direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijventerrein
Plan: Bestemmingsplan Korrewegwijk-De Hoogte 2009
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP467Korrewegwijk-oh01

Artikel 4 Bedrijventerrein

4.1 Bestemmingsomschrijving

De op de kaart voor bedrijventerrein aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. produktiebedrijven, bedrijven in de bouwnijverheid en bedrijven ten behoeve van de verhuur van roerende goederen en dienstverlening
    - echter met uitzondering van: maatschappelijke dienstverlening, kantoren alsmede, ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone-bevi', kwetsbare objecten -,
    met dien verstande dat:
    1. deze bedrijven uitsluitend zijn toegestaan in de categorieën 1 tot en met 3.2 als bedoeld in de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen, echter met uitzondering van geluidzoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen,
    2. in afwijking van het vorenstaande onder 1 uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 4' een risicovolle inrichting is toegestaan in ten hoogste (milieu)categorie 4, als bedoeld in de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen, echter uitsluitend ten behoeve van de op- en overslag van aardolieproducten en met uitzondering van geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
    3. maximaal 50% van het bruto vloeroppervlak van de bebouwing mag bestaan uit kantoorruimte ten dienste van het ter plaatse gevestigde bedrijf;
  • b. kantoren tot een maximum van 500 m2 bruto vloeroppervlakte per perceel;
  • c. groothandel in de categorieën 1 tot en met 3.2 als bedoeld in de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen, echter met uitzondering van geluidzoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen;
  • d. detailhandel in volumineuze goederen, echter uitsluitend ten behoeve van:

1. detailhandel in auto's, motorfietsen, boten en caravans,

2. detailhandel in kampeerartikelen,

3. detailhandel in landbouwwerktuigen,

4. detailhandel in grove bouwmaterialen,

5. bouwmarkten,

6. detailhandel in keukens en sanitair,

7. tuincentra,

8. detailhandel in tuinmeubelen,

9. inrichtingscentra voor kantoorinterieur,

met dien verstande dat:
* detailhandel in niet-volumineus, branchevreemd assortiment als onzelfstandig onderdeel van een ter plaatse gevestigd detailhandelsbedrijf in volumineuze goederen is toegestaan, mits de omvang van dit assortimt niet meer bedraagt dan 10% van de totale verkoopvloeroppervlakte en niet meer dan 500 m2 per vestiging;
* detailhandel in voedings- en genotmiddelen, detailhandel in meubelen en woninginrichting en detailhandel in motorbrandstoffen niet is toegestaan;
* kwetsbare objecten niet zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone-bevi';

  • e. wonen, echter uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning', met dien verstande dat het hier bedoelde wonen uitsluitend is toegestaan:
    - in de vorm van één dienst-/bedrijfswoning per aanduiding,
    - op de eerste verdieping, en
    - tot een maximum bruto vloeroppervlakte van 150 m²;
  • f. wegen, voet- en fietspaden;
  • g. groenvoorzieningen;
  • h. water;
  • i. additionele voorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Algemene bouwregels

Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 4.1 genoemde doeleinden.

4.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte mag maximaal de op de kaart aangegeven bouwhoogte bedragen;
  • c. het bebouwingspercentage mag maximaal het op de kaart aangegeven percentage bedragen.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- of perceelsafscheidingen mag maximaal 3 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal 6 meter bedragen.
4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. de bereikbaarheid van gebouwen:

Met het oog op mogelijke calamiteiten dient de bereikbaarheid van gebouwen, zowel vanaf de openbare weg als ten opzichte van elkaar op één bouwperceel voldoende gewaarborgd te zijn.

b. het straat- en bebouwingsbeeld:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient te worden gestreefd naar het instandhouden c.q. tot stand brengen van een, in stedenbouwkundig opzicht, samenhangend straat- en bebouwingsbeeld. In het algemeen zal bij bebouwing worden gestreefd naar:

