direct naar inhoud van 5.3 Overleg
Plan: Bestemmingsplan Helpman
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP471Helpman-oh01

5.3 Overleg

In het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 Bro is het voorontwerp-bestemmingsplan toegezonden aan een aantal (overheids)instanties. De volgende instanties hebben gereageerd:

  • 1. Provincie Groningen d.d. 22 februari 2010;
  • 2. Gasunie d.d. 15 maart 2010;
  • 3. Brandweer, regio Groningen d.d. 22 maart 2010;
  • 4. VROM-Inspectie d.d. 6 april 2010.

De brieven, genoemd onder de nummers 1 tot en met 4, zijn in het navolgende samengevat en van een gemeentelijke reactie voorzien. Kopieën van alle brieven zijn opgenomen in de bijlagen bij deze bestemmingsplantoelichting.

Ad 1. Provincie Groningen d.d. 22 februari 2010

De provincie Groningen deelt mee dat het voorontwerp-bestemmingsplan Helpman geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen.

Reactie gemeente:

De opmerking van de provincie Groningen wordt voor kennisgeving aangenomen.

Ad 2. Gasunie d.d. 15 maart 2010

De Gasunie heeft het bestemmingsplan Helpman getoetst aan het nieuwe externe veiligheidsbeleid van het ministerie van VROM, zoals dat naar verwachting in 2010 in werking zal treden middels de AMvB Buisleidingen. De circulaire 'Zonering langs hoge druk aardgastransportleidingen' uit 1984 zal dan komen te vervallen. Op grond van deze toetsing komt de Gasunie tot de conclusie dat het plangebied buiten de 1% letaliteitgrens van de leidingen van de Gasunie valt. Daarmee staat vast dat de leidingen geen invloed hebben op de verdere planontwikkeling.

Reactie gemeente:

De opmerking van de Gasunie wordt voor kennisgeving aangenomen.

Ad 3. Brandweer, regio Groningen d.d. 22 maart 2010

Het bestemmingsplan Helpman is beoordeeld in het kader van externe veiligheid, specifiek het groepsrisico. In de externe veiligheidsparagraaf van het bestemmingsplan is aangegeven dat de Milieudienst een inventarisatie heeft uitgevoerd van potentiele risicobronnen in en nabij het plangebied. Aangegeven is dat uit deze inventarisatie blijkt dat de volgende drie risicobronnen van belang zijn voor het plangebied:

  • 1. Zwembad De Papiermolen

Het invloedsgebied van het zwembad reikt niet tot in het plangebied en de inrichting valt niet onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Verantwoording van het groepsrisico is niet aan de orde. Een nadere advisering vanuit de brandweer ten aanzien van het groepsrisico van deze inrichting is dan ook niet aan de orde.

  • 2. A7/N7 Weg der Verenigde Naties

De A7/N7 is aangewezen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Daarnaast is aangegeven dat het plangebied op 130 meter van de weg ligt en de dichtstbijzijnde bebouwing ligt op 170 meter. In de externe veiligheidsparagraaf is aangegeven dat uit berekeningen van het groepsrisico blijkt dat het groepsrisico laag is en dat de actualisatie van het bestemmingsplan Helpman geen invloed heeft op de hoogte van het groepsrisico. Uit nadere beschouwing blijkt dat het invloedsgebied van de A7/N7 circa 230 meter bedraagt. Het AOC Terra MBO Groningen ligt voor een deel in het invloedsgebied. Voor de school is op de plankaart een bouwblok opgenomen dat groter is dan de bestaande bebouwing van de school en dit bouwblok mag voor 100% bebouwd worden. Hierdoor is het mogelijk dat het aantal personen in het invloedsgebied toeneemt. Omdat de school op de rand van het invloedsgebied ligt, draagt deze naar verwachting niet of nauwelijks bij aan de hoogte van het groepsrisico. Dit neemt niet weg dat hier in geval van een zwaar ongeval hittestralings-, overdruk- en/of toxische effecten mogelijk zijn.

  • 3. Spoorlijn Onnen-Groningen

Het plangebied ligt op circa 230 meter van het spoor. Aangegeven is dat het effectgebied voor de meeste ongevalscenario's veelal kleiner is dan 230 meter, maar dat er ook scenario's zijn met grotere effectafstanden. De conclusie is dat de actualisatie van het bestemmingsplan Helpman geen toename van het groepsrisico tot gevolg heeft. Uit nadere beschouwing blijkt dat het invloedsgebied van het spoor circa 1250 meter bedraagt. Het plangebied ligt in zijn geheel in het invloedsgebied. Door de ruime onderlinge afstand tot het spoor draagt het plangebied niet of nauwelijks bij aan de hoogte van het groepsrisico. Desondanks geldt ook hier dat bij een zwaar ongeval letale effecten in het plangebied mogelijk zijn. Bij een explosie zijn tot op circa 330 meter van het spoor hittestralings- en overdrukeffecten mogelijk. Bij een toxische wolk zijn in het gehele plangebied toxische effecten mogelijk.

Door de actualisatie van het bestemmingsplan Helpman neemt het groepsrisico niet of nauwelijks toe. Hierdoor kan worden volstaan met een beperkte verantwoording van de aspecten bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid. Uit de beoordeling van het aspect bestrijdbaarheid blijkt dat het plangebied in voldoende mate voor de hulpdiensten bereikbaar is en in voldoende mate is voorzien van bluswatervoorzieningen. De Brandweer merkt wel op dat het spoor vanwege de ligging beperkt bereikbaar is. In de directe omgeving van de A7/N7, maar ook het spoor zijn nauwelijks bluswatervoorzieningen aanwezig of deze zijn slecht bereikbaar. Hierdoor is de brandweer bij een incident voornamelijk afhankelijk van tertiaire bluswatervoorzieningen (groot watertransport), waarvoor een lange opkomsttijd van circa een een half uur geldt. Uit de beoordeling van het aspect zelfredzaamheid blijkt dat de school in het invloedsgebied van de A7/N7 middelbaar beroepsonderwijs betreft. Hierdoor worden de aanwezige personen gemiddeld als zelfredzaam beschouwd. De omgeving van de school biedt voldoende mogelijkheden voor ontvluchting. Voor de rest van het plangebied kan over het algemeen gesteld worden dat deze op ruime afstand van het spoor ligt, zodat de bebouwing eventueel bescherming kan bieden tegen optredende effecten. De oostzijde van het plangebied betreft voornamelijk woningbouw, waardoor de aanwezige personen gemiddeld als zelfredzaam worden beschouwd. Uitzondering hierop zijn een basisschool en een opvang voor gehandicapten. Voor een eventuele ontruiming zijn voldoende vluchtwegen aanwezig die van de risicobronnen afleiden. Tot slot blijkt dat het plangebied geheel in het sirenebereik van Waarschuwing en Alarmering Systeem (WAS) ligt.

De actualisatie van het bestemmingsplan Helpman heeft geen negatieve gevolgen voor het groepsrisico of ten aanzien van de bestrijdbaarheid en de zelfredzaamheid in het plangebied. Het bestemmingsplan geeft dan ook geen aanleiding tot een nader advies voor het treffen van maatregelen. Wel adviseert de Brandweer om de inventarisatie van de Milieudienst en ook het overlegadvies van de Brandweer als bijlage aan het bestemmingsplan toe te voegen.

Reactie gemeente:

Naar aanleiding van de overlegreactie van de Brandweer is de inventarisatie externe veiligheid van de Milieudienst als bijlage bij dit bestemmingsplan gevoegd. De overlegreactie zelf is als bijlage in dit bestemmingsplan opgenomen in bijlage 1. De tekst van de milieuparagraaf is ongewijzigd gebleven.

Ad 4. VROM-Inspectie d.d. 6 april 2010

De VROM-Inspectie refereert aan de brief van 26 mei 2009 aan alle colleges van burgemeester en wethouders waarin de minister van VROM heeft aangegeven over welke nationale belangen uit de Realisatieparagraaf Nationaal Ruimtelijk Beleid (RNRB, TK 2007-2008, 31500 nr.1) gemeenten altijd overleg moeten voeren met het Rijk. Gemeenten verzoeken zelf de afzonderlijke rijksdiensten om advies. De VROM-Inspectie coordineert de rijksreactie over onder meer voorontwerp-bestemmingsplannen.

Het bestemmingsplan Helpman geeft geen aanleiding tot het maken van opmerkingen, gelet op de nationale belangen zoals verwoord in de RNRB.

Reactie gemeente:

De opmerking van de VROM-Inspectie wordt voor kennisgeving aangenomen.