direct naar inhoud van Artikel 15 Woongebied
Plan: Bestemmingsplan Korrewegwijk-De Hoogte 2009
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0014.BP467Korrewegwijk-oh01

Artikel 15 Woongebied

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wonen;
  • b. logies met ontbijt, met dien verstande dat deze functie uitsluitend mag worden uitgeoefend in de woning en ten dienste van deze functie maximaal twee (slaap)kamers voor toeristisch-recreatief nachtverblijf mogen worden gebruikt;
  • c. de functies genoemd in de bij dit plan behorende Lijst van bedrijfstypen wonen-werken, echter uitsluitend:
    - tot maximaal milieucategorie 2 als bedoeld in bijlage 1;
    - op de begane grond;
    - tot een maximum van 150 m² bruto vloeroppervlakte per vestiging;
  • d. wegen, fiets- en voetpaden;
  • e. groenvoorzieningen;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. parkeervoorzieningen;
  • h. additionele voorzieningen.
15.2 Bouwregels
15.2.1 Algemene bouwregels
  • 1. Er zijn wat de bebouwing betreft uitsluitend gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, toegestaan ten behoeve van de in lid 15.1 genoemde doeleinden.
  • 2. Binnen de hele bestemming zijn met inachtneming van het bebouwingspercentage gebouwde parkeervoorzieningen toegestaan - vrijstaand of geïntegreerd in bebouwing erboven- tot een maximale hoogte van 3,25 meter. Dit met dien verstande dat ten behoeve van ondergronds/ halfverdiept parkeren gebouwde parkeervoorzieningen zijn toegestaan tot een maximale hoogte van 1.20 meter onafhankelijk van het bebouwingspercentage en de bouwgrenzen.
15.2.2 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het op de kaart aangegeven bouwvlak worden gebouwd, met dien verstande dat tussen de Hamburgervijver en de Antillenstraat-noordzijde drie doorsteken van minimaal 18 meter ten behoeve van het langzaam verkeer dienen te worden gerealiseerd;
  • b. de bouwhoogte mag maximaal de op de kaart aangegeven bouwhoogte bedragen, met dien verstande dat:
    1. de maximale bouwhoogte ter plaatse van het bouwvlak met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding hoogte-accent' maximaal 45 meter mag bedragen;
    2. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding-4 één extra bouwlaag is toegestaan ten behoeve van verspreid voorkomende hoogte-accenten, met dien verstande dat de breedte van de hoogte-accenten in totaal maximaal 25% van de lengte van de bebouwingswand langs de Oosterhamrikkade mag bedragen;
    3. ter plaatse van de specifieke bouwaanduiding-5 de bouwhoogte over de diepte van het bouwblok in een schuine strakke lijn als volgt afloopt: van de zijde Oosterhamrikkade maximaal 12 meter naar de zijde Star Numanstraat maximaal 6 meter;
  • c. het bebouwingspercentage mag maximaal het op de kaart aangegeven aangegeven percentage bedragen, met dien verstande dat het bebouwingspercentage ter plaatse van specifieke bouwaanduiding-5 maximaal 100% bedraagt.

15.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag op het voorerf maximaal 1 meter bedragen en op het achtererf maximaal 2 meter;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde, mag maximaal 5 meter bedragen.
15.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

a. de woonsituatie:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening gehouden te worden met het instandhouden c.q. tot stand brengen van een redelijke lichttoetreding, alsmede de aanwezigheid van voldoende privacy;

b. het straat- en bebouwingsbeeld:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient te worden gestreefd naar het instandhouden c.q. tot stand brengen van een, in stedenbouwkundig opzicht, samenhangend straat- en bebouwingsbeeld. In het algemeen zal bij bebouwing worden gestreefd naar:

  • een goede verhouding tussen bouwmassa en open ruimte;
  • een goede hoogte-/breedteverhouding tussen de bebouwing onderling en een samenhang in bouwvorm/architectonisch beeld tussen bebouwing die ruimtelijk op elkaar georiënteerd is;

c. de verkeersveiligheid:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met het instandhouden c.q. tot stand brengen van een verkeersveilige situatie;

d. de sociale veiligheid:

Ten aanzien van de binnen de bestemming toegelaten gebruiksvormen dient te worden voorkomen dat een ruimtelijke situatie ontstaat die onoverzichtelijk, onherkenbaar en niet sociaal controleerbaar is;

e. de milieusituatie:

Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de milieuaspecten, zoals hinder voor omwonenden en een verkeersaantrekkende werking;

f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden:

Ten aanzien van de binnen een bestemming toegelaten gebruiksvormen dient rekening te worden gehouden met de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, indien deze daardoor kunnen worden beïnvloed.

15.4 Ontheffing van de bouwregels
15.4.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

  • a. het bepaalde in lid 15.2.2 onder b ten behoeve van het vergroten van de toegestane bouwhoogte met maximaal 3,50 meter, met dien verstande dat ter plaatse van de beide locaties aan de Oosterhamrikkade de bouwhoogte ter plaatse van het maatvoeringsvlak met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-5' met maximaal 0.75 meter en ter plaatse van het maatvoeringsvlak met de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-4' met maximaal 1.5 meter incidenteel mag worden vergroot ten behoeve van bijzondere kapconstructies en/of groene daken;
  • b. het bepaalde in lid 15.2.2 onder b2 ten behoeve van het verhogen van het percentage met 5% indien dit noodzakelijk is in verband met een betere woningplattegrond;
  • c. bepaalde in lid 15.2.2 onder c ten behoeve van het vergroten van het toegestane bebouwingspercentage met maximaal het getal 10.
15.4.2 Voorwaarden voor ontheffing

De in lid 15.4.1 genoemde ontheffingen kunnen slechts worden verleend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de woonsituatie;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de milieusituatie;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

Het gestelde in lid 15.3 is hierbij van overeenkomstige toepassing.

15.5 Ontheffing van de gebruiksregels
15.5.1 Ontheffingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:
het bepaalde in lid 15.1 onder c ten behoeve van de vestiging van bedrijven, die niet in de 'Lijst vanbedrijfstypen wonen-werken' zijn opgenomen, maar naar hun aard en invloed op de omgeving kunnen worden gelijkgesteld met de bedrijven, die voorkomen in de in lid 15.1 onder c genoemde categorieën, mits het geen geluidzoneringsplichtige of risicovolle inrichtingen betreft.

15.5.2 Voorwaarden voor ontheffing

De ontheffing bedoeld in lid 15.5.1 wordt niet verleend dan nadat een advies van een onafhankelijke deskundige op het gebied van het milieu is ingewonnen.