuur
Plan: Bestemmingsplan Oosterparkwijk
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01

3.1 Ruimtelijke structuur

3.1.1 Ontstaansgeschiedenis

Ontwikkelingen voor 1900

Voordat het laaggelegen gebied ten noordoosten van de Hondsrug werd bebouwd, werd het aangeduid als 'Oosterhamrik'. In het noordoosten, ongeveer op de plaats van het huidige Van Starkenborghkanaal, werd deze laaggelegen polder begrensd door de oude loop van de rivier de Hunze. De afwateringstocht van het Oosterhamrik werd in de vijftiende eeuw vergraven en vormde zo het eerste deel van het Damsterdiep, de vaarweg naar Delfzijl.

Door de zware klei, de lage ligging en de slechte afwatering was de polder ongeschikt voor akkerbouw. De grond was dan ook voornamelijk in gebruik als weiland. De weg langs het Damsterdiep vormde de verbinding over land met het noordoosten van de provincie. De Jacobijnerweg (op de plek van de huidige Thomassen à Thuessinklaan), de weg langs de stadsgracht en de twee weggetjes die vanaf het Damsterdiep naar het noordwesten liepen (de huidige Zaagmulders- en Oliemuldersweg) waren landweggetjes die vaak slecht begaanbaar waren.

Vanaf de 18de eeuw werd langs de zuidzijde van het Damsterdiep buiten de Steentilpoort een aantal zaag- en oliemolens met bijbehorende molenaarswoningen gebouwd. Verder stond op de hoek van de Singelweg, aan de huidige Petrus Campersingel, en de weg langs het Damsterdiep enige bebouwing.

In 1866 werd begonnen met de aanleg van het Eemskanaal, dat tien jaar later werd geopend. Ongeveer op de plaats van de huidige Europaweg werd een verbinding met het Damsterdiep gegraven. Na de slechting van de vestingwallen in 1878 werd de oostelijke stadsgracht, die iets ten zuidwesten van de huidige Petrus Campersingel liep, vergraven tot een kanaal dat het Damsterdiep verbond met het Boterdiep in het noorden van de stad. Hierlangs werd de Singelweg aangelegd.

De periode 1900-1940

Rond de eeuwwisseling richtten particulieren en architecten hun ogen naar het nog vrijwel lege gebied. Zij dienden diverse bouwplannen in, maar deze werden vanwege afwaterings- en onteigeningsproblemen of de hoge kosten niet uitgevoerd.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0004.png"

Het nog onbebouwde gebied van de latere Oosterparkwijk in 1908, gezien vanuit het oosten richting de stad. Foto: J.B. Kramer, collectie RHC Groninger Archieven.

In 1906 werd het algemeen uitbreidingsplan voor Groningen van J.A. Mulock Houwer vastgesteld. Aan de oostzijde van de stad had men hier en daar al wel gebouwd. Zo had de gemeente in 1900 al een openbaar slachthuis gebouwd langs de weg naar Delfzijl, ten oosten van het Zaagmulderswegje. In 1903 werd langs de Singelweg het Typografengasthuis gebouwd. De 46 woningen rond een hof waren bestemd voor gepensioneerde arbeiders uit de grafische industrie. Beide complexen werden, met de al eerder tot stand gekomen bebouwing, in het deelplan voor de oostkant van de stad opgenomen. Het gebied werd voornamelijk gereserveerd voor handel en industrie en de bouw van arbeiderswoningen. Uit eerdere gemeentelijke plannen werd het idee van een kanaal direct ten westen van het Zaagmulderswegje overgenomen (het latere Gorechtkanaal). Het deelplan voor de latere Oosterparkwijk werd verschillende keren bijgesteld en uitgebreid. Het laatste (vooroorlogse) deel van de wijk kwam tot stand op basis van het nieuwe uitbreidingsplan van Schut/Berlage (1928).

Infrastructuur

Voor 1914 waren bij het slachthuis de eerste straten aangelegd, inclusief riolering. Vanwege uitbreidingsplannen van het Academisch Ziekenhuis in oostelijke richting werd het plan van Mulock Houwer in 1918 gewijzigd. Vrij snel hierna werd begonnen met het graven van het Gorechtkanaal, de nieuwe verbinding tussen het Eemskanaal/Damsterdiep en het Boterdiep. Daardoor kon rond 1925 het oude verbindingskanaal (de oorspronkelijke stadsgracht) gedempt worden ten behoeve van de uitbreiding van het ziekenhuis. Delen hiervan zijn nog herkenbaar in de vijvers aan de oostzijde van het huidige ziekenhuisterrein. Tegelijkertijd werd de boulevardachtige Petrus Campersingel/S.S. Rosensteinlaan aangelegd en verdween de oude Singelweg, met uitzondering van het deel waaraan (onder andere) het Typografengasthuis lag.

Het noordelijk deel van het Oosterhamrikkanaal kwam aan het eind van de jaren '20 tot stand, vooruitlopend op het graven van het Van Starkenborghkanaal. Toen dit in 1938 voltooid werd, kon de scheepvaart om de stad heen geleid worden en verloor het Gorechtkanaal haar functie.

Woningbouw

Vanaf 1909 werd begonnen met de onteigening en het bouwrijp maken van de gronden. Pas in 1915 werd in het gebied voor het eerst gebouwd. Aan het eind van het Zaagmulderswegje, midden in de weilanden, verrees in dat jaar een verzorgingstehuis voor de opvang van de ernstig zieken onder de allerarmsten, het (latere) Treslinghuis. Toen, ondanks de sterk gestegen woningnood, initiatieven van woningbouwverenigingen en particulieren nog steeds uitbleven, besloot de gemeenteraad in 1918 tot de bouw van 68 semi-permanente en 29 houten noodwoningen. Dit complex (naar de kleur van de dakpannen het 'Rode Dorp' genoemd) werd gebouwd in de weilanden achter het geplande Gorechtkanaal. De woningen waren bestemd voor bewoners van krotten uit de rest van de stad.

De wijziging van het plan van uitbreiding in 1918 omvatte behalve infrastructurele aanpassingen ook een verandering in de bestemming van de gronden. Het plan werd uitgebreid met twee grote bouwblokken tussen het geplande Gorechtkanaal en een parallel hieraan gelegen weg ter vervanging van het oude Zaagmulderswegje. Bovendien werd minder ruimte gereserveerd voor de vestiging van handel en industrie. Langs de randen van het gebied werden nu ook luxere woningen gepland om een representatief geheel te krijgen.

In 1919 nam de gemeente alvast het initiatief voor de bouw van een complex van 176 woningen voor de allerarmsten op een terrein achter het slachthuis (ontwerp: J.A. Mulock Houwer). Dit zogenaamde 'Blauwe Dorp', bestond uit 76 semi-permanente rug-aan-rug woningen van vier onder één kap (de 'boerderijtjes') met daaromheen 96 (rand)woningen en vier winkels.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0005.png"

De boerderijtjes in de Bloemenbuurt, kort na de

bouw. Foto: collectie RHC Groninger Archieven

Verder werden in 1920 in opdracht van de gemeente aan de Professor Rankestraat vier experimentele betonwoningen gebouwd. Dit zijn de vroegste betonwoningen in Groningen en zij staan er nog steeds.

Plan Oost

De Lindenhof met de boerderijtjes (het 'Blauwe Dorp') werd de spil voor het enkele jaren later ter hand genomen 'Plan Oost” voor de bouw van 750 goedkope arbeiderswoningen ten noorden en ten zuiden van de buurt. De complexen werden ontworpen door S.J. Bouma van de Dienst Gemeentewerken en kregen een bijzondere architectonische vormgeving in de stijl van de Amsterdamse School. In 1926-1927 werden ten noorden van De Lindenhof 368 woningen en drie winkels gebouwd, een jaar later ten zuiden hiervan 343 woningen en vijf winkels. In het zuidelijke complex werd de breedte van de straten op last van de rijksoverheid groter dan gepland. Er werden, met enkele variaties voor de woningen boven de poorten, drie hoofdtypen ontwikkeld met elk een variant voor de zonzijde. Twee ervan betreffen eengezinswoningen, het derde type is etagebouw, waarbij drie woningen werden geschakeld aan een gemeenschappelijke ingang. Een noviteit was de ligging van de slaapkamers aan de straatzijde.

Plan Oost moest volgens de opvattingen van het sociaal-democratisch gezinde gemeentebestuur het paradijs voor de arbeidersbevolking worden, een wijk met een buurthuis, speeltuin, plantsoenen, een badhuis, een naai- en kookschool en dergelijke, maar zonder café of slijterij.

Woningbouwverenigingen en particulieren

Tussen 1922 en 1926 bouwde de socialistische woningbouwvereniging 'Groningen' (1919) een complex van 263 arbeiderswoningen aan de Gerbrand Bakkerstraat en het H.A. Kooijkerplein (architectenbureau Kazemier & Tonkens). Dit bureau ontwierp het merendeel van de vooroorlogse woningen in de Oosterparkwijk. De 'Maatschappij tot verbetering van woningtoestanden' (1914) bouwde in 1925 in totaal 230 etagewoningen aan de A.P. Fokkerstraat, de Baart de la Faillestraat en de Jan Hissink Jansenstraat.

Hierna werd in de rest van het gebied tussen het Gorechtkanaal en de Petrus Campersingel door particulieren gebouwd. Langs de Prof. Rankestraat, de Petrus Campersingel, de S.S. Rosensteinlaan, het Wouter van Doeverenplein en de Thomassen à Thuessinklaan werden middenstandswoningen en herenhuizen gebouwd. (Kazemier & Tonkens en architectenbureau Kuiler & Drewes).

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0006.png"

Oosterparkwijk (bovenste gedeelte), circa 1955.

Uiterst rechts is nog een deel van de boerderijtjes zichtbaar.