  • een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte;
  • een goede hoogte-/breedteverhouding tussen de bebouwing onderling en een samenhang in bouwvorm/architectonisch beeld tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is;

c. de verkeersveiligheid:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met het instandhouden c.q. tot stand brengen van een verkeersveilige situatie;

d. de sociale veiligheid:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient te worden voorkomen dat een ruimtelijke situatie ontstaat die onoverzichtelijk, onherkenbaar en niet sociaal controleerbaar is;

e. de milieusituatie:

Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de milieuaspecten, zoals hinder voor omwonenden en een verkeersaantrekkende werking;

f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden:

Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, indien deze daardoor kunnen worden beïnvloed. Van belang daarbij kunnen zijn bijvoorbeeld de bezonningssituatie, de lichttoetreding, zichtlijnen.

4.4 Ontheffing van de bouwregels
4.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 4.2.2 onder a voor het overschrijden van het op de kaart aangegeven bouwvlak met maximaal 5,00 meter, met dien verstande dat deze ontheffing niet mag worden toegepast voor overschrijding van de bouwgrens die evenwijdig aan het Van Starkenborghkanaal is gesitueerd;
  • b. het bepaalde in lid 4.2.2 onder a voor het toestaan van gebouwen buiten het op de kaart aangegeven bouwvlak tot een maximum oppervlakte van 50 m² en een hoogte van maximaal 3 meter, met dien verstande dat deze ontheffing niet mag worden toegepast voor overschrijding van de bouwgrens die evenwijdig aan het Van Starkenborghkanaal is gesitueerd;
  • c. het bepaalde in lid 4.2.2 onder b voor het vergroten van de maximaal toegestane bouwhoogte met maximaal 3,50 meter;
  • d. het bepaalde in lid 4.2.2 onder c voor het vergroten van het maximaal toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10.
4.4.2 Voorwaarden voor ontheffing

Het gestelde in lid 4.3 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

4.5 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met de bestemming, zoals bedoeld in lid 7.10, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, behorende tot een andere categorie dan die welke volgens lid 4.1 onder a zijn toegestaan;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van detailhandel met uitzondering van detailhandel in volumineuze goederen als bedoeld in lid 4.1 onder d;
  • c. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van zelfstandige kantoren met een bruto vloeroppervlak van meer dan 500 m2;
  • d. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van standplaatsen voor woonwagens dan wel het gebruik van gronden anderszins voor bewoning, met dien verstande dat bewoning als bedoeld in lid 4.1 onder e is toegestaan.
4.6 Ontheffing van de gebruiksregels
4.6.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 4.1 onder a, juncto lid 4.5 onder a, ten behoeve van de vestiging van bedrijven, die in de 'Lijst van bedrijfstypen' zijn opgenomen in een hogere dan de aldaar genoemde categorieën, maar naar hun aard en invloed op de omgeving kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven, die voorkomen in de in lid 4.1, onder a1, genoemde categorieën, mits het geen geluidzoneringsplichtige of risicovolle inrichtingen betreft;
  • b. het bepaalde in lid 4.1 onder a, juncto lid 4.5 onder a, ten behoeve van de vestiging van bedrijven, die niet in de 'Lijst van bedrijfstypen' zijn opgenomen, maar naar hun aard en invloed op de omgeving kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven, die voorkomen in de in lid 4.1 onder a1 genoemde categorieën, mits het niet betreft geluidzoneringsplichtige of risicovolle inrichtingen;
  • c. het bepaalde in lid 4.1 onder a3 ten behoeve van het toestaan van maximaal 70% van de bruto vloeroppervlakte voor kantoorruimte die ten dienste staat aan het ter plaatse gevestigde bedrijf.
4.6.2 Voorwaarden voor ontheffing

De ontheffing bedoeld in lid 4.6.1 onder a en b wordt niet verleend dan nadat een advies van een onafhankelijke deskundige op het gebied van het milieu is ingewonnen.