direct naar inhoud van Artikel 13 Verkeer
Plan: Bestemmingsplan Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP486Buitengebied-vg01

Artikel 13 Verkeer

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen (waaronder mede begrepen fiets- en wandelpaden) met een functie voor zowel het verkeer met een doorgaand karakter als voor de ontsluiting van aanliggende gronden;
  • b. wegen (waaronder mede begrepen fiets- en wandelpaden) met een cultuurhistorische en/of landschappelijke waarde, ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden';
  • c. een verkooppunt voor motorbrandstoffen, ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg';
  • d. parkeervoorzieningen;
  • e. bermen, taluds, groenvoorzieningen en waterlopen;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. additionele voorzieningen, waaronder voorzieningen voor voetgangers en fietsers, bushaltes, bruggen en geluidwerende voorzieningen.
13.2 Bouwregels
13.2.1 Algemene bouwregels

Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 13.1 genoemde doeleinden.

13.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen geldt dat uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt voor motorbrandstoffen met lpg' gebouwen mogen worden opgericht, met dien verstande dat:

  • a. de verkoopvloeroppervlakte van de gebouwen maximaal 60 m2 mag bedragen;
  • b. de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 3,5 meter.
13.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt dat de bouwhoogte maximaal 6 meter mag bedragen.

13.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met een bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden voor reclamedoeleinden, behoudens bij het onder 9.1 onder c genoemde verkooppunt voor motorbrandstoffen waar bedrijfsgebonden reclame is toegestaan;
  • b. het gebruik van de gronden voor de opslag van voertuigen, schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond- en bodemspecie, puin- en vuilstortingen, anders dan in verband met normaal onderhoud of ter verwezenlijking van de bestemming;
  • c. het gebruik van de gronden als standplaats voor woonwagens;
  • d. het veranderen van het profiel van de wegen ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden'.