direct naar inhoud van Artikel 9 Verkeer
Plan: Bestemmingsplan Hoornse Meer, Hoornse Park en Piccardthof
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP485HoornseMeerHo-vg01

Artikel 9 Verkeer

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, fiets- en voetpaden;
  • b. reclame-uitingen aan de gevel, echter uitsluitend ten behoeve van en grenzend aan de bestemming Centrum;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. recreatieve voorzieningen;
  • e. een standplaats voor straathandel, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - standplaats';
  • f. bermen, taluds, groenvoorzieningen en waterlopen;
  • g. additionele voorzieningen.
9.2 Bouwregels
9.2.1 Algemene bouwregels

Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 9.1 genoemde doeleinden.

9.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, geldt dat de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouw zijnde, maximaal 6 meter mag bedragen.

9.3 Specifieke gebruiksregels

Ter plaatse van de aanduiding 'dwarsprofiel' dient de bijbehorende weg te worden ingericht overeenkomstig het op de plankaart aangegeven dwarsprofiel.

9.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken of werkzaamheden
9.4.1 Vergunningplicht

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders het dwarsprofiel van de wegen als bedoeld in lid 9.3 te wijzigen.

9.4.2 Uitzondering van de vergunningplicht

Het in lid 9.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden:

  • a. die het normale onderhoud betreffen;
  • b. die reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • c. tot een oppervlakte kleiner dan 30 m2.
9.4.3 Voorwaarden voor vergunningverlening

De aanlegvergunning wordt niet verleend dan nadat de aanvrager een rapport heeft overgelegd waarin, naar oordeel van burgemeester en wethouders, is aangetoond dat de wijziging van het dwarsprofiel als bedoeld in lid 9.3 ter plaatse geen overschrijding van de voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere grenswaarde tot gevolg heeft.