direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Bestemmingsplan Helpman
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP471Helpman-oh01

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Lijst van, met uitzondering van geluidszoneringplichtige en risicovolle inrichtingen;
  • b. in afwijking van het bepaalde onder a een bedrijf in categorie 3 van de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen, ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3' en uitsluitend voor een hoefijzerfabriek;
  • c. detailhandel in ingezamelde, bewerkte en herstelde goederen (een kringloopbedrijf), ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - kringloopbedrijf';
  • d. detailhandel in motorbrandstoffen inclusief een wasstraat, uitsluitend voor zover aan de gronden op de kaart de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' is gegeven;
  • e. wonen:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1', met dien verstande dat deze functie niet is toegestaan op de begane grond;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' in de vorm van één bedrijfswoning;
  • f. additionele voorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemene bouwregels
  • a. er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - doorzicht' dient er bij nieuwbouw:
    • 1. om de 40 meter bebouwingslengte een doorzicht met een minimale breedte van 5 meter vanaf de Helper West- respectievelijk Oostsingel naar het Helperdiep te worden gerealiseerd;
    • 2. een bebouwingsafstand tot het Helperdiep van minimaal 5 meter te bestaan.
4.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
  • b. het bebouwingspercentage en de goot- en/of bouwhoogte mogen maximaal het aangegeven percentage en de aangegeven hoogte bedragen;
  • c. op de gronden waaraan op de kaart de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' is gegeven mag de verkoopvloeroppervlakte niet meer dan 80 m2 bedragen.
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' mag het aantal bedrijfswoningen maximaal 1 bedragen.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag maximaal 3 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal 6 meter bedragen.
4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

a. de verblijfssituatie:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening gehouden te worden met het instandhouden c.q. tot stand brengen van een redelijke lichttoetreding, alsmede de aanwezigheid van voldoende privacy;

b. het straat- en bebouwingsbeeld:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient te worden gestreefd naar het instandhouden c.q. tot stand brengen van een, in stedenbouwkundig opzicht, samenhangend straat- en bebouwingsbeeld. In het algemeen zal bij bebouwing worden gestreefd naar:

  • een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte;
  • een goede hoogte/breedteverhouding tussen de bebouwing onderling en een samenhang in bouwvorm/architectonisch beeld tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is;

c. de verkeersveiligheid:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met het instandhouden c.q. tot stand brengen van een verkeersveilige situatie;

d. de sociale veiligheid:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient te worden voorkomen dat een ruimtelijke situatie ontstaat die onoverzichtelijk, onherkenbaar en niet sociaal controleerbaar is;

e. de milieusituatie:

Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de milieuaspecten, zoals hinder voor omwonenden en een verkeersaantrekkende werking;

f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden:

Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, indien deze daardoor kunnen worden beïnvloed.

4.4 Ontheffing van de bouwregels
4.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 4.2.1 onder b voor het vergroten van de maximale bebouwingslengte en/of voor het verkleinen van de minimale breedte van het doorzicht en/of voor het verkleinen van de minimale bebouwingsafstand tot het Helperdiep, met dien verstande dat de bebouwingsafstand tot de feitelijke waterlijn minimaal 5 meter blijft;
  • b. het bepaalde in lid 4.2.2 onder b voor het vergroten van de toegestane goot- en/of bouwhoogte met maximaal 4 meter;
  • c. het bepaalde in lid 4.2.2 onder c voor een verkoopvloeroppervlakte van maximaal 120 m2.
4.4.2 Voorwaarden voor ontheffing

De in lid 4.4.1 genoemde ontheffing kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de verblijfssituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de milieusituatie;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Het gestelde in lid 4.3 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1, van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 4.1 onder a zijn toegestaan, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3' een hoefijzerfabriek, behorende tot categorie 3 van de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen, is toegestaan;
  • b. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor detailhandel, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - kringloopbedrijf' detailhandel in ingezamelde, bewerkte en herstelde goederen is toegestaan en met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' detailhandel in motorbrandstoffen is toegestaan;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor bewoning, met dien verstande dat:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen - 1' bewoning op bovengelegen verdiepingen is toegestaan;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'wonen' bewoning is toegestaan;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' bewoning in de vorm van één bedrijfswoning is toegestaan;
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van recreatief nachtverblijf.
4.6 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, ontheffing verlenen van het bepaalde in lid 4.5 onder a juncto lid 4.1 onder a voor de vestiging van bedrijven die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met bedrijven die zijn genoemd in de categorieën 1 en 2 van de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen van bedrijfstypen, mits het geen geluidszoneringplichtige of risicovolle inrichtingen betreft.

4.7 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen het plan overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening wijzigen in die zin dat:

  • a. de bestemming Bedrijf ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3' wordt gewijzigd in de bestemming Wonen, mits:
      • de gevestigde hoefijzerfabriek is verplaatst of de directie van de hoefijzerfabriek een besluit tot verplaatsing heeft genomen;
      • de maximale bouwhoogte niet meer bedraagt dan 11 meter;
      • het maximale bebouwingspercentage niet meer bedraagt dan 70%;
      • gebouwd wordt in de rooilijn van het buurtbouwblok;
      • de geluidbelasting vanwege het wegverkeer van geluidgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan (de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of) een verkregen hogere grenswaarde;
      • geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
      • na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de relevante regels van de bestemming Wonen van overeenkomstige toepassing zijn;
  • b. de bestemming Bedrijf ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied' wordt gewijzigd in de bestemming Wonen, mits:
      • de maximale bouwhoogte niet meer bedraagt dan 14 meter;
      • het maximale bebouwingspercentage niet meer bedraagt dan 80%;
      • de bebouwingsafstand tot het Helperdiep niet minder bedraagt dan 5 meter;
      • er om de 40 meter bebouwingslengte een doorzicht met een minimale bebouwingsafstand van 5 meter vanaf de Helper Oostsingel naar het Helperdiep wordt gerealiseerd;
      • de geluidbelasting vanwege het wegverkeer van geluidgevoelige gebouwen niet hoger zal zijn dan (de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of) een verkregen hogere grenswaarde;
      • geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de woonsituatie, het straat- en bebouwingsbeeld, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
      • na toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid de relevante regels van de bestemming Wonen van overeenkomstige toepassing zijn.