direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijventerrein
Plan: Bestemmingsplan Pop Dijkemaweg
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP468PopDijkemaweg-vg01

Artikel 4 Bedrijventerrein

4.1 Bestemmingsomschrijving

De op de verbeelding voor bedrijventerrein aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven en handel in de categorieën 1 en 2 als bedoeld in de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten met uitzondering van geluidzoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen, met dien verstande dat:
    1. handel uitsluitend is toegestaan in de vorm van groothandel en tevens, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel', in de vorm van handel in auto's, aanhangers, motorfietsen, boten en caravans in de categorieën 1 en 2 als bedoeld in de bij dit plan behorende Staat van bedrijfsactiviteiten met uitzondering van geluidzoneringsplichtige inrichtingen,
    met dien verstande dat:
    - detailhandel in nieuwe auto's - met uitzondering van vrachtwagens - niet is toegestaan;
    - ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3.2' een bedrijf tot en met categorie 3.2 is toegestaan;
    2. maximaal 50% van het bruto vloeroppervlak mag bestaan uit kantoorruimte ten dienste van het ter plaatse gevestigd bedrijf mits de totale brutovloeroppervlakte van de gezamenlijke verdiepingen niet meer dan 200 m2 bedraagt;
  • b. detailhandel als additionele voorziening, met dien verstande dat:
    . de verkoopvloeroppervlakte van bebouwing ten behoeve van de hier bedoelde detailhandel ten hoogste 100 m² bedraagt, en
    . deze detailhandel uitsluitend is toegestaan als het gaat om goederen, welke ter plaatse zijn vervaardigd, bewerkt of hersteld, en/of als het gaat om goederen in een onderneming, waarin een nijverheids- en/of ambachtsbedrijf wordt uitgeoefend, mits laatstgenoemde uitoefening een overwegend en wezenlijk bestanddeel van de totale bedrijfsuitoefening in de onderneming uitmaakt en de detailhandel in die goederen, gelet op de aard daarvan, geschiedt zowel ter plaatse waar dat bedrijf wordt uitgeoefend als in rechtstreeks verband met de uitoefening van dat bedrijf;
    . detailhandel in voedings- en genotmiddelen is uitgesloten;
  • c. detailhandel in motorbrandstoffen met uitzondering van lpg ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
  • d. kantoren tot een maximum van 200 m2 bruto vloeroppervlakte van de gezamenlijke verdiepingen per perceel, met dien verstande dat uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' een groter kantoor is toegestaan;
  • e. geluidsstudio's, echter uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'cultuur en ontspanning';
  • f. maximaal één bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
  • g. maximaal één woning ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
  • h. wegen, voet- en fietspaden;
  • i. groenvoorzieningen;
  • j. water;
  • k. nutsvoorzieningen;
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemene bouwregels

Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.

4.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. De bouwhoogte mag maximaal de aangegeven bouwhoogte bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van een bedrijfswoning en/of een woning maximaal 10 meter mag bedragen.
  • b. Het bebouwingspercentage mag maximaal het aangegeven bebouwingspercentage bedragen, met dien verstande dat de oppervlakte van een bedrijfs- en /of dienstwoning maximaal 100 m2 mag bedragen.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. De bouwhoogte van erf- of perceelsafscheidingen mag maximaal 3 meter bedragen.
  • b. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal 6 meter bedragen.
4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de bereikbaarheid van gebouwen:

Met het oog op mogelijke calamiteiten dient de bereikbaarheid van gebouwen, zowel vanaf de openbare weg als ten opzichte van elkaar op één bouwperceel voldoende gewaarborgd te zijn.

b. het straat- en bebouwingsbeeld:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient te worden gestreefd naar het instandhouden c.q. tot stand brengen van een, in stedenbouwkundig opzicht, samenhangend straat- en bebouwingsbeeld. In het algemeen zal bij bebouwing worden gestreefd naar:

  • een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte;
  • een goede hoogte-breedteverhouding tussen de bebouwing onderling en een samenhang in bouwvorm/architectonisch beeld tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is.

c. de verkeersveiligheid:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met het instandhouden c.q. tot stand brengen van een verkeersveilige situatie.

d. de sociale veiligheid:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient te worden voorkomen dat een ruimtelijke situatie ontstaat die onoverzichtelijk, onherkenbaar en niet sociaal controleerbaar is.

e. de milieusituatie:

Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de milieuaspecten, zoals hinder voor omwonenden en een verkeersaantrekkende werking;

f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden:

Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, indien deze daardoor kunnen worden beïnvloed. Van belang daarbij kunnen zijn bijvoorbeeld de bezonningssituatie, de lichttoetreding, zichtlijnen.

4.4 Afwijken van de bouwregels
4.4.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 4.1 onder f, ten behoeve van de bouw van een bedrijfswoning op andere plaatsen dan daar is toegestaan met dien verstande dat:
    • 1. het aantal bedrijfswoningen per bedrijf maximaal één mag bedragen;
    • 2. de oppervlakte van een bedrijfswoning met inachtneming van het voor het desbetreffende bouwperceel aangegeven bebouwingspercentage maximaal 100 m2 mag bedragen;
    • 3. de bouwhoogte van een bedrijfswoning maximaal 10 meter mag bedragen;
  • b. lid 4.2.2 onder a, voor het vergroten van de maximaal toegestane bouwhoogte met maximaal 4 meter;
  • c. lid 4.2.2 onder b, voor het vergroten van het maximaal toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10.
4.4.2 Voorwaarden voor afwijken

Het gestelde in lid 4.3 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

Bij de beoordeling van een afwijkingsverzoek voor de bouw van een bedrijfswoning worden tevens de volgende aspecten betrokken:

  • a. bedrijfsgebondenheid/toezicht: bedrijfswoningen zullen slechts worden toegelaten als is aangetoond dat de woning uit hoofde van bedrijfsgebondenheid of toezicht noodzakelijk is.
  • b. vestigings-/uitbreidingsmogelijkheden van andere bedrijven: er dient zoveel mogelijk te worden voorkomen dat vestigings- en/of uitbreidingsmogelijkheden van bedrijven worden beperkt vanwege de dan ontstane milieusituatie.
4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik in strijd met dit bestemmingsplan, zoals bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en artikel 7.2 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van:

  • a. bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 4.1 onder a zijn toegestaan, en/of
  • b. geluidzoneringsplichtige bedrijven.
4.6 Afwijken van de gebruiksregels
4.6.1 Afwijkingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  • a. lid 4.1 onder a juncto lid 4.5 ten behoeve van de vestiging van bedrijven, die in de Staat van bedrijfsactiviteiten zijn opgenomen in een hogere dan de aldaar genoemde categorieën, maar naar hun aard en invloed op de omgeving kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven, die voorkomen in de in lid 4.1 onder a genoemde categorieën, mits het niet geluidzoneringsplichtige of risicovolle inrichtingen betreft;
  • b. lid 4.1 onder a juncto lid 4.5 ten behoeve van de vestiging van bedrijven, die niet in de 'Staat van bedrijfsactiviteiten' zijn opgenomen, maar naar hun aard en invloed op de omgeving kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven, die voorkomen in de in lid 4.1 onder a genoemde categorieën, mits het niet geluidzoneringsplichtige of risicovolle inrichtingen betreft;
  • c. lid 4.1 ten behoeve van het toestaan van maximaal 70% van de bruto vloeroppervlakte voor kantoorruimte ten dienste van het ter plaatse gevestigde bedrijf.

4.6.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken van de regels, als bedoeld in lid 4.6.1 onder a en b is slechts mogelijk nadat een advies van een onafhankelijke deskundige op het gebied van het milieu is ingewonnen.