Tussen 1930 en 1933 bouwde woningbouwvereniging 'Groningen' in drie fasen in totaal 678 woningen en vijf winkels tussen de Irislaan en de Klaprooslaan. In een meer uitgewerkte versie van het plan uit 1928 waren ook het Oosterpark en de bouwblokken daaromheen ingevuld. Op basis hiervan werden in 1933-1934 ten noordoosten en noordwesten van het in aanleg zijnde Oosterpark in totaal 596 woningen, 4 winkels en 16 bejaardenwoningen gebouwd ('Groningen').

De laatste bouwactiviteit voor de Tweede Wereldoorlog betrof een complex van 183 woningen aan de Zaagmuldersweg, gebouwd in 1939 door de R.-K. Woningbouwvereniging 'Concordia' (1919).

Scholen

Vanwege de snelle groei van de wijk werd er tussen 1920 en 1940 een groot aantal scholen gebouwd. De eerste openbare lagere school werd in 1923 aan de Dirk Huizingastraat gebouwd (J.A. Mulock Houwer). Twee jaar later verrees in dezelfde straat een tweede openbare lagere school (G. Hoekzema Kzn.) In 1925 werd aan de Jan Hissink Jansenstraat de eerste van een reeks 'schoolpaleizen' gerealiseerd, allen in opdracht van Gemeentewerken ontworpen in de toen uiterst moderne stijl van de Amsterdamse School (S.J. Bouma). In 1927 kwam aan de Heesterpoort het tweede schoolpaleis tot stand, de Simon van Hasseltschool. Tegelijkertijd werd aan de S.S. Rosensteinlaan een Gereformeerde lagere school gebouwd, de Julianaschool (Kuiler & Drewes). In 1929 werd aan de Seringenhof een vijfde openbare lagere school gebouwd, de Ligthartschool. Het laatste schoolpaleis bouwde de gemeente aan de Oliemuldersweg aan de oostrand van de wijk (Van Houtenschool). Het gebouw kreeg een bijzondere stedenbouwkundige situering aan een vijver die later werd opgenomen in het Pioenpark. In 1933 werd aan de Oliemuldersweg de laatste openbare lagere school gebouwd, de Groen van Prinstererschool (D. Broos). Tenslotte werd in 1939 aan de Vinkenstraat achter de Sint Franciscuskerk de R.K. Franciscusschool gebouwd.

Kerken

In de wijk werd een beperkt aantal kerken gebouwd. In 1927 werd aan de westkant van de wijk, tegelijk met en naast de school aan de S.S. Rosensteinlaan, een Gereformeerde kerk met aangebouwde pastorie gebouwd (Kuiler & Drewes). In 1938 werd op de hoek van de Zaagmuldersweg en de Vinkenstraat de R.-K. Franciscuskerk met een vrijstaande pastorie gebouwd (H.C. van de Leur en A.Th. van Elmpt).

Voorzieningen

Verspreid door de wijk waren als onderdeel van de woningcomplexen ook winkels opgenomen, vaak op de hoeken van de straten. Cafés waren in de wijk door de gemeente niet toegestaan. Alleen aan het Damsterdiep zaten enkele oudere cafeetjes, die nog stamden uit de tijd van voor de grootschalige ontwikkeling van de wijk. Na de demping van het meest oostelijke deel van het Gorechtkanaal in 1937 werd het Linnaeusplein aangelegd. Hier bouwden de gemeente en woningbouwvereniging 'Groningen' een voor die tijd ultramodern buurthuis met een volks- en schoolbad, een openbare wasserij, een naai- en kookschool, een muzieklokaal en een grote (film)zaal (gesloopt in circa 2000 voor nieuwbouw met supermarkt). Verder kende de wijk een aantal speeltuin- en sportverenigingen. Het Oosterpark, dat werd aangelegd volgens het uitbreidingsplan van 1932, bood ruimte voor sportvelden en meer 'algemene' recreatie. Op de sportvelden aan de Zaagmuldersweg verrees het latere voetbalstadion 'Oosterpark'. De rest van het park werd in de jaren daarna aangelegd in het kader van de werkverschaffing.

Overige bebouwing

In 1928 werd op de hoek van de Hortensialaan en de Zaagmuldersweg als onderdeel van het Plan Oost een politiebureau annex consultatiebureau gebouwd in de stijl van de Amsterdamse School (S.J. Bouma). In datzelfde jaar ontwierp Bouma aan het Damsterdiep een rioolgemaal.

Ontwikkelingen na 1945

De Oosterparkwijk werd na de Tweede Wereldoorlog gedeeltelijk afgemaakt volgens het uitbreidingsplan Schut/Berlage uit 1932. Hierin maakte de huidige Oliemuldersweg deel uit van de buitenste ringweg om de stad. Langs het Van Starkenborghkanaal waren industrieterreinen geprojecteerd die van de woonbebouwing gescheiden werden door een groenstrook die als buffer moest fungeren, het Pioenpark. De strook tussen het park en het Van Starkenborghkanaal werd tussen 1952 en 1957 voor het grootste deel met woningen bebouwd, met uitzondering van het noordwestelijke deel, dat als bedrijfsterrein werd ingericht. Ook langs het Oosterhamrikkanaal vestigde zich enige bedrijvigheid. De Oliemuldersweg en de verbinding Thomassen à Thuessinklaan-Vinkenstraat kregen niet de belangrijke functie voor het verkeer die gepland was. Het plan is nog wel te herkennen in het extra brede profiel van de Vinkenstraat en het meest westelijke deel van de Oliemuldersweg. Hetzelfde geldt voor de verbinding Dirk Huizingastraat-Hortensialaan en de Resedastraat. De verkeersfunctie hiervan werd 'overgenomen' door de weg langs het Damsterdiep die na de demping daarvan aan het begin van de jaren '50 verbreed werd.

Op de nog onbebouwde stroken grond aan weerszijden van het Gorechtkanaal werden begin jaren '50 portieketagewoningen gebouwd. Door de aanleg van dammen bleven van het voormalige Gorechtkanaal drie langgerekte vijverpartijen over. Sinds het midden van de jaren '50 vond incidenteel enige verbetering van het woningbestand plaats. Nadat in 1969 onder veel protest het 'Rode Dorp' was gesloopt en in 1973 op het vrijkomende terrein een bejaardenhuis was gebouwd, werd de hele vooroorlogse Oosterparkwijk aangewezen als stadsvernieuwingsgebied. Vanaf dat moment vond op grote schaal renovatie plaats. Een belangrijke verandering in de wijk was van demografische aard. Tussen 1960 en 1975 daalde het bevolkingsaantal van 19.000 naar ruim 12.000 als gevolg van de slechte bouw- en woontechnische kwaliteit van veel woningen, de sloop van het 'Rode Dorp' en het beschikbaar komen van modernere woningen in de nieuwe uitbreidingswijken. Vooral de gezinnen met kinderen trokken weg, zodat er sprake was van vergrijzing. Een aantal scholen werd hierdoor tot sluiting gedwongen.

Woningbouwvereniging 'Groningen' bouwde eind jaren '80 op het terrein van het inmiddels gesloopte slachthuis een complex van ongeveer 300 woningen. Tevens werd het Treslinghuis verbouwd tot wooneenheden en uitgebreid met nieuwbouw.

Binnen het plangebied is sprake van twee Beschermde Stadsgezichten: de Bloemenbuurt en de Petrus Campersingel/S.S. Rosensteinlaan. In 1994 besloot de gemeenteraad deze twee gezichten als onderdeel van in totaal zeven nieuwe stadsgezichten bij het Rijk voor te dragen voor bescherming. Uiteindelijk kreeg dit in 2000 zijn beslag in de vorm van een aanwijzingsbesluit.

Beschermd stadsgezicht Bloemenbuurt

De Bloemenbuurt wordt hierin gewaardeerd “als een gaaf voorbeeld van een arbeiderswijk uit de jaren twintig van deze eeuw, die tot stand gekomen is volgens een origineel stedenbouwkundig plan. Hierin zijn twee volgens dezelfde stedenbouwkundige principes vormgegeven delen met totaal verschillende architectonisch samenhangende bebouwing harmonieus met elkaar verweven. De stedenbouwkundige structuur en architectonisch samenhangende bebouwing zijn goed bewaard gebleven. De Bloemenbuurt is als zodanig van algemeen historisch belang vanwege haar betekenis voor de geschiedenis van de vroeg twintigste-eeuwse volkswoningbouw en stedenbouw als planmatig, volgens de traditie van de tuinstad-beweging opgezette woonwijk, alsmede vanwege haar grote architectuurhistorische waarde”.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0007.jpg"

Beschermd stadsgezicht Bloemenbuurt

Nadere typering van de te beschermen waarden

Het goed bewaard gebleven originele stedenbouwkundige concept en de architectonisch samenhangende bebouwing van de Bloemenbuurt bepalen het hoogwaardige beeld en het karakter van deze bijzondere woonwijk uit de jaren twintig. De drie delen vormen samen een tuindorpachtige opzet, waarvan het bebouwingsbeeld in de stijl van de Amsterdamse School zeer gevarieerd is.

Typerend zijn:

  • de stedenbouwkundige opzet van de kern van de Bloemenbuurt, bestaande uit de 'boerderijtjes', in een losse verkaveling gegroepeerd rondom een groen rechthoekig plein, de Lindenhof;
  • het stedenbouwkundige concept van de Bloemenbuurt als geheel waarvan de hoofdopzet geënt is op de Tuinstadbeweging in nauwe samenhang met de bijzondere architectonische kwaliteit van de bebouwing van de complexen in de stijl van de Amsterdamse School;
  • de bijzondere structuur, variatie en zichtassen van de door de buurt verspreid liggende hofjes, poortgebouwen, pleintjes en plantsoentjes met groenvoorzieningen en bakstenen muurtjes;
  • de architectonische waarde en de bijzondere stedenbouwkundige situering van het schoolgebouw aan de Heesterpoort en de winkels aan de randen van de buurt;
  • de contrastwerking tussen de hogere en lagere woningcomplexen en het gevarieerde bebouwingsbeeld;
  • de gevarieerde toepassing van verschillende soorten en kleuren baksteen, metselverbanden en van diverse kapvormen;
  • de profielen van de hoofdstraten (Hortensialaan en Irislaan): gesloten gevelwand - kleine voortuinen met erfafscheiding, bestaande uit ligusterheggen - trottoir, voorzien van boombeplanting - straat - trottoir, voorzien van boombeplanting - kleine voortuinen met erfafscheiding, bestaande uit ligusterheggen - gesloten gevelwand;
  • de profielen van de Goudsbloemstraat en de Begoniastraat: gesloten gevelwand - trottoir - straat - trottoir - gesloten gevelwand;

Beschermd stadsgezicht Petrus Campersingel/S.S. Rosensteinlaan

Het gezicht Petrus Campersingel/S.S. Rosensteinlaan wordt hierin gewaardeerd als "een bijzonder gaaf en zeldzaam voorbeeld van een stedenbouwkundige structuur uit de jaren twintig van deze eeuw met eveneens gave, architectonisch samenhangende uniforme bebouwing en hierop afgestemde groenvoorzieningen. Imposant is de schaal van de gebogen langgerekte wand die de oostkant van de binnenstad omarmt. Het gebied Petrus Campersingel/S.S. Rosensteinlaan is als zodanig van belang vanwege haar betekenis voor de geschiedenis van de stedenbouw uit de jaren twintig van deze eeuw en vanwege de zeldzaamheid en de gaafheid van het ruimtelijke concept”.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0008.jpg"

Beschermd stadsgezicht Petrus Campersingel/S.S.Rosensteinlaan

Nadere typering van de te beschermen waarden

Typerend zijn:

  • de grootschalige stedenbouwkundige structuur van de langgerekte, flauw gebogen route van de Petrus Campersingel/S.S. Rosensteinlaan met een boulevardachtig karakter en de uniforme, samenhangende bebouwing uit de jaren twintig van deze eeuw met bijbehorende groenvoorzieningen;
  • het karakteristieke profiel, van west naar oost: water - oplopende walkant - fietspad - groenstrook met boombeplanting - rijbaan - bestrate berm - fietspad - trottoir met boombeplanting - voorerfafscheiding, bestaande uit ligusterheggen, bakstenen muurtjes en houten toegangshekjes - voortuin - gevelwand;
  • de nog zichtbare oude structuur van het beloop van het voormalige verbindingskanaal in het zuidoostelijke deel, te herkennen aan de rooilijn van de oudere bebouwing en het groene gazon hiervoor met dikke lindebomen;
  • de architectonische kwaliteit, gaafheid en zeldzaamheid van de langgerekte, uniforme gebogen gevelwand;
  • de vijverpartij ten westen van de singel met oplopende walkant en de bakstenen trappartij naar de vijver tegenover het H.A. Kooykerplein;
  • de karakteristieke boombeplanting, bestaande uit lindebomen waaronder een aantal zeldzame exemplaren dikke lindebomen (Lat. Molt Kei);
  • de voorerfafscheiding van de voortuinen, bestaande uit ligusterheggen, bakstenen muurtjes en houten toegangshekjes en het door boombeplanting en ligusterheggen omzoomde H.A. Kooykerplein;
  • de zichtassen van de drie radiaalstraten die georiënteerd zijn op de Martinitoren;
  • de belangrijke stedenbouwkundige elementen ('boeksteunen') aan het begin en eind van de wand, respectievelijk de hoekbebouwing aan de kruising Petrus Campersingel/Damsterdiep (apotheekgebouw met woningen) en het kerkgebouw van de Gereformeerde Oosterkerk aan de kruising S.S. Rosensteinlaan/E. Thomassen à Thuessinklaan;
  • de relatie met het achter de wand gelegen gebied, bestaande uit complexen arbeiderswoningen.

Cultuurhistorische waarden Damsterbuurtje

In de eerste helft van de 15de eeuw wordt het Damsterdiep gegraven. Rond 1600 wordt dit diep verder uitgegraven om het geschikt te maken voor de scheepvaart. Het Damsterdiep wordt dan de belangrijkste verbinding van de stad met de oostelijke Ommelanden. Op de kruisingen van land- en waterwegen ontstaan verderop de dorpjes Oosterhoogebrug en Ruisscherbrug.

Dichter bij de stad, buiten de Steentilpoort, vestigen zich vanaf 1754 de eerste houtzaag- en oliemolens van in totaal 6 (3 houtzaag- en 3 oliemolens). De spaarzame bebouwing staat aan de zuidkant van het Damsterdiep - dan het Buiten Damsterdiep geheten (gedempt in 1953) met trekweg - en bestaat uit een paar clusters van molens met schuren, molenaarshuizen en knechtenwoningen. De oudste en het dichtst bij de stad gelegen is houtzaagmolen 'De Twee reizigers'(1754). Vanaf de stad, die dan nog wordt omringd door de vestingwallen, zijn de geïsoleerde molenterreinen alleen bereikbaar via een voetpad dat vanaf de Steentilpoort en het Klein Poortje langs het Damsterdiep loopt. De percelen liggen ingeklemd tussen sloten en balkgaten die uitmonden op het Damsterdiep. Over deze sloten liggen in het tracé van het voetpad eenvoudige houten bruggetjes en ijzeren draaibruggen. Ten zuiden van het Damsterdiep loopt een weg, de Boermandeweg, die in 1875 van de kaart verdwijnt door de aanleg van het Eemskanaal.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0009.jpg"

Situatietekening van het terrein buiten de Steentilpoort met plan voor een

verbindingskanaal tussen de stadsgracht en het Damsterdiep,

Provinciale Waterstaat, 1849. Ten zuiden van het Damsterdiep

het Damsterbuurtje. Tekening: collectie RHC Groninger Archieven.

De noordzuidlopende sloten/waterlopen zijn een restant van de oorspronkelijke perceelsgrenzen en balkgaten die de molenterreinen van elkaar scheidden. Het meest westelijke en grootste perceel van het buurtje - vanaf de Europaweg tot aan het huidige Balkgat - was in handen van de familie Van Houten wiens houthandel hier al vanaf 1831 was gevestigd was. De houthandel blijft in naam tot in de jaren vijftig van de vorige eeuw - op een laag pitje - in bedrijf waarna de NV in 1967 officieel wordt ontbonden. Tot 1978 blijven de terreinen van de houtloodsen braak liggen. Uiteindelijk worden de terreinen (uitgezonderd het woonhuis met erf Damsterdiep 215, 215/1 en 215 /2) verkocht en bouwt woningbouwvereniging 'Patrimonium' in 1978 hier een complex van 184 woningen. De straatnamen Balkgat, Houtstek en Zagerij herinneren aan de plek van de vroegere houthandel.

Het westelijke deel van de terreinen was al eerder verkocht. Op de hoek van het Damsterdiep met de Europaweg werd in de periode 1950-1960 de Auke Brugmanflat gebouwd; ten oosten hiervan werden later kantoren gebouwd.

De aangrenzende panden Damsterdiep 231 ('Damsterstede'), Damsterdiep 233 ('Lindenhof') en Damsterdiep 237 ten oosten van de Van Houtenlokatie zijn ook voormalige molenaarshuizen. Het landelijke karakter van deze groene enclave komt tot uiting in de grote, parkachtige en omgrachte tuin achter de panden met een west-oost lopende vijverpartij. De tuin bezit tal van oude fruitbomen als appel-, walnoten- en perenbomen en lommerrijke bruine beuken, treurbeuken, rode en witte paardenkastanjes, esdoorns en lindebomen aan de voorzijde. Aan de west- en achterzijde bevinden zich twee monumentale gietijzeren toegangshekken. Al in de jaren twintig van de vorige eeuw komt dit gebied onder druk te staan in verband met het uitbreidingsplan voor de Oosterparkwijk. De herenbehuizingen zijn dan in bezit van de Noord Nederlandse Oliefabriek, die zich vanaf 1912 aan de noordzijde van het Eemskanaal vestigt. Later dreigen de panden gesloopt te worden maar in 1969 krijgen zij de status van rijksmonument. Circa 30 bomen vóór, achter en opzij van de panden staan op de gemeentelijke monumentale bomenlijst.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0010.jpg"

Gietijzeren toegangshek achterzijde tuinen

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0011.jpg"

Restant oude rooilijn aan het Damsterdiep

De cultuurhistorische waarden in het gebied zijn:

  • De noord-zuidlopende structuur van de nog aanwezige waterlopen en sloten, die een herinnering zijn aan de oorspronkelijke percelering van dit buurtje, gelegen tussen het in 1953 gedempte Buiten - Damsterdiep (vanaf de Petrus Campersingel) en het Eemskanaal (1876). De westelijke noord-zuidlopende waterlopen zijn een restant van de balkgaten van de voormalige houthandel van Van Houten.
  • De clusters van monumentale woonhuizen ten zuiden van het Damsterdiep, die als voormalige molenaarshuizen de laatste getuigen zijn van de hout- en oliehandel op deze plek.
  • De functioneel/historische relatie van de monumentale terreinen/panden met het Damsterdiep, omdat zij de laatste overblijfselen zijn die herinneren aan de economische ontwikkelingsgeschiedenis van dit gebied vanaf de tweede helft van de 18de eeuw.
  • De restanten van de historische rooilijn aan het Damsterdiep, vergezeld van boombeplanting.
  • De rij knotwilgen voor het pand Damsterdiep 215, de sloot opzij als scheiding tussen woonhuis en de voormalige bedrijfsterreinen.
  • De ensemblewaarden van de historische panden (nrs. 213, 215, 233 en 237) die allemaal bij molens hebben gehoord met groene en parkachtige tuinen met oude boombeplanting.
  • De parkachtige tuin met achtergelegen vijverpartij, monumentale boombeplanting (waaronder fruitbomen), en gietijzeren toegangshekken aan de west- en achterzijde.

Monumenten

In het gebied bevindt zich een groot aantal Rijksmonumenten en Gemeentelijke Monumenten. Deze kennen elk hun eigen beschermingsregime (Monumentenwet van 1988 en Erfgoedverordening 2010).

  • Damsterdiep 66, voormalige apotheek met woningen Gemeentelijk Monument
  • Damsterdiep 146, rioolgemaal Rijksmonument
  • Damsterdiep 215, 215/1, 215/2, Van Houten-huis Gemeentelijk Monument
  • Damsterdiep 231, voormalig molenaarshuis 'Damsterstede' Rijksmonument
  • Damsterdiep 233, voormalig molenaarshuis 'Lindenhof' Rijksmonument
  • Damsterdiep 237, woonhuis Rijksmonument
  • Dirk Huizingastraat 3, 5, voormalige Chr lag school/MULO Gemeentelijk Monument
  • Dirk Huizingastraat 24/Gorechtkade 2-10, vm Gr Kruisgeb Gemeentelijk Monument
  • Gorechtkade 1; 1-1 t/m 30; 3; 3-1 t/m 3-4, Linnaeusflat Gemeentelijk Monument
  • Graspad 1-31, onderdeel randwoningen Gemeentelijk Monument
  • Graspad 2-24, onderdeel boerderijtjes Rijksmonument
  • Graspad 33-59, onderdeel randwoningen Gemeentelijk Monument
  • Heesterlaan 2-6, onderdeel randwoningen Gemeentelijk Monument
  • Heesterpoort 1, voormalige school Rijksmonument
  • Heesterpoort 3-13, onderdeel randwoningen Gemeentelijk Monument
  • Heesterpoort 15-23, onderdeel boerderijtjes Rijksmonument
  • Heesterpoort 16-26, onderdeel randwoningen Gemeentelijk Monument
  • J.H. Jansenstraat 17, 19, 19 a t/m c, voormalige lag school Gemeentelijk Monument
  • Klaprooslaan 13b, voormalige openbare lagere school Gemeentelijk Monument
  • Lindenhof 2-18, onderdeel boerderijtjes Rijksmonument
  • Lindenhof 5-15, onderdeel randwoningen Gemeentelijk Monument
  • Lindenhof 17-25, onderdeel boerderijtjes Rijksmonument
  • Linnaeusplein 2, onderdeel Linnaeusflat Gemeentelijk Monument
  • Meidoornpad 1-23, onderdeel boerderijtjes Rijksmonument
    Meidoornpad 2-28, onderdeel randwoningen Gemeentelijk Monument
  • Meidoornpad 30-52, onderdeel randwoningen Gemeentelijk Monument
  • Oliemuldersweg 36-44, onderdeel randwoningen Gemeentelijk Monument
  • Oliemuldersweg 43, voormalige Gereformeerde lag school Gemeentelijk Monument
  • Oliemuldersweg 46-62, onderdeel randwoningen Gemeentelijk Monument
  • Oliemuldersweg, 47, Van Houten school Rijksmonument
  • Petrus Campersingel 1, onderdeel apotheek Gemeentelijk Monument
  • Petrus Campersingel 33, voormalige fabrikantenwoning Rijksmonument
  • Petrus Campersingel 119, 121, fabr.villa en mach.fabriek Gemeentelijk Monument
  • Petrus Campersingel, 37-117, Typografengasthuis Rijksmonument
  • Pioenpark Gemeentelijk Monument
  • S.S. Rosensteinlaan 22, 23, Oosterkerk Rijksmonument
  • E. Thomassen a Thuessinklaaan 1, onderdeel Oosterkerk Rijksmonument
  • Wingerdhoek 1-21, onderdeel randwoningen Gemeentelijk Monument
  • Wingerdhoek 2-22, onderdeel randwoningen Gemeentelijk Monument
  • Wingerdhoek 23-31, onderdeel randwoningen Gemeentelijk Monument
  • Wingerdhoek 24-30, onderdeel randwoningen Gemeentelijk Monument
  • Wingerdhoek 32-36, onderdeel boerderijtjes Rijksmonument
  • Zaagmuldersweg 65, 67, R.K.Franciscuskerk + vm. pastorie Gemeentelijk Monument
  • Zaagmuldersweg 530-690, Wielewaalflat Rijksmonument
3.1.2 De (huidige) ruimtelijk - functionele structuur
3.1.2.1 Stedenbouwkundige hoofdopzet

Het plangebied wordt door het Damsterdiep in twee gebieden verdeeld, de Oosterparkwijk aan de noordkant en de Damsterbuurt aan de zuidkant. Beide delen hebben een heel eigen en verschillend karakter.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0012.jpg"

Stedenbouwkundige hoofdstructuur van de Oosterparkwijk

Oosterparkwijk

Binnen de Oosterparkwijk vormen de wegen de stedenbouwkundige hoofdstructuur. Zij zijn in die zin van bijzondere betekenis op buurtniveau, soms op wijkniveau en door hun hiërarchische afleesbaarheid van belang. De Zaagmuldersweg en de Oliemuldersweg vormen de hoofdontsluitingen en deze zijn op wijkniveau de belangrijkste stedenbouwkundige assen in noordzuidrichting. Zij verzorgen de relatie met de stad en de omringende wijken. Vooral de Zaagmuldersweg is herkenbaar door het wat bredere en hogere profiel van de straat. De ontsluiting van de verschillende woonbuurten is veelal gekoppeld aan deze routes. Op buurtniveau fungeert de Goudenregenstraat in noordzuidrichting als drager van de Bloemenbuurt.

In oostwestrichting zijn de belangrijkste ontsluitingsroutes en tevens stedenbouwkundige assen de routes Dirk Huizingastraat / Linnaeusplein / Hortensialaan / Resedastraat en E. Thomassen a Thuessinklaan / Wielewaalplein / Vinkenstraat. Wat ontsluiting betreft minder belangrijk maar in stedenbouwkundig opzicht zeker niet, zijn de assen Jan Hissink Jansenstraat / Kievitstraat / Oosterpark / Mezenlaan en H.A. Kooykerplein / Ripperdalaan / Klaprooslaan.

De Zaagmuldersweg is de belangrijkste wijkontsluitingsroute voor de Oosterparkwijk. Deze ligt centraal in de wijk en koppelt de beide wijkcentra Wielewaalplein en Linnaeusplein aan elkaar. Het belangrijkste park van de wijk, het Oosterpark, ligt voelbaar aan deze route, zeker na de realisatie van de vervangende nieuwbouw op de plaats van het voormalige voetbalstadion. In dit nieuwe woonbuurtje wordt een groene scheg met een waterpartij aangelegd, die een verbinding maakt tussen de Zaagmuldersweg en het Oosterpark en zich naar het park toe verbreedt. De Oliemuldersweg is gekoppeld aan het groen van het Pioenpark. Dit park, voorheen voorzien als ringwegtracé in het plan 'Berlage', is onderdeel van één van de concentrische cirkels in de stad.

Er is een grote ruimtelijke en architectonische samenhang in de Oosterparkwijk. Per buurt en ook voor de wijk als geheel bestaat een duidelijke hiërarchie van straten, waarbij straathoeken gemarkeerd worden door hogere bebouwing en straten overgaan in pleinen. Binnen de afzonderlijke buurten zijn de woonstraten in stedenbouwkundige zin gelijkwaardig aan elkaar. De peiler voor het ruimtelijke systeem is in hoge mate de straat.

De bouwwijze is, met uitzondering van de Bloemenbuurt, in principe voor het hele woongebied hetzelfde. De Bloemenbuurt vormt een typisch voorbeeld van een tuindorp. Het grootste gedeelte van de wijk heeft echter een meer stedelijk karakter, bijvoorbeeld de Gerbrand Bakkerstraat, de J. Baart de la Faillestraat en omstreken en de Vogelbuurt. Deze buurten zijn aangelegd volgens 'het geheel nieuwe uitbreidingsplan' van H.P.J. Schut en H.P. Berlage uit 1928. De buurten zijn aan de randen bebouwd met beneden- en bovenwoningen van het zogenaamde Groningse type (2 bovenwoningen op 1 benedenwoning), terwijl hier en daar blokken eengezinswoningen staan.

De ruimtelijke structuur en de architectuur van de Oosterparkwijk als geheel is sterk thematisch. Er bestaat een duidelijk onderscheid tussen de verschillende buurten. Maar overal bestaat er samenhang tussen stedenbouw, architectuur en openbare ruimte. Dit geeft de wijk ten opzichte van de rest van de stad een eigen gezicht. De ruimtelijke herkenbaarheid van de wijk zorgt mede voor de sfeer die er heerst, voor een zekere verbondenheid van de bewoners met de wijk en voor een zekere sociale structuur, met name binnen de te onderscheiden buurten.

Damsterbuurt

Een wat vreemde eend in de bijt in dit bestemmingsplan is de Damsterbuurt. Deze buurt ligt ten zuiden van het Damsterdiep en is onafhankelijk van de Oosterparkwijk ontstaan. De stedenbouwkundige structuur van beide delen van het plangebied moeten dan ook los van elkaar worden gezien. Opvallend is het rond woonerven opgebouwde buurtje aan Holtstek en Zagerij.

3.1.2.2 De randen van het plangebied

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0013.jpg"

Randen van het plangebied

De zuidrand

De Damsterbuurt grenst aan het Eemskanaal. Hier ligt een stenen kade met daarop een openbare weg ter ontsluiting van de verderop gelegen bedrijven. Een rij individueel gebouwde, grondgebonden woningen uit de jaren '20 van de 20ste eeuw van twee lagen met een kap staat met de voorzijde gericht op het kanaal. Daarnaast zijn in 1980 twee rijen projectmatig gebouwde, grondgebonden woningen geplaatst, eveneens twee lagen hoog met een kap. Deze woningen zijn met hun voorzijden georiënteerd op de achtergelegen woonerven, waardoor de achterzijden van de woningen en de tuinen naar de openbare kade zijn gekeerd. De westrand van dit deel van het plangebied is georiënteerd op de Damstersingel, een parallelweg van de Europaweg, één van de belangrijkste ontsluitingsroutes van de stad. Het beeld wordt hier vooral bepaald door een vijf lagen hoge woonflat uit 1960 met brede, overhangende balkons.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0014.jpg"

Noordzijde van het Eemskanaal

Verder naar het oosten grenst de zuidrand van het plangebied aan het Damsterdiep. Het Damsterdiep was vroeger een belangrijke vaarroute naar Delfzijl. Door deze oorspronkelijke functie heeft het een breed profiel. Op het later gedempte watertracé is een weg aangelegd, die aan beide zijden is voorzien van een vrijliggend fietspad in een, afwisselend aan de noord- en aan de zuidzijde, groene setting. Het Damsterdiep is een belangrijke ontsluitingsroute van de stad. Aan de zuidzijde van het Damsterdiep ligt, buiten het plangebied, een bedrijventerrein. Aan de noordzijde liggen onder andere de voormalige directeurswoning van het vroegere slachthuis uit 1898, stroken appartementen van vier lagen hoog uit 1988 op het voormalige slachthuisterrein zelf en een lange rij kleine 'schipperswoningen' uit het begin van de 20e eeuw. Deze rij woningen van één laag met individuele kappen buigt aan het einde van het Damsterdiep af naar het noorden. De karakteristieke bocht in de rij huisjes komt voort uit de vroegere loop van het Damsterdiep ter plekke.

De oostrand

Hoewel het officieel buiten het plangebied valt, vormt het Van Starkenborghkanaal met de Oostersluis de belangrijkste, structuurbepalende begrenzing aan de oostkant van het gebied. Het kanaal met aan weerszijden de groene kades heeft een zeer breed en open profiel. Aan de stadskant ligt de Florakade. Het wegprofiel ligt op ruime afstand van het water; 15 tot 30 meter. Het deel tussen de weg en het water is parkachtig ingericht met gras, bomen en wandelpaden. Langs de Florakade staan als duidelijke rand van de Oosterparkwijk flats van vier lagen hoog uit de jaren vijftig van de 20ste eeuw. Ter plaatse van de zijwegen gaan de flats schuin de hoek om. Onderin de meest zuidelijke van deze flats bevindt zich een winkelstrip.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0015.jpg"

Florakade

Bij de Asterstraat buigt de plangrens naar het westen de Oosterparkwijk in om vervolgens langs de Pioenstraat en de Oliemuldersweg weer richting het noorden verder te gaan. Hier vormt het langgerekte en brede Pioenpark de oostgrens van het plangebied. Het beeld wordt vooral bepaald door de groene inrichting van het park met zijn gazons, bomen en grote waterpartijen. Ten oosten van het Pioenpark staan bedrijven. Deze vallen buiten het plangebied. Ten westen van het park ligt de Oliemuldersweg. De Oliemuldersweg is één van de stedenbouwkundige hoofdassen van de Oosterparkwijk in noordzuidrichting. Aan de westkant van de straat staan projectmatig gebouwde, beneden- en bovenwoningen van twee lagen met een kap uit de jaren dertig van de 20ste eeuw. Direct tegen de woningen ligt een breed trottoir. Aan de parkzijde bevinden zich hier en daar rijen dwarsparkeerplaatsen. Deze steken in de rand van het park.

De noordrand

Bij de Vinkenstraat buigt de plangrens opnieuw af naar het westen. De Vinkenstraat was oorspronkelijk bedoeld als belangrijke verkeersroute de stad uit in oostelijke richting. Dit is terug te zien in het meest oostelijke deel, waar de straat een breed profiel heeft met een plantsoentje in het midden. De rest van de straat is veel smaller met aan weerszijden van de rijbaan brede trottoirs en voortuinen. Aan beide zijden van de straat staan projectmatig gebouwde, beneden- en bovenwoningen van twee lagen met een kap uit 1934 (zuidzijde) en 1948 (noordzijde), later opgetopt met een (gedeeltelijke) derde bouwlaag. Op de hoek van de Vinkenstraat en de Zaagmuldersweg is het gesloten bouwblok open gebroken. Hier staan op de hoek een monumentale, rooms katholieke kerk en een school. De noordzijde van de Vinkenstraat valt buiten het plangebied.

Vanaf het Wielewaalplein loopt de plangrens verder langs het Oosterhamrikkanaal. Het Oosterhamrikkanaal heeft een breed profiel met oorspronkelijk aan beide zijden groene oevers. Aan de noordzijde is deze groene oever komen te vervallen bij de aanleg van het Oosterhamriktracé, een busroute richting de buitenwijken aan de oostkant van de stad. Deze noordkant van het kanaal valt buiten het plangebied. Opvallend is de monumentale Wielewaalflat uit 1957. De flat bestaat uit twee delen, een deel van vier lagen aan de Zaagmuldersweg en haaks daarop een deel van tien lagen vrij direct aan het kanaal.

Bij de Gorechtvijver opent de wijk zich naar het Oosterhamrikkanaal toe en verbreedt het profiel van het kanaal zich richting de Oosterparkwijk. De overgang tussen de vijver en het kanaal wordt gevormd door een forse trappartij met banken in een groene setting. Westelijk van de verbreding in het kanaal wordt de bebouwing weer opgepakt in de vorm van bedrijven. Deze bedrijven van twee lagen hoog zijn in 1957 tegen de achterzijden van de woonpercelen aan de E. Thomassen a Thuessinklaan geplaatst en zijn gericht op de Oosterhamrikkade. Ten behoeve van het vroegere laden en lossen voor deze bedrijven is dit deel van de kade stenig. De kade wordt nu niet meer voor dat doel gebruikt. Langs de kade liggen nu woonschepen. Bij een aantal woonschepen is sprake van een groene oever. Deze oever is deels ingericht als tuin. Dat gebruik wordt in dit bestemmingsplan positief bestemd, conform de planologische regeling voor gebruik van de oever bij woonschepen in het bestemmingsplan Openbaar Vaarwater (van toepassing op bijna alle woonschepen met oevers in de gemeente Groningen) en het bestemmingsplan Waterrand Oosterparkwijk (van toepassing op de oevers van de woonschepen meer oostelijk in het Oosterhamrikkanaal).

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0016.jpg"

Oosterhamrikkade

De westrand

Ter plaatse van het Wouter van Doeverenplein ligt een parallelweg, waardoor de bebouwing hier wat teruggerooid ligt. Ten zuiden van de E. Thomassen a Thuessinklaan is de bebouwing bijzonder karakteristiek. De S.S. Rosensteinlaan en de Petrus Campersingel hebben een zeer breed profiel met aan de westzijde het UMCG, ooit gebouwd op het terrein van de vroegere, geslechte vestingwallen en later uitgebreid in oostelijke richting. Tussen het UMCG en de Petrus Campersingel liggen een vijverpartij en wandelpaden in een groene, parkachtige setting. Deze zone en het UMCG-terrein vallen buiten het plangebied. Aan weerszijden van de weg liggen vrijliggende fietspaden. Aan de zuidoostkant van de Petrus Campersingel ligt bovendien een parallelweg, de oude Singelweg, wiens situering herinnert aan de oude structuur van het vroegere verbindingskanaal op deze plek.

De bebouwing tussen de E. Thomassen a Thuessinklaan en de Singelweg begint met op de hoek van de E. Thomassen a Thuessinklaan een monumentale, gereformeerde kerk (1927-1929) met aangebouwde pastorie en kosterswoning. De kerk is met de entree georiënteerd op de hoek van het bouwblok en is ontworpen in een door de architectuur van de Amsterdamse School geïnspireerde bouwstijl. Naast de kerk staat een karakteristieke school, teruggerooid ten behoeve van een schoolplein aan de voorzijde. Vervolgens bestaat de bebouwing voornamelijk uit projectmatig gebouwde beneden- en bovenwoningen uit de jaren twintig/dertig van de 20ste eeuw. De bebouwing is drie lagen hoog en plat afgedekt. De woningen hebben door lage stenen muurtjes en hagen afgeschermde voortuinen. De bebouwing ligt, net als de weg, in een langgerekte, flauwe boog. Deze wordt onderbroken ter hoogte van het H.A. Kooykerplein, waar de bebouwing zich opent ten behoeve van een klein, groen buurtplein.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0017.jpg"

Kerk hoek Rosensteinlaan / E. Thomassen a Thuessinklaan

Langs de Singelweg staan enkele villa's met (deels grote) voortuinen, een rij projectmatig gebouwde, grondgebonden woningen zonder voortuinen en de voorzijde van het Typografengasthuis met daaronder de poort naar het achtergelegen hofje. De bebouwing stamt uit de tijd rond de eeuwwisseling van de 19de naar de 20ste eeuw en is twee lagen hoog met een kap. Tussen de Petrus Campersingel en de Singelweg ligt een gazon met grote bomen. Op de hoek met het Damsterdiep tenslotte staat een karakteristieke, monumentale apotheek met bovenwoningen uit 1935 van drie lagen hoog met hoge kap.

3.1.2.3 De stedenbouwkundige opzet op buurtniveau

Algemeen

De bebouwing in de Oosterparkwijk bestaat voor het grootste deel uit gesloten bouwblokken met vooral beneden- en bovenwoningen in twee of drie lagen, al dan niet voorzien van een kap. Hier en daar zijn de bouwblokken op de hoeken geopend ten behoeve van vervangende, latere bouw (bijvoorbeeld het Gorechthuis-Ripperdahuis op de plek van het vroegere 'Rode Dorp' op de hoek Gorechtkade / Ripperdalaan / Zaagmuldersweg) of ten behoeve van speciale voorzieningen (bijvoorbeeld de kerk en de school op de hoek Petrus Campersingel / Thomassen à Thuessinklaan). Duidelijk afwijkend in deze structuur zijn de 'boerderijtjes' in het 'Blauwe Dorp'. Zij liggen als losse gebouwtjes met tuinen rondom binnen de ring van randwoningen aan het Graspad en het Meidoornpad.

Ten oosten van het Pioenpark zijn de bouwblokken van oorsprong half gesloten met aan de langszijden strokenbouw met flat- of gestapelde woningen en aan de kopse kanten van oorsprong kleinere blokjes grondgebonden woningen. Hier en daar zijn de flatwoningen en de woningen op de koppen vervangen door nieuwe grondgebonden woningen.

Het zuidwestelijke deel aan weerszijden van het Damsterdiep wijkt sterk af van de rest van het plangebied. Hier is ten noorden van het Damsterdiep de oorspronkelijke structuur van het gesloten bouwblok nog wel zichtbaar, maar bevindt zich aan de binnenzijde van het bouwblok diverse bebouwing zoals een machinefabriek, het Typografengasthuis en een later toegevoegd, afwijkend woonbuurtje. Aan de zuidkant van het Damsterdiep is sprake van bebouwing uit diverse tijdvakken, wat zijn neerslag heeft op de diversiteit aan stedenbouwkundige structuren in dit buurtje.

Bouwblok Damsterdiep / Professor Rankestraat / Dirk Huizingastraat / Petrus Campersingel

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0018.jpg"

Stedenbouwkundige opzet bouwblok Damsterdiep / Professor Rankestraat / Dirk Huizingastraat / Petrus Campersingel

Het eerste deel van de bebouwing aan het Damsterdiep is in de eerste twintig jaar van de 20e eeuw gerealiseerd. De bebouwing is organisch gegroeid en biedt een gevarieerd beeld. Ze bestaat uit individueel én projectmatig gebouwde panden van één tot drie lagen, al dan niet met een kap. Hierin bevinden zich veel bedrijfjes, die soms tot achter op de percelen zijn uitgebreid. Opvallende hierin is de al eerder genoemde apotheek met bovenwoningen op de hoek met de Petrus Campersingel. In de daarop volgende tien jaar heeft de bebouwing aan het Damsterdiep zich naar het oosten uitgebreid met voornamelijk beneden- en bovenwoningen in drie lagen zonder kap.

De bebouwing aan de Professor Rankestraat stamt uit dezelfde tijd. Ook hier staan vooral beneden- en bovenwoningen in twee lagen met een kap aan de oostkant van de straat en in drie lagen met een plat dak aan de westkant van de straat. Uitzondering hierop is de rij van vier betonnen, grondgebonden woningen uit 1920 aan de zuidoostkant. Deze zijn twee lagen hoog en hebben een kap. Bovendien hebben zij een wit gestucte gevelafwerking en contrasteren daarmee sterk met de veelal in de wijk toegepaste rode baksteen. Aan de noordwestkant van de straat staat een bedrijfspand met een onderdoorgang naar een achtergelegen tweede pand en parkeerplaats (voormalige bloedbank). Aan de Dirk Huizingastraat staat een karakteristieke, voormalige lagere school, nu in gebruik door de Verloskunde Academie Groningen.

Op het binnenterrein van het bouwblok springt als eerste het Typografengasthuis in het oog. Dit mooi aangelegde en goed onderhouden hofje met zijn woningen van één laag met een kap rondom de groene binnenplaats is een heerlijk rustpunt in de stad. Ten noorden van dit gasthuis staat als een vreemde eend in de bijt een monumentale machinefabriek geheel ingeklemd door de omringende bebouwing. De fabriek is bereikbaar vanaf de Petrus Campersingel via een doorgang naast de oorspronkelijk bij de fabriek horende, voormalige directeurswoning.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0019.jpg"

Singelweg met Typografengasthuis

Ten zuiden van het Typografengasthuis bevindt zich eveneens op het binnenterrein van het bouwblok een relatief nieuw buurtje. Aan een hofjesachtige, doodlopende structuur staan woonblokken van drie lagen met een kap met daarin appartementen. De woningen zijn wisselend met voor- en/of achterzijde georiënteerd op de openbare ruimte. Het buurtje is bereikbaar vanaf de Petrus Campersingel. Door de stedenbouwkundige structuur van het buurtje en de wisselende oriëntatie van de woningen op de omgeving is het openbare karakter van het buurtje minder duidelijk dan waarschijnlijk oorspronkelijk bedoeld. Ten slotte staat op het binnenterrein tegen de achterkant van de percelen van de panden aan het Damsterdiep een tweelaagse galerijflat.

Gerbrand Bakkerstraat / H.A. Kooykerplein

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0020.jpg"

Stedenbouwkundige opzet Gerbrand Bakkerstraat / H.A. Kooykerplein

De woningen aan de Gerbrand Bakkerstraat en het H.A. Kooykerplein zijn tussen 1922 en 1926 complexmatig gebouwd. De voormalige beneden- en bovenwoningen zijn in het kader van de wijkvernieuwing gerenoveerd en samengetrokken tot grondgebonden woningen. Daarbij zijn ze van coöperatief naar particulier bezit overgegaan. Over de hele lengte van de wanden langs de Gerbrand Bakkerstraat bevinden zich volgens een symmetrische verdeling sprongen in de rooilijn. De teruggerooide woningen hebben kleine voortuintjes met hagen. De panden op de hoeken van de Gerbrand Bakkerstraat en het H.A. Kooykerplein zijn hoger dan de rest, drie lagen tegenover twee lagen met een kap, en bevatten bijzondere functies. Ook de panden aan het Kooykerplein bevatten op de begane grond bijzondere functies zoals een huisartsenpraktijk en een adviesbureau.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0021.jpg"

Gerbrand Bakkerstraat

Baart de la Faillestraat / Jan Hissink Jansenstraat / A.P. Fokkerstraat

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0022.jpg"

Stedenbouwkundige opzet Baart de la Faillestraat / Jan Hissink Jansenstraat / A.P. Fokkerstraat

De uit 1925 stammende beneden- en bovenwoningen aan de Baart de la Faillestraat, de Jan Hissink Jansenstraat en de A.P. Fokkerstraat zijn in bezit van woningcorporaties. De woningen zijn in het kader van de wijkvernieuwing gerenoveerd. Daarbij zijn helaas veel beeldbepalende elementen verloren gegaan. Zowel in de Baart de la Faillestraat als in de A.P. Fokkerstraat is de bebouwing aan weerszijden drie lagen hoog. De woningen aan de A.P. Fokkerstraat hebben bovendien een kap. In beide straten staan in de trottoirs bomen en hebben de woningen met hagen afgeschermde voortuintjes. Het bouwblok tussen de Baart de la Faillestraat en de A.P. Fokkerstraat ligt aan de kant van Jan Hissink Jansenstraat ongeveer 20 meter teruggerooid ten behoeve van een klein plantsoentje. Dit plantsoentje is onlangs heringericht.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0023.jpg"

Baart de la Faillestraat

E. Thomassen à Thuessinklaan / Wielewaalplein

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0024.jpg"

Stedenbouwkundige opzet E. Thomassen à Thuessinklaan / Wielewaalplein

De E. Thomassen à Thuessinklaan was, net als de Vinkenstraat, oorspronkelijk bedoeld als belangrijke verkeersroute de stad uit in oostelijke richting. Dit verklaart het brede profiel van de straat. Aan weerszijden van de rijbaan liggen trottoirs met daarin bomen en veelal door hagen afgeschermde voortuinen. De straat is een belangrijke stedenbouwkundige as van de Oosterparkwijk in oostwestrichting. Aan het begin van de straat staat, op de hoek met de Petrus Campersingel, de eerdere genoemde monumentale, gereformeerde kerk (1927-1929) met aangebouwde pastorie en kosterwoning.

De E. Thomassen à Thuessinklaan gaat bij de Gorechtvijver over in het Wielewaalplein. Het Wielewaalplein is één van de wijkcentra in de Oosterparkwijk. Bij het Wielewaalplein verbreedt het profiel zich. In het midden ligt een plantsoentje met bomen. Aan de noordzijde hiervan ligt de doorgaande weg, aan de zuidzijde een parallelweg met aan weerszijden dwarsparkeerplaatsen. Aan het plein bevindt zich een concentratie van detailhandel, horeca en dergelijke. Deze is gevestigd in de plint van een woongebouw van vier lagen hoog aan de zuidkant. Het Wielewaalplein vertoont sporen van functionele en fysieke slijtage. Ook de inrichting van de openbare ruimte laat te wensen over. Het plein wordt heringericht. De winkelpanden aan de noordzijde zijn inmiddels gesloopt en worden vervangen door een nieuw woongebouw van twintig lagen hoog met in de plint ruimte voor centrumvoorzieningen.

Gorechtkades en Linnaeusplein

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0025.jpg"

Stedenbouwkundige opzet Gorechtkades en Linnaeusplein

De Gorechtkades liggen aan weerszijden van de Gorechtvijver. De vijver en kades lopen vanaf het Linnaeusplein in het zuiden tot aan het Oosterhamrikkanaal in het noorden. Het Linnaeusplein is het tweede wijkcentrum in de Oosterparkwijk. Het Linnaeusplein heeft enige tijd geleden een opknapbeurt gekregen. Aan het heringerichte, groene plein met gras en bomen staat de nieuwe supermarkt met daarboven seniorenwoningen, deels in de huur- en deels in de koopsector. Verder liggen aan het plein diverse andere voorzieningen zoals een kapsalon en een café. Rond het plein is de bebouwing wat hoger dan in de directe omgeving, namelijk vijf tot negen lagen. Op de hoek met de Gorechtkade staat de monumentale Linnaeusflat. De overgang tussen het groene plein en de Gorechtvijver wordt gevormd door een karakteristieke, stenen kade in twee niveaus met trappen en banken vlak bij het water. Aan de noordkant eindigt de Gorechtvijver in een forse trappartij met banken in een groene setting aan het Oosterhamrikkanaal.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0026.jpg"

Gorechtkade

De brede Gorechtvijvers hebben aan weerszijden flauw oplopende, groene oevers met bomen. Langs deze oevers liggen de rijbanen met trottoirs, waarlangs wordt geparkeerd. Aan de kant van de woningen liggen opnieuw een trottoir en door hagen afgeschermde voortuinen. De bebouwing aan de Gorechtkades is drie tot vier lagen hoog, soms voorzien van een kap of een teruggelegde, bovenste laag, en bevat beneden- en bovenwoningen en portieketagewoningen. De woningen zijn met uitzondering van het westelijke blok ten zuiden van het H.A. Kooykerplein in particulier bezit. Ter plaatse van de Ripperdalaan wordt de rij portieketagewoningen onderbroken door het Gorechthuis en het Ripperdahuis; twee vrijstaande appartementencomplexen in een groene setting met gras en bomen.

Bouwblok Professor Enno Dirk Wiersmastraat / Linnaeusplein / Zaagmuldersweg

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0027.jpg"

Stedenbouwkundige opzet bouwblok Professor Enno Dirk Wiersmastraat / Linnaeusplein / Zaagmuldersweg

Het bouwblok Professor Enno Dirk Wiersmastraat - Linnaeusplein - Zaagmuldersweg is aan de kant van het Linnaeusplein en de Zaagmuldersweg gesloten. Hier staat een complex met portieketagewoningen van vier lagen hoog. Aan de zijde van de Professor Enno Dirk Wiersmastraat is het bouwblok open. Langs de straat staan twee voormalige schoolgebouwen, nu in gebruik als kantoorpand en als oefenruimte voor Jeugdcircus Santelli. Tegenover deze panden staat een blok met portieketagewoningen van drie lagen hoog. De straat is aan beide zijden voorzien van trottoirs met bomen en met hagen afgeschermde voortuinen.

De Professor Enno Dirk Wiersmastraat eindigt bij de tien lagen hoge appartemententoren op de hoek van de Zaagmuldersweg en het Damsterdiep. Haaks op de Professor Enno Dirk Wiersmastraat staat tenslotte een teruggerooide strook portieketagewoningen. Deze strook en de appartemententoren vormen samen de wanden van een groen plein, dat de knik aan het begin van de Zaagmuldersweg markeert. Op het binnenterrein van het bouwblok ligt een parkeerplaats ten behoeve van klanten van de winkels aan het Linnaeusplein.

Slachthuisstraat

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0028.jpg"

Stedenbouwkundige opzet Slachthuisstraat

In 1988 is op het voormalige slachthuisterrein een nieuw buurtje verschenen. In drie lagen zijn hier gestapelde woningen gerealiseerd. Het buurtje sluit qua structuur aan bij de bestaande structuur van de omliggende straten. (Half)gesloten bouwblokken zijn afgemaakt c.q. toegevoegd. Tegen het Damsterdiep aan en georiënteerd op het Damsterdiep liggen als duidelijke rand van de wijk twee stroken en een blok van vijf lagen hoog. Deze woningen worden ontsloten vanaf de pleintjes binnen de bouwblokken. De Slachthuisstraat is vooral stenig ingericht met een enkele bomenrij in het trottoir. Halverwege is de zuidelijke gevelwand langs de straat opengemaakt ten behoeve van een centraal groen pleintje.

Bloemenbuurt (Hortensialaan / Oliemuldersweg / Irislaan / Zaagmuldersweg)

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0029.jpg"

Stedenbouwkundige opzet Bloemenbuurt (Hortensialaan / Oliemuldersweg / Irislaan / Zaagmuldersweg)

De oorspronkelijk als arbeiderswijk opgezette Bloemenbuurt is een prachtig voorbeeld van een tuindorp in de stijl van de Amsterdamse School. De buurt heeft een bijzondere stedenbouwkundige structuur met mooie zichtassen. De buurt is symmetrisch opgebouwd met als centrale as de Goudenregenstraat en hij biedt een gevarieerd bebouwingsbeeld door de verschillende bebouwingshoogtes, de diverse kapvormen en de aanwezigheid van enkele poortgebouwen boven straten. Hier en daar bevinden zich op speciale plekken, zoals in hoekpanden, kleine buurtwinkeltjes, later vaak ingevuld met andere functies. De buurt is opvallend groen met zijn vele plantsoentjes, verspreid liggende hofjes en de veelal aanwezige, kleine voortuintjes. De meeste woningen zijn in coöperatief bezit.

Het oudste deel, het 'Blauwe Dorp', dateert uit 1919. Aan weerszijden van het centrale, groene pleintje aan de Lindenhof staan in twee groepen van drie bij drie in totaal 18 monumentale 'boerderijtjes' vrij in een groene setting. Van oorsprong waren het kleine 4-onder-1-kapwoningen met ontsluitingen aan voor- en achterzijde. Later zijn de meesten samengevoegd tot 2-onder-1-kapwoningen. De oorspronkelijke ontsluitingsstructuur is helaas dichtgeslibd, doordat de betreffende stukjes grond tussen de woningen in gebruik zijn genomen als tuin met alle gevolgen van dien. De wens is ooit de oorspronkelijke situatie met doorlopende weggetjes tussen de woningen terug te brengen. Rond de 'boerderijtjes' liggen de karakteristieke, grondgebonden 'randwoningen' van één laag met een kap.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0030.jpg"

Wingerdhoek in het Blauwe Dorp

Een klein tien jaar na de bouw van het 'Blauwe Dorp' is eromheen de rest van de Bloemenbuurt gebouwd. De Hortensialaan en de Irislaan vormen de begrenzing van de buurt. De Hortensialaan heeft duidelijk een breder profiel. Deze laan vormt, samen met de Dirk Huizingastraat, het Linnaeusplein en de Resedastraat, een belangrijke ontsluitingsroute en stedenbouwkundige as van de Oosterparkwijk in oostwestrichting. De Hortensialaan heeft dan ook een wat voornamere uitstraling dankzij de toegepaste bouwstijl, de diepere, door hagen afgeschermde voortuinen en de bredere trottoirs met bomen. De beneden- en bovenwoningen bestaan uit twee lagen met een forse kap. Aan het begin van de Hortensialaan staat een afwijkend gebouw, het voormalige politiebureau. Nu bevinden zich hierin enkele dienstverlenende bedrijven en woningen.

Bouwblok Irislaan / Oliemuldersweg / Klaprooslaan / Zaagmuldersweg

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0031.jpg"

Stedenbouwkundige opzet bouwblok Irislaan / Oliemuldersweg / Klaprooslaan / Zaagmuldersweg

Het buurtje tussen de Bloemenbuurt en het Oosterpark uit de jaren '30 van de 20e eeuw is net iets ruimer opgezet dan de Bloemenbuurt. Middenin staan grondgebonden woningen van één of twee lagen met een kap rond groene binnengebieden. De woningen en de groene binnenterreinen zijn grotendeels in coöperatief bezit. Hier en daar zijn woningen verkocht aan de bewoners.

De randen van het buurtje zijn forser gedimensioneerd. Aan de Klaprooslaan, de zijde van het Oosterpark, staan beneden- en bovenwoningen van twee lagen met een hogere kap, waarop later dakkapellen zijn geplaatst. Een bijzonder element aan de Klaprooslaan is het monumentale schoolgebouw ter hoogte van de Seringenhof. Langs de Oliemuldersweg en de Zaagmuldersweg vormt de bebouwing van drie lagen hoog met een kap een duidelijke begrenzing van de buurt en tevens een begeleiding van deze twee hoofdontsluitingen en belangrijkste stedenbouwkundige assen van de Oosterparkwijk in noordzuidrichting.

Oosterpark / De Velden

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0032.jpg"

Stedenbouwkundige opzet Oosterpark / De Velden

Het Oosterpark is het groene hart van de wijk, waaraan de wijk zijn naam ontleent. Het park is symmetrisch van opzet en groen ingericht met een grote vijver, gazons, bomen en wandelpaden. De randen van het park zijn overwegend open, zodat het zicht op het park vanaf de omliggende straat optimaal is. In het park stond tot voor kort, aan de Zaagmuldersweg, het voetbalstadion, waar FC Groningen haar wedstrijden speelde. Na de verhuizing van FC Groningen naar de Euroborg is het stadion gesloopt.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0033.jpg"

Oosterpark

Verder staan in het Oosterpark aan de Zaagmuldersweg het verzorgingshuis Oosterparkheem, deels drie en deels zeven lagen hoog, en het voormalige verpleeghuis Treslinghuis, nu een multifunctioneel centrum voor de buurt met woningen verdeeld over twee gebouwen. Tussen het Oosterparkheem en het Treslinghuis wordt het nieuwe buurtje 'De Velden' gerealiseerd. De eerste woningen zijn al bewoond. De structuur van 'De Velden' bestaat uit twee gesloten bouwblokken in het park met binnenin deze bouwblokken vier kleinere straatjes. De randen van de bouwblokken worden vier lagen hoog, de bebouwing ertussen drie lagen. Tussen de twee bouwblokken ligt een groene scheg met een vijver, die zich opent naar het park, zodat de relatie tussen de Zaagmuldersweg en het park optimaal wordt.

Tenslotte staat in het zuidoostelijke deel van het Oosterpark het gebouwtje van het jongerencentrum JOP. De omgeving rond het JOP wordt heringericht met nieuwe groen- en speelvoorzieningen.

Klaprooslaan / Oliemuldersweg / Vinkenstraat / Zaagmuldersweg / Merelstraat / Nachtegaalstraat

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0034.jpg"

Stedenbouwkundige opzet Klaprooslaan / Oliemuldersweg / Vinkenstraat / Zaagmuldersweg / Merelstraat / Nachtegaalstraat

Ten noorden en oosten van het Oosterpark liggen vier bouwblokken. Drie daarvan zijn gesloten bouwblokken met coöperatieve woningbouwcomplexen bestaande uit beneden- en bovenwoningen van twee tot drie lagen met een kap. De woningen hebben voortuinen met hagen. Hier en daar zijn de blokken verbijzonderd, bijvoorbeeld in het midden of op de hoeken. In het midden is de bouwhoogte afwijken en ligt de kap gedraaid. Op de hoeken is ook sprake van een afwijkende bouwhoogte. Bovendien liggen de hoeken aan de lange zijden teruggerooid. Aan het Mezenplein is een intiemere sfeer gecreëerd. De woningen hebben ook een kap maar zijn hier slechts één laag hoog. Ze liggen aan een groen pleintje. De groene binnenterreinen van de bouwblokken zijn in gezamenlijk gebruik.

Het vierde bouwblok is het meest westelijke bouwblok tussen de Vinkenstraat en de Merelstraat. Aan de Zaagmuldersweg staan de monumentale, rooms katholieke Franciscuskerk en de bijbehorende, voormalige pastorie uit 1934/1938 met een grote tuin aan de zuidkant. In de pastorie zit nu een bedrijf, dat maatschappelijke dienstverlening aanbiedt. Achter de pastorie staat, aan de Merelstraat, de karakteristieke, voormalige kleuterschool, nu een kinderdagverblijf. Dit gebouw stamt uit dezelfde tijd als de kerk en pastorie. Ten oosten van de kerk staat aan de Vinkenstraat de eveneens karakteristieke, voormalige rooms katholieke lagere school. Het schoolgebouw huisvest nu diverse functies zoals een dependance van de Siebe Jan Boumaschool uit het Pioenpark, een peuterspeelzaal en een atelier. Verder staat in dit bouwblok een aantal appartementencomplexen van drie tot vier lagen hoog.

Pioenpark

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0035.jpg"

Stedenbouwkundige opzet Pioenpark

Het Pioenpark ligt op het voormalige tracé voor de ringweg uit het plan 'Berlage'. Dit verklaart de langgerekte vorm van het park. Het monumentale park is groen ingericht met gazons, bomen, grote waterpartijen en halverwege een rosarium. In het zuidelijke deel ligt aan de vijver de eveneens monumentale Siebe Jan Boumaschool uit 1932, in 1998 uitgebreid en nu functionerend als Vensterschool. Bij de Resedastraat staat het gebouw van de Speeltuinvereniging Oosterpark (tevens consultatiebureau en spel- en opvoedwinkel). Verspreid over het park liggen enkele tennisbanen en een voetbalkooi.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0036.jpg"

Rosarium in Pioenpark

Aan de Resedastraat ten zuiden van het Pioenpark staat een rij grondgebonden, plat afgedekte woningen van drie lagen hoog. De woningen hebben door hagen afgeschermde voortuinen. Tussen de voortuinen en de weg ligt een trottoir en een groenstrook met gras en bomen. Naast deze woningen ligt op de hoek met de Oliemuldersweg een karakteristiek schoolgebouw uit de jaren dertig van de 20ste eeuw, dat nu onderdak biedt aan onder andere een denksportcentrum, een sportvereniging en een hobbyclub.

Resedastraat / Hyacinthstraat / Papaverstraat / Florakade / Asterstraat / Pioenstraat

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0037.jpg"

Stedenbouwkundige opzet Resedastraat / Hyacinthstraat / Papaverstraat / Florakade / Asterstraat / Pioenstraat

In tegenstelling tot de rest van de Oosterparkwijk zijn de twee rijen bouwblokken hier van oorsprong half gesloten met aan de langszijden strokenbouw met flat- of gestapelde woningen en aan de kopse kanten kleinere blokjes grondgebonden woningen. Hier en daar zijn de flatwoningen en de woningen op de koppen vervangen door nieuwe grondgebonden woningen. De stroken in het midden van de buurt zijn twee tot drie lagen hoog, al dan niet met een kap, en hebben door hagen afgeschermde voortuinen. Aan de rand van de buurt, langs het Pioenpark, zijn de stroken drie tot vier lagen hoog en aan de rand langs de Florakade vier lagen. Onderin de meest zuidelijke flat aan de Florakade en in de bebouwing daarachter aan de Hyacinthstraat bevinden zich een winkelstrip en bedrijfjes. In de oudste delen zijn de binnenterreinen groen ingericht en in gezamenlijk gebruik. Ter plaatse van de nieuwe, grondgebonden woningen zijn de binnenterreinen uitgegeven als tuin.

Bouwblok Damsterdiep / Hortensialaan / Resedastraat

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0038.jpg"

Stedenbouwkundige opzet bouwblok Damsterdiep / Hortensialaan / Resedastraat

Deze strook ligt aan weerszijden van het begin van één van de belangrijkste ontsluitingsroutes van de Oosterparkwijk, de Oliemuldersweg. Het vormt de entree van de wijk. De huidige stedenbouwkundige invulling van dit gebied past niet bij het wenselijke karakter van een dergelijke entree. Het belang hiervan wordt nog groter na de realisatie van de route vanaf het Damsterdiep richting het zuiden via de Berlagebrug over het Eemskanaal. Deze buiten het plangebied vallende route takt straks aan ter hoogte van de Oliemuldersweg.

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0039.jpg"

Postduiven aan de Duiventil

Westelijk van de Oliemuldersweg bevinden zich een tankstation en enkele bedrijven. De meeste bedrijven zijn bereikbaar via het Damsterdiep. Het beleid van de gemeente is erop gericht dit terrein in de toekomst in te richten met woningen. Oostelijk van de Oliemuldersweg staat een voormalig bedrijfspand dat nu in gebruik is als buurthuis. Op het binnenterrein achter dit pand ligt een weg ter ontsluiting van de tuinen en garages van de woningen aan het Damsterdiep. Aan de noordzijde van deze weg ligt een terrein met volkstuintjes en kleine onderkomens voor postduiven. Het terrein wordt vanaf de Resedastraat aan de noordzijde op een tweede manier ontsloten via de Mimosastraat. Hier staan in het groen een gebouw ten behoeve van een kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang en een verenigingsgebouw van de postduivenvereniging. Alle bebouwing op het binnenterrein is één laag hoog.

Damsterbuurt

afbeelding "i_NL.IMRO.0014.BP489Oosterparkwij-oh01_0040.jpg"

Stedenbouwkundige opzet Damsterbuurt

De Damsterbuurt grenst aan de west- en noordzijde aan parallelwegen langs de Europaweg en het Damsterdiep. Aan de westkant is het bouwblok traditioneel gesloten met een rij individueel gebouwde, grondgebonden woningen uit de jaren '20 van de 20e eeuw van twee lagen met een kap en een vijf lagen hoge woonflat uit 1960 met brede, overhangende balkons. Aan de noordkant staat het pand van de Doktersdienst, het Huisartsenlaboratorium en de Trombosedienst, dat tevens een groot deel van het binnenterrein in beslag neemt.

Ter plaatse van Holtstek en Zagerij is de situatie geheel anders. In de noordoosthoek van de Damsterbuurt staan twee monumentale panden uit de eerste helft van de 19e eeuw riant in hun groene tuinen. Daarachter ligt een rond woonerven opgebouwd woonbuurtje uit 1980 in een groene setting. Rijtjes appartementen en grondgebonden eengezinswoningen met tuinen wisselen elkaar af. De bebouwing is drie tot vier lagen hoog. Voor- en achterkanten van de woningen zijn afwisselend gericht op de weg of het openbare groen. De randwoningen langs het Eemskanaal zijn gericht op de woonerven en grenzen daardoor met hun achterzijden en tuinen aan de openbare stenen kade.

3.1.3 Toekomstige ontwikkelingen

Wijkvernieuwing

In de Oosterparkwijk is al veel gebeurd in het kader van de wijkvernieuwing. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de aanpak van de woningen aan de Gerbrand Bakkerstraat, de Baart de la Faillestraat en de Jan Hissink Jansenstraat en in de Bloemenbuurt en de herinrichting van het Linnaeusplein. Zo staan er nog meer woningen in de wijk op de planning om opgeknapt dan wel vernieuwd te worden. Momenteel wordt een nieuwe invulling ter plaatse van het vroegere voetbalstadion gerealiseerd. Het Wielewaalplein wordt aangepakt. Hier wordt onder andere een nieuw woongebouw van twintig lagen hoog gebouwd met in de plint ruimte voor centrumvoorzieningen. Daarna vindt een herverdeling van de winkels rond het plein plaats. Het plein wordt heringericht. Tenslotte stimuleert de gemeente de vestiging van kleine bedrijfjes en horecagelegenheden als eetcafés in met name de hoekpanden langs de stedenbouwkundige assen van de wijk om de levendigheid in de wijk te vergroten.

Waterrand Oosterparkwijk

In het nabije verleden is de stedenbouwkundige visie 'De radiaal wakker gekust' opgesteld voor het Oosterhamriktracé. Deze visie heeft geleid tot het bestemmingsplan 'Waterrand Oosterparkwijk'. Het gebied ten noorden van de Vinkenstraat, ten oosten van de Oliemuldersweg tot aan de Kraanvogelstraat en ten noorden van de Kraanvogelstraat is buiten het plangebied van het onderhavige bestemmingsplan gelaten ten gunste van het bestemmingsplan 'Waterrand'. Uiteindelijk profiteert de hele Oosterparkwijk van de ontwikkelingen in dit gebied waar ongeveer 1500 nieuwe woningen worden gerealiseerd.

Verbinding Damsterdiep – Sontweg

Recentelijk is een verbinding tussen het Damsterdiep en de Sontweg ter hoogte van de Oliemuldersweg gerealiseerd ter ontlasting van de route Europaweg – Sontweg (Berlagebrug). Deze nieuwe verbinding heeft ook voor de aansluiting van de Oliemuldersweg op het Damsterdiep en voor de rol van de Oliemuldersweg als entree van de Oosterparkwijk gevolgen.

Bedrijven tussen Damsterdiep en Hortensialaan

Het beleid van de gemeente is erop gericht het terrein met bedrijven tussen het Damsterdiep en de Hortensialaan in de toekomst in te richten met woningen. Dit wordt echter aan de markt overgelaten. De bestaande bedrijven zijn dan ook positief bestemd